Mode is ook voor de jeugd Kinderbescherming zoekt nieuwe structuren Onze oorlog eindigt, hun oorlog begint pas Wie wil eens naar mij schrijven? HET KLEINE KIND I^gssqo TANDARTS STELT MISTOESTANDEN AAN DE KAAK Even foutje herstellen Recht en hulp'5 CONGRES NAAR AANLEIDING VAN 50 JAAR „INSTITUUT kleine stem HET BOS IN DE HERFST Gerichte studie fpeH Bruggen AMERIKANEN OVER VIETNAM: Voorbeelden Woensdag 1 november 1972 12 U Wie zo af en toe de krant eens in kijkt heeft iets heel geks ontdekt: juist in deze tijd van het jaar, nu we het langzamer hand erg koud beginnen te krijgen, maken allerlei mensen zich druk over de mode van de volgende lente en zomer. Nu zou je wellicht denken, dat mode iets is, dat alleen maar voor grote mensen is, maar dan vergis je je. Ook voor de kinderen doen de modekoningen hun best. Kijk maar eens naar de foto's, die hiernaast staan. Wat zou je zeggen van zo'n geweldig springpak en welke jongen zou zich niet een hele vent voelen in een streepjeshemd en dito onderbroek. De firma Ten Cate brengt twaalf van dit soort modellen op de markt. In de herfst vallen er veel bladeren. De bladeren worden rood, geel en bruin. Als de bladeren een week blijven lig gen, dan kun je de rand van de stoep bijna niet meer zien. In het bos liggen er dan veel dode takken. De bloemen zijn vergaan en de bomen zijn kaal. Het bos is dan ndet meer zo groen, er zijn dan ook afge hakte bomen. Als het gere gend heeft en je loopt er op dan kan je er makkelijk af valleni. De dennebomen blijven groen en de spar ook natuur lijk- De eekhoorns zijn dam hun voedsel aan het zoeken voor de winter. Er liggen veel ei kels, en er liggen ook heel veel denmeappels. Het regent ook veel meer. En dan worden de paden glad. En de paarden kunneni niet meer zo goed lo pen omdat het glad is. Het gras wordt bruin. Er groeien paddestoelen, er zijn giftige en niet giftige, maar de meeste zijn giftig. Er ligt ook schors, maar niet veel. Alle dieren gaan hun hol goed maken voor de winter. In het bos wordt het stiller dan in de zomer. En het waait harder. Als de takken van de bomen op het pad vallen, kun nen de fietsers makkelijk val len- Dat is niet zo fijn. Als de mensen hun rommel achterla ten, kunnen de dieren hun ei gen voedsel niet meer vinden en dan kunnen ze weer op nieuw beginnen en dat is niet zo leuk. Want dan hebben ze ndet zo gauw voorraad. Als de dieren van de rommel eten, kunnen ze ziek worden of doodgaan. DUS HOUD HET BOS SCHOON!!! Edith Hertog, 9 jaar Ginnekenweg 109, Breda. eindredactie: els smit Hieronder vinden jullie een gedicht van Ellen Se- bregts, dat de titel heeft Het Kleine Kind. Toevallig stuur de de vijf-jarige Jolanda Meu- wesen, Oudendijk 17, Stand- daarbuiten ons een fraaie te kening van een klein kind. Betere illustratie bij het ge dicht kun je je niet voorstel len. Vandaar, dat-ie er nu bij staat. We hebben een paar verzoekjes gekregen om penvrienden. Daaraan willen we graag voldoen. Ik ben Marian Beljaars en ik ben tien jaar. Ik zoek een cor respondentievriendin. Wie wil er naar mij schrijven. Ik woon Schoolstraat 9 in Langeweg. Ik wil graag een meisje uit Wouw. En laat nu Anja Rovers, tien jaar oud, Maerlantstraat 11 in Etten-Leur ons ook schrijven: Ik wil graag een paar penvrien. den hebben. Ik wil graag corresponderen. Mijn hobby's zijn voethallen (ja ja), tekenen en schrijven. Een meisje of een jongen van tien, elf of twaalf jaar is goed. Ik denk, dat Marian en Anja elkaar wel zullen vinden per brief. Dit versje begint, Met een heel klein kind. En weet je wat ze zei? „Alles is van mij". De kerktoren, het voetbalveld. En alles wat zij telt. Ze zei: het is van mij. Ze had een lijst, een lange rij, Ze dacht wel dat het allemaal van haar zou zijn. Maar op zekere dag zei moeder: „meisje klein". Je bent van' mij en niet anders. AUes wat jij op je lijstje hebt staan is van burgemeester Sanders. Jij krijgt van mij nog wel wat. Een pop, een bal, en een mooie zwart-witte kat. Ze schreeuwde het uit van de pret, En ze werd hoven op de tafel gezet. Toen ze alles gekregen had. Speelde ze het eerst met de zwart-witte kat. Ellen Sebregts, Keplerstraat 8, Breda. Leeftijd 9 jaar. Een bedroefde Ingrid van Kempen, Linnaueslaan 12 in Oudenbosch schrijft ons: „Juf frouw ik wil u vragen waarom mijn naam niet onder het ver haaltje staat. Het verhaaltje ging over „Het olifantje gaat op stap". Mijn naam staat ach ter op de envelop en mijn vriendinnetje wil het niet ge loven". Inderdaad Ingrid, dat hebben we gewoon stom ver geten. Ulmig hè. 0 Robert Marijnissen, zes jaar oud, maakte deze leuke tekening van Lange Nek, die hij in de Efteling heeft gezien. Dat is wel een plaatsje in de Kleine Stem waard. DEN HAAG (ANP) „Ik hoop dat door dit con gres meer duidelijkheid zal ontstaan over de weg die de kinderbescherming zal moe ten gaan om de hulpverle ning aan jongeren en hun ouders de noodzakelijke kwaliteiten te geven. Ik ver wacht evenwel niet dat dit congres een panklare oplos sing weet te grijpen, daar voor zijn de kernvragen te moeilijk." Dit heeft minister Van Agt van Justitie gezegd bjj de opening van het congres „Hulp en recht", dat giste ren in Den Haag is gehou den. Een speciale commissie heeft naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van het „in stituut kinderrechter" dit con gres georganiseerd. Samen met de „Stichting voor het Kind" werd enige tijd geleden een opstellenbundel uitgegeven on der de titel: „Het zal ons een zorg zijn". Minister Van Agt, op dit thema voortbordurend, zei: „Dit congres vindt plaats op een moment waarop de kinder bescherming op zoek is naar nieuwe structuren waarin, ftaar ik hoop, recht en hulp werkelijk een symbiose zullen vorm°n Ik n n alt' - het thema van het congres zo te mogen verstaan dat het niet gaat om twee strikt gescheiden wel te onderscheiden terreinen, die altijd in een ze kere spanning met elkaar zul len blijven.". De bewindsman besloot zijn toespraak met de hoop dat hulp en recht zoda nig zouden samengaan, dat „gezegd kan worden dat het recht niet hulpeloos en de hulp niet rechteloos is". „De rechtspositie van de jeugdige mens tegenover de gezagsdragers en in de wereld der volwassenen is aan de or de; zijn sterk toegenomen maatschappelijke mondigheid moet in juridische vorm wor den gehonoreerd". Dit schreef prof. mr. J. de Ruiter (hoogle raar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam) in zijn „recht en hulp" getiteld preadvies voor het congres- Er van uitgaand dat de voorstellen zullen worden aan genomen om de kinderrechter (jeugdrechter) niet langer met uitvoeringstaken te belas ten wordt de vraag naai- de relatie tussen recht en hulp verlenging actueler dan ooit, al dus de hoogleraar. Ieder modern jeugdbescher- mingsrecht zal de blijvende noodzaak tot directe bescher ming van de elementaire rechtsgoederen van het kind moeten honoreren met midde len om snel, effectief en onaf- <k van de medewer king van degenen die het ge- zag over het kind hebben in te grijpen. Hulpverlening zelf is geen rechtspraak. Opvallend noemde prof. De Ruiter het dat het belang van het kind, zoals dit in wet en recht spraak wordt gehanteerd, nog nauwelijks onderwerp van ge richte studie is geweest. De wetstoepassing door de kinderrechters heeft zich aldus kunnen ontwikkelen zonder een reële controlemogelijk heid. Daardoor is bijvoorbeeld de steeds ruimere interpretatie van de grond voor ondertoe zichtstelling eerst langzamer hand opgemerkt, terwijl de mate waarin deze maatregel buiten strikte noodzaak (bijv. om financiële redenen) wordt opgelegd ook onbekend is. Prof. De Ruiter heeft de in druk, dat daardoor ook de kring van de bij de kinder rechtspraak betrokkenen (rechter, raad voor de kinder bescherming, uitvoeringsorga nen) vrij gesloten is geble ven. De rechtshulp aan de min derjarige zal volgens prof. De Ruiter een eigen karakter moeten heb' n en i an gepast moeten zijn aan de behoefte aan rechtsbijstand, zoals juist een minderjarige die heeft. Een zekere eenzijdigheid in die zin dat eenzijdig het belang.van het kind zoals dit dat belang zelf beleeft op de voorgrond wordt gesteld zal daarbij noodzakelijk zijn cm te voorkomen dat het kind onder de mantel van gehoord te worden toch wezenlijk wordt gemanipuleerd. „Deze rechtshulpverleners ik vrees overigens dat nog niet veel leden der balie geëqui peerd zijn tot het verlenen van rechtshulp aan minderja rigen zullen volwaardige tegenspelers van raad en rech ter moeten zijn. Hun bijdrage zal vooral moeiten bestaan in het aandragen van houdbare alternatieven", aldus prof. De Ruiter. Bovendien is het volgens de hoogleraar zeer gewenst, dat rechtsbescherming wordt ge boden aan degenen, die door de maatregel zijn getroffen (ouders en kind) tegenover hen die de hulp verlenen. Prof. De Ruiter pleitte in zijn preadvies er voor de van het gezag ontheven ouders de be voegdheid te geven het beleid van de voogdij-instelling te doen toetsen aan het belang van ouder en kind bij het open houden en niet belemmeren van de mogelijkheid tot her stel in het gezag- „Nog altijd zal het grootste deel van de kinderbescher mingspupillen uit de sociaal zwakkere groepen voortko men, maar er is een trend zichtbaar die er op wijst dat kinderen uit geheel andere milieus met een heel andere problematiek dan vroeger gaan vastlopen. Dat geldt vooral voor de oudere kinde ren, die in de leeftijd van de puberteit en adolescentie", zo schreef dr. J. A. M. Schouten (staflid kinderpsychiatrische afdeling van de rijksuniversiteit in Utrecht) in zijn preadvies „hulp en recht". Een bezwaar dat men tegen de huidige kinderbescherming heeft is dat het te veel pro bleemkinderen met een „justi tieel etiket" beplakt. Hetzelfde bezwaar zou kunnen terugko men, wanneer veel probleem kinderen in medische kaders terechtkomen waar men hen met het etiket „ziek" of „ge stoord" beplakt, aldus dr. Schouten. Hoe ook de toekom stige justitiële hulpverlening georganiseerd zal worden: de verhoging van het tempo zal een van de eerste vereisten zijn waaraan voldaan moet worden. Die versnelling kan volgens de preadviseur geschieden wan neer men niet een dermate strikte scheiding tussen opvang, observatie en behandeling in onderscheiden instituten wil handhaven. Men zal ertoe moe ten overgaan de insluiting van y iedere pupil te beschouwen als een crisissituatie. Men zal met daarVoor geëquipeerde teams (die rechtstreeks kunnen over leggen met de kinderrechter en anderen) snel tot een besluit moeten komen over de verdere afhandeling van de zaak. In de kinderbescherming zijn volgens dr. Schouten on voldoende wegen waarlangs de betrokkenen uit de diverse deelgebieden elkaar kunnen ontmoeten: er zijn geen brug gen voor overleg. Voor men tot definitieve plannen kan geraken zal het nodig zijn de organen en insti tuten te scheppen, die instru menteel kunnen zijn in het creëren van die hervormingen. Ais een zodanig instrument ziet dr. Schouten een overleg orgaan tevens planbureau waarin de verschillende secto ren van het particulier initia- tier, de veldwerkers, juristen en bestuurders vertegenwoor digd zijn. Dit overlegorgaan zou zich met een meerjarenplan bezig moeten houden. Voorts noem de hij in zijn preadvies een ontmoetings- en trainingsinsti tuut, dat tot doel zou hebben de betrokkenen uit de diverse deelgebieden met eikaars werk en visie bekend te ma ken. In België en Frankrijk bestaan dergelijke institu ten. (Van onze oorrespondent in Washington) curs "["oen Henry Kissinger, Nixoms Mettemich, kortge. leden in Saigon arriveerde moet president Thieu sardo nisch hebben gezegd: „De pro fessor komt zijn Nobel-vredes- prijs ophalen". Kissinger heeft teveel bereikt om het Thieu mogelijk te maken Ame rika de oorlog te dicteren. Maar, kan Amerika Saigon de vrede opdringen? Volgens Ha noi waren de Verenigde Staten gebonden de vrede in Vietnam gisteren te bezegelen. Dat is niet gebeurd. Onder de condi ties van Thieu is vrede vrijwel onmogelijk. Washington vraagt, na bijna vijf jaar onderhande len, een paar dagen respijt voor de nadere regeling van enkele detail-kwesties. Thieu is het grootste detail. Aan de vredeswil van Hanoi en Washington kan geen twij fel meer bestaan. Zowel de Verenigde Staten als Noord- Vietnam hebben aanzienlijke concessies gedaan. Noord-Viet- nam ziet, hangende de resulta ten van Vietnamese verkiezin gen, af van de eis tot onmid dellijke creatie van een coali tieregering en gaat ermee ak koord dat Thieu voorlopig aan het bewind blijft, met een le ger van 1 miljoen man en een groot deel van Zuid-Vietnam onder controle De Verenigde Staten trekken hun troepen bininen zestig dagen na het te kenen van het akkoord terug en staan toe dat de Noordviet- namese troepen hun posities in Zuid-Vietnam handhaven. Amerika is zelfs bereid met 7 of 8 miljard dollar, bij te dra gen tot de „reconstructie van Indo-China". En als er, na de Vietnamese verkiezingen, een driehoeks coalitieregering uit de bus komt waarin voor Thieu geen plaats is, dan is dat niet Nixons, maar Thieus pro bleem. J—Jet is niet duidelijk hoever presdient Nixom wenst te gaan bij het nakomen van zijn belofte dat hij zijn bondgenoot Thieu niet in de steek zal la ten- De kern van Kissingers pleidooi voor een laatste serie gesprekken was dat Saigon in het akkoord moet kunnen par ticiperen; dat Amerika Thieu geen oplossing kan opdringen, zoals Hanoi, ten onrechte, blijkbaar heeft verondersteld. Volgens de waarnemers in Washington echter is de in spraak van Thieu meer een kwestie van uitspraak dan in spraak en zou Nixon geen ver dere obstakels op de weg naar vrede tolereren inclusief de hindernissen die door Saigon worden opgeworpen. Maar de haast, waarmee Hanoi het ak koord getekend wil zien duidt erop dat in Noord-Vietnam de vrees bestaat dat president Thieu Nixon onder zware druk zal zetten en dat de A- merikaanse president, wanneer de presidentsverkiezingen in Amerika eenmaal achter de rug zijn en hij bevrijd is van verkiezingsdruk een grotere bereidheid zou kunnen demon streren naar Thieu te luisteren en zijn positie zou kunnen verharden. Er bestaat au in Washington de nodige twijfel over de vraag of het vredesakkoord nog voor 7 november zal kun nen warden getekend. Of schoon Henry Kissinger de mo gelijkheid daartoe openliet. Tijd en plaats van het volgen de gesprek worden aan Hanoi overgelaten. Ofschoon de Zuidvietnamese regering heeft laten weten dat zij akkoord gaat met een bestand, maar niet met een politiek akkoord zonder inspraak, wordt er aan zienlijk gespecialiseerd of Thieu roet in het eten kan gooien, zoals hij dat deed in oktober 1968, toen Washington licht aan het eind van de tunnel dacht te zien. Tegenwerking van president Thieu kan Ndxoji echter een perfect alibi ver schaffen om op zijn belofte tot steun terug te komen en zon der Amerika is Thieu nage noeg bankroet. Hij heeft waar schijnlijk weinig kans. Liet algemene gevoelen in Washington is dat de klok niet kan worden terugge draaid. Amerika zal Vietnam aan de Vietrtamezen overlaten. Typerend is een opmerking van een regeringsfunctionaris: „Onze oorlog eindigt, wanneer we vertrekken: hun oorlog be gint pas"- Senator George McGovern merkte op dat de ontwerp-vredesregeling opval lend veel overeenkomsten ver toont met het akkoord dat Frankrijk in 1954 kon bewerk stelligen. Na 18 jaar strijd is er niets veranderd. Er wordt nu klaarblijkelijk een laatste po ging ondernomen om de ver pakking van het akkoord voor Amerika zo aangenaam moge lijk te maken en er voor Thieu uit te halen wat er nog inzit. Amerika zegt Thieu niets te kunnen opdringen, maar aan dat axioma wordt in Washing ton ernstig getwijfeld. De druk op Nixon is minder groot dan de druk op Hanoi. Vietnam kan Nixon niet meer schaden in zijn verkiezingscampagne. Het is nu, kiezingscampagne. Het is nu, ironisch genoeg, Hanoi dat de grootste haast heeft en Thieu heeft, vanzelfsprekend de tijd aan zichzelf. (Van een onzer sters) UTRECHT „Als de was is moet je hem buiten hangen, We moeten er maar voor zor gen dat er géén vuile was is om buiten te hangen", luidt de aanvulling van tandarts G- J. Sollewijn op zijn hoofdredac tioneel commentaar in het Ne derlands Tandartsenblad. In dit blad stelt hij onder de kop „Te gek": „Het is steeds weer teleurstellend te moeten ervaren dat er onder onze groepsgenoten ook lieden zijn met een alles overheersende egoïstische instelling. Kenne lijk gaan zij bij al hun hande len er van uit dat patiënten werden geschapen omdat er nu eenmaal tandartsen zijn". Tot welke kwalijke gevolgen deze „egoïstische instelling" kan leiden verduidelijkt hij met enkele voorbeelden: Een rekening die na afloop van de behandeling duizend gulden hoger lag dan aanvan kelijk mondeling was afge sproken. Deze verhoging kon door de tandarts niet gemoti veerd worden; De tandarts geeft zijn pa tiënt een elektrische tanden borstel mee om „thuis te ge bruiken". Later blijkt zonder dat daarover maar één woord gesproken is, een zeer fors be drag op de rekening voor te komen; Het geval van de mevrouw wier tandarts niet bereid was om, ook na herhaald aandrin gen ,een schatting van de kos ten te geven. Wel gaf zij dui delijk te kennen over niet meer dan drieduizend gulden te kunnen beschikken. Toen de vrouw niet meer terug kon kwam de tandarts wel met de raming: acht en half duizend gulden. „Om het even", aldus het hoofdartikel „of alle verhalen die ons werden gedaan nu voor de volle 100% waar zijn, een kern van waarheid bevat ten zij wel. Het blijft dan een hoogst onplezierig feit dat tand artsen die dergelijke handel wijzen erop na houden grote schade toebrengen zowel aan het beroep van tandarts, als aan de tandartsenstand". „Er is niemand gediend met dergelijke moeilijkheden, ook al kunnen gedupeerde mensen altijd bij ons terecht. Het kwaad is dan al geschied", al dus Sollewijn, die geen goed woord over heeft voor de tand artsen die: „De wensen, de verlangens en zelfs de moge lijkheden van de patiënten voor zover zij niet dienstbaar gemaakt kunnen worden aan de tandarts, bewust veront- achtzamen." Ach het zijn natuurlijk altijd de uitzonderingen die de regel bevestigen. En het zijn vaak njoeilijke zaken, vooral finan cieel. Er zijn nu eenmaal geen landelijke richtlijnen. En de ene vulling is nu eenmaal niet dezelfde als een andere vul ling. Maar ik vind dat er nu juist ook door ons maar eens wat van gezegd moet worden. Zodat er een eind komt aan de praktijken van collega's die het met de ethische en morele normen van ons beroep niet zo nauw nemen. Vandaar mijn hoofdartikel", aldus G. Solle wijn. Mensen met klachten kunnen terecht bij de Neder» landsche Maatschappij tot bei vordering der Tandheelkunde in Utrecht

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 12