Wij jongeren hebben genoeg in te brengen in gesprek met: PROF. CLE VERING A „Wij buigen ons voor de overmacht" Wanneer zijn autobanden aan vervanging toe? „De koepel van Sint Pieter drukt zwaar" O Citizen. Voor hetzelfde sjeld beter bij de tijd. Hoger schoolgeld komt er wel door CEDAR WOOD AFSCHEID KOKENDE LAVA Universiteit Amsterdam: 20.000 *x-maai beter NEPBOMLEGGERS AANGEHOUDEN binnenland buitenland (Vlet behulp van (hoe hoger hoe preciezer), ONDANKS BEZWAREN SENAAT debetffltere aftershave after shave Kuiphof Verbleekt Woensdsg 8 november 1972 11 De zware staande klok in het vertrek vult vele minuten stilte met zijn trage,klik. Want er zijn vaak momenten dat ze zwijgt, de jonge zuster in dat grote, oude klooster. Het valt niet mee, als je 23 jaar bent, om over jezelf te vertellen. Dankbaar steekt ze de aange boden sigaret op. „Ik ben de jongste hier. Maar ook iemand van veertig is hier jong. En vijfenzestig is ook nog niet zo oud". Of ze niet bang is dat er na haar niemand meer bijkomt „Wat dat betreft leef ik van de ene dag in de andere. We hebben al honderden jaren be staan. Het is vroeger ook wel eens gebeurd dat er nog maar een zuster over was en niet lang daarna waren ze weer met hun zestigen". Ze riet bleek. Haar sluier laat veel van het korte, zacht golvende haar vrij. Het een voudige, lange kleed staat haar goed en heeft, merkwaar digerwijs, niets ouderwets. „Ik was bang dat u mij vragen zou stellen over roe ping en zo. Over waarom ik in het klooster ben gegaanIk vind dat verschrikkelijk moei lijke vragen. Ik kan niet zo maar zeggen waarom ik naar het klooster ben gegaan. Daar denk ik nu weer heel anders over dan een jaar geleden. El ke keer weet ik meer waarom ik hier kwam". „Gek, op school, op de ulo, heb ik heel weinig godsdienst les gehad. De ouderwetse ka- techismus raakte er toen net zo'n beetje uit, maar er was nog weinig anders. Toen ik van school kwam ben ik op een bank gaan werken. Ik heb daar viereneenhalf jaar ge werkt. Heb daar alle afdelin gen we' doorlopentot en met er een beetje trots op ja, ik mag het eigenlijk niet zeggen dat de directeur van de bank vroeg toen ik wegging: Als ik voor jou opslag vraag, blijf je dan?" Ergens uit het klooster klinkt opeens een vrolijk or kest op van uitbundig lachen, de en druk pratende vrouwen stemmen. Het is etenstijd. De het balieWerk toe. Ik deed dat werk graag". Ze begint te la chen ze lacht vaak, maar niet geforceerd of uit verle genheid, het klinkt echt gea museerd „Eigenlijk ben ik vrouwenstemmen klinken hel tegen de stenen muren op en door de koele gangen. „We zijn hier met allemaal vrouwen bij elkaar. Altijd de zelfde. Enigszins wrijvingen krijg je dus weieens. Maar ik vind het juist zo enorm hoe ze het, als ze ruzie hebben, toch weer snel met elkaar eens worden. Zelf maak ik niet zo gemakkelijk ruzie, dat is mijn aard. Ik heb geen moeilijkhe den met de oudere zusters. Als zij ouderwetser zijn, roti dat mogen, ze- Zij hebben veel meer zekerheden. Ik niet. Nee, ik heb zelf niet zoveel zeker heden. Zij zijn ook opgevoed met hun rijtjes katechisjnus- vragen. Ik niet. Maar ik geloof niet dat de ouderen de dienst uitmaken. Ook niet in de maatschappij. Zelfs de kleu ters hebben tegenwoordig toch inspraak. Laatst hoorde ik dat zo'n kleuterklasje ergens tegen protesteerde met borden en zo. Hier in het klooster hebben wij, jongeren, zeker genoeg in te brengen. Anders zaten im mers de tralies nog voor de ramen en hadden we geen va kantie gekregen. Ja, ik zou er wel meer moeite mee gehad hebben hier te komen, als die tralies er nog waren en je nooit naar huis, mocht. Maar nu gaan de oudere zusters net zo graag een paar dagen naar huis als wij. Maar ze komen ook net zo graag terug". De klok tikt de stilte vol. Ze wil wat ijsblokjes in onze glaasjes fris doen, maar het ijs is bijna gesmolten. „Ze zeggen wel eens van mij dat iJc te weinig zelfvertrouwen heb. De jeugd, ik bewonder ze hoe ze ergens induiken, in iets dat ze niet bevalt, hoe ze een eigen standpunt innemen en er dan -voor opkomen. Ik ben niet zo. Ik ben niet zo- Ik neem veel gemakkelijker dingen aan. Ik zou best met ze mee willen doen. Bijvoorbeeld met zrrn jongerenmis". Vondelparkslapers(Ze lachtIk lig liever in mijn eigen bed. Ik vraag mij af waarom ze dat doen. Maar misschien zou ik het toch wel 'ns één keertje mee willen maken". „De mensen die hier komen er komen veel mensen zeggen vaak: hoe kunnen jul lie zo blij zijn? Als de mensen iets meenemen van ons geluk kig samenleven hier, dat is voor ons ook een stimulans. Vroeger kwam hier niemand. Ik weet niet of ik dat zou kunnen- Als mensen nooit zou den zeggen dat wij hen inspi reren, hun iets meegeven. Ik sta wel niet op de spreekka mer, maar je praat daar samen over". „Ik zit hier nu op het kunst atelier. Leer bewerken. Ik ben nog maar een beginneling, rtcor. En ik volg een schrifte lijke tekencursus". Het blijkt onvermijdelijk dat ons hele gesprek onuit gesproken toch draait om een soort kernvraag, haar ei gen vraag: waarom ben ik hier? En het lijkt of ze eigen lijk onverzwakt de woorden gevonden heeft. „Ik had nogal een lui leventje op de bank, geloof ik. Ik vond het niet vervelend, Maar je wil....Mis- schien is dit wel mijn manier geweest om wat te doen voor anderen....ik voelde dat ik al leen voor mezelf leefde- Ik wilde meer doen. Ik was er niet vies van, hoor. Ik deed het werk graag. Maar je kon nog zoveel doen. Het ligt niet in mijn aard. om te demonstre ren. Misschien is dit mijn ma nier geweest". „Met z'n allen hier boek je resultaten, dat staat vast", zegt re resoluut, maar meteen daarop snel: „Da: zeg ik nu zo. maar tegelijk schrik je zelf van die grote woorden. Het blijft mensenwerk. Daarom vind ik het zo fijn om te kunnen vragen om een nieuwe dag. Om meer te kunnen doen". Ze voelt zich nu duidelijk op haar gemak in die grote, zwaar antiek gemeubileerde ontvangkamer. Ze is er thuis, •maar op een wat eigenaardige manier. Net of die grote meu bels haar niets doen. Hel tref je ineens hoe iemand dingen om zich héén kan hebben zon der ze te bezitten. Ze lacht: „Nog niet zo lang geleden was het stilzwijgen zo s*reng dat de zusters elkaar op de gang riepen met „Hum!". Maar dan liep ik door. Ik dacht: als ze mijn naam niet weten, dan hoeft het niet. Wij, de jongeren,, zeggen nu nog wel eens „hum" voor de grtip"- Meteen zegt ze dan: „Nee, daar heb ik echt spijt van dat ik u dat verteld heb. Dat is nietfair tegenover die oudere zusters". En dat is te ten voeten uil. JAN LANDMAN Rudolph Pabus Cleve- veringa was een Groninger. Hij was in 1940 46 jaar. In 1927 was hij in Leiden benoemd tot hoogleraar. H|j doceerde er handels recht en burgerlijk proces recht. Hij was decaan van de juridische faculteit van de Leidse universiteit. „Achter een uiterlijke rust was Cleveringa, als meer noorderlingen, een man van sterke emoties. In de herfst van '40 had hij al een gevoel, „of ik," zo noteerde hij, „in razernij kan ontsteken en alles tegen de Duitsers kan doen; ik heb er mijn ver stand bij nodig om niet de straat op te lopen en dè eerste de beste op zijn ge zicht te slaan." Zwaar drukten hem de tijdsom standigheden, maar toch niet zo zwaar of in zijn krachtige en zuivere per soonlijkheid die wars was van alle effectbejag, bleef zijn innerlijk optimisme onaangetast." Toen kwam de eis dat alle ambtenaren, en dus ook de hoogleraren, de Ariër-verkla ring moesten tekenen; 25 ok tober ontvingen alle Leidse hoogleraren de formulieren. Onder druk van buiten, an der anderen van de toenmali ge president-curator, burge meester vam Leiden, tekende men- Cleveringa was de eni ge die bleef weigeren. Dins dagochtend 26 november be zocht Cleveringa zijn joodse collega professor Meijers, een eminent rechtsgeleerde. Het onooglijk gestencilde briefje van het departement van onderwijs was gearri veerd- Meijers was op staan de voet ontslagen. Cleveringa had zijn besluit genomen. Hij, de decaan van de facul teit, zou protesteren in het openbaar. Hij waarschuwde rector- magnificus Byvanck. Die kwam niet n-aar die college zaal. „Vervolgens nam Cle veringa afscheid van zijn vrouw en wandelde naar het Rapenburg, „volkomen rustig en beheerst". Het was druk in de faculteitskamer; een aantal hoogleraren uit andere faculteiten wenste bij wat te geschieden stond, persoonlijk aanwezig te zijn en zoveel stu denten waren op komen zet ten dat de collegezaal waar Meijers placht te doceren, veel te klein was om allen te bevatten. Het Groot-Audito rium stroomde vol, nadien nog een tweede collegezaal waar Cleveringa's woorden uit de luidspreker klonken. Hij begon met het briefje voor te lezen dat Meijers ontvangen had. Een nadere kwalificatie daarvan achtte hij onnodig. Het enige wat hij begeerde was, zei hij, de Duitsers „uit het gezicht en beneden ons te laten en uw bliik te richten naar de hoog te waarop de lichtende fi guur staat van hem wien on ze aanwezigheid hier geldt: Meijers de geleerde, wel ke een macht die op niets dan enkel zichzelf kan steu nen, hier na een dertigjarige werkzaamheid achteloos ter zijde schuift". Uitvoerig ging Cleveringa vervolgens het werk van Meijers in al zijn originaliteit, rijkdom en veelzijdigheid schetsen. Toen kwam hij over de mens Meijers te spreken: „Een geleerde van buiten gewoon formaat; een leer meester ook van ongewoon doceertalent, een hoogleraar die niet ook de hoofden tot werken en denken heeft ge bracht van duizenden die hij is voorgegaan, maar die er tevens, zonder dat ooit de minste uiting van populari- teitsgewin bij hem waarge nomen is kunnen worden, de harten van allen heeft vero verd. Niet alleen bewonde ring is zijn deel geworden; aanhankelijkheid niet min der, en terecht! HoeveJen het er zijn wier eerste en ook wel laatste schreden in de maatschappij hij heeft geleid (gelijk hij het mijzelf deed) zal wel niet precies zijn vast te stellen; dat het er tallozen zijn, is voor ieder zeker". Soms was er een begin van applaus in de zaal Cleve ringa dempte het met een ongeduldig handgebaar. Hij kwam tot zijn slot: „Het is deze Nederlander, deze nobele en ware zoon van ons volk, deze mens, deze studentenvader, deze ge leerde die de vreemdeling welke ons thans vijandiglijk overheerst „ontheft van zijn functie"! Ik zeide u, niet over mijn -gevoelens te zullen •spreken; ik zal mij er aan houden, al dreigen zij als kokende lava te barsten döor al de spleten welke ik bij momenten de indruk heb dat zich, onder de aandrang daarvan, in mijn hoofd en hart zouden kunnen gaan openen. 0 Prof. mr. R. P. Cleveringa. houden, de landswetten te eerbiedigen, behoudens vol strekte verhindering- Wij kunnen het niet anders zien dan dat er geen de minste verhindering voor onze be zetter bestaat. Meijers te la ten waar hij was. Dit impli ceert dat die wegdringing van zijn plaats op de wij-ze waar van ik u mededeling heb ge daan, en de soortgelijke maatregelen die anderen hebben getroffen..., door ons slechts als onrecht kunnen worden gevoeld. Wij hadden gemeend, hiervoor gespaard te mogen en te zullen wor- Maar in de faculteit die blijkens haar doelstelling ge wijd ia aan de betrachting der rechtvaardigheid, mag toch deze opmerking niet achterwege blijven; in over eenstemming met Nederland se tradities verklaart de Grondwet iedere Nederlan der tot elke landsbediening en tot de bekleding van elke waardigheid en elk ambt be noembaar en stelt zij hem, onafhankelijk van zij,n gods dienst, in het genot van de zelfde burgerlijke en burger schapsrechten. Volgens arti kel 43 van het Landoorlog reglement is de bezetter ge- den. Het heeft niet zo mogen zijn. Wij kunnen, zonder in nutteloze dwaasheden te ver vallen welke ik u met klem moet ontraden, thans niets anders doen dan ons buigen voor de overmacht. En inmiddels zullen wij wachten en vertrouwen en hopen; en steeds in onze ge dachten en onze harten het beeld en de gestalte en de persoonlijkheid vasthouden van wie wij niet zullen kun nen aflaten vast te geloven dat hij hier behoort te staan en, zo God het wil, weer zal keren". Hij had gezegd. Het was even stil. Toen klonk er een luid en lang aangehouden applaus. Mid den in de zaal zette een stu dent het Wilhelmus in. Men zong, menigeen terwijl hem of haar de tranen over de wangen stroomden, het eerste couplet, daarna het zesde. Een poging van de presi dent-curator Van de Sande Bakhuyzen Cleveringa te la ten proberen de studenten te weerhouden van hun voorge nomen staking liep op niets uit Cleveringa weigerde. „Opgelucht en rustig" liep hij naar huis. Toen hij 's middags een college-van-regenten-verga- dering van een der Leidse weeshuizen bijwoonde lachte hij weer. „Voor het eerst sinds maanden", zei een me deregent. Cleveringa werd donder dag 28 november gearres teerd. Hij werd verhoord. Hij verdedigde zich rustig- „De bezetter had, zei hij, het volkenrecht overtreden en hij, Cleveringa, had geens zins tot verzet aangespoord: „Ik heb immers ook gezegd dat wij voor het geweld moeten bukken." Eén verhoor werd voldoende geacht. In de cellenbarakken van Scheve- ningen werd hjj goed behan deld- Na' acht maanden werd bij vrijgelaten." JACQUES LEVIJ (ADVERTENTIE) komputers ontwikkeld 21-steens,in edelstalen kast volautomaties horloge met met modieus armband, dag- en datumaanwijzing, Japanse precisie. ryy e beslist waterdicht. -=•-=•«»•. -*• Tikgetal:21.600 per uur ^-1 J. Hart b-T., Leidrepleiu, DEN HAAG De verho ging van het schoolgeld zal de volgende week ook door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Dat is dinsdag heel snel gebleken, na we kenlange toespelingen, dat de Senaat misschien een stokje voor de'plannen van minister Van Veen zou ste ken. De VVD zorgde voor een her haling van het gedrag in de Tweede Kamer: v«e4 bezwaren maar „we stemmen voor, zij het niet van harte". Dat laatste zal evenmin het geval zijn bij de CHU, maar ook de geest verwanten van de minister zullen zijn wet wel steunen. De ARP en het grootste deel van de KVP hebben geen grote bezwaren, een paar KVP-ers willen eerst nog neuzen tellen. PvdA-senator Steenbergen AMSTERDAM (ANP) De Universiteit van Amsterdam telde per 1 juli jl. in totaal bij na 20.000 studenten. Het waren om precies te zjjn 14.187 mannen en 5.745 vrou wen, die als student stonden ingeschreven. De faculteit der sociale we tenschappen is met ruim 5200 ingeschrevenen nog steeds de grootste faculteit. Op de twee de plaats volgt de faculteit der letteren met bijna 3900 inge schreven studenten. Deze fa culteit is tevens de enige met meer vrouwelijke dan manlij ke studenten. (ADVERTENTIE) De meningen lopen sterk uiteen over wanneer autobanden vervangen moeten worden. Het is daarom verstandig u te laten adviseren door uw garage of bandenspecialist In het algemeen geldt: „Vervang uw banden zo gauw u zich niet zeker meer voelt". En als u daii toch aan nieuwe toe bent, neem dan meteen de beste: Michelin radiaalbanden. D14-72 FLORENCE (KNP Het congres over het religieuse leven in een veranderde sa menleving dat van 3 tot 6 november in Florence is ge houden, heeft enige beroe ring gebracht in de Italiaan se kerk. Paus Paulus stuurde een telegram met zijn beste wen sen, aan de 300 deelnemers, maar de behoudende kardi naal Florit, aartsbisschop van Florence, had de reli gieuzen van zjjn bisdom verboden deel te nemen aan het congres. Reden van zjjn afwijzing was, dat er teveel aandacht besteed werd aau de nieuwe kleine groepen van religieuzen die in huur huizen wonen buiten de vei lige kloostermuren en dat het congres bijeengekomen was zonder zijn toestem ming. Zonder de Nederlandse deelnemers gehoord te hebben, sprak deze kardinaal reeds voor het congres het vooroor deel uit, dat er uit Nederland alleen maar protestantse gelui den kwamen die de katholieke kerk ondergraven. De Nederlandse religieuze groepen genoten een bijzonde re belangstelling, vanwege hun maatschappelijke instel ling en het gemengde karak ter. Uit Nederland waren aan wezig Jan Kampschreur van de arbeiderscommuniteit te Am sterdam. Amand Kersten van Emmauscommuniteit in Lange- weg en enkele leden van de religieuze commune Andros- dreef in Utrecht. Bij hun terugkomt verklaar den zij: „Bij de Italiaanse reli gieuzen leven soortgelijke spanningen als in Nederlandse orden en congregaties". De jonge Italiaanse religieu zen bezitten een grote mentale openheid, maar krijgen weinig levenskansen. Een zuster zei ons treffend: dè koepel van de Sint-Pieter drukt zwaar op al le initiatieven. sprak eohter over „een mieze rig" wetsontwerp, dat de poli tiek in diskrediet brengt en ir. Draijer van D'66 had het zelfs over „weerzin" om aan dit de bat deel te nemen- Hij - diende in navolging van zijn partijgenoot Wilbers in de Tweede Kamer een motie in, waarin leerplicht en sehool- geldvrijdam aan elkaar wor den gekoppeld. In de Tweede Kamer sneuvelde die motie op het nippertje. DEN HAAG (ANP) De Haagse politie heeft proces verbaal opgemaakt tegen twee portiers van het verzekerings concern „En-nia" in Den Haag, die bekend hebben een nep- bom bij het Ennia-gebouw te hebben neergelegd. Ze hadden de „bom", een kokertje met een paar draadjes en een pak- kertje van de „Ennia" zater dagmorgen neergelegd ran een grapje uit te halen met twee collega-portiers die van hen de dienst overnamen. De collega's waarschuwden echter de poli tie toen zij na het vertrek van hun voorgangers de „bom' vonden. (ADVERTENTIE) for men! Verkwikkend, huiditrelend, met d* lengdarige Cedar-Wood- geur die so geweldig aanrpreekt. flacon 98 ee met depper 4,95 reuze flacon 205 ee met depper 7,95 ünjji fabr.: Christopher Collins, London imp.; MedicsN.V.,'a-Herlogcnhoéch 8riev«n voor deze rubriek woeten mef volledige naam en edrea worden ondertekend. Bij publiketie zullen doze vermeld worden. Slecht* bij hoge uit zondering zal van deze regel worden afgeweken. Naam en adre* zijn dan bij de redactie bekend. PubJilcatie van brie ven (verkort of onverkort) betekent niet dat de redactie het in alle gevelion eens is met inhoud, c.q. «trekking. Ik wil hierbij mijn mening eens geven betreffende het programma Studio Sport. Niet alleen ik maar duizenden met mij zitten zich 's zondags avonds te ergeren aan de heer Kuiphof met zijn gezwam en interviews. Beseft deze man niet dat er in Nederland dui zenden zieke mensen liggen die niet in staat zijn om naar een sportevenement toe te gaan, die gedwongen zijn aan de beeldbuis. Zo'n man moest wijzer wezen, maar ja, hij aal graag zijn figuur op de buis willen laten zien. maar dan moet hij dat doen 's avonds na de nieuwsberichten dan kun nen wij de knop omdraaien. Maar dit is geen Sport, laat men dit maar vergeten praten zal het voortaan he ten o als men di» Herman Kuip hof ziet ratelen maar, tot ieders ver driet treurig, dat zo'n man zit te praten in plaats van sport voor te laten nu dit is elke zondag het zelfde liedje babbelen maar, met Jan en Pietje eventjes wat voetbal op de t.v. en dan hup, snel weg er mee laat maar, ai kom je in ver zet dit is maar sport voor Jan met de pet BREDA C. ADRIAANSEN Zojuist gelezen hebbend wat de heer J. Broeders uit Lange- weg op papier heeft gezet (in De Stem), zou ik hem graag het volgende willen antwoor den. Wat zei de heer Broeders daar? Dat de parochianen van pastoor Sander uit Etten-Leur zichzelf voor leugenaar zetten? Mag ik daaruit concluderen dat hij -daar-eigenlijk mee be doelt te zeggen dat zij leuge naars zijn? Miaar meneer Broeders! Lie gen is zo'n kwalijke eigen schap, dat u onbekenden daa* niet zomaar van mag beschul digen. Klinkt daar nu, dwars door het tumult van twintig eeuwen heen, ook niet nog een andere stem tot ons door, van iemand die bedroefd iets zegt over oordelen en veroordelen' Spreekt het bovendien niet vanzelf dat,, in een wereld die zo in beweging is, een kerkge meenschap meebeweegt, méé- denkt? Pastoor Sanders mag blij zijn met zulke parochianen die al zoekend en meedenkend hun tijd trachten te ver staan; die proberen de rode in zoveel eeuwen ietwat ver bleekte draad die door het evangelie loopt, zijn heldere kleur terug te geven; die het in alle oprechtheid niet meer kunnen opbrengen klaikkielaos „de bevelen van Rome" op te volgen; die achter hun bis schoppen staan, omdat rij misschien pas in de loop van het laatste jaar hebben in gezien dat die bisschoppen van hen denken en handelen vanuit een diepe bewogenheid voor het lot van de mens, vanuit de zekerheid dat ook Christus het zo bedoeld heeft. Heeft Christus het leven op aarde niet zozeer de moeite waard gevonden dat hij er al les voor over had om er wat geluk en warmte te bren gen? De bedoeling van alle wet ten die er kwamen was: voor de mens op-aarde wat van dat geluk en die warmte te bewa ren. Daar ging het om. Hoe vaak is daarentegen geluk niet opgegeven en warmte verkild terwille van die wetten. Per ongeluk, omdat diezelfde mens nu eenmaal geneigd is wat ongelukkig te rijn in het kie zen van de juiste wegen. En al zijn die wegen geplaveid met nog zoveel goede bedoelingen, als blijkt dat ze ons voeren naar een gebied waarin we ons niet meer thuis kunnen voelen, moeten we terugkeren naar het beginpunt en vandaar een andere weg opgaan. Velen zijn op hun schreden teruggekeerd en rijn nu op nieuw onderweg. En van dat groepje mensen zijn enkelen bereid gevonden voorzichtig verkennend en overleggend, maar vol inspiratie en inspire rend, voorop te gaan. Toch niet zo'n gemakkelijke taak, want zij vangen voor de ande ren de klapppn op. Sommigen in dat groepje mogen dan in hun ongeduld wat te hard hol len. ze zijn allen met open ogen en met een waxmklop- pend hart in beweging. Maar leugenachtig, heer Broeders? Kimt u niet een eindweegs met ons meegaan? Dan zult u zien dat we mét u ons best doen oprecht te zijn. Juist oprecht. BREDA Mevr. E. E. VAN HESTEREN- BORGEN v>

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 11