Kerk van Vlaams Middelburg
stad
ben begeleid ik ze graag. Mo
menteel echter ben ik bezig
met het samenstellen van een
folder, waarin de beziens
waardigheden beschreven
worden. Ik lijk dan misschien
wel een museumdirecteur,
maar daarnaast heb ik toch
mijn werk als parochieherder.
Dat rnag ik niet verwaarlo
zen".
(a) Pastoor Leopold de
Sutter voor het fraaie
zijaltaar in zijn kerk.
(b) De preekstoel een
staaltje van fraaie beeld
houwkunst
(c) Het in hout gebeeld
houwde zijaltaar, dat is
gewij d aan Sint-Hu-
bertus.
Cd) Dit is de hellebaard
van de honden- annex
kerkwachter
(e) Het kasteel van
Middelburg in Vlaande
ren, dat tijdens bet
hoogtepunt van het nij
vere stedeke domineer
de.
(f) Een overzichtsfoto
van het fraaie Middel,
burgse KerKje.
(g) Het testament van
de stichter van Middel
burg in Vlaanderen, Pie-
ter Biadelin, is op linnen
geschreven, draagt zijn
zegel en is nog steeds in
het bezit van de kerk.
Tekst:
Rein van der Helm
Foto's:
Cor J. de Boer
Pastoor Leopold de Sutter,
reeds 22 jaar zielenherder in
Middelburg, is duidelijk ge
grepen door de rijke historie
van zijn „stadje". Hij restau
reerde de kerk, gesticht in
1452 na de oorlogshandelingen
in 1944, bouwde huizen, pasto
rie, school en dorpshuis. Nu,
als sluitstuk, „dan kan ik mijn
hoofd in de schoot leggen" is
het Kunstpatrimonium in
Brussel bezig met de restaura
tie van de kerksohild'erij en.
„En dat zijn juweeltjes"^ aldus
pastoor De Sutter. Een aantal
hangt nog in de kerk,, de twee
pronkstukken zijn in Brussel.
„Dat is een triptiek van Rogier
van der Weyden, voorstellende
de „Hervinding van het kind
Jezus". De triptiek, die is ge
comprimeerd van een drieluik
dat momenteel in een Berlijns
museum hangt, is volgens
kunstkenners eveneens door
van der Weyden geschilderd.
Het tweede pronkstuk is
„De Kruisdraging" van Brue
ghel. „Wanneer ze gerestau
reerd zijn", zo vervolgt pas
toor De Sutter, „zullen zij ach
ter glas opgehangen worden
en zal een chauffage noodza
kelijk zijn om de temperatuur
constant te houden. Ik zal ech
ter blij zijn als de schilderijen
terug zij-n".
De pastoor, die als hij tijd
vrij heeft„ graag als gids in
zijn „kefkmuseum" optreedt
gaat ons met duidelijk enthou
siasme voor.
Eerst heeft hij in zijn „pas
torij" een summier overzicht
gegeven van de wordingsge
schiedenis van Middelburg en
daarbij onder meer een met
de hand beschreven pe.ka-
menf getoond, waarop Pieter
Biadelin zijn laatste wil heeft
neergelegd.
Dan, via een rondom de
kerk gelegen kerkhof, komt
men in de sacristie. In een
kast antiek eiken hangen
een paar fraaie kazuifels. „Die
waren^ er in alle kerkelijke
kleuren. Nu zijn er nog een
paar. Zij dateren nog uit de
beginperiode van de kerk en
zijn fra-ai bewerkt met goud
en zilverbrokaat". Leopold de
Sutter zegt dat zij misschiet}
volgend jaar gerestaureerd
worden. Dan wil hij ze ook
permament tentoonstellen. In
een hoekje van de sacristie
staat de hellebaard van de
kerkewacht. „Die meneer was
tevens hondenwachter, een lu
cratief baantje in de Middel
eeuwen. Hij moest zorgen dat
rondzwervende honden en
dat waren er legio niet in
huizen, boerderijen en kerk
drongen. Om de man een com
plete functie te bezorgen werd
hij tevens kerkwachter".
Hij gaat de kerk binnen.
Het fraaie altaar is uitgevoerd
in eikehout en in 1700 door
het toenmalige kerkbestuur
aangekocht uit een gesloopte
kerk in Brugge „Wat maakte
men toen toch mooie dingen",
merkt hij op.
In een hoek van de kerk, naast
het Maria-altaar een paar lege
plekken aan de muur. „Daar
hingen de schilderijen die nu
gerestaureerd worden. Wat er
nu nog hangt is het bezichti
gen waard". Een op hout 'Uit
gevoerde „Zeven werken van
barmhartigheid" is ook een
paradepaardje van de pas
toor.
„Het is nog niet op linnen
geschilderd en dateert dus
van voor 1500" verklaart hij.
In een hoek, weggedrukt ach
ter verwarmingslampen, wacht
nog een schilderij op restaura
tie. Het is lelijk vermihkt.
„Dit schilderij wordt door
kenners bestempeld als „Ru-
bensschool". Zij kunnen dit
zien aan een bepaalde stand
van het been van de hoofdfi
guur. Dit wordt in het -Frans
de „racoursie" genoemd én
werd praktisch alleen beheerst
door Rubens. Het schilderij
verzinnebeeldt 's Heren He
melvaart. De Sutter wijst nog
op een ander schilderij met de
„kruisiging" daarop. „Een ex
pert heeft dit toegeschreven
aan Van Dyck, maar ik geloof
het niet helemaal".
De kerk bezit verder fraaie
staaltjes \fan beeldhouwwerk.
Het zijn een 16e eeuwse
biechtstoel, en de preekstoel
en communiebank die van la
tere datum zijn.
Fraaie kandelabers versie
ren de kerk en twee eike
houten beelden van Moeder
Anna en Maria spreken meer
aan dan. twee in gips uitge
voerde beelden die er vlakbij
staan. Het zij-altaar rechts in
de kerk is gewijd aan Sint-
Hubertus en geeft gebeeld
houwde taferelen weer uit het
leven van deze jager-bis
schop
„Van tijd tot tijd komen
mensen onze kerk bezichtigen
en als ik in de gelegenheid
n onzer verslaggevers)
ODELBURG (Vlaande-
Het rustieke Middel
burg in Vlaanderen, net over
de grens bij Aardenburg, op
zich een pareltje in het West-
vlaamse land, herbergt binnen
zijn muren bezienswaardighe
den. Het laat-middeleeuwse
kerkje in het midden van
het stadje bezit een aantal
fraaie kunstwerken, waarvan
een aantal schilderijen is ge
schonken door de stichter van
de kerk, Pieter Biadelin, se
cretaris en financier van de
Bourgondische hertogen.
Middelburg en Biadelin zijn
synoniem. In het begin van de
15e eeuw zocht deze schatrijke
financier een buitenverblijf en
liet zijn oog op het nietige
Middelburg vallen, dait leefde
in de schadujv van het naburi
ge Oud Heyle. In die tijd had
Karei de Stoute Dinant ge
brandschat en de bevolking'
was gedeporteerd. De kleine
luyden zaten in Middelburg,
de kopstukken waren gevlucht
naar Enigeland. Daaronder za
ten de koperslagers, die Di
nant beroemd gemaakt heb
ben. Biadelin verzocht de ko
ning van Engeland deze lieden
terug te sturen, waar ze in
Middelburg de grondslag leg-j
den voor de bloei van deze
plaats in de 15e, 16e en 17e
eeuw. Koperslagwerk is overi
gens in Middelburg niet te
vinden, evenmin als gobelins
van Middelburgse makelij, die
onder meer in het Pra'do in
Madrid te zien zijn.