Wij jongeren hebben genoeg in te brengen
in gesprek met:
PROF. CLE VERING A
„Wij buigen ons
voor
de overmacht"
Wanneer zijn autobanden
aan vervanging toe?
„De koepel van Sint Pieter drukt zwaar"
O Citizen.
Voor hetzelfde sjeld
beter bij de tijd.
Hoger schoolgeld
komt er wel door
CEDAR
WOOD
AFSCHEID
KOKENDE LAVA
Universiteit
Amsterdam:
20.000
*x-maai beter
NEPBOMLEGGERS
AANGEHOUDEN
binnenland
buitenland
(Vlet behulp van (hoe hoger hoe preciezer),
ONDANKS BEZWAREN SENAAT
debetffltere
aftershave
after
shave
Kuiphof
Verbleekt
Woensdsg 8 november 1972
11
De zware staande klok in
het vertrek vult vele minuten
stilte met zijn trage,klik. Want
er zijn vaak momenten dat ze
zwijgt, de jonge zuster in dat
grote, oude klooster. Het valt
niet mee, als je 23 jaar bent,
om over jezelf te vertellen.
Dankbaar steekt ze de aange
boden sigaret op. „Ik ben de
jongste hier. Maar ook iemand
van veertig is hier jong. En
vijfenzestig is ook nog niet zo
oud".
Of ze niet bang is dat er na
haar niemand meer bijkomt
„Wat dat betreft leef ik van
de ene dag in de andere. We
hebben al honderden jaren be
staan. Het is vroeger ook wel
eens gebeurd dat er nog maar
een zuster over was en niet
lang daarna waren ze weer
met hun zestigen".
Ze riet bleek. Haar sluier
laat veel van het korte, zacht
golvende haar vrij. Het een
voudige, lange kleed staat
haar goed en heeft, merkwaar
digerwijs, niets ouderwets.
„Ik was bang dat u mij
vragen zou stellen over roe
ping en zo. Over waarom ik in
het klooster ben gegaanIk
vind dat verschrikkelijk moei
lijke vragen. Ik kan niet zo
maar zeggen waarom ik naar
het klooster ben gegaan. Daar
denk ik nu weer heel anders
over dan een jaar geleden. El
ke keer weet ik meer waarom
ik hier kwam".
„Gek, op school, op de ulo,
heb ik heel weinig godsdienst
les gehad. De ouderwetse ka-
techismus raakte er toen net
zo'n beetje uit, maar er was
nog weinig anders. Toen ik
van school kwam ben ik op
een bank gaan werken. Ik heb
daar viereneenhalf jaar ge
werkt. Heb daar alle afdelin
gen we' doorlopentot en met
er een beetje trots op ja, ik
mag het eigenlijk niet zeggen
dat de directeur van de
bank vroeg toen ik wegging:
Als ik voor jou opslag vraag,
blijf je dan?"
Ergens uit het klooster
klinkt opeens een vrolijk or
kest op van uitbundig lachen,
de en druk pratende vrouwen
stemmen. Het is etenstijd. De
het balieWerk toe. Ik deed dat
werk graag". Ze begint te la
chen ze lacht vaak, maar
niet geforceerd of uit verle
genheid, het klinkt echt gea
museerd „Eigenlijk ben ik
vrouwenstemmen klinken hel
tegen de stenen muren op en
door de koele gangen.
„We zijn hier met allemaal
vrouwen bij elkaar. Altijd de
zelfde. Enigszins wrijvingen
krijg je dus weieens. Maar ik
vind het juist zo enorm hoe ze
het, als ze ruzie hebben, toch
weer snel met elkaar eens
worden. Zelf maak ik niet zo
gemakkelijk ruzie, dat is mijn
aard. Ik heb geen moeilijkhe
den met de oudere zusters.
Als zij ouderwetser zijn, roti
dat mogen, ze- Zij hebben veel
meer zekerheden. Ik niet. Nee,
ik heb zelf niet zoveel zeker
heden. Zij zijn ook opgevoed
met hun rijtjes katechisjnus-
vragen. Ik niet. Maar ik geloof
niet dat de ouderen de dienst
uitmaken. Ook niet in de
maatschappij. Zelfs de kleu
ters hebben tegenwoordig toch
inspraak. Laatst hoorde ik dat
zo'n kleuterklasje ergens tegen
protesteerde met borden en zo.
Hier in het klooster hebben
wij, jongeren, zeker genoeg in
te brengen. Anders zaten im
mers de tralies nog voor de
ramen en hadden we geen va
kantie gekregen. Ja, ik zou er
wel meer moeite mee gehad
hebben hier te komen, als die
tralies er nog waren en je
nooit naar huis, mocht. Maar
nu gaan de oudere zusters net
zo graag een paar dagen naar
huis als wij. Maar ze komen
ook net zo graag terug".
De klok tikt de stilte vol.
Ze wil wat ijsblokjes in onze
glaasjes fris doen, maar het ijs
is bijna gesmolten. „Ze zeggen
wel eens van mij dat iJc te
weinig zelfvertrouwen heb. De
jeugd, ik bewonder ze hoe ze
ergens induiken, in iets dat ze
niet bevalt, hoe ze een eigen
standpunt innemen en er dan
-voor opkomen. Ik ben niet zo.
Ik ben niet zo- Ik neem veel
gemakkelijker dingen aan. Ik
zou best met ze mee willen
doen. Bijvoorbeeld met zrrn
jongerenmis".
Vondelparkslapers(Ze
lachtIk lig liever in mijn
eigen bed. Ik vraag mij af
waarom ze dat doen. Maar
misschien zou ik het toch wel
'ns één keertje mee willen
maken".
„De mensen die hier komen
er komen veel mensen
zeggen vaak: hoe kunnen jul
lie zo blij zijn? Als de mensen
iets meenemen van ons geluk
kig samenleven hier, dat is
voor ons ook een stimulans.
Vroeger kwam hier niemand.
Ik weet niet of ik dat zou
kunnen- Als mensen nooit zou
den zeggen dat wij hen inspi
reren, hun iets meegeven. Ik
sta wel niet op de spreekka
mer, maar je praat daar samen
over".
„Ik zit hier nu op het kunst
atelier. Leer bewerken. Ik
ben nog maar een beginneling,
rtcor. En ik volg een schrifte
lijke tekencursus".
Het blijkt onvermijdelijk
dat ons hele gesprek onuit
gesproken toch draait om
een soort kernvraag, haar ei
gen vraag: waarom ben ik
hier? En het lijkt of ze eigen
lijk onverzwakt de woorden
gevonden heeft. „Ik had nogal
een lui leventje op de bank,
geloof ik. Ik vond het niet
vervelend, Maar je wil....Mis-
schien is dit wel mijn manier
geweest om wat te doen voor
anderen....ik voelde dat ik al
leen voor mezelf leefde- Ik
wilde meer doen. Ik was er
niet vies van, hoor. Ik deed
het werk graag. Maar je kon
nog zoveel doen. Het ligt niet
in mijn aard. om te demonstre
ren. Misschien is dit mijn ma
nier geweest".
„Met z'n allen hier boek je
resultaten, dat staat vast", zegt
re resoluut, maar meteen
daarop snel: „Da: zeg ik nu
zo. maar tegelijk schrik je zelf
van die grote woorden. Het
blijft mensenwerk. Daarom
vind ik het zo fijn om te
kunnen vragen om een nieuwe
dag. Om meer te kunnen
doen".
Ze voelt zich nu duidelijk
op haar gemak in die grote,
zwaar antiek gemeubileerde
ontvangkamer. Ze is er thuis,
•maar op een wat eigenaardige
manier. Net of die grote meu
bels haar niets doen. Hel tref
je ineens hoe iemand dingen
om zich héén kan hebben zon
der ze te bezitten.
Ze lacht: „Nog niet zo lang
geleden was het stilzwijgen zo
s*reng dat de zusters elkaar op
de gang riepen met „Hum!".
Maar dan liep ik door. Ik
dacht: als ze mijn naam niet
weten, dan hoeft het niet. Wij,
de jongeren,, zeggen nu nog
wel eens „hum" voor de
grtip"-
Meteen zegt ze dan: „Nee,
daar heb ik echt spijt van dat
ik u dat verteld heb. Dat is
nietfair tegenover die oudere
zusters".
En dat is te ten voeten
uil.
JAN LANDMAN
Rudolph Pabus Cleve-
veringa was een Groninger.
Hij was in 1940 46 jaar.
In 1927 was hij in Leiden
benoemd tot hoogleraar.
H|j doceerde er handels
recht en burgerlijk proces
recht. Hij was decaan van
de juridische faculteit van
de Leidse universiteit.
„Achter een uiterlijke
rust was Cleveringa, als
meer noorderlingen, een
man van sterke emoties.
In de herfst van '40 had
hij al een gevoel, „of ik,"
zo noteerde hij, „in razernij
kan ontsteken en alles
tegen de Duitsers kan
doen; ik heb er mijn ver
stand bij nodig om niet de
straat op te lopen en dè
eerste de beste op zijn ge
zicht te slaan." Zwaar
drukten hem de tijdsom
standigheden, maar toch
niet zo zwaar of in zijn
krachtige en zuivere per
soonlijkheid die wars was
van alle effectbejag, bleef
zijn innerlijk optimisme
onaangetast."
Toen kwam de eis dat alle
ambtenaren, en dus ook de
hoogleraren, de Ariër-verkla
ring moesten tekenen; 25 ok
tober ontvingen alle Leidse
hoogleraren de formulieren.
Onder druk van buiten, an
der anderen van de toenmali
ge president-curator, burge
meester vam Leiden, tekende
men- Cleveringa was de eni
ge die bleef weigeren. Dins
dagochtend 26 november be
zocht Cleveringa zijn joodse
collega professor Meijers,
een eminent rechtsgeleerde.
Het onooglijk gestencilde
briefje van het departement
van onderwijs was gearri
veerd- Meijers was op staan
de voet ontslagen. Cleveringa
had zijn besluit genomen.
Hij, de decaan van de facul
teit, zou protesteren in het
openbaar.
Hij waarschuwde rector-
magnificus Byvanck. Die
kwam niet n-aar die college
zaal. „Vervolgens nam Cle
veringa afscheid van zijn
vrouw en wandelde naar het
Rapenburg, „volkomen rustig
en beheerst". Het was druk
in de faculteitskamer; een
aantal hoogleraren uit andere
faculteiten wenste bij wat te
geschieden stond, persoonlijk
aanwezig te zijn en zoveel stu
denten waren op komen zet
ten dat de collegezaal waar
Meijers placht te doceren,
veel te klein was om allen te
bevatten. Het Groot-Audito
rium stroomde vol, nadien
nog een tweede collegezaal
waar Cleveringa's woorden
uit de luidspreker klonken.
Hij begon met het briefje
voor te lezen dat Meijers
ontvangen had. Een nadere
kwalificatie daarvan achtte
hij onnodig. Het enige wat
hij begeerde was, zei hij, de
Duitsers „uit het gezicht en
beneden ons te laten en uw
bliik te richten naar de hoog
te waarop de lichtende fi
guur staat van hem wien on
ze aanwezigheid hier geldt:
Meijers de geleerde, wel
ke een macht die op niets
dan enkel zichzelf kan steu
nen, hier na een dertigjarige
werkzaamheid achteloos ter
zijde schuift". Uitvoerig ging
Cleveringa vervolgens het
werk van Meijers in al zijn
originaliteit, rijkdom en
veelzijdigheid schetsen. Toen
kwam hij over de mens
Meijers te spreken:
„Een geleerde van buiten
gewoon formaat; een leer
meester ook van ongewoon
doceertalent, een hoogleraar
die niet ook de hoofden tot
werken en denken heeft ge
bracht van duizenden die hij
is voorgegaan, maar die er
tevens, zonder dat ooit de
minste uiting van populari-
teitsgewin bij hem waarge
nomen is kunnen worden, de
harten van allen heeft vero
verd. Niet alleen bewonde
ring is zijn deel geworden;
aanhankelijkheid niet min
der, en terecht! HoeveJen het
er zijn wier eerste en ook
wel laatste schreden in de
maatschappij hij heeft geleid
(gelijk hij het mijzelf deed)
zal wel niet precies zijn vast
te stellen; dat het er tallozen
zijn, is voor ieder zeker".
Soms was er een begin van
applaus in de zaal Cleve
ringa dempte het met een
ongeduldig handgebaar.
Hij kwam tot zijn slot:
„Het is deze Nederlander,
deze nobele en ware zoon
van ons volk, deze mens, deze
studentenvader, deze ge
leerde die de vreemdeling
welke ons thans vijandiglijk
overheerst „ontheft van zijn
functie"! Ik zeide u, niet
over mijn -gevoelens te zullen
•spreken; ik zal mij er aan
houden, al dreigen zij als
kokende lava te barsten döor
al de spleten welke ik bij
momenten de indruk heb dat
zich, onder de aandrang
daarvan, in mijn hoofd en
hart zouden kunnen gaan
openen.
0 Prof. mr. R. P. Cleveringa.
houden, de landswetten te
eerbiedigen, behoudens vol
strekte verhindering- Wij
kunnen het niet anders zien
dan dat er geen de minste
verhindering voor onze be
zetter bestaat. Meijers te la
ten waar hij was. Dit impli
ceert dat die wegdringing van
zijn plaats op de wij-ze waar
van ik u mededeling heb ge
daan, en de soortgelijke
maatregelen die anderen
hebben getroffen..., door ons
slechts als onrecht kunnen
worden gevoeld. Wij hadden
gemeend, hiervoor gespaard
te mogen en te zullen wor-
Maar in de faculteit die
blijkens haar doelstelling ge
wijd ia aan de betrachting
der rechtvaardigheid, mag
toch deze opmerking niet
achterwege blijven; in over
eenstemming met Nederland
se tradities verklaart de
Grondwet iedere Nederlan
der tot elke landsbediening
en tot de bekleding van elke
waardigheid en elk ambt be
noembaar en stelt zij hem,
onafhankelijk van zij,n gods
dienst, in het genot van de
zelfde burgerlijke en burger
schapsrechten. Volgens arti
kel 43 van het Landoorlog
reglement is de bezetter ge-
den. Het heeft niet zo mogen
zijn. Wij kunnen, zonder in
nutteloze dwaasheden te ver
vallen welke ik u met klem
moet ontraden, thans niets
anders doen dan ons buigen
voor de overmacht.
En inmiddels zullen wij
wachten en vertrouwen en
hopen; en steeds in onze ge
dachten en onze harten het
beeld en de gestalte en de
persoonlijkheid vasthouden
van wie wij niet zullen kun
nen aflaten vast te geloven
dat hij hier behoort te staan
en, zo God het wil, weer zal
keren".
Hij had gezegd.
Het was even stil. Toen
klonk er een luid en lang
aangehouden applaus. Mid
den in de zaal zette een stu
dent het Wilhelmus in. Men
zong, menigeen terwijl hem
of haar de tranen over de
wangen stroomden, het eerste
couplet, daarna het zesde.
Een poging van de presi
dent-curator Van de Sande
Bakhuyzen Cleveringa te la
ten proberen de studenten te
weerhouden van hun voorge
nomen staking liep op niets
uit Cleveringa weigerde.
„Opgelucht en rustig" liep
hij naar huis.
Toen hij 's middags een
college-van-regenten-verga-
dering van een der Leidse
weeshuizen bijwoonde lachte
hij weer. „Voor het eerst
sinds maanden", zei een me
deregent.
Cleveringa werd donder
dag 28 november gearres
teerd. Hij werd verhoord.
Hij verdedigde zich rustig-
„De bezetter had, zei hij, het
volkenrecht overtreden en
hij, Cleveringa, had geens
zins tot verzet aangespoord:
„Ik heb immers ook gezegd
dat wij voor het geweld
moeten bukken." Eén verhoor
werd voldoende geacht. In de
cellenbarakken van Scheve-
ningen werd hjj goed behan
deld- Na' acht maanden werd
bij vrijgelaten."
JACQUES LEVIJ
(ADVERTENTIE)
komputers ontwikkeld 21-steens,in edelstalen kast
volautomaties horloge met met modieus armband,
dag- en datumaanwijzing, Japanse precisie. ryy e
beslist waterdicht. -=•-=•«»•. -*•
Tikgetal:21.600
per uur
^-1
J. Hart b-T., Leidrepleiu,
DEN HAAG De verho
ging van het schoolgeld zal
de volgende week ook door
de Eerste Kamer worden
goedgekeurd. Dat is dinsdag
heel snel gebleken, na we
kenlange toespelingen, dat
de Senaat misschien een
stokje voor de'plannen van
minister Van Veen zou ste
ken.
De VVD zorgde voor een her
haling van het gedrag in de
Tweede Kamer: v«e4 bezwaren
maar „we stemmen voor, zij
het niet van harte". Dat laatste
zal evenmin het geval zijn bij
de CHU, maar ook de geest
verwanten van de minister
zullen zijn wet wel steunen.
De ARP en het grootste deel
van de KVP hebben geen grote
bezwaren, een paar KVP-ers
willen eerst nog neuzen tellen.
PvdA-senator Steenbergen
AMSTERDAM (ANP) De
Universiteit van Amsterdam
telde per 1 juli jl. in totaal bij
na 20.000 studenten.
Het waren om precies te zjjn
14.187 mannen en 5.745 vrou
wen, die als student stonden
ingeschreven.
De faculteit der sociale we
tenschappen is met ruim 5200
ingeschrevenen nog steeds de
grootste faculteit. Op de twee
de plaats volgt de faculteit der
letteren met bijna 3900 inge
schreven studenten. Deze fa
culteit is tevens de enige met
meer vrouwelijke dan manlij
ke studenten.
(ADVERTENTIE)
De meningen lopen sterk uiteen over wanneer autobanden vervangen
moeten worden. Het is daarom verstandig u te laten adviseren door uw garage
of bandenspecialist In het algemeen geldt: „Vervang uw banden zo gauw u
zich niet zeker meer voelt". En als u daii toch aan nieuwe toe bent, neem dan
meteen de beste: Michelin radiaalbanden.
D14-72
FLORENCE (KNP Het
congres over het religieuse
leven in een veranderde sa
menleving dat van 3 tot 6
november in Florence is ge
houden, heeft enige beroe
ring gebracht in de Italiaan
se kerk.
Paus Paulus stuurde een
telegram met zijn beste wen
sen, aan de 300 deelnemers,
maar de behoudende kardi
naal Florit, aartsbisschop
van Florence, had de reli
gieuzen van zjjn bisdom
verboden deel te nemen aan
het congres. Reden van zjjn
afwijzing was, dat er teveel
aandacht besteed werd aau
de nieuwe kleine groepen
van religieuzen die in huur
huizen wonen buiten de vei
lige kloostermuren en dat
het congres bijeengekomen
was zonder zijn toestem
ming.
Zonder de Nederlandse
deelnemers gehoord te hebben,
sprak deze kardinaal reeds
voor het congres het vooroor
deel uit, dat er uit Nederland
alleen maar protestantse gelui
den kwamen die de katholieke
kerk ondergraven.
De Nederlandse religieuze
groepen genoten een bijzonde
re belangstelling, vanwege
hun maatschappelijke instel
ling en het gemengde karak
ter. Uit Nederland waren aan
wezig Jan Kampschreur van de
arbeiderscommuniteit te Am
sterdam. Amand Kersten van
Emmauscommuniteit in Lange-
weg en enkele leden van de
religieuze commune Andros-
dreef in Utrecht.
Bij hun terugkomt verklaar
den zij: „Bij de Italiaanse reli
gieuzen leven soortgelijke
spanningen als in Nederlandse
orden en congregaties".
De jonge Italiaanse religieu
zen bezitten een grote mentale
openheid, maar krijgen weinig
levenskansen. Een zuster zei
ons treffend: dè koepel van de
Sint-Pieter drukt zwaar op al
le initiatieven.
sprak eohter over „een mieze
rig" wetsontwerp, dat de poli
tiek in diskrediet brengt en ir.
Draijer van D'66 had het zelfs
over „weerzin" om aan dit de
bat deel te nemen-
Hij - diende in navolging van
zijn partijgenoot Wilbers in de
Tweede Kamer een motie in,
waarin leerplicht en sehool-
geldvrijdam aan elkaar wor
den gekoppeld. In de Tweede
Kamer sneuvelde die motie op
het nippertje.
DEN HAAG (ANP) De
Haagse politie heeft proces
verbaal opgemaakt tegen twee
portiers van het verzekerings
concern „En-nia" in Den Haag,
die bekend hebben een nep-
bom bij het Ennia-gebouw te
hebben neergelegd. Ze hadden
de „bom", een kokertje met
een paar draadjes en een pak-
kertje van de „Ennia" zater
dagmorgen neergelegd ran een
grapje uit te halen met twee
collega-portiers die van hen de
dienst overnamen. De collega's
waarschuwden echter de poli
tie toen zij na het vertrek van
hun voorgangers de „bom'
vonden.
(ADVERTENTIE)
for men!
Verkwikkend,
huiditrelend, met d*
lengdarige Cedar-Wood-
geur die so
geweldig aanrpreekt.
flacon 98 ee met depper
4,95
reuze flacon 205 ee met
depper
7,95
ünjji
fabr.: Christopher Collins, London
imp.; MedicsN.V.,'a-Herlogcnhoéch
8riev«n voor deze rubriek woeten
mef volledige naam en edrea worden
ondertekend. Bij publiketie zullen doze
vermeld worden. Slecht* bij hoge uit
zondering zal van deze regel worden
afgeweken. Naam en adre* zijn dan bij
de redactie bekend. PubJilcatie van brie
ven (verkort of onverkort) betekent niet
dat de redactie het in alle gevelion
eens is met inhoud, c.q. «trekking.
Ik wil hierbij mijn mening
eens geven betreffende het
programma Studio Sport. Niet
alleen ik maar duizenden met
mij zitten zich 's zondags
avonds te ergeren aan de heer
Kuiphof met zijn gezwam en
interviews. Beseft deze man
niet dat er in Nederland dui
zenden zieke mensen liggen
die niet in staat zijn om naar
een sportevenement toe te
gaan, die gedwongen zijn aan
de beeldbuis. Zo'n man moest
wijzer wezen, maar ja, hij aal
graag zijn figuur op de buis
willen laten zien. maar dan
moet hij dat doen 's avonds na
de nieuwsberichten dan kun
nen wij de knop omdraaien.
Maar dit is geen Sport, laat
men dit maar vergeten
praten zal het voortaan he
ten
o als men di» Herman Kuip
hof ziet
ratelen maar, tot ieders ver
driet
treurig, dat zo'n man zit te
praten
in plaats van sport voor te
laten
nu dit is elke zondag het
zelfde liedje
babbelen maar, met Jan en
Pietje
eventjes wat voetbal op de
t.v.
en dan hup, snel weg er
mee
laat maar, ai kom je in ver
zet
dit is maar sport voor Jan
met de pet
BREDA
C. ADRIAANSEN
Zojuist gelezen hebbend wat
de heer J. Broeders uit Lange-
weg op papier heeft gezet (in
De Stem), zou ik hem graag
het volgende willen antwoor
den.
Wat zei de heer Broeders
daar? Dat de parochianen van
pastoor Sander uit Etten-Leur
zichzelf voor leugenaar zetten?
Mag ik daaruit concluderen
dat hij -daar-eigenlijk mee be
doelt te zeggen dat zij leuge
naars zijn?
Miaar meneer Broeders! Lie
gen is zo'n kwalijke eigen
schap, dat u onbekenden daa*
niet zomaar van mag beschul
digen. Klinkt daar nu, dwars
door het tumult van twintig
eeuwen heen, ook niet nog een
andere stem tot ons door, van
iemand die bedroefd iets zegt
over oordelen en veroordelen'
Spreekt het bovendien niet
vanzelf dat,, in een wereld die
zo in beweging is, een kerkge
meenschap meebeweegt, méé-
denkt?
Pastoor Sanders mag blij
zijn met zulke parochianen die
al zoekend en meedenkend
hun tijd trachten te ver
staan; die proberen de rode
in zoveel eeuwen ietwat ver
bleekte draad die door het
evangelie loopt, zijn heldere
kleur terug te geven; die het
in alle oprechtheid niet meer
kunnen opbrengen klaikkielaos
„de bevelen van Rome" op te
volgen; die achter hun bis
schoppen staan, omdat rij
misschien pas in de loop van
het laatste jaar hebben in
gezien dat die bisschoppen
van hen denken en handelen
vanuit een diepe bewogenheid
voor het lot van de mens,
vanuit de zekerheid dat ook
Christus het zo bedoeld heeft.
Heeft Christus het leven op
aarde niet zozeer de moeite
waard gevonden dat hij er al
les voor over had om er wat
geluk en warmte te bren
gen?
De bedoeling van alle wet
ten die er kwamen was: voor
de mens op-aarde wat van dat
geluk en die warmte te bewa
ren. Daar ging het om. Hoe
vaak is daarentegen geluk niet
opgegeven en warmte verkild
terwille van die wetten. Per
ongeluk, omdat diezelfde mens
nu eenmaal geneigd is wat
ongelukkig te rijn in het kie
zen van de juiste wegen. En al
zijn die wegen geplaveid met
nog zoveel goede bedoelingen,
als blijkt dat ze ons voeren
naar een gebied waarin we
ons niet meer thuis kunnen
voelen, moeten we terugkeren
naar het beginpunt en vandaar
een andere weg opgaan.
Velen zijn op hun schreden
teruggekeerd en rijn nu op
nieuw onderweg. En van dat
groepje mensen zijn enkelen
bereid gevonden voorzichtig
verkennend en overleggend,
maar vol inspiratie en inspire
rend, voorop te gaan. Toch
niet zo'n gemakkelijke taak,
want zij vangen voor de ande
ren de klapppn op. Sommigen
in dat groepje mogen dan in
hun ongeduld wat te hard hol
len. ze zijn allen met open
ogen en met een waxmklop-
pend hart in beweging.
Maar leugenachtig, heer
Broeders? Kimt u niet een
eindweegs met ons meegaan?
Dan zult u zien dat we mét
u ons best doen oprecht te
zijn. Juist oprecht.
BREDA
Mevr. E. E. VAN HESTEREN-
BORGEN
v>