Leven van de sociale dienst vind ik maar niks in gesprek met WERKLOZE FABRIEKSARBEIDSTER Van medewei naar collaboratie Bewogen maanden AGfV E H. FIEVET: „IK ZAL MIJN TOL WEL BETALEN" voor hartpatiënten 3 Winkelman Pressie 7 V q GUwcyiller-allefcBeSte kguze SC'KHJIHilUiAIlBOMIMi: achterham w) 500gram *1© ra lOOaranrl© -ep z|}{ gebraden VT7—gehakt CIO Zs 150 gram <FCI GOLDEN eniHTI'llirK DELICIOUS SPRUITJES een fijne handappel $0^ Oorzaak Turkse moord Leiden Aborlusprik voorloper van abortuspil HOND SCHIET MAN NEER Turkse kust door olie bedreigd Dreigende plaag van sprinkhanen Pullovers vanaf 18,75 Donderdag 26 oktober 1972 15 „De arbeider moet met de directeur kunnen praten. Ik heb dat vaak tegen mijn vader gezegd toen ik bij hem op de fabriek werkte. Maar het helpt niets". Een blauwe maan dag werkte ze op de fabriek van haar vader. In de kantine. Maar daarmee hield ze snel op, hoewel ze het werk leuk vond- Haar manier van leven paste niet bij die van haar ouders. Ze liep weg, ondanks haar achttien jaar, met een vriend. Met nog twee andere jon gens woonde ze een paar maanden in een boerderij bij Roermond. Maar haar ouders vonden haar en namen haar mee terug naar huis. Een van de jongens, haar vriend, werd opgepakt. „Hij dealde in hasj", zegt ze, „hij was een van de grootsten in die buurt. Maar hij was zo slordig met die rommel. Ik heb vaak genoeg gezegd: ruim het toch wat be ter op. Vier maanden zit hij nu in de gevangenis. Ik heb hem niet geschreven, want al le post wordt opengemaakt. Hij komt gauw vrij. Nou hoop ik maar dat hij naar me toe komt. Ik .mis hem ontzettend. Ik zie hem steeds voor me. Nu ook- Het is gewoon hallucine rend". Ze kan goed praten, beter dan vele andere meisjes met een driej-arige mavo-opleiding. De oorzaak: haar goede op voeding? „Mijn vader komt uit een rijk milieu", zegt ze, „en mijn moeder juist uit een arm. Ze wil met alle geweld voorkomen dat ik weer in een arm milieu zou terugvallen. Daarom stuurden ze me ook naar feestjes van de Rotary- club. Maar daar ging het al leen maar van. „Ik heb een paard", en „Ik heb weer een nieuwe auto", en „Ik studeer nu dat en dat". „Op kinderen in de achterbuurten werd altijd nodig. Maar ze willen het niet begrijpen. Mijn twee zusters hebben allebei een vaste baan- Na haar verblijf in Roer mond is ze een paar dagen thuis geweest. Maar het was niet uit te houden. Ze liep weer weg. Ze trok in een kraakpand in de stad, waar al zes anderen woonden. „Het neergekeken. Nou, ik heb een paar weken met zulke kinde ren gewerkt en er zijn geen aardiger". „Mijn moeder zou willen dat ik nog buiten speelde met wit te sokjes aan. Ze wil dat ik een geregel d leven leid. Ik kan ze niet duidelijk maken dat ik dat niet kan. Ik heb een goed leven gehad thuis. Het is jammer, dat het zo is gelopen, want je ouders heb je zijn fijne mensen", zegt ze. „Niemand leeft van de sociale dienst. Nee, werken doen ze ook niet. Zo nu en dan gaan ze op strooptocht of ze gaan bedelen. Dat vind ik eigenlijk niet. zp goed. Maar leven van de sociale dienst vind ik ook niks. Dan leef je van het geld van anderen, ook van arme mensen. Het zijn verschillende typen die in dat huis wonen. De een is heel springerig, de ander is heel stil of leest veel. Alleen vorige week was er een jongen die was verslaafd aan verdovende middelen. Hij spoot in zijn aders. Ik ben maar gauw weggelopen, want daar kon ik niet tegen- Ie mand die verslaafd is, leeft niet natuurlijk; hij is ook niet gelukkig. Er is altijd een re den voor verslaving. Ik rook wel eens een stickie, maar ik zal nooit roepen: O. geef me een stickie, want ik houd het niet meer uit. Dan leef je onnatuurlijk. Op het ogenblik ben ik een paar weken weg uit dat huis, want er zitten vlooien. En omdat het een kraakpand is, geeft de ge meente geen verdelgingsmid delen. We zijn nu van plan een boerderijtje te zoeken. Ze willen dat ik meega. Er is een stel dat gaat trouwen en dat heeft al gezegd: dan wprden wij toeziend voogd over jou. Maar ik hoop dat mijn vriend gauw terugkomt. Ik hoop dat hij weer gaat werken, vroeger heeft hij gevaren". Trouwen? „Ja, misschien over een paar jaar. Eerst een paar jaar sa menwonen of zo". „Ik wil ook weer gaan wer ken. Het liefste zou ik handen arbeid doen". Ze draagt een armbandje dat overduidelijk het produkt is van huisvlijt- „Dat heb ik gemaakt van ro- zenkranskralen", zegt ze. „Die worden tegenwoordig los ver kocht. „Het kruisje dat ze om haar hals draagt, blijkt uit de zelfde winkel te komen. „Ik ga nooit naar de kerk", zegt ze, „maar ik geloof wel, mis schien klinkt dat ouderwets. ■Iedere avond lees ik in de bijbel. Ik lees ook veel over andere godsdiensten, Indische voornamelijk. Daar zit erg veel in. Ook in Indische mu ziek. Die beatmuziek wordt zo afgezaagd, vooral als je ze de hele dag hoort. Daarom houd ik ook van klassiek. Bij Beet hoven bijvoorbeeld kom je he lemaal tot rust". Het is even stil en dan zegt ze: „De men sen zouden wat aardiger en behulpzamer moeten zijn voor elkaar. Neem nou die mensen in de oerwouden. Die zijn heus ook wel gelukkig zonder onze broodroosters. Moeten wij die daar nu zo nodig gaan brengen? Nee, de mensen gaan en elkaar uit". Zou ze daaraan iets via de politiek willen doen? „Ik weet daar niet zo veel van- Ik moet er nog veel over lezen. Ik vind niet dat je zo maar moet stemmen, want je helpt andere mensen mis schien alleen maar naar bene den, als je op de verkeerde partij stemt. Maar je moet wel je vrienden kunnen hebben onder mensen die op andere partijen stemmen. Deze week kwamen er bij ons in het huis zomaar mensen op visite, keu rig. gekleed met, hoe heten die dingen, stropdassen om. Ze hoefden niet eens een stoel. Ze gingen zo maar op de grond zitten. En toen hebben we heel lang gepraat, erg ge zellig. Zulke dingen moeten kunnen". ELS SMIT 0 Amsterdams burgemeester De Vlugt begroet Seyss-lnquart bij diens eerste bezoek aan Amsterdam in de zomer van 1940. „In tegenstelling tot gene raal Winkelman (opperbe velhebber toen de Duitsers in 1940 Nederland binnen vielen) heeft het college van secretarissen-generaal, met uitzondering van Ringeling (Defensie), vrij gemakkelijk en zonder veel weerstand te bieden de samenwerking met de bezetter aanvaard.". De meeste voormannen van het bedrijfsleven deden dat trouwens in die eerste maanden van de bezetting ook. „Verzet is geen kwestie van leeftijd geweest, maar van karatker," zegt De Jong als hij beschouwingen wijdt aan de secretar/tssen-gene- raal, hun achtergronden en opvattingen. De eerste hunner die er de brui aan gaf, al vrij snel, was die Ringeling. De man was 65 jaar. Men leest over de manier waarop 'de Duitsers gebruik hebben gemaakf van de wei nig karaktervolle houding van heel veel van dit top-ambtena- ren en industriëlen met ge mengde gevoelens. Over de slimme wijze waarop steeds interpretaties van het interna tionale recht werden gezocht die toegeven aan Duitse eisen mogelijk maakten. Over het negeren ook van de instructies die de regering had gegeven over wat wel en niet was toegestaan als het tot een bezetting van Nederland zou komen. Die „Aanwijzin gen" in 1937 opgesteld waren veelal niet of nauwe lijks gelezen. Vele burgemees ters hadden ze ongeopend weggelegd en konden ze, toen de nood aan de man kwam, niet meer vinden! Verschillende secretarissen- generaal waren beslist geen voorstanders van de parlemen taire democratie. Enkele hun ner meenden dat zij heel wat beter konden „regeren" dan de ministers onder wie zij hadden gewerkt- In die eerste bezettingsmaanden leefde over het algemeen in dat college het gevoelen dat Duitsland de oorlog had gewonnen en dat het voor ons land zaak was zich te heroriënteren. Daarbij ker gewetensbezwaren over winnen. Maar anderen stelden zich in het bedrijfsleven ge bruikelijk traditionele vraag: hoe houden wij onze orderpor tefeuille gevuld Op lagere bestuursniveaus is in de maanden mei en ijuni 1940 menigmaal stoerheid ge toond. Maar wat in het be stuursapparaat als geheel ge schiedde werd bepaald door het college van secretarissen- generaal. Dat gaf richtlijnen uit die bevorderden dat het bedrijfsleven Duitse opdrach ten aanvaardde. „En toen de hebben juist op het niveau van de secretarissen-generaal belangrijke niet-economisghe, in wezen politieke factoren een rol "gespeeld, misschien wel de hoofdrol, aldus profes sor De J ong. „Voor een man als Winkel man was de oorlog in mei '40 niet ten einde: hij zette die oorlog voort, zij het met ande re middelen; hij besefte dat Nederlands trouw jegens zijn bondgenoten nu eerst recht moest blijken; hij besefte óók dat die oorlog nog grote offers kon gaan vergen, zowel van het Nederlandse volk als van het Nederlandse bedrijfsle ven". De secretarissen-generaal echter meenden in meerder heid dat het Nederlandse volk het best gediend was door aansluiting te zoeken bij Duitsland, de macht die het in Europa definitief voor het zeg gen zou krijgen. Die mening leefde in die tijd ook in de toppen van het bedrijfsleven. Sommigen moesten daarbij ze- zaak eenmaal ging draaien en toen bleek dat er zeer grote winsten mee te halen waren, toen hebben ze gezegd: nou, laten we nu ook maar volop gaan werken", aldus een na oorlogse onderzoeker van die tijd en die mentaliteit. De Jong wijst erop dat er bedrijyen zijn geweest die ge weigerd hebben voor de Duit sers te werken. Ze kregen prompt Duitse beheerders. Er waren ook bedrijven die zich aan Duitse orders wisten te onttrekken, die personeel lie ten afvloeien en die op andere produkties overgingen. „Onze algemene indruk is", aldus professor De Jong, „dat de langzaam-aan-taktiek veel meer toepassing gevonden heeft dan de sabotage. Wij zijn ervan overtuigd dat op heel veel meer plaatsen in het bedrijfsleven door employés en arbeiders al in '40 met toenemende tegenzin gewerkt is aan de orders van welke men wist dat zij de Wehr- macht zouden versterken- Toen eenmaal bleek (en dat bleek al in de herfst van '40) dat de Duitse overwinning toch niet zo vaststond als ge- meerad was door de meeste se cretarissen-generaal. in leiden de kringen van het bedrijfsle ven en door een deel vande publieke opinie, zat men vast; toen was de samenwerking met de Duitsers als geconcre tiseerd; geconcretiseerd in re gelingen die in toenemende mate gingen knellen; regelin gen die bij de betrokken se cretarissen-generaal niets te maken hadden met bijzondere sympathie voor de Duitsers of hun 'systeem, maar die primair een uitvloeisel waren van de opvatting dat er voor Neder land nu eenmaal geen andere plaats was dan in een door Duitsland gedomineerd Euro pa. Secundair kwam daar nog een tweede factor bij: men wilde 'voorkomen dat de geha te NSB in „dat nieuwe Euro pa" als woordvoerder zou op treden van het Nederlandse volk". In 1939 had de toenmalige minister van Sociale Zaken, dr. Van den Tempel, een rege ling getroffen waarin werd bepaald dat werklozen die weigerden in Duitsland te gaan werken hun steun zou den behouden. Welnu, 25 juni 3 dagen na de capitulatie van Frankrijk bepaalde se cretaris-generaal Scholtens dat arbeiders die werk in Duits land weigerden geen steun meer zouden krijgen. Later ging hij nog verder. Als inwo nende zonen uit ondersteunde gezinnen dit werk weigerden zou de gezinssteun verminderd worden-. De diensten voor ar menzorg mochten dan ook niet helpen. Toen Scholtens 7 au gustus- ontslag nam, benoem den, de Duitsers ir. Verwey als zijn opvolger. Hij had al voor de oorlog laten blijken grote bewondering te hebben voor de manier waarop Hitler- Duitsland het werklozen- vraagstuk had „opgelost". En kele weken na de capitulatie bepleitte hij in De Telegraaf werkloze Nederlandse arbei ders met hun gezinnen naar Duitsland over te plaatsen. Toen wat later bleek dat heel wat Nederlandse arbei ders zelf maar weer uit Duits land waren teruggekomen, be paalde Verwey dat zulke con tractbrekers geen distributie bescheiden meer zouden krij gen. Zij mochten dus, met hun gezinnen, verhongeren. Dat namen in januari 1941 de an dere secretarissen-generaal niet- Verwey moest de instruc tie intrekken. Verwey was ja renlang top-ambtenaar ge weest van de rijksdienst voor werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. „Men zou bij Verwey van een zekere beroepsdeformatie kunnen spreken", merkt De Jong lako- niek op. Ongeveer een jaar na het begin van de bezetting werk ten reeds 120.000 Nederlandse arbeiders in Duitsland. Boven- dieh waren nog enkele tien duizenden bezig in België en Frankrijk, goeddeels via „het uitschot der Nederlandse aan nemers, NSB'ers en pro-Duit sers", wie de arbeid aan Duit se militaire installaties in Bel gië en Frankrijk geen windei eren legde: winsten tussen de 100 en 200 van de kostprijs waren geen zeldzaamheid". Over het algemeen kan men stellen, dat in de sterke in druk die men krijgt uit deze "bladzijden die De Jong op ba sis van talloze feiten heeft ge schreven, dat de overgang van samenwerking naar collabora tie voor een deel van die se cretarissen-generaal en velen uit het bedrijfsleven niet dui delijk is aan te geven. Maar heel velen hebben die fatale streep overschreden in het eerste jaar van de bezetting, toen het er nog naar uitzag dat Duitsland de oorlog zou gaan winnen. JACQUES LEVIJ (ADVERTENTIE) 7243 a Ikiloftft Prijswijzigingen voorf «houden U vindt alle andere ViVO-aanbiedingen oppagina2en3vanUwdamesblad LEIDEN (ANP) De 36- j-arige Turk, die zoals ge meld dinsdag in Leiden is neergeschoten door een veer tienjarige landgenoot, was vol gens de politie waarschijnlijk de minnaar van de moeder van de jongen. Uit het verhoor van de jongen via een tolk, hoewel hij een beetje Neder lands spreekt is komen vast te staan, dat het slachtoffer uit Soest afkomstig is, maar vaak in Leiden verbleef Hij zou toenaderingspogingen tot de jonge Turkse wouw hebben gedaan. BREDA „Ik zou willen dat onze vereniging zichzelf morgen nog zou kunnen op heffen; dat ze totaal over bodig geworden was". Zijn grootste ideaal op dit mo ment: zo klinkt deze uit spraak uit de mond van de heer H. S. Fievet (42 jaar), voorzitter van de Neder landse Hartpatiëntenvereni ging. „Hij moet ermee ophou den. Vandaag of morgen is- het te Iaat". Mevrouw Fie vet uit haar zorg over de activiteiten van haar man, die zelf hartpatiënt is. Ze is er eigenlijk niet tegen dat haar man zich met hart en ziel inspant voor de belan gen van de hartpatiënten, maar ja, zijn eigen gezondheid. Op dit punt ligt er in het gezin Fievet (8 kinderen) een gezonde menselijke spanning. De laatste dagen zijn voor de heer Fievet weer zeer druk geweest: de laat ste ontwikkelingen rond de hartchirurgie in Eindhoven, waar de vereniging groot belang bij heeft; de uitgave van een zwartboek over de zieke Nederlandse hartchi rurgie; de pers te woord staan. Daar komt bij dat zijn vader momenteel met een hartinfarct in het zie kenhuis ligt. „Ik heb perioden dat ik bij mezelf zeg: iemand moet het van mij overne men". Pratend met de heer Fievet krijgt men de in druk tegenover de gezond ste man van de wereld te zitten. Krijgt hij niet regel matig een terugslag? Zijn vrouw: „Zaterdag en zon dag lag hij in bed". Tegen werping: „Ja, maar toen was ik grieperig en ver kouden". Mevrouw Fievet (wat laconiek)„Ik heb je anders geen zakdoeken zien gebruiken". Hij is er zich van bewust dat hij risico's loopt: „Vroeg of laat zal ik wel een bepaalde tol moeten betalen". In april 1971 heeft hij een open hartope ratie ondergaan. - Volgende maand krijgt hij opnieuw een inwendig hartonder- zoek waaruit een nieuwe operatie kan voortvloeien. Toch merkt men aan alles dat hij door zal gaan te strijden voor de belangen van de Nederlandse hartpa tiënten zolang hij kan en het nodig is. Op dit mo ment schijnt zijn eigen ge zondheid er niet onder te lijden. Hij is impulsief. Vaak bellen mensen, die geopereerd zijn op, om te vertellen dat ze zich nu zo goed voelen. Voor die men sen doet hij het, en dan kan ik niets meer zeg gen". Men krijgt oprecht de in druk dat de heer Fievet van binnenuit gemotiveerd wordt, uit eigen ervaring wetend wat anderen bele ven. De woorden van zijn cardioloog, 7 jaar geleden, klinken nog steeds na: „Meneer Fievet, u moet ge holpen worden en het kaïl niet". JAN BOUWMANS DEN HAAG/BREDA. „HART NODIG". Dit is de titel van het zwartboek, dat de Nederlandse Hartpatiënten Ver eniging gisteren openbaar heeft gemaakt. „Hart nodig" is de cri-de-coeur van een niet onbelangrijke groep mensen, die zich langzaam maar zeker vermalen voelt tussen de stenen van bijna ongrijpbare grootheden als medisch pres tige, wetenschappelijke concurrentie, overheidsinstanties, die geen zin of geen gelegenheid hebben om werkelijk iets te doen aan de jammerlijke situatie, waarin veel hartpatiën. ten zich naar him mening bevinden. Aan het eind van het zwartboek wordt een verlanglijst gegeven: bestaande centra uitbreiden; meer centra met overheidsbemoeienis met regionale projecten; betere sala rissen en, betere wettelijke bescherming van het intensieve care-personeel; kortere opleiding voor het specialisme tho- rax-chirurgie; meer openheid tussen de verschillende cen tra; betere uitwisseling van resultaten en zo meer. „Een hele lijst van wensen," aldus het zwartboek „maar we voelen ons verraden en verkocht. Aan de defensie-uitgaven en prestige-objecten. We zouden nu eindelijk wel eens aan dacht willen hebben voor onszelf We zijn de mooie praatjes zo zat, de sussende beloften van de overheid zo beu. Nu willen we wel eens wat zien: onze genezing bijvoor beeld. Want die is mogelijk." Met deze laatste woorden is het zwartboek eindelijk hele maal getypeerd: er wordt een aantal feiten aangedragen, waarvan de meeste wel bekend zijn. Maar die dienen meer om het beroep op hulp de onderstrepen dan om aan te tonen hoe ziek de Nederlandse hartchirurgie eigenlijk is. Dat en passant die induk blijft hangen is dan bij wijze van spreken meegenomen .Er zijn, aldus het zwartboek, drie duizend hartpatiënten per jaar in Nederland, die in aan merking komen voor een operatie. Er kunnen volgens de meest optimistische Schattingen bij de negen operatiecentra in Nederland zo'n duizend operaties per jaar worden uit gevoerd. De resterende tweeduizend haftpatiënten komen op wachtlijsten. Als ze geluk hebben komen ze nog tijdig aan de beurt; is dat niet zo, dan worden ze van de wacht lijst afgevoerd. Door overlijden Per jaar krijgen in Nederland 52.000 mensen een hart infarct. De helft daarvan overlijdt meteen, maar voor die andere 26.000 zou meer gedaan kunnen worden dan nu ge beurt. Als eerste oorzaak van het tekort aan medische hulp springt naar voren geldgebrek, zo constateert het zwart boek. Maar omdat geldgebrek uiteindelijk een bijzonder betrekkelijk begrip is moet er eigenlijk worden gesproken van „onvoldoende financiële steun door-de overheid". En dat is weer het gevolg aan inzicht in de ernst van het pro bleem, aldus het zwartboek. „Er is beslist niet alleen sprake van geldgebrek," zegt dan de Nederlandse Hartpatiënten vereniging. „Misschien zouden we de regering een excuus aan de hand kunnen doen om zelfs die eerst nodige twaalf miljoen gulden om de hart chirurgie goed op poten te zetten niet op tafel te leggen. De regering zou zich bijvoorbeeld kunnen verontschuldigen met te zeggen niet bereid te zijn om nog meer geld uit te geven voor medische zorg zolang cardiologen, internisten, algemeen chirurgen en hartchirurgen persoonlijke belangen laten prevaleren, niet tot samenwerking kunnen komen en in de mystieke geslotenheid van hun wereldje er ongestraft toe kunnen komen elkaar niet te gunnen de belangen van hun patiënten te behartigen. Het is een naargeestig verhaal. Het draait om prestige en geld." Het zwartboek vervolgt: „De behoudende internist en cardioloog verwijzen hun patiënt niet door naar de cardio- chirurg. De consequentie is dat hij de patiënt poliklinisch blijft behandelen. Tot de dood erop volgt. Voor zo'n onder zoek ontvangt hij (voor een fondspatiënt) twintig tot veer tig gulden. Hij kan er zes in een uur onderzoeken Als diezelfde cardioloog de patiënt zou laten katheteri- seren een veel tijd vragend onderzoek van het bloed aan de hand waarvan kan worden bepaald of de patiënt wel of niet kan worden geopereerd krijgt hij 181 gulden. Zo'n onderzoek duurt twee tot zes uur." Overigens zijn behalve de mogelijkheden voor hartchirur gie ook die voor katheterisatie in Nederland volstrekt on voldoende. In het zwartboek wordt ook aandacht besteed aan de po sitie van de gespecialiseerde verpleegkundigen, die assis teren bij open-hartoperaties en die de geopereerde patiën ten na de ingreep verplegen op de intensive-care-afdelingen. Hun wettelijke aansprakelijkheid is niet geregeld. „Hoewel zij bepaalde levensreddende ingrepen kunnen en vaak moe ten verrichten, kunnen zij eventueel aansprakelijk worden gesteld voor het onbevoegd uitoefenen van deze ingrepen," aldus het zwartboek. In het zwartboek wordt er voor gepleit om de arts af te helpen van zijn image als mystiek medicijnman: „Als wc hem als vakman zouden gaan waarderen zouden we naar reëlere verhoudingen groeien in de relatie artspatiënt. Een duur betaald vakman weliswaar, maar dat is niet erg." HANS LUTZ. DEN HAAG (ANP) In een aantal Nederlandse klinie ken worden proeven genomen met injecties die abortus op wekken. Dit is een voorloper van de abortuspil, die over enkele jaren op de Nederland se markt zal verschijnen. De inspectie voor de volksgezond heid volgt de proefnemingen nauwgezet en zal aan de hand van de rapporten beoordelen of dit middel voor algemeen gebruik vrijgegeven mag wor den. De injecties bevatten prostin f2-alpha. Dit is een prosta glandine, een biologi sche stof waarvan men grote verwachtingen heeft voor de bestrijding van allerlei mense lijke ziekten en afwijkingen. In Engeland is een dezer dagen dit preparaat voor de beëindiging van een zwanger schap officieel vrijgegeven. De Amerikaanse farmaceutische onderneming Upjohn, die een grote rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van prostaglan- dine-preparaten, brengt het thans op de markt. (New York) (AP) BALLSTON SPA (New York) (AP) Het is niet de eerste maal en zal zeker niet de laatste wezen: weer heeft een hond een man neergeschoten. Het slachtoffer was de 69-jarige heer Charles Brown uit Westminster in Maryland, die op jacht was geweest. Aan het einde van de dag legde iemand zijn ge weer neer om een ge schoten vogel op te gaan halen. Toen hij deze had, werd de hond van Brown opgewonden, sprong op het geweer dat afging en Brown in het rechter been raak te. Brown moest naar het ziekenhuis, zonder wrok, dat moet gezegd, en maakt het thans, volgens ie politie, heel best- ISTANBUL (UPI) De Bosporus en de mooie kusten van Istanbul dreigen ernstig vervuld te raken door diesel olie die uit een Liberiaanse tanker lekt. De Havenauto riteiten hebben de nood toestand afgekondigd en op dracht gegeven het schip weg t.e slepen. De Liberiaanse tan ker Karyota was met 40.000 ton dieselolie aan boord op weg naar de Zwarte Zee, toen de kapitein tijdens de tocht door de Bosporus meldde dat het schip olie verloor. Da Turkse autoriteiten hebben sleepboten gestuurd en dui kers, die proberen het lek te ontdekken. ROME (UPI) De woes tijn-sprinkhaan, een van de oudste vijanden van de mens, bedreigt opnieuw het midden oosten en Afrika, zo is giste ren meegedeeld op een verga dering van de FAO, de voedsel en landbouworganisatie van de Verenigde Naties in Rome. Volgens deskundigen lijkt de situatie verontrustend veel op die van 1967. de laetste keer dat het midden-oosten op gro te schaal door een sprinkha nenplaag werd geteisterd- Door de zware regenval in de gewoonlijk erg droge zuidelij ke en oostelijke hoek van het Arabisch Schiereiland zijn gunstige voorwaarden ontstaan voor de voortplanting van sprinkhanen. (ADVERTENTIE) met ronde en U-hals om te dragen over bloese of jumper., in vele modetinten. Breda-Tilburg-Goes ^oosendaa^

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 15