„Prins Claus is optimistisch, want hij gelooft in de mens"
Slachtoffer van Belgische justitie:
YEEL OMVATTENDE INFORMATIE IN BOEK OVER PRINS VAN DRA. SCHENK
Leiderschap
Arafat
betwist
Dof,
kleurloos
haar?
buitenland
Zenuwachtig
Kritiek
Verhaal
Geen tijd
Toeval
Spot
Brieven
Muntje
Cholera vormt in
Afrika nog
steeds bedreiging
haarkleurversteviget
papier
oor uw pen
Vragen aan de
J.O.V.D.
Woensdag 30 augustus 1972
14
DEN HAAG (ANP) In
de werkkamer van prins
Claus hangt een kaart van
Nederland met vlaggetjes
in diverse kleuren, geprikt
op de plaatsen, die de prins
bezocht heeft. Het vlaggetje
voor een officieel bezoek
heeft een andere kleur dan
dat voor een algemeen werk
bezoek en de vlaggetjes, die
de bezoeken aangeven, wel
ke hg in zijn functie van
„ruimtelijke ordenaar" heeft
gebracht, hebben weer een
andere kleur De laatste soort
overheerst en de kaart ver
toont niet veel „witte" plek
ken meer.
Deze en vele andere nauw
gezette beschrijvingen staan in
het boek „Prins Claus", ge
schreven door mevrouw drs.
H.G. Schenk- Het verschijnt
deze week bij de boekerij
Baarn.
Oiid-minister-president,
thans minister van staat dr.
W. Drees sr. noemt in zijn
voorwoord het boek aantrek
kelijk, omdat het een veelom
vattende informatie geeft.
„Het licht ons in. Het doet ons
de prins beter kennen en
daardoor, en niet door een
overvloed van kwalificaties,
begrijpen en waarderen." Vol
gens dr. Drees maakt het boek
duidelijker dan het reeds was
het Nederlandse volk. Dit al-
hoe goed prins Claus past in
ons vorstenhuis, in ons volk
en in deze tijd.
Dra Schenk kon haar boek
schrijven omdat zij prins
Claus vaak sprak én vele ma
len volgde. „Vele maanden
lang hebben wij prins Claus
gevolgd op zijn binnenlandse
reizen. Wij zijn er vrijwel
steeds bijgeweest als hij een
openbare functie vervulde
(een enkele maal ook bij een
particulier bezoek). Wij heb
ben zijn persconferenties bij
gewoond- Wij hebben hem als
niet-onderdanige Nederlanders
kritische vragen gesteld waar
op wij soms openhartige, soms
diplomatieke antwoorden heb
ben gekregen. Hij heeft ons
uitgedaagd de vaak moeilijke
en ingewikkelde woorden te
vertalen. Wij hebben hem op
de tv gezien en horen spreken.
Wij hebben vele van zijn re
devoeringen gehoord. Wij heb
ben gesproken met zeer velen
van zijn medewerkers en
vrienden", aldus Dra
Schenk.
In betrekkelijk korte hoofd
stukken heeft Dra Schenk ge
probeerd de haars inziens be
langrijke fasen uit het leven
en het werk van prins Claus
te belichten. Zijn jeugd, zijn
studie, zijn eerste werkzaam
heden in Duitse diplomatieke
dienst, zijn ontmoetingen met
prinses Beatrix (aan wie het
boek is opgedragen), het hu
welijk en alles wat daaraan
voorafging, het contact met
les wordt uitvoerig behandeld
en beschreven.
Veel bijzonderheden heeft
Dra Schenk kunnen achterha
len, Maar zij zelf moest beken
nen, dat de herkomst van de
naam Claus een familiegeheim
blijft. Alleen zijn vader droeg-
deze naam, doch in de voorge
slachten komt hij geen enke
le maal voor.
Prins Claus, in 1926 ln
Duitsland geboren, ging als
peuter met zijn ouders mee
naar een Duits-Engelse sisal-
en koffieplantage, 25 km ten
noordwesten van de havenstad
Tanga gelegen. In die stad had
hij zijn eerste ontmoeting met
Nederlanc,.
„Met zijn vader gaat hij aan
boord van een schip met de
voor de jongen moeilijke naam
Bloemfontein van de Holland-
Afrikalijn. Een hofmeester
heeft pleziei in de nieuwsgie
righeid van de jongen die
geen schepen van dit formaat
kent. Hij beantwoordt zijn
vragen en geeft hem een
handvol Haagse hopjes- Dertig
jaar later zou de man, die
geen zoete mond heeft, vrien
delijk zeggen, dat hij de kle
verige zoetigheid toen heerlijk
had gevonden.
Tegen het einde van de vijf
tiger jaren was prins Claus
derde secretaris bij de West-
duitse ambassade te Ciudad
Trujillo in de Dominicaanse
Republiek. Tijdens zijn ver
blijf daar vonden processen
plaats tegen tegenstanders van
dictator Trujillo. „Claus von
Amsberg had nogal wat con
tacten met tegenstanders van
de dictators", aldus dra.
Schenk. „Bij een eerste proces
vielen de zwaarste vonnissen
aan de lopende band. Officieel
bestond de doodstraf niet
meer, maar de veroordeelden
verdwenen, waarna zij meestal
werden geliquideerd. Toen in
eens was het afgelopen met
die zware vonnissen en die
verdwijningen."
Volgens de schijfster kwam
dit, omdat Claus de verdere
processen bijwoonde, aanteke
ningen maakte en daardoor de
rechters zenuwachtig maakte.
„Jaren later zou een Neder
lands zakenman bij een be
zoek aan collega's in de Domi
nicaanse republiek vele malen
te horen krijgen: „Onze kinde
ren danken hun leven aan jul
lie prins Claus." Op zijn ver
wonderde vraag: hoezo? kreeg
hij te horen het verhaal van
de processen die tegen de kin
deren waren gevoerd. De ou-
lers waren ervan overtuigd, dat
de diplomaat Von Amsbeng
hun leven had gered. De ge
vangenschap waartoe zij wa
ren veroordeeld, had niet lang
geduurd, want in mei 1961
werd de dictator vermoord en
voor het eind van het jaar zijn
hele kliek aan de kant gezet."
Dra Schenk meent, dat de
beroering rond de verloving
van prinses Beatrix en prins
Claus door een samenloop van
omstandigheden veroorzaakt
werd. In haar boek heeft zij
gewezen op de verschijning
van het boek „Ondergang"
van prof- dr. J. Presser over
de vervolging en de verdel
ging van het Nederlandse jo
dendom, kort voor de verlo
ving en op de herdenking van
de twintigste verjaardag van
de bevrijding van het nazijuk
ln mei 1965. „De anti-Duitse
gevoelens laaiden in mei 1965
weer op. Precies op dat ogen
blik werd onthuld dat de
kroonprinses zich met een
Duitser wilde verloven."
Stap voor stap heeft Dra
Schenk prins Claus gevolgd in
de maanden voor zijn huwe
lijk en in de jaren daarna,
daarbij uitgaande van zijn uit
spraak op 28 juni 1965: „Ik zal
mijn best doen en proberen
uw vertrouwen te winnen."
Prins Claus oriënteerde zich
eerst. „Dit was het programma:
hij zou aan de top beginnen.
Hij zou gesprekken hebben
met topfiguren uit de politiek,
het bedrijfsleven, de sociale
en culturele sfeer. Hij zou zich
kennis moeten verwerven van
de staatsinrichting en de staat
kundige problemen, hij zou
inzicht moeten krijgen in de
sociaal-economische structuur
van Nederland, hij zou ken
nis gaan maken met de belang
rijkste stromingen op gods
dienstig terrein en contacten
moeten leggen met de wereld
van kunst, cultuur en pers."
Na die oriëntatie volgde de
keuze van het werk. Dra
Schenk heeft in het bijzonder
aandacht besteed aan het
werk, verbonden aan het lid
maatschap van de raad van
advies voor de Ruimtelijke
Ordening en aan het voorzit
terschap van de Nationale
Commissie voor het Tweede
Tienjarenplan voor de Ont
wikkelingsstrategie van de
VN. „Heeft een lid van de
koninklijke familie een slot op
de mond'", aldus een vraag in
het boek. „Natuurlijk is het
ondenkbaar dat prins Claus
tijdens een openbare vergade
ring van de raad van Advies
voor de Ruimtelijke Ordening
een fiks nummertje kritiek
weggeeft op de politiek van
zijn „baas", de minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelij
ke Ordening. Maar in besloten
vergaderingen van het presidi
um van die raad kan hij wel
degelijk kritiek oefenen op
een plan, waarover het advies
van de raad wordt gevraagd
door welke minister ook", al
dus Dra Schenk.
PRINS CLAVS
In de slotbeschouwing staat
te lezen: „Prins Claus ziet
duidelijk, dat de westerse
mens van vandaag voor enor
me problemen staat, maar hij
is optimistisch, want hij ge
looft in de mens. Hij gelooft
in het sociale bewustzijn van
de mens en in zijn vermogen
om problemen te herkennen
en op te lossen. Hij ziet het
als zijn grote taak daaraan
mee te werken.
HET BLIJFT
ZUNDERT J. Th.
Koeman uit Zundert
wordt steeds nerveuzer
naarmate zijn verhaal
vordert en ook zijn
vrouw wordt erdoor be
smet. De laatste drie si
garetten heeft ze achter
elkaar gerookt, de één
met de ander aanstekend.
„Het is nu al enige tijd
geleden dat ze me vrij
lieten", zegt de heer
Koeman, „maar het blijft
maar aan je vreten en
telkens word je ermee
geconfronteerd. Soms
midden in de nacht. Dan
kan ik ervan wakker lig
gen".
De heer Koeman is naar
hij zegt een slachtoffer van
de Belgische justitie. Zijn
advocaat in Breda, die ove
rigens niet betrokken was
bij het gewraakte Belgische
justitie-optreden, zegt geen
enkele reden te heben aan
het verhaal van de heer
Koeman te twijfelen.
In de vroege morgen van
3 januari 1971 werd de heer
Koeman in een hotel te
Gent gearresteerd. Hij kwam
toen van het nieuwjaars
feest van zijn werkgever,
waar tegelijk zijn promotie
was bekend gemaakt. Zijn
vrouw was bij hem. Vanaf
dat moment beleefde de fa
milie Koeman een nacht
merrie die een halfjaar zou
duren en die zich nu nóg
niet helemaal heeft terugge
trokken. Maar na dat ergste
half jaar werd de heer Koe
man, na een zitting waarin
de rechter fors van leer was
getrokken tegen het Open
baar ministerie, vrijgespro
ken. Hij bleek niet de „op
lichter" te zijn die een ijve
rige politie insepeteur bijna
een jaar tevoren in hem had
gezien.
Intussen wist heel Zun
dert wat er met de heer
Koeman aan de hand was,
wist men dat hij géén auto-
ongeluk had gehad en géén
heupfractuur had, zoals zijn
vrouw had verteld, geïnspi
reerd door het ongeval dat
de toemalige minister mej.
Marga Klompé was overko
men. Zij zegt: „Dat verhaal
was niet meer vol te hou
den. Minister Klompé was
al lang weer terug in haar
ambt en toen was mijn man
er nog niet." Mevrouw Koe
man is Duitse, maar ze zegt:
„Ik wil nooit meer een
kwaad woord horen over de
Brabanders. De mensen hier
hielden zich prachtig tegen
over mij. Veel morele steun
en geen gepraat".
De heer Koeman: „Toen
ik thuiskwam zat m'n huis
vol Zundertse vrienden".
In 1968 kwam het echt
paar Koeman met hun kin
deren uit Duitsland, waar
de heer Koeman had ge
werkt voor een groot uitge
versconcern. Hij kwam naar
Nederland om daar de Eu
ropa-club op te zetten, een
boeken- en grammofoonpla-
tenclub van een groep uit
gevers en platenmaatschap
pijen. Hij werd agent, het
geen betekende dat hij voor
eigen rekening en risico le
den ging werven. Daartoe
trok hij vertegenwoordigers
schijnen, maar wel om hier
te dansen. We zullen je in
België leren dansen en niet
te kort ook. Waarom heb je
ook geen hoge hoed op ge
zet? Daar houden Hollan
ders toch zo van?
AAN
JE VRETEN
V«<5
Sïrjas?
Een bericht uit onze krant van 12 augustus j.l. De heer
Koevoets is niet de enige die zich ergert over het optreden
van de Belgische justitie.
aan die voor hem de baan
opgingen. De wervingsme
thoden van deze vertegen
woordigers waren niet al
tijd even vlekkeloos, het
geen ertoe leidde dat Ko
ning Klant en de Consu
mentenbond, ernstig kritiek
gingen leveren op de Euro
pa-club.
Het gevolg daarvan was
dat de heer Koeman in één
klap ongeveer de helft van
zijn leden in Nederland en
België verloor. Na juridisch
advies ingewonnen te heb
ben besloot de heer Koeman
aanmaningen rond te gaan
sturen aan degenen, die hun
met een handtekening be
krachtigde verplichtingen,
niet meer wilden nakomen.
Voor de Belgische leden
schakelde hij daarvoor een
incassobureau in dat ten
slotte al zijn Belgische vor
deringen van hem „kocht".
Nu wilde het toeval dat
één van degenen die van het
Belgische bureau een aan
maning ontving, de echtge
note was van een inspec
teur van de gerechtelijke
politie. En die man diende
prompt een aanklacht in te
gen de heer Koeman (en het
incasso-bureau) wegens op
lichting. Er volgde een op
roep voor de gerechtelijke
politie in Gent te verschij
nen. De heer Koeman ging.
„Ik was me van geen kwaad
bewust. Maar dat verander
de snel. Ik werd zó onvrien
delijk en zo onheus behan
deld, uitgescholden en geïn
timideerd dat ik angst
kreeg. Na vijf minuten lie
ten ze me gaan. Ik zou er
wel meer van horen. Ik had
ze precies verteld hoe de
vork in de steel zat en ik
rekende er op dat daarmee
de kous wel af zou zijn."
De heer Koeman had in
middels, de Europa-club-za-
ken afwikkelend zo goed en
zo kwaad dat ging, een an
dere baan gekregen als ver
koop-manager van een fir
ma in tafelgerei met een
hoofdkantoor in Gent. Dit
toeval zou een belangrijke
rol spelen in wat verder ge
beurde.
In het najaar kreeg de
heer Koeman een oproep
om te verschijnen voor de
onderzoekrechter in Gent.
Denkend dat het misschien
slechts om een formaliteit
ging, maar door het vorige
politieoptreden toch ook
wel bevreesd, probeerde de
heer Koeman daar onderuit
te komen door aan te voeren
dat hij het zeer druk had
en te verzoeken het verdere
onderzoek door de Neder
landse justitie te laten ver
richten. Koeman: „Ik had
het werkelijk ontzettend
druk met m'n nieuwe baan.
Maar ik was ook bang ge
worden van ze. In het bui
tenland, ook al is het Bel
gië, voel je je in dit soort
zaken toch al zwakker dan
in je eigen land."
De heer Koeman hoorde
niets meer van de zaak en
dacht er niet eens meer aan
toen hij zich, onder eigen
naam, in Gent liet inschrij
ven in een hotel omdat het
nieuwjaarsfeest van zijn
werkgever daar gevierd
werd. Dat feest werd op za
terdag 2 januari gehouden.
In de vroege morgen van
3 januari, toen het echt
paar Koeman in het hotel
terugkeerde, stond de politie
te wachten
De hele zondag bracht
de heer Koeman door in een
politiewachthuis en in een
huis van bewaring. De ver
bijsterde mevrouw Koeman
kreeg geen enkele inlich
ting. Dat zou trouwens we
kenlang zo duren. Weken
waarin zij bijna dagelijks
naar Gent reisde omdat deze
of gene had gesuggereerd
dat ze dan haar man wel
weer mee zou krijgen. Me
vrouw Koeman: „Soms lie
ten ze ons elkaar opzette
lijk mislopen". De maandag
na de arrestatie kwam de
heer Koeman voor de onder
zoeksrechter. „Daar kreeg
ik de schrik van m'n leven.
Ik had het hele weekend ge
dacht: zo gauw ik de zaak
aan een autoriteit kan uit
leggen, dan zal het wel
voorbij zijn. Maar ik kreeg
niet eens de kans het woord
te doen. Ik werd uitgemaakt
voor oplichter en er werden
toespelingen gedaan op mijn
Nederlanderschap. Ik was
nog in feestkleding, een
smoking. De onderzoeks
rechter zei: meneer heeft
geen tijd om hier te ver-
De heer Koeman vroeg
hoe lang dit alles ging du
ren. Of de zaak niet meteen
onderzocht kon worden. „Re
ken maar niet op een paar
dagen. Ik zal wel zorgen dat
het langer duurt. Ik heb er
trouwens nu geen tijd voor,"
zou de onderzoeksrechter
hebben gezegd.
„De hoop die ik op de
Raadkamer had gesteld ging
ook al in rook op," aldus de
heer Koeman, „want de on
derzoeksrechter verklaarde
daar gewoon dat het onder
zoek nog niet afgesloten
was. Met hetzelfde argument
werd al die tijd ook mijn
(Belgische) advocaat de toe
gang tot de stukken ont
zegd. Na 18 dagen kwam ik
opnieuw voor de Raadka
mer. Ik werd vrijgesproken
maar de onderzoeksrechter
ging meteen in beroep. Ik
ging opnieuw de gevangenis
in om voor de zoveelste keer
mijn t(jd af te wachten. Ik
was er ziek van. In het be
gin houd je jezelf voor dat
je in zo'n gevangenis niets
te maken hebt, dat je er
niet bij hoort. Morgen kom
ik wel vrij, of volgende
week, of over twee weken
Dat zeg je allemaal
tegen de anderen. Maar op
den duur gaan ze je bespot
ten. „Daar heb je de on
schuldige," zeggen ze dan.
Op een gegeven moment
raak je zo gefrusteerd dat je
inderdaad begint te denken
dat je een misdadiger bent."
Mevrouw Koeman: „Hij
moest ook telkens hand
boeien om. Dat heeft me
enorm geschokt."
voortdurend te kloppen en
te hameren. De invallende
rechter wist al niet veel af
van de inmiddels zeer ge
compliceerd geworden zaak,
maar verstond bovendien
door al die bouwherrie geen
woord van wat de advoca
ten zeiden. Tot tweemaal
toe onderbrak hij de zitting
tijdens de pleidooien om
naar hij verklaarde een
muntje in de parkeermeter
te gaan doen. Tenslotte
vroeg hij aan mijn raads
man, hoelang het nog zou
duren omdat hij anders de
zitting weer zou moeten
schorsen. Het leek wel een
film. Na een week kreeg ik
te horen dat ik een halfjaar
had gekregen, evenals de
incasseerder. Onze verdedi
gers tekenden beroep aan en
dat werd weer tien weken
wachten.
Enfin, tenslotte de
zaak loopt nu al vijfeneen-
halve maand sinds m'n ar
restatie kom ik weer voor
het Hof van Beroep. De
rechter begint uit te pakken
tegen het Openbaar Minis
terie en het slot van het
liedje is dat ik naar huis
mag. Eindelijk! Drie weken
later moet ik terug naar
Gent om de uitspraak aan
te horen: vrijspraak; De kos
ten van het proces zijn voor
de Belgische staat."
De vreugde en de opluch
ting zijn enorm groot in hui
ze Koeman en dat duurt nog
wel even zo. Maar dan komt
natuurlijk de kater, tegelijk
met de rekeningen van de
advokaten. De heer Koeman
heeft geen werk meer en
steeds meer gaat het aan
hem knagen dat hij gerui-
neerd is voor niets. Het is
al 1972 voor hij in actie
komt. Tot dan heeft zijn
vrouw hem tegen gehouden.
„Het is toch voorbij," heeft
ze alsmaar gezegd, „laat het
toch rusten."
Koeman: „In de Belgische
gevangenissen schijnt het er
heel wat ouderwetser toe te
gaan dan in de Nederlandse.
Het was er slecht en verne
derend. Ik mag geloof ik
niet zeggen dat ik, omdat ik
Nederlander was, werkelijk
slechter werd behandeld dan
Belgische gedetineerden,
maar mijn nationaliteit was
wel dikwijls onderwerp van
spot en gescheld. Ik kreeg de
indruk dat ze daar in elke
Hollander een oplichter en
een pornograaf zien."
Zo sleepte de affaire,
waarmee niemand haast
maakte, ook de verdediging
van Koeman niet (hij had
als advocaat een coryfee die
echter ook „iemand" was in
de politiek en het juist met
dit laatste het drukste had),
zich voort, het voorjaar in.
Koeman beschrijft dan de
zitting waarin hij tenslotte
tot een halfjaar gevangenis
straf wordt veroordeeld:
„De Zesde Kamer, noem
den ze het, geloof ik. De
rechter die de zaak behan
delde was ziek. Een hoogbe
jaarde man verving hem.
Hij werd gesecondeerd door
twee andere rechters waar
van er één een vrouw was.
De rechtzaal werd verbouwd
en dat werk ging gewoon
door. In de aangrenzende
zaal stonden bouwvakkers
Maar de heer Koeman
schrijft aan koning Boude-
wijn: „Elk van uw onder
danen zou het zeker als van
zelfsprekend aannemen, dat
ik voor de noodlottige ge
volgen van een vergissing
opkom. Waarom stopt deze
opvatting dan bij uw rechts
bestel?"
Hij schrijft naar de com
missie van de Rechten voor
de Mens in Genève: „de tijd
die men nodig had om deze
zaak te onderzoeken staat
toch in geen enkele verhou
ding tot de aard van de
aanklacht?"
En tot Ombudsman Mar
cel van Dam: „U kunt zich
niet voorstellen met hoeveel
vooroordelen men ais Ne
derlander bij de Belgische
justitie te maken krijgt."
Alleen de koning heeft tot
nu toe geantwoord. Via zijn
minister van justitie: „In
antwoord op uw schrijven
d.d. 3 maart 1972 aan Zijne
Majesteit Koning Boude-
wijn heb ik de eer u mede
te delen dat de Belgische
wetgeving geen vergoeding
voorziet voor onwerkdadige
hechtenis." Dat is de hele
brief.
Mevrouw Koeman heeft
het lang weten tegen te
houden, maar haar man wil
zijn verhaal nu eindelijk wei
eens echt kwijt, zijn Bre
dase advokaat: „Dat kan ik
me voorstellen ja. Het is me
de Benelux wei."
W. KOCK.
BEIROET (DPA) Voor
het eerst sinds de Juni-oorlog
van 1967 lukt de tot dusver
onaangetaste positie van Jassir
Arafat ais leider van het Pa
lestijns verzet in gevaar.
Verscheidene Arabische re
geringen werken aan de val
van Arafat, zo meldt het Liba
nese blad „Beiroet", een
spreekbuis van het „Arabische
bevrijdingsfront", een organi
satie die door het Baath-re-
gime in Irak wordt gesteund.
Volgens dit bericht zou Ara
fat opgevolgd moeten worden
door Chalif Hassan, een Fa-
tah-leider, die bekend staat om
zijn gematigde houding en zijn
goede betrekkingen met Feisal
van Saoedi-Arabië.
Het Russische partijblad
Prawda heeft een beroep ge
daan op de Palestijnse ver
zetsbeweging af te zien van
terrorisme en haar activiteit
te integreren in de „gemeen
schappelijke strijd" van de
Arabische volken. Reactionai
re Arabieren, imperialistische
agenten en Israëliërs drijven
de Palestijnen tot extremisme
om de verzetslieden in de ogen
van de publieke opinie af te
kunnen schilderen als terroris
ten, hun contacten met de
Arabische massa's in gevaar te
brengen en hen internationale
steun te ontnemen, aldus de
Prawda.
BRAZZAVILLE (AFP) In
nog geen twee jaar zjjn er in
Afrika 13.216 mensen aan cho
lera gestorven, zo zegt de af
deling Afrika van de wereld
gezondheidsorganisatie in een
gister gepubliceerd verslag
over de gezondheidstoestand
in dit werelddeel.
(ADVERTENTIE)
in 21
light- proof
tinten
herstelt
de kleur
van uw
haar.
BETER DAN
BEST!
Brieven voor deze rubriek moeten
met volledige naam en adres worden
ondertekend. Bij publikatie zullen deze
vermeld worden. Slechts bij hoge uit
zondering zal van deze regel worden
afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publikatie van brie
ven (verkort of onverkort) betekent niet
dat de redactie het in «He gevallen
eens is met inhoud, c.q. strekking.
De heren Eddy Nijpels en
Bert v. d. Stoel, beiden JOV-
D'ers, hebben gedurende 3
weken een bezoek gebracht
aan Angola, zulks op uitnodi
ging van de Portugese rege
ring, teneinde zich ervan te
overtuigen, of het nu wel
waar is, wat het Angola-comi^
té in Nederland ons allemaal
probeert wijs te maken over
onderdrukking, dwangarbeid,
terrorisme e.d. Zij zijn in An
gola door de autoriteiten alle t-
vriendelijkst ontvangen, get>
moeite was deze mensen te
veel om het Eddy en Bert zo
goed mogelijk naar de zin te
maken en zij konden gaan en
staan waar zij wilden. Zij zijn
dan ook (hoe bestaat het!) tot
de conclusie gekomen, dat er
in Angola geen vuiltje aan de
Lucht is. De Angolezen kunnen
redelijk goed met de Portuge
zen opschieten en van onder
drukking en terrorisme heb
ben zij niets gemerkt of ge
zien. Het Angola-comité verza
melt weliswaar al 11 jaar lang
moeizaam gegevens om zich
enigszins een beeld te vormen
van wat daar gaande is, Eddy
en Bert hebben maar drie we
ken nodiig om dit web van
verzinsels te ontwarren! En
nog wel door eigen aanschou
wing: wie durft daar nog te
gen te spreken? Toch waag ik
het een paar vragen te stellen
en daarbij een vergelijking te
maken met onze situatie tij
dens de Duitse bezetting, aan
gezien de overeenkomst tussen
Angola nu en Nederland toen
duidelijk moet zijn. Hoeveel
hebben Eddy en Bert van An
gola gezien? Het land is 37x
zo groot als ons land. Ter ver
gelijking: Duitsland is lOx zo
groot als Nederland, toch heb
ben de meeste Duitsers in de
jaren '40-'45 nooit een concen
tratiekamp gezien. Als ze van
het bestaan ervan hoorden, ge
loofden ze het niét! Konden
Eddy en Bert met de Afrika
nen, die op de plantages
werkten (dat geven ze toe en
ook, dat ze bewaakt werden)
spreken? Van welke taal be
dienden zij zich daarbij en
waren zij met hen alléén?
Waarop is hun uitspraak geba
seerd, dat de Angolezen rede
lijk goed met de Portugezen
kunnen opschieten? Weer ter
vergelijking: ook de Nederlan
ders waren tijdens de Duitse
bezetting een rustig werkend
volk, vrij vrolijk, want we
moesten er toch doorheen en
duizenden Nederlanders heb
ben redelijk goed met de
Duitsers kunnen samenwer
ken. Toch zou minstens 90%
van de bevolking hen graag
met eigen handen de grens
overgesrneten hebben of nog
erger! Zelf heb ik nooit één
razzia meegemaakt of welke
Duitser dan ook maar één on
rechtmatige daad zien plegen.
Moest ik daaruit concluderen
dat ze nog zo beroerd niet
waren? Bovendien hoef je niet
op iedere straathoek een sol
daat met een geweer in de
aanslag te zetten om een volk
in bedwong te houden. Daar
zijn andere middelen voor en
veel effectiever: angst zaaien
b.v. Juist verleden week is in
deze krant nog het relaas te
lezen geweest van de thans in
Nederland verblijvende pater
Luis da Costa uit Mozambique,
een andere Portugese kolonie.
Daaruit bleek, dat de Portuge
zen de „kunst" van het zaaien
van angst heel goed meester
zijn. En dan nog iets: de ar
beiders op de plantages wer
den niet bewaakt, wel nee, zij
werden beschermd tegen aan
vallen van „terroristische gu
erilla's". Waar hebben we dat
toch meer gehoord? Onze ver
zetsstrijders werden door de
Duitsers consequent terroris
ten genoemd. B.v.: een gewa
pende terroristische bende had
een lafhartige overval ge
pleegd op vredelievende Ne
derlanders, die met de Duit
sers wilden samenwerken.
Lees: een verzetsgroep had
een overval gedaan op een be-
volkingsburea-u, teneinde het
daar aanwezige kaartenregis-
ter te vernietigen. Het ligt er
maar aan, welke bril je opzet.
Soms kan een mens immers
zijn eigen ogen niet geloven?!
Tenslotte: vast en zeker heb
ben vele mensen met mij toch
wel een uitgebreider verslag
verwacht van deze 3-weekse
reis. Misschien komt dat
nog?
BERGEN OP ZOOM
C. H. HENDRIKS-
OUDERDORP
ZAANDAM (ANP) Kapi
tein J. Lemstra (28) van het
Leger des Heils in Zaandam,
is in de nacht van maandag op
dinsdag in het gebouw van
het leger neergeslagen door
een indringer. Bij de aanval
was ook een slaapgast betrok
ken.