Leven van de sociale dienst vind ik maar niks
in gesprek met
WERKLOZE
FABRIEKSARBEIDSTER
Van
medewei
naar
collaboratie
Bewogen maanden
AGfV
E
H. FIEVET:
„IK ZAL
MIJN TOL
WEL
BETALEN"
voor
hartpatiënten
3
Winkelman
Pressie
7 V q
GUwcyiller-allefcBeSte kguze
SC'KHJIHilUiAIlBOMIMi: achterham w)
500gram *1© ra lOOaranrl©
-ep z|}{ gebraden
VT7—gehakt CIO
Zs 150 gram <FCI
GOLDEN eniHTI'llirK
DELICIOUS SPRUITJES
een fijne handappel $0^
Oorzaak Turkse
moord Leiden
Aborlusprik
voorloper van
abortuspil
HOND SCHIET
MAN NEER
Turkse kust door
olie bedreigd
Dreigende plaag
van sprinkhanen
Pullovers
vanaf 18,75
Donderdag 26 oktober 1972
15
„De arbeider moet met de
directeur kunnen praten. Ik
heb dat vaak tegen mijn vader
gezegd toen ik bij hem op de
fabriek werkte. Maar het
helpt niets". Een blauwe maan
dag werkte ze op de fabriek
van haar vader. In de kantine.
Maar daarmee hield ze snel
op, hoewel ze het werk leuk
vond- Haar manier van leven
paste niet bij die van haar
ouders. Ze liep weg, ondanks
haar achttien jaar, met een
vriend.
Met nog twee andere jon
gens woonde ze een paar
maanden in een boerderij bij
Roermond. Maar haar ouders
vonden haar en namen haar
mee terug naar huis. Een van
de jongens, haar vriend, werd
opgepakt. „Hij dealde in hasj",
zegt ze, „hij was een van de
grootsten in die buurt. Maar
hij was zo slordig met die
rommel. Ik heb vaak genoeg
gezegd: ruim het toch wat be
ter op. Vier maanden zit hij
nu in de gevangenis. Ik heb
hem niet geschreven, want al
le post wordt opengemaakt.
Hij komt gauw vrij. Nou hoop
ik maar dat hij naar me toe
komt. Ik .mis hem ontzettend.
Ik zie hem steeds voor me. Nu
ook- Het is gewoon hallucine
rend".
Ze kan goed praten, beter
dan vele andere meisjes met
een driej-arige mavo-opleiding.
De oorzaak: haar goede op
voeding? „Mijn vader komt
uit een rijk milieu", zegt ze,
„en mijn moeder juist uit een
arm. Ze wil met alle geweld
voorkomen dat ik weer in een
arm milieu zou terugvallen.
Daarom stuurden ze me ook
naar feestjes van de Rotary-
club. Maar daar ging het al
leen maar van. „Ik heb een
paard", en „Ik heb weer een
nieuwe auto", en „Ik studeer
nu dat en dat". „Op kinderen
in de achterbuurten werd
altijd nodig. Maar ze willen
het niet begrijpen. Mijn twee
zusters hebben allebei een
vaste baan-
Na haar verblijf in Roer
mond is ze een paar dagen
thuis geweest. Maar het was
niet uit te houden. Ze liep
weer weg. Ze trok in een
kraakpand in de stad, waar al
zes anderen woonden. „Het
neergekeken. Nou, ik heb een
paar weken met zulke kinde
ren gewerkt en er zijn geen
aardiger".
„Mijn moeder zou willen dat
ik nog buiten speelde met wit
te sokjes aan. Ze wil dat ik
een geregel d leven leid. Ik
kan ze niet duidelijk maken
dat ik dat niet kan. Ik heb
een goed leven gehad thuis.
Het is jammer, dat het zo is
gelopen, want je ouders heb je
zijn fijne mensen", zegt ze.
„Niemand leeft van de sociale
dienst. Nee, werken doen ze
ook niet. Zo nu en dan gaan
ze op strooptocht of ze gaan
bedelen. Dat vind ik eigenlijk
niet. zp goed. Maar leven van
de sociale dienst vind ik ook
niks. Dan leef je van het geld
van anderen, ook van arme
mensen. Het zijn verschillende
typen die in dat huis wonen.
De een is heel springerig, de
ander is heel stil of leest veel.
Alleen vorige week was er
een jongen die was verslaafd
aan verdovende middelen. Hij
spoot in zijn aders. Ik ben
maar gauw weggelopen, want
daar kon ik niet tegen- Ie
mand die verslaafd is, leeft
niet natuurlijk; hij is ook niet
gelukkig. Er is altijd een re
den voor verslaving. Ik rook
wel eens een stickie, maar ik
zal nooit roepen: O. geef me
een stickie, want ik houd het
niet meer uit. Dan leef je
onnatuurlijk. Op het ogenblik
ben ik een paar weken weg
uit dat huis, want er zitten
vlooien. En omdat het een
kraakpand is, geeft de ge
meente geen verdelgingsmid
delen. We zijn nu van plan
een boerderijtje te zoeken. Ze
willen dat ik meega. Er is een
stel dat gaat trouwen en dat
heeft al gezegd: dan wprden
wij toeziend voogd over jou.
Maar ik hoop dat mijn vriend
gauw terugkomt. Ik hoop dat
hij weer gaat werken, vroeger
heeft hij gevaren". Trouwen?
„Ja, misschien over een paar
jaar. Eerst een paar jaar sa
menwonen of zo".
„Ik wil ook weer gaan wer
ken. Het liefste zou ik handen
arbeid doen". Ze draagt een
armbandje dat overduidelijk
het produkt is van huisvlijt-
„Dat heb ik gemaakt van ro-
zenkranskralen", zegt ze. „Die
worden tegenwoordig los ver
kocht. „Het kruisje dat ze om
haar hals draagt, blijkt uit de
zelfde winkel te komen. „Ik
ga nooit naar de kerk", zegt
ze, „maar ik geloof wel, mis
schien klinkt dat ouderwets.
■Iedere avond lees ik in de
bijbel. Ik lees ook veel over
andere godsdiensten, Indische
voornamelijk. Daar zit erg
veel in. Ook in Indische mu
ziek. Die beatmuziek wordt zo
afgezaagd, vooral als je ze de
hele dag hoort. Daarom houd
ik ook van klassiek. Bij Beet
hoven bijvoorbeeld kom je he
lemaal tot rust". Het is even
stil en dan zegt ze: „De men
sen zouden wat aardiger en
behulpzamer moeten zijn voor
elkaar. Neem nou die mensen
in de oerwouden. Die zijn
heus ook wel gelukkig zonder
onze broodroosters. Moeten
wij die daar nu zo nodig gaan
brengen? Nee, de mensen gaan
en elkaar uit". Zou ze daaraan
iets via de politiek willen
doen? „Ik weet daar niet zo
veel van- Ik moet er nog veel
over lezen. Ik vind niet dat je
zo maar moet stemmen, want
je helpt andere mensen mis
schien alleen maar naar bene
den, als je op de verkeerde
partij stemt. Maar je moet wel
je vrienden kunnen hebben
onder mensen die op andere
partijen stemmen. Deze week
kwamen er bij ons in het huis
zomaar mensen op visite, keu
rig. gekleed met, hoe heten die
dingen, stropdassen om. Ze
hoefden niet eens een stoel.
Ze gingen zo maar op de
grond zitten. En toen hebben
we heel lang gepraat, erg ge
zellig. Zulke dingen moeten
kunnen".
ELS SMIT
0 Amsterdams burgemeester De Vlugt begroet Seyss-lnquart bij diens eerste bezoek
aan Amsterdam in de zomer van 1940.
„In tegenstelling tot gene
raal Winkelman (opperbe
velhebber toen de Duitsers
in 1940 Nederland binnen
vielen) heeft het college van
secretarissen-generaal, met
uitzondering van Ringeling
(Defensie), vrij gemakkelijk
en zonder veel weerstand
te bieden de samenwerking
met de bezetter aanvaard.".
De meeste voormannen van
het bedrijfsleven deden dat
trouwens in die eerste
maanden van de bezetting
ook. „Verzet is geen kwestie
van leeftijd geweest, maar
van karatker," zegt De Jong
als hij beschouwingen wijdt
aan de secretar/tssen-gene-
raal, hun achtergronden en
opvattingen.
De eerste hunner die er de
brui aan gaf, al vrij snel, was
die Ringeling. De man was 65
jaar. Men leest over de manier
waarop 'de Duitsers gebruik
hebben gemaakf van de wei
nig karaktervolle houding van
heel veel van dit top-ambtena-
ren en industriëlen met ge
mengde gevoelens. Over de
slimme wijze waarop steeds
interpretaties van het interna
tionale recht werden gezocht
die toegeven aan Duitse eisen
mogelijk maakten.
Over het negeren ook van
de instructies die de regering
had gegeven over wat wel en
niet was toegestaan als het tot
een bezetting van Nederland
zou komen. Die „Aanwijzin
gen" in 1937 opgesteld
waren veelal niet of nauwe
lijks gelezen. Vele burgemees
ters hadden ze ongeopend
weggelegd en konden ze, toen
de nood aan de man kwam,
niet meer vinden!
Verschillende secretarissen-
generaal waren beslist geen
voorstanders van de parlemen
taire democratie. Enkele hun
ner meenden dat zij heel wat
beter konden „regeren" dan
de ministers onder wie zij
hadden gewerkt- In die eerste
bezettingsmaanden leefde over
het algemeen in dat college
het gevoelen dat Duitsland de
oorlog had gewonnen en dat
het voor ons land zaak was
zich te heroriënteren. Daarbij
ker gewetensbezwaren over
winnen. Maar anderen stelden
zich in het bedrijfsleven ge
bruikelijk traditionele vraag:
hoe houden wij onze orderpor
tefeuille gevuld
Op lagere bestuursniveaus is
in de maanden mei en ijuni
1940 menigmaal stoerheid ge
toond. Maar wat in het be
stuursapparaat als geheel ge
schiedde werd bepaald door
het college van secretarissen-
generaal. Dat gaf richtlijnen
uit die bevorderden dat het
bedrijfsleven Duitse opdrach
ten aanvaardde. „En toen de
hebben juist op het niveau
van de secretarissen-generaal
belangrijke niet-economisghe,
in wezen politieke factoren
een rol "gespeeld, misschien
wel de hoofdrol, aldus profes
sor De J ong.
„Voor een man als Winkel
man was de oorlog in mei '40
niet ten einde: hij zette die
oorlog voort, zij het met ande
re middelen; hij besefte dat
Nederlands trouw jegens zijn
bondgenoten nu eerst recht
moest blijken; hij besefte óók
dat die oorlog nog grote offers
kon gaan vergen, zowel van
het Nederlandse volk als van
het Nederlandse bedrijfsle
ven".
De secretarissen-generaal
echter meenden in meerder
heid dat het Nederlandse volk
het best gediend was door
aansluiting te zoeken bij
Duitsland, de macht die het in
Europa definitief voor het zeg
gen zou krijgen. Die mening
leefde in die tijd ook in de
toppen van het bedrijfsleven.
Sommigen moesten daarbij ze-
zaak eenmaal ging draaien en
toen bleek dat er zeer grote
winsten mee te halen waren,
toen hebben ze gezegd: nou,
laten we nu ook maar volop
gaan werken", aldus een na
oorlogse onderzoeker van die
tijd en die mentaliteit.
De Jong wijst erop dat er
bedrijyen zijn geweest die ge
weigerd hebben voor de Duit
sers te werken. Ze kregen
prompt Duitse beheerders. Er
waren ook bedrijven die zich
aan Duitse orders wisten te
onttrekken, die personeel lie
ten afvloeien en die op andere
produkties overgingen.
„Onze algemene indruk is",
aldus professor De Jong, „dat
de langzaam-aan-taktiek veel
meer toepassing gevonden
heeft dan de sabotage. Wij
zijn ervan overtuigd dat op
heel veel meer plaatsen in het
bedrijfsleven door employés
en arbeiders al in '40 met
toenemende tegenzin gewerkt
is aan de orders van welke
men wist dat zij de Wehr-
macht zouden versterken-
Toen eenmaal bleek (en dat
bleek al in de herfst van '40)
dat de Duitse overwinning
toch niet zo vaststond als ge-
meerad was door de meeste se
cretarissen-generaal. in leiden
de kringen van het bedrijfsle
ven en door een deel vande
publieke opinie, zat men vast;
toen was de samenwerking
met de Duitsers als geconcre
tiseerd; geconcretiseerd in re
gelingen die in toenemende
mate gingen knellen; regelin
gen die bij de betrokken se
cretarissen-generaal niets te
maken hadden met bijzondere
sympathie voor de Duitsers of
hun 'systeem, maar die primair
een uitvloeisel waren van de
opvatting dat er voor Neder
land nu eenmaal geen andere
plaats was dan in een door
Duitsland gedomineerd Euro
pa. Secundair kwam daar nog
een tweede factor bij: men
wilde 'voorkomen dat de geha
te NSB in „dat nieuwe Euro
pa" als woordvoerder zou op
treden van het Nederlandse
volk".
In 1939 had de toenmalige
minister van Sociale Zaken,
dr. Van den Tempel, een rege
ling getroffen waarin werd
bepaald dat werklozen die
weigerden in Duitsland te
gaan werken hun steun zou
den behouden. Welnu, 25 juni
3 dagen na de capitulatie
van Frankrijk bepaalde se
cretaris-generaal Scholtens dat
arbeiders die werk in Duits
land weigerden geen steun
meer zouden krijgen. Later
ging hij nog verder. Als inwo
nende zonen uit ondersteunde
gezinnen dit werk weigerden
zou de gezinssteun verminderd
worden-. De diensten voor ar
menzorg mochten dan ook niet
helpen. Toen Scholtens 7 au
gustus- ontslag nam, benoem
den, de Duitsers ir. Verwey als
zijn opvolger. Hij had al voor
de oorlog laten blijken grote
bewondering te hebben voor
de manier waarop Hitler-
Duitsland het werklozen-
vraagstuk had „opgelost". En
kele weken na de capitulatie
bepleitte hij in De Telegraaf
werkloze Nederlandse arbei
ders met hun gezinnen naar
Duitsland over te plaatsen.
Toen wat later bleek dat
heel wat Nederlandse arbei
ders zelf maar weer uit Duits
land waren teruggekomen, be
paalde Verwey dat zulke con
tractbrekers geen distributie
bescheiden meer zouden krij
gen. Zij mochten dus, met hun
gezinnen, verhongeren. Dat
namen in januari 1941 de an
dere secretarissen-generaal
niet- Verwey moest de instruc
tie intrekken. Verwey was ja
renlang top-ambtenaar ge
weest van de rijksdienst voor
werkloosheidsverzekering en
arbeidsbemiddeling. „Men zou
bij Verwey van een zekere
beroepsdeformatie kunnen
spreken", merkt De Jong lako-
niek op.
Ongeveer een jaar na het
begin van de bezetting werk
ten reeds 120.000 Nederlandse
arbeiders in Duitsland. Boven-
dieh waren nog enkele tien
duizenden bezig in België en
Frankrijk, goeddeels via „het
uitschot der Nederlandse aan
nemers, NSB'ers en pro-Duit
sers", wie de arbeid aan Duit
se militaire installaties in Bel
gië en Frankrijk geen windei
eren legde: winsten tussen de
100 en 200 van de kostprijs
waren geen zeldzaamheid".
Over het algemeen kan men
stellen, dat in de sterke in
druk die men krijgt uit deze
"bladzijden die De Jong op ba
sis van talloze feiten heeft ge
schreven, dat de overgang van
samenwerking naar collabora
tie voor een deel van die se
cretarissen-generaal en velen
uit het bedrijfsleven niet dui
delijk is aan te geven. Maar
heel velen hebben die fatale
streep overschreden in het
eerste jaar van de bezetting,
toen het er nog naar uitzag
dat Duitsland de oorlog zou
gaan winnen.
JACQUES LEVIJ
(ADVERTENTIE)
7243 a
Ikiloftft
Prijswijzigingen voorf «houden
U vindt alle andere ViVO-aanbiedingen oppagina2en3vanUwdamesblad
LEIDEN (ANP) De 36-
j-arige Turk, die zoals ge
meld dinsdag in Leiden is
neergeschoten door een veer
tienjarige landgenoot, was vol
gens de politie waarschijnlijk
de minnaar van de moeder
van de jongen. Uit het verhoor
van de jongen via een tolk,
hoewel hij een beetje Neder
lands spreekt is komen vast
te staan, dat het slachtoffer uit
Soest afkomstig is, maar vaak
in Leiden verbleef Hij zou
toenaderingspogingen tot de
jonge Turkse wouw hebben
gedaan.
BREDA „Ik zou willen
dat onze vereniging zichzelf
morgen nog zou kunnen op
heffen; dat ze totaal over
bodig geworden was". Zijn
grootste ideaal op dit mo
ment: zo klinkt deze uit
spraak uit de mond van de
heer H. S. Fievet (42 jaar),
voorzitter van de Neder
landse Hartpatiëntenvereni
ging.
„Hij moet ermee ophou
den. Vandaag of morgen is-
het te Iaat". Mevrouw Fie
vet uit haar zorg over de
activiteiten van haar man,
die zelf hartpatiënt is. Ze is
er eigenlijk niet tegen dat
haar man zich met hart en
ziel inspant voor de belan
gen van de hartpatiënten,
maar ja, zijn eigen
gezondheid. Op dit punt
ligt er in het gezin Fievet
(8 kinderen) een gezonde
menselijke spanning.
De laatste dagen zijn
voor de heer Fievet weer
zeer druk geweest: de laat
ste ontwikkelingen rond de
hartchirurgie in Eindhoven,
waar de vereniging groot
belang bij heeft; de uitgave
van een zwartboek over de
zieke Nederlandse hartchi
rurgie; de pers te woord
staan. Daar komt bij dat
zijn vader momenteel met
een hartinfarct in het zie
kenhuis ligt.
„Ik heb perioden dat ik
bij mezelf zeg: iemand
moet het van mij overne
men". Pratend met de heer
Fievet krijgt men de in
druk tegenover de gezond
ste man van de wereld te
zitten. Krijgt hij niet regel
matig een terugslag? Zijn
vrouw: „Zaterdag en zon
dag lag hij in bed". Tegen
werping: „Ja, maar toen
was ik grieperig en ver
kouden". Mevrouw Fievet
(wat laconiek)„Ik heb je
anders geen zakdoeken zien
gebruiken".
Hij is er zich van bewust
dat hij risico's loopt:
„Vroeg of laat zal ik wel
een bepaalde tol moeten
betalen". In april 1971
heeft hij een open hartope
ratie ondergaan. - Volgende
maand krijgt hij opnieuw
een inwendig hartonder-
zoek waaruit een nieuwe
operatie kan voortvloeien.
Toch merkt men aan alles
dat hij door zal gaan te
strijden voor de belangen
van de Nederlandse hartpa
tiënten zolang hij kan en
het nodig is. Op dit mo
ment schijnt zijn eigen ge
zondheid er niet onder te
lijden. Hij is impulsief.
Vaak bellen mensen, die
geopereerd zijn op, om te
vertellen dat ze zich nu zo
goed voelen. Voor die men
sen doet hij het, en dan
kan ik niets meer zeg
gen".
Men krijgt oprecht de in
druk dat de heer Fievet
van binnenuit gemotiveerd
wordt, uit eigen ervaring
wetend wat anderen bele
ven. De woorden van zijn
cardioloog, 7 jaar geleden,
klinken nog steeds na:
„Meneer Fievet, u moet ge
holpen worden en het kaïl
niet".
JAN BOUWMANS
DEN HAAG/BREDA. „HART NODIG". Dit is de titel
van het zwartboek, dat de Nederlandse Hartpatiënten Ver
eniging gisteren openbaar heeft gemaakt. „Hart nodig" is
de cri-de-coeur van een niet onbelangrijke groep mensen,
die zich langzaam maar zeker vermalen voelt tussen de
stenen van bijna ongrijpbare grootheden als medisch pres
tige, wetenschappelijke concurrentie, overheidsinstanties,
die geen zin of geen gelegenheid hebben om werkelijk iets
te doen aan de jammerlijke situatie, waarin veel hartpatiën.
ten zich naar him mening bevinden.
Aan het eind van het zwartboek wordt een verlanglijst
gegeven: bestaande centra uitbreiden; meer centra met
overheidsbemoeienis met regionale projecten; betere sala
rissen en, betere wettelijke bescherming van het intensieve
care-personeel; kortere opleiding voor het specialisme tho-
rax-chirurgie; meer openheid tussen de verschillende cen
tra; betere uitwisseling van resultaten en zo meer. „Een hele
lijst van wensen," aldus het zwartboek „maar we
voelen ons verraden en verkocht. Aan de defensie-uitgaven
en prestige-objecten. We zouden nu eindelijk wel eens aan
dacht willen hebben voor onszelf We zijn de mooie
praatjes zo zat, de sussende beloften van de overheid zo beu.
Nu willen we wel eens wat zien: onze genezing bijvoor
beeld. Want die is mogelijk."
Met deze laatste woorden is het zwartboek eindelijk hele
maal getypeerd: er wordt een aantal feiten aangedragen,
waarvan de meeste wel bekend zijn. Maar die dienen meer
om het beroep op hulp de onderstrepen dan om aan te
tonen hoe ziek de Nederlandse hartchirurgie eigenlijk is.
Dat en passant die induk blijft hangen is dan bij wijze van
spreken meegenomen .Er zijn, aldus het zwartboek, drie
duizend hartpatiënten per jaar in Nederland, die in aan
merking komen voor een operatie. Er kunnen volgens de
meest optimistische Schattingen bij de negen operatiecentra
in Nederland zo'n duizend operaties per jaar worden uit
gevoerd. De resterende tweeduizend haftpatiënten komen
op wachtlijsten. Als ze geluk hebben komen ze nog tijdig
aan de beurt; is dat niet zo, dan worden ze van de wacht
lijst afgevoerd. Door overlijden
Per jaar krijgen in Nederland 52.000 mensen een hart
infarct. De helft daarvan overlijdt meteen, maar voor die
andere 26.000 zou meer gedaan kunnen worden dan nu ge
beurt.
Als eerste oorzaak van het tekort aan medische hulp
springt naar voren geldgebrek, zo constateert het zwart
boek. Maar omdat geldgebrek uiteindelijk een bijzonder
betrekkelijk begrip is moet er eigenlijk worden gesproken
van „onvoldoende financiële steun door-de overheid". En
dat is weer het gevolg aan inzicht in de ernst van het pro
bleem, aldus het zwartboek.
„Er is beslist niet alleen sprake van geldgebrek," zegt dan
de Nederlandse Hartpatiënten vereniging. „Misschien zouden
we de regering een excuus aan de hand kunnen doen om
zelfs die eerst nodige twaalf miljoen gulden om de hart
chirurgie goed op poten te zetten niet op tafel te leggen.
De regering zou zich bijvoorbeeld kunnen verontschuldigen
met te zeggen niet bereid te zijn om nog meer geld uit te
geven voor medische zorg zolang cardiologen, internisten,
algemeen chirurgen en hartchirurgen persoonlijke belangen
laten prevaleren, niet tot samenwerking kunnen komen en
in de mystieke geslotenheid van hun wereldje er ongestraft
toe kunnen komen elkaar niet te gunnen de belangen van
hun patiënten te behartigen. Het is een naargeestig verhaal.
Het draait om prestige en geld."
Het zwartboek vervolgt: „De behoudende internist en
cardioloog verwijzen hun patiënt niet door naar de cardio-
chirurg. De consequentie is dat hij de patiënt poliklinisch
blijft behandelen. Tot de dood erop volgt. Voor zo'n onder
zoek ontvangt hij (voor een fondspatiënt) twintig tot veer
tig gulden. Hij kan er zes in een uur onderzoeken
Als diezelfde cardioloog de patiënt zou laten katheteri-
seren een veel tijd vragend onderzoek van het bloed aan
de hand waarvan kan worden bepaald of de patiënt wel of
niet kan worden geopereerd krijgt hij 181 gulden. Zo'n
onderzoek duurt twee tot zes uur."
Overigens zijn behalve de mogelijkheden voor hartchirur
gie ook die voor katheterisatie in Nederland volstrekt on
voldoende.
In het zwartboek wordt ook aandacht besteed aan de po
sitie van de gespecialiseerde verpleegkundigen, die assis
teren bij open-hartoperaties en die de geopereerde patiën
ten na de ingreep verplegen op de intensive-care-afdelingen.
Hun wettelijke aansprakelijkheid is niet geregeld. „Hoewel
zij bepaalde levensreddende ingrepen kunnen en vaak moe
ten verrichten, kunnen zij eventueel aansprakelijk worden
gesteld voor het onbevoegd uitoefenen van deze ingrepen,"
aldus het zwartboek.
In het zwartboek wordt er voor gepleit om de arts af te
helpen van zijn image als mystiek medicijnman: „Als wc
hem als vakman zouden gaan waarderen zouden we naar
reëlere verhoudingen groeien in de relatie artspatiënt.
Een duur betaald vakman weliswaar, maar dat is niet erg."
HANS LUTZ.
DEN HAAG (ANP) In
een aantal Nederlandse klinie
ken worden proeven genomen
met injecties die abortus op
wekken. Dit is een voorloper
van de abortuspil, die over
enkele jaren op de Nederland
se markt zal verschijnen. De
inspectie voor de volksgezond
heid volgt de proefnemingen
nauwgezet en zal aan de hand
van de rapporten beoordelen
of dit middel voor algemeen
gebruik vrijgegeven mag wor
den. De injecties bevatten
prostin f2-alpha. Dit is een
prosta glandine, een biologi
sche stof waarvan men grote
verwachtingen heeft voor de
bestrijding van allerlei mense
lijke ziekten en afwijkingen.
In Engeland is een dezer
dagen dit preparaat voor de
beëindiging van een zwanger
schap officieel vrijgegeven. De
Amerikaanse farmaceutische
onderneming Upjohn, die een
grote rol heeft gespeeld bij de
ontwikkeling van prostaglan-
dine-preparaten, brengt het
thans op de markt.
(New York) (AP)
BALLSTON SPA
(New York) (AP)
Het is niet de eerste
maal en zal zeker niet
de laatste wezen: weer
heeft een hond een man
neergeschoten.
Het slachtoffer was de
69-jarige heer Charles
Brown uit Westminster
in Maryland, die op
jacht was geweest. Aan
het einde van de dag
legde iemand zijn ge
weer neer om een ge
schoten vogel op te gaan
halen. Toen hij deze
had, werd de hond van
Brown opgewonden,
sprong op het geweer
dat afging en Brown in
het rechter been raak
te.
Brown moest naar het
ziekenhuis, zonder wrok,
dat moet gezegd, en
maakt het thans, volgens
ie politie, heel best-
ISTANBUL (UPI) De
Bosporus en de mooie kusten
van Istanbul dreigen ernstig
vervuld te raken door diesel
olie die uit een Liberiaanse
tanker lekt. De Havenauto
riteiten hebben de nood
toestand afgekondigd en op
dracht gegeven het schip weg
t.e slepen. De Liberiaanse tan
ker Karyota was met 40.000
ton dieselolie aan boord op
weg naar de Zwarte Zee, toen
de kapitein tijdens de tocht
door de Bosporus meldde dat
het schip olie verloor. Da
Turkse autoriteiten hebben
sleepboten gestuurd en dui
kers, die proberen het lek te
ontdekken.
ROME (UPI) De woes
tijn-sprinkhaan, een van de
oudste vijanden van de mens,
bedreigt opnieuw het midden
oosten en Afrika, zo is giste
ren meegedeeld op een verga
dering van de FAO, de voedsel
en landbouworganisatie van de
Verenigde Naties in Rome.
Volgens deskundigen lijkt de
situatie verontrustend veel op
die van 1967. de laetste keer
dat het midden-oosten op gro
te schaal door een sprinkha
nenplaag werd geteisterd-
Door de zware regenval in de
gewoonlijk erg droge zuidelij
ke en oostelijke hoek van het
Arabisch Schiereiland zijn
gunstige voorwaarden ontstaan
voor de voortplanting van
sprinkhanen.
(ADVERTENTIE)
met ronde en U-hals
om te dragen over
bloese of jumper.,
in vele modetinten.
Breda-Tilburg-Goes
^oosendaa^