„Zelfstandigheid spreekt ons nog erg aan
in gesprek met:
HET ZEILEN JE DOKTERS MAAR WEZEN, OF:
RUZIE „IN HET BELANG VAN DE PATI
BONCDVIVANTES
/f/£TBETERE BONT
ku jonge boer
55
DE WEG NA
Kwartmiljoen
weglopers
bij toneel
EDISONS
POPULAIR
TOEGEKEND
'DOPA VAN DE VEN
/DORA VAN DE VENi
(DORA VAN DE VEN,
(DORA VAN DE VEN,
(DORA VAN DE VEN
fDORA VAN DE KEN,
(DORA KAN DE KEN,
DO ff A VAN DE VEN
'DORA VAN DE KEN
Sedney: Meer geld
lost
migratieprobleem op
binnenland
buitenland
TROUWEN
NUCHTER
TRAGER
MODERN
papier
uw pen
Democraten '70
Zaterdag 21 oktober 1972
18
BREDA „Boer zijn ls
geen stand meer", zegt een
jonge landbouwer die onder
de rook van een stad woont.
„Boer zijn is gewoon een be
roep, zoals alle andere. Vroe
ger was dat anders. Toen
bleef iemand uit agrarische
kring zijn stand trouw. Dat
betekent, dat hij ook boer
werd. Of hij ging naar het
seminarie. En veearts kon
ook nog. Maar kijk nu eens
bij mij thuis? Ieder heeft
mogen studeren wat hij wil
de. Ik ben de enige die er
voor voelde om het bedrijf
van mijn vader voort te zet
ten".
Hij is 25 jaar, voornaam
Jan. Na de lagere school ging
bij naar de mulo, maar dat
lag hem niet. Hij stapte over
naar de lagere tuinbouw
school en deed daarna nog de
middelbare land- en tuin
bouwschool. Na zijn militaire
diensttijd studeerde hij, te
gen zijn aanvankelijke be
doeling in, niet verder. Hij
solliciteerde naar een baan in
de veeteeltsector, maar dat
was het ook niet. „Mijn hang
naar zelfstandigheid en vrij
heid stond voorop", zegt hij.
En even later. ,.Die zelfstan
digheid, hè, dat is iets wat
jonge mensen uit onze kring
nog erg aanspreekt". Zoon
Jan heeft nu een zogenaamd
samenwerkingscontract met
zijn vader, zodat ze nu ge
tweeën het 7 ha, grote be
drijf voeren. Dat contract is
ook zeer belangrijk met het
oog op de bedrijfsovername
straks. Zijn keuze voor de
landbouw is dus heel bewust
gemaakt. „Inderdaad", zegt
hij, ik heb de tijd gehad om
er over na te denken en toen
ik besliste, wist ik wat ik
wilde. Ik zie er wel degelijk
brood in. Naar mijn mening
is er een bestaan voor elk
bedrijf, dat op zich rendabel
is".
Geen zorgen voor de toe
komst dus. „Ik verwacht, dat
ik volgend jaar een huis kan
bouwen en dan gaan we
trouwen. En het bedrijf wat
uitbreiden. Ik denk dat de
tuinbouw wel zal afvallen.
Nu mijn vader en ik het
samen doen is het wel te
combineren. Maar dat wordt
van lieverlee moeilijker en ik
zelf wil liever de verede-
lingssector overhouden. Al
leen niet voor honderd pro
cent, want ik wil ook nog
wel eens buiten werken".
Dat brengt het gesprek
meteen op een actuele zaak:
veeveredelingsbedrijven als
mildeuvervuilers. Buiten
ruikt het natuurlijk altijd
nog wat frisser dan in de
varkensstallen Jan: „Allidit,
maar het hangt er veel van
af, hoe iemand zijn bedrijf
opzet. Wij lozen onze mest
niet. We vangen die zelf op
in putten". En daarmee zit
hij meteen op zijn stok
paardje. Hij heeft bezwaar
tegen de manier waarop bij
voorbeeld het waterschap
West-Brabant deze vorm van
milieubeheer aanpakt. „Ze
houden zich niet aan hun
principe", vindt hij. „Aan de
ene kant zeggen ze: je mag
niet vervuilen, maar aan de
andere kant zeggen ze: je
mag het wel, als je maar
betaalt. Ik vind, dat ze de
zaken straffer moeten aan
pakken, net als bijvoorbeeld
in Limburg. Daar wordt een
bedrijf goed bekeken en als
het niet de nodige maatrege
len neemt moet het dicht.
Dat is consequent".
Uit het hele verloop van
het gesprek krijg ik trou
wens de indruk, dat nuchter,
rechtlijnig, consequent den
ken en redener typerend is
voor een boer. Misschien
komt dat wel voort uit het
voortdurend contact met de
natuur, die niet anders te
benaderen is. Geen zelfbe
klag. Het kan nu eenmaal
goed en slecht gaan. Dat heb
je te nemen. Een landbouwer
kan nog zo goed zijn vak
leren, in laatste instantie
duldt de natuur geen in
spraak. Zou het daar ook uit
voortkomen, dat Jan op een
gegeven moment zegt: Het
staat mij niet aan, dat ieder
een tegenwoordig zoveel loze
kritiek uit". Hij kan in elk
geval die kritiek niet goed
plaatsen. „Als de mensen
wat meer zouden nadenken,
dan zou er vanzelf ook meer
begrip komen voor ander
mans doen en laten". Zelfs
als kritiek via inspraak naar
buitenkomt, vindt hij dat er
grenzen zijn. „Nu kost in
spraak vaak teveel tijd en
teveel geld. En dat is ver
knoeid."
De KPJ, de organisatie van
plattelandsjongeren (mijn
hobby) is er duidelijk niet
op uit haar leden een kriti
sche opstelling bij te bren
gen. „Maar het is gewoon
een gezelligheidsvereniging',
licht Jan toe. „Niet alleen
voor jongeren uit agrarische
kring, maar voor alle jonge
ren die op het platteland wo
nen. Wat dat betreft zou je
ons kunnen vergelijken met
de verkenners. We hebben
wel een paar keer gepro
beerd de leden op gespreksa-
vonden bij elkaar te krijgen,
maar dat loopt op niets
uit".
zogenaamde sociale controle
daar een van de oorzaken
van is. Het platteland kent
niet de aripnimiteit van de
stad. „Op het platteland
wordt er nog op gelet of je
naar de kerk gaat. En als je
het niet doet wordt er over
gepraat". Dat de plattelands-
jeugd, naar de mening var.
Jan, in het algemeen toch
-u het oude kerkelijke pa-
Bijna op hetzelfde moment
betrapt hij zich erop, dat hij,
consequent doordenkend, zijn
tnouw aan Rome zou moeten
verbreken. Maar dat wil hij
niet. „Ik ben nu eenmaal ka
tholiek", zegt hij, „en daar
om wil ik de kerk niet losla
ten. Ik meen, dat ze effect
heeft op iemands gemoeds
toestand. eZ houdt je leven
wat in evenwicht.." Het is
Maar het platteland ont
komt evengoed niet aan de
ontwikkelingen, die de maat
schappij doormaakt. Het
komt er alleen wat trager op
gang. „In onze wereld", re
kent Jan uit, „is de discussie
over bijvoorbeeld de kerk
pas sinds een jaar of vier,
vijf echt goed bezig. Dat
merk je wel, als je het kerk
bezoek in onze parochie ver
gelijkt met dat in een stads-
parochie". Hij denkt dat de
troon is afgestapt, is dan ook
geen modeverschijnsel.
Wat betekent de kerk voor
hemzelf? Hij begint meteen
over de benoeming van bis
schop Gijsen en zegt: „Ik
vind dat Rome niet goed ge
handeld heeft, al begrijp ik
best, dat het in Nederland
allemaal harder en sneller
gaat dan elders in de kerk.
Maar ik bemoei me ook niet
met de benoeming van een
burgemeester ergens anders.
Dat moeten ze daar zelf
maar uitmaken".
een moeilijk onderwerp,
doordat het moeilijk is een
eigen zekere wetenschap in
klare taal aan een ander over
te brengen. Maar wel wordt
het duidelijk, dat de kerk
ook als instituut, een belang
rijke functie heeft in het
leven van deze jonge land
bouwer. Zoals bijvoorbeeld
ook het huwelijk als institu
tie een zekerheid is, die niet
weg te denken valt. „Ik zie
niets in communes en allerlei
andere vrije toestanden. Het
huwelijk moet in deze vorm
blijven. Het schept orde en
het geeft vastheid, niet al
leen voor eventuele kinde
ren, maar ook voor jezelf."
Nog even ijk ik enkele
moderne zaken en begrippen
aan de opvattingen van deze
jongen landbouwer. Ik zeg:
Damslapers. Jan: „Dat zou ik
nooit doen. Dat heeft geen
zin, dat is zo nutteloos". Ver
volgens Drugs. Jan: „Ook
fout. Ik geloof niet dat die
door plattelandsjongeren veel
worden gebruikt". Nog een:
voorbehoedsmiddelen. Jan:
„Daar zullen jonge boeren en
boerinnen wel ongeveer het
zelfde over denken als ande
re jongevnensen".
En dat laatete blijkt dan,
merkwaar f ?g, te kun
nen, zonder een gene-
ratieconfli Zeker,
er zijn wei inningen,
maar die u, n geld.
Om het salaris van thuis
werkende kinderen en zo.
Jan tilt daar niet zo zwaar
aan. „Dat kun je toch uitpra
ten", oordeelt hij. „En dan is
het over". Dan is het over en
dan is het weer goed. Want
jonge mensen uit het boeren-
milieu zijn honkvast en erg
gebonden aan hun gezin.
Daarom is het vaak nog wat
onwennig om buiten het be
drijf een baan te zoeken.
„Maar", zegt Jan, „als we
(een jaar of vijf verder zijn
kan een kind uit een boeren
gezin ieder beroep kiezen".
TOON KLOET
Het is weer zo ver: als
niemand het meer weet
dan wordt de regering te
hulp geroepen om een be
slissing te nemen. Het
moet voor ons allemaal
toch een veilig gevoel zijn
te weten, dat vadertje
Staat over ons waakt en
zegt hoe we het moeten
doen. Dat zal wel zo on
geveer de allergeheimste
gedachte zjjn geweest bij
de raad van bestuur van
het Eindhovens Binnen-
ziekenhuis, dat geen gat
meer zag in de tegenstel
lingen, die er kinnen de
ziekenhuismuren bestaan
en de hele zaak naar de
minister van Volksge
zondheid en Milieuhygië
ne heeft doorgeschoven.
Die bestudeert nu de
stukken, zoals dat heet. En
ondertussen wordt er in het
Eindhovense ziekenhuis
niet geopereerd aan zieke
harten. De enige man, die
volgens vele getuigenissen
—officieel en niet-officieel
echt goed „open hart
operaties" kan verrichten
in Eindhoven is dr. P.J.
van der Schaar. Hij wil
wel, maar hij kan ook niet
veel doen als niemand met
hem wil samenwerken. De
anderen samen de me
dische staf van het Binnen
ziekenhuis vormend wil
len ook wal, maar willen
niet samenwerken met de
echte deskundige dr Van
der Schaar. Daar zitten we
dan. De hartpatiënten zijn
voorlopig het meest ernstig
gedupeerd. Ook al roept ie
der van de betrokkenen,
dat het belang van de pa
tiënten voorop moet staan
ja, wordt zelfs het be
lang van de patiënten als
voornaam motief genoemd
cm de zaak aan de minister,
voor te leggen. Ruzies over
geld, persoonlijke kwalitei
ten, en het om het eens
onparlementair te zeggen
verrekken om te buigen
hebben tot nu toe bepaald
om „de minste te zijn",
hoe er wordt omgesprongen
met het belang van de pa
tiënten. Het zullen je dok
ters maar wezen...
Hoe is het eigenlijk mo
gelijk, dat deze situatie is
ontstaan. Een situatie die
„ontoelaatbaar" wordt ge
noemd (de ziekenfondsen),
„teleurstellend" (dr. Veld
kamp). „Afschuwelijk"
(Nederlandse Vereniging
van Hartpatiënten") en
„zeer ernstig" (raad van
bestuur van het Binnenzie-
kenhuis).
Het advies van dr G.M.J.
Veldkamp de door het be
stuur van het ziekenhuis te
hulp geroepen bemiddelaar
doet over de oorzaken van
die situatie een boekje open.
Eindhoven is de enigste
plaats in het zuiden waar
de hart-chirurgie tot nu toe
levensvatbaar is gebleken.
In het Eindhovense Binnen-
ziekenhuis heeft sedert de
benoeming van dr. Eys-
bouts in 1962 de opbouw
van de hart-chirurgie plaats
gevonden.
Op 1 januari 1969 gingen
de heren Eysbouts en Van
der Schaar een samenwer
king (associatie) aan, waar
bij Van der Schaar uitslui
tend werd belast met de
operaties aan harten. In de
overeenkomst staat, dat de
afdeling van dr Van der
Schaar onderdeel blijft van
de algemene chirurgie. Op
dit laatste eigenlijk is de
hele zaak fout gelopen. Dr.
Van der Schaar vindt, dat
de hartchirurgie in een zie
kenhuis als het Eindhoven
se een aparte afdeling moet
worden en dr. Eysbouts
zegt, dat dit allemaal mooi
en aardig is, maar dat in
het associatie-contract staat,
dat de afdeling hratchirur-
gie onderdeel blijft van de
reeds bestaande afdeling
Heelkunde- Dat moet ook
wel, zegt hij er bij, want er
zijn te weinig patiënten om
zo'n afdeling aandacht te
maken. Als er te weinig
geld is dan kun je zo'n
afdeling niet goed genoeg
bemannen en bovendien
verdient dan de chirurg het
zout niet in de pap. Tot slot
heeft ir. Eysebouts uit het
inkomen van de algemene
chirurgie aan dr. Van der
Schaar een jaarinkomen
van honderdduizend gulden
gegarandeerd.
Dat was wat men noemt
een fundamenteel menings
verschil en in de loop van
de jaren Week dat de twee
geassocieerden er niet over
dachten om elkaar een
duimbreed toe te geven.
Dr. Van der Schaar haalde
uit Leeds dr. Mashour in
wie hij veel ziet, zowel als
medlicus als persoon. Hij
dringt er bij het bestuur op
aan om dr. Mashour als
tweede hartchirurg te be
noemen, uiteraard in een
nauw samenwerkingsver
band met dr. Van der
Schaar.
Het ging desondanks
steeds slechter. Zo slecht,
dat dr. Van der Schaar op
15 november 1971 laat we
ten, dat hij niet goed meer
kan werken in het Eindho
vense ziekenhuis en zo snel
ais mogelijk is ergens an
ders naar toe wil gaan.
Consternatie in het zie
kenhuis; de cardiologen
maken zich ongerust over
het voortbestaan van de
hartchirurgie in het Eind
hovense Binnenziekenhuis
en vragen het bestuur om
dr- Mashour maar zo snel
mogelijk als onafhankelijk
hartchirurg te benoemen.
Dat gebeurt ook: hij zou
per 1 juli 1972 als zodanig
worden benoemd. Op dat
moment informeert dr. Van
der Schaar beleefd en niet
zo vriendelijk of het het be
stuur soms in de bol is
geslagen: dr. Mashour is
een beste man, maar de
laatste tijd is dr. Van der
Schaar toch ernstig gaan
twijfelen aan de goede hoe
danigheden van dr. Mas
hour als chirurg en als per
soon.
Leiden was weer in last
en het bestuur zag geen
andere uitweg naar dan een
commissie van goede dien
sten te formeren. Dat werd
dr. Veldkamp. Deze grijze
eminentie leek de aangewe
zen persoon om dit varken
te wassen. Vooral door zijn
persoonlijke kwaliteiten en
groot gezag moest hij in
staat worden geacht om
werkbare oplossingen te
vinden. Hij is gaan praten
met alle betrokkenen, heeft
zijn licht opgestoken bij
nationale deskundigen
(prof. Nieveen, die juist
bezig was met een rapport
over de situatie in Neder
land ten aanzien van de
hartchirurgie) en kwam tot
de ontdekking, dat dr. Van
der Schaar het juist had
gezien: ook de commissie-
Nieveen stelt, dat de hart
chirurgie als een aparte
eenheid moet functioneren.
Hij hoopte, dat deze consta
tering voldoende zou zijn
om de andere partij in het
Binnenziekenhuis er van te
doordringen, dat het beter
is de tegenstellingen maar
te vergeten in afwachting
van een definitief hart-chi-
rurgisch centrum in Eind
hoven en zo snel mogelijk
weer aan het werk te
gaan-
De andere partij de
medische stad dus legt
zich neer bij de onvermij
delijke opbouw van een
aparte hart-chirurgische af
deling ,maar weigert om dr.
Van der Schaar in die tus
sentijd als partner te ac
cepteren. Het medisch ver
schil van inzicht is bij wijze
van spreken uit de weg ge
ruimd, maar de persoonlij
ke ruzie allerminst. Ook al
biedt dr. Van der Schaar
zijn excuses aan aan dr.
Mashour.
Nu moet de minister het
verlossende woord spreken.
Dr. Veldkamp had er in
zijn rapport al op gewezen,
dat het helemaal niet denk
beeldig is, dat de minister
zal zeggen: „Ik ben het ge
ruzie beu; ik trek de ver
gunning om in Eindhoven
nog open hart-openaties te
verrichten in".
Alles bij elkaar dus een
vrij uitzichtloze zaak. De
hartpatiënten herinnert
u zich nog: hun belang
moest toch voorop staan, zei
iedereen worden niet ge
holpen.
Niet in Eindhoven, ook niet
in trecht waar een dure
kliniek leeg ligt te wachten
tot een soortgelijke ruzie
daar is opgelost. Dat is
iets waarover zelfs niet-
hartpatiënten zich kunnen
opwinden. En opwinding is
zoals iedereen weet
hartstikke slecht voor je
rikketikkerikketikkerik..--
ke...tik...ke....tik.
HANS LUTZ
(ooffA van oe vei
(O oef A VAN DE VEHl
(DORA VAN DB VEN j
(DOff A VAN DE KEN
/DOff A VAN DE KEN
/DORA l/AN DE'KEN
/DORA l/AA/ DE KEN j
/DORA i/AN DE KEN)
/DORA i/AN DE KEN
TILBURG
Heuvelstraat 44
BREDA DEN BOSCH
Eindstraat 14 SCHAPENmarkt 17
DEN HAAG Het aantal be
zoekers aan de voorstelling
van het gesubsidieerde toneel
in het seizoen 1970-1971 is met
ongeveer een kwart miljoen
teruggelopen, gerekend naar
het daar vooraf ga ai#e seizoen
1969-1970.
Dit heeft het Bureau voor de
Statistiek becijferd. Het aantal
bezoekers liep terug van
1.436.677 naar 1.199.165. Bijna
de helft van het aantal voor
stellingen vond plaats in de
steden Amsterdam, Rotterdam,
Den Haag en Eindhoven, Het
aantal voorstellingen liep te
rug van 3.754 tot 3.272.
Het meeste gespeelde stuk in
dat seizoen was „Kees de Jon
gen" van Gerben Hellinga.
Centrum trok met 133 voor
stellingen van dit stuk bijna
100.000 mensen (9B.U35).
Het bureau van de statistiek
heeft berekend dat het Neder
landse stuk in de laatste jaren
is toegenomen. Op het reper
toire in het seizoen '67-'68 was
8 procent van de stukken van
Nederlandse oorsprong, in het
seizoen '70-'7I was dat 23
procent.
Brieven voor deze rubriek moeien
met volledige naam en adres worden
ondertekend. Bij pubiikatie zullen deze
vermeld worden. Slechts bij hoge uit
zondering zal van deze regel worden
afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Pubiikatie van brie
ven (verkort of onverkort) betekent niet
dat de redactie het in alle gevallen
eens is met inhoud, c.q. strekking.
Na haar jongste congres
mist de PvdA het recht, ons
land te leiden, omdat zij zich
zelf niet eens kan leiden. Dit
meent de heer Berger. En wij
willen hem die mening niet
afstrijden. Integendeel! Maar
wat te denken vain een DS'70,
waarvan de leiding zich on
verhoeds door een handopste-
kende meerderheid tijdens het
verkiezingscongres een partij
standpunt laat opdringen, dat
praktisch met hetDolle Mina'
standpunt overeenkomt. En dit
nog wel op een tijdstip, nu de
verbijsterende en lugubere er
varingen, zowel met abortusli
beralisering in enige andere
landen alsook met het vooruit
lopen" op zo'n liberalisering in
eigen lnad, meer en meer evi
dent worden en de bewijzen
tégen vrije abortus zich opsta
pelen.
Het valt niet aan te nemen,
dat onder ai die handopstekers
er velen waren die van deze
ervaringen behoorlijk kennis
dragen, laat staan zich er ern
stig in verdiept hebben. Zo
min als velen van hen zich
voldoende serieus met het ab
ortusvraagstuk kunnen bezig
gehouden hebben om ten volle
te beseffen, waar het daarbij
in wezen om gaat. Maar des
ondanks speelde de partijlei
ding het niet klaar, deze on
voorbereid aan de orde gestel
de en even principiële als pro
blematieke zaak naar een stu
diecommissie te laten terug
verwijzen; hetgeen wèl ge
beurde met enige heel wat
minder ingrijpende zaken zo
als die van de ziekenfondsver
goedingen. Indien DS'70, bij al
haar ferme praat over een
„waardevast beleid", zó licht-
vaardigen onnadenkend gaat
omspringen met de meest we
zenlijke levenswaarde, dan
vergéét het maar!! Want veel
erger dan economische terug
gang, is de morele afgang
waarin DS'70 ons aldus het
dieptepunt zou helpen berei
ken.
TILBURG J. MOMMERS
AMSTERDAM (ANP) De
Edisons populair 1972 zijn toe
gekend aan de volgende ar
tiesten Beach Boys, David
Bowie, J.J. Cale, Ry Cooder,
Gerard Cox, Neil Diamond,
Leo Ferre, Roberta Flack,
Gert en Hermien, Isaac Bayes,
Quincy Jones, Jasperina de
Jong, Kinks, Pipi Langkous,
Miche) Legrand, Van Morri
son, Mouth and Macneal, Har
ry Nilsson, Rita Reys, Paul
Simon, Stampeders, Supersis
ter en Cornelis Vreeswijk. De
jury bestond uit Tineke Vos-
de Nooy, Elly de Waard, Wil
lem Duys, Jip Golsteijn, Frans
de Kok, Joop de Roo en J.J.
Vis als voorzitter.
DEN HAAG-PARAMARIBO
(ANP) Het rapport over
een migratieregeling binnen
het koninkrijk is gereed. Het
is inmiddels overhandigd aan
de drie regeringen. De inhoud
van het rapport dat door een
zestal ambtenaren uit de drie
rijksdelen is opgesteld blijft
echter voorlopig nog geheim.
Maar in Paramaribo ver
klaarde de Surinaamse pre
mier dr. Jules Sedney dat de
groep tot hoofdopdracht had
een oplossing te zoeken voor
het probleem van de minder
jarigen. Deze kinderen, aldus
de Surinaamse eerste minister,
komen vaak op Schiphol aan
zonder dat in de voogdij is
voorzien- „Er is vaak niet eens
iemand aanwezig om ze af te
halen".
„Ik begrijp wel waarom
men zich in Nederland de
laatste tijd zo druk maakt
over het vraagstuk der migra
tie", zo vervolgde hij. „De te
ruglopende conjunctuur en de
toenemende criminaliteit zul
len daar wel de belangrijkste
redenen voor zijn".
„De enige oplossing van het
vraagstuk is het gelijktrekken
van het welzijnsniveau, het
geen in feite neerkomt op een
versnelling van het ontwikke
lingstempo en het beschikbaar
stellen gedurende een ruime
overgangsperiode van meer
gelden voor de meest noodza
kelijke sociale voorzieningen",
zo stelde de Surinaamse pre
mier.