DE JOJO 40 JAAR Anti Benzine wegen sport- brief De droom van kinderboekenschrijver G. Masure uit" De jojo, weet je nog wel oudje, ontketende in augustus van het jaar 1932 een wereldwijde rage. Dat is nu inmiddels al weer veertig jaar geleden. Ten gerieve van mensen met jeugdsentimentele gevoelens voor de jaren dertig dook Wim Wennekes in oude archieven om te ontdekken hoe populair de jojo toen eigen lijk wel was. Hij stuitte o.a. op legerorders, die militairen drie dagen kamer arrest in het vooruitzicht stelden zo zij betrapt werden met een jojo. Dus ga maar na. Babywiegen Inboorlingen Prinsgezinden Kamerarrest Speelgoedkoning Jojo -oorlog Wat nieuws door jan wintraecken Üu Ol ÜMI UMUMUriU v, .SJW.W.W I IWI' Jjllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll llllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUi In de rommella ligt er misschien nog wel eentje. Achterin, bjj dat allang af gedankte horloge en een gebroken bril. Een jojo, 'n heuse jojo. Zo'n klein rond ding met een touwtje er aan, dat 40 jaar geleden een rage ontketende van heb ik jou daar. Geen mens zo oud, zo jong, zo arm of zo rijk of de jojo behoorde wel tot de vaste inventaris van broekzak of handtas. Geen feestje zo deftig of er waren wel en kele stramme oude heren, die de sigaar terzijde scho ven om de aanwezigen be zig te houden met een de monstratie jojo uit de los se hand. Gewoon met het ding op en neer wippen was geen kunst. Tenzijja tenzij je het zo lang wist vol te houden als dat Hongaarse meisje Lenke Szönyi, dat in oktober 1932 werd uitgeroepen tot wereld kampioene. Welgeteld 2946 maal had ze haar jojo op en neer laten gaan. Naar bene den, naar boven, naar bene den en dat dan bijna 3000 keer Meer indruk kon je maken wanneer je met de jojo kunst stukjes uithaalde. Wie er bij voorbeeld in slaagde het ding in korte en lange rukjes over zijn hand te laten duikelen kon rekenen op een warm ap plaus. „Kijk eens", werd er dan gefluisterd, „hij kan de Looping the Loop". Regelrech te ademnood trad onder de aanwezigen op wanneer je daarna in vlot tempo ook nog nummers afwerkte als het babywiegen, de trapeze en het klaverblad. Maar je moest toch al Reginald Conception heten wilde je doorgaan voor een niet te evenaren genie op de jojo. Jonge, jonge, jonge, die kon er wat van! Volle zalen trok hij. Vooral wanneer hij de hond uit ging laten, dan had de zaal het niet meer. Floep, daar liet Reginald de jojo zakken. Richting moeder aarde. En ziet, daar ratelde 't ding over de vloer. Net een hond. Walking the dog. Zo kende Reginald er nog wel 24. De wereld keek ademloos toe. Het was met die jojo alle maal begonnen in Frankrijk. Achterin de 18de eeuw. Zo rond pakweg 1780. Ene meneer Lemarque zou 't onding mee genomen hebben van een za kenreis door Oost-Indië, waar de dochter van de Nabob Pe- radschak Daula de eer voor zich opeiste de uitvindster te zijn. Niks van waar, lieten handige reclamejongens in de twintigste eeuw weten. Op Pompei' hebben ze d'r een ge vonden, die 4000 jaar geleden al gebruikt werd. En trou wens. zeiden diezelfde jon gens, inboorlingen op de Phi- lipijnen gebruiken de jojo al iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiTI sinds de oertijden als een tref zeker wapen. Frankrijk gelooft daar nog steeds niks van en houdt het er maar op, dat een Frans brein de „jou-jou" heeft uitgedacht. Chauvinistisch als die Fran sen zijn wijzen ze er dan ook nog gelijk even op, dat Napo leon een groot liefhebber was van het jojoën. Zodra de grote kleine man zich met zijn Jose phine had teruggetrokken in de echtelijke sponde, kwam de Jojo tevoorschijn en werden andere geneugten voor enkele minuten vergeten. En dachten jullie nou heus, zeggen ze in Frankrijk, dat Napoleon zich bezig hield met iets dat niet origineel Frans was? Kom nu. Vient maintenant. Keizer, koning, admiraal, jojo speelden ze allemaal. De geschiedenis maakt zelfs mel ding van het feit, dat edellie den, veroordeeld tot de dood, snikkend een laatste wens de den: nog één keer met een jo jo te mogen spelen. Als dat zou kunnen dan zouden ze zonder verder een traan te la ten het hoofd prijs geven aan de guillotine. Vanuit Frank rijk rolde de iojo door Euro pa. En geloof het of geloof 't niet (geschiedkundigen zul len me gelijk geven): de jojo werd hier te lande het „han delsmerk" van de prinsgezin den. Héls waren de patriotten (herkenbaar aan zilveren keeshondjes aan hun horloge ketting) wanneer de prinsge zinden hun wandelstok met oranje linten even terzijde zetten om een demonstratie jojo weg te geven. Toppunt van ergernis was een prins gezinde, die drie jojo's tegelijk kon hanteren. Een in de lin ker, een in de rechterhand en een tussen de tanden. Om toch een beetje terug te pesten zochten de patriotten ook een spelletje. Het werd „Bilbo- quet". Aan een ivoren staafje zat onderaan een touwtje met een balletje. Aan het andere einde van het staafje een be kertje. Wie erin slaagde het balletje in het bekertje te wippen, nou, die kon bilbo- quetten. Slechts zeer langzaam maar zeker luwde de rage. Meer dan een eeuw werd omtrent de jojo niets meer vernomen. Totdat in 1932 de hel los brak. Wederom begon alles in Frankrijk, waar de populari teit van de ook wel als „klim tor omschreven jo-jo zulke vormen aannam, dat het le- gercommando zich ermee ging bemoeien. Het Haagsch Pers bureau meldde in oktober 1932 opgewonden: „Men heeft den Franschen soldaten scherpe verbodsbepalingen opgelegd tot het beoefenen van het spel. Bij een der regimenten veld artillerie is zelfs een order uit gevaardigd waarbij elke ka nonnier, die betrapt wordt op het spelen met de Jojo, zonder pardon met drie dagen kamer arrest wordt gestraft". In ons eigen land konden winkeliers, zoals zovaak bij rages, al snel niet meer aan de enorme vraag voldoen. Een grote speelgoedfabrikant te Waddingsveen, die zeer slech te tijden doormaakte, kwam er door de jojo weer helemaal bovenop. In Amerika hield vooral de grootste speelgoed koning aller tijden, Louis Marx, zich met de produktie bezig. In enkele jaren tijds verkocht hij er 100 miljoen Jaren later, in 1951, herinner de Marx zich het eerdere suc ces en andermaal ondernam hij een poging om de wereld aan het jojoën te krijgen. Al leen in Zweden had hij suc ces. Voor Louis Marx braken (veel) betere tijden aan toen hij in 1958 ene Billy Panama in dienst nam, die de opdracht kreeg Marx van zijn oude voorraad af te helpen. Billy, die in 194? vrijwel onopge merkt wereldkampioen-4-jo- jo's-tegélijk-hanteren was ge worden en meer dan 200 kunststukjes kende, kweet zich voortreffelijk van zijn taak. Billy stapte van het ene vliegtuig in het andere, liet zich afzetten in Rome, Berlijn of Parijs, demonstreerde in warenhuizen, organiseerde wedstrijden, versierde lange stukken in de pers en dan was het na een paar weken wel weer gebakken. In augustus 1958 was Billy in Nederland, na Duitsland het eerste land in Europa dat door hem aan gedaan werd. Waar hij kwam, speelde in korte tijd 20 tot 30 procent van de bevolking jojo. Louis Marx kon tevreden zijn. Hoewel: een kaper ver scheen voor de kust. De firma Duncan, zijn grote concurrent, was van plan geweest om in 1959 de jojo een revival te kunnen en zag de plannen nu gedwarsboomd door die Billy Panama. Ijlings werd de vice- president van Duncan Europa- waarts gevlogen om Panama over te halen toe te treden tot bet Duncan-concern. Billy weigerde en moest even later tpezien hoe het duo Dick Mof fat en Charles Corrano hem gingen beconcurreren namens de firma Duncan. Ook zij or ganiseerden wedstrijden, pers conferenties en demonstraties van Looping the Loops met „Eating Spaghetti's" en „A- round the Worlds" tot besluit. Zo beleefde Nederland in de nazomer van 1958 een ware jojo-oorlog. De ruzies tussen beide jojo-ambassadeurs laai den zo hoog op, dat er op een gegeven moment zelfs sprake was van een kort geding. Maar met het feller worden der ru zies steeg de verkoop (a f 1,50 per stuk) en daar was het uit eindelijk toch om begonnen. In augustus 1970 probeerde 'n' wereldbekende frisdrankfabri kant nogmaals de jojo van stal te halen. Twintig virtuozen uit- 8 landen trokken over de aardbol om de verkoop van de frisdrank én de jojo te bevor deren. Succes in ons land bleef f c lfiiiilJi]ijn§ÜÜ ditmaal uit. Slechts hier en daar waagde een enkeling zich opnieuw aan een Vlucht uit de Sing-Sing, Machinege weer, Eifeltoren of Vliegende Schotel. Wie nu, in de maand augus tus van het Jaar 1972, een speelgoedzaak binnenstapt met 0 Kent U 'm nog, de jojo? de vraag: „Heeft U voor mij een jojo?", kan, net als ik, een jonge verkoopster treffen die zegt: „Een watte?". „Een jojo, juffrouw, 'n jojo". Zij: „En wat mag dat dan wel wezen?" Ik: een ronde schijf, die je langs een touwtje naar bene den kunt laten zakken. Zij: „Nooit van gehoord, 'n Jojo, zei U? Zeker weer wat nieuws. Ik zal de baas even vragen wanneer we ze binnen krij gen". Tekst- WIM WENNEKES Foto: ANTON WERKER Een rond verkeersbord: rode band om een wit veld en in dat veld twee zwarte hoofd letters AB. Dat nog niet be staande bord in gebruik te zien is de droom van de 52- jarige kinderboekenschrijver en illustrator G. L. Mazure in Bussum. Als het aan hem zou liggen komt dit bord er, ko men er vele van en liefst zo snel mogelijk. Er gaat achter dit bord, dat hijzelf alvast ontworpen heeft, een opzienbarend plan schuil. Het plan van de AB-wegen. Enkele weken geleden kwam de Bussumse schrijver op een idee. waarvan je zou kunnen zeggen, dat het eigenlijk iet wat voor de hand ligt. Maar zoals altijd: je moet er maar óp komen. AB-wegen zijn Anti Ben- zine-wegen. De gedachten van Mazure gaan uit naar uitge strekte toeristische routes, die uitsluitend toegankelijk zullen zfln voor voetgangers, fietsers, ruiters en rijtuigen en ook voor invalidenwagentjes, voorzover die niet door ben zinemotoren worden aange dreven. elektrische dus veelal. Auto's, brommers en motoren horen er niet op thuis. Mazure stelt zich een AB- weg voor als een honderden kilometers lange strook, die zich, aaneengesloten, door de mooiste plekjes van Neder land slingert. Kruist zo'n weg andere (auto-)-wegen. dan zal een viaduct of een tunnel uit komst moeten bieden. Het moet allemaal volstrekt Anti- Benzine blijven. Niemand mag last hebben van andermans haast, van lawaai of van uit- laatgassenstank. De banen mo gen zich uitstrekken "an Zeeuwsch-Vlaanderen tot Gro- lUIIIIIUIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllllllllllHltlllllllllllllllllllllllHllllllUJ TlllllllllllltllMIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHItlllllllMlllflIlllllllllllliï ningen en van Den Helder tot Maastricht. Ze kunnen niet lang genoeg zijn, vindt Mazu re. Aan weerskanten van de route denkt hij zich een aan tal voorzieningen. Er moeten campings komen, hotels, goed kopere herbergen, pfk-nlk- plaatsen, zwembaden, speel tuinen. restaurants en wellicht supermarkts. En bordjes, die kunnen verwijzen naar wat de in de buurt liggende dorpen te bieden hebben. Alles wat de recreatie zoekende mens no dig heeft, moet er te vinden zijn. Een AB-recreant moet 't kunnen doen zonder al te veel bagage. Dan kan hij met volle teugen van de natuur genie ten en dat is de opzet. Zelfs tenten kunnen op de cam pings ai gastvrij klaar staan. Het is geen klein plannetje. Mazure: ,4e moet er niét in het klein mee beginnen. Twin- 0 G. L. Mazure met vrouw en dochter Muriël aan de wandel in het Gooi, op een voor motorverkeer afgesloten weg. „Zoiets als hier moet het worden", zegt hij. „Maar langer, véél langer". tig of dertig kilometer aan leggen, heeft geen zin. Fiets en ruiterpaden van die lengte zijn er altijd wel geweest. Nee, het moet op grote schaal ge beuren. Duizenden kilometers autowegen zijn er in ons land Waarom kunnen ei niet een paar honderd kilometer nieuw aan te leggen AB-wegen bij? We moeten gaan inzien, dat AB-wegen eigenlijk heel nor maal zijn en dat we er zelfs recht op hebben. Vroeger had je alleen maar wegen zoals ik die nu in mijn AB-plan zie, maar nu je die, met het oog op de recreatie, juist heel hard nodig hebt, zijn ze er niet meer. Dat is toch té gek?" Inmiddels heeft hij een aan tal instanties, waaronder de gemeenten en de ANWB aan geschreven. Daar verwacht hij nog antwoord van. Wel zijn er al vijfhonderd reacties van partikulieren binnen. Op één dag gooide de postbode twee honderd stuks in Mazure's brievenbus, Top Naeffstr. 17. Alle reacties, meestal ge schreven op een briefkaartje, getuigen van enthousiasme .begrijpelijk, want je kunt hier ook niet tegen zijn en zijn afkomstig van ouderen zowel als jongeren. De boodschappen variëren van „Hardstikke goed plan" en „Hoera voor Mazure, geen au to's als buren" tot wat uitge breidere zoals die van een zes tienjarige scholier die onder meer liet weten: „Ik vind het vreselijk die autowegen door de bossen die onze laatste die ren kapot maken. Ik heb diep respect voor de „uitvinder" van dit magistrale plan". Als er vijfduizend brief kaartjes of brieven binnen zijn, stapt Mazure er mee naar de ministeries die bij de uit voering van de plannen be trokken zullen zijn: verkeer et. waterstaat, en cultuur, re creatie en maatschappelijk werk. „Ik ben ervan overtuigd, dat er dan te praten' valt. Het moet allemaal kunnen, daar twijfel ik niet aan". Hij zegt wél, dat hij slechts het idee wil aandragen. Ande ren zullen de plannen moeten verwezenlijken. Zo overweegt hij het vormen van een stich ting, waarin bijvoorbeeld een bioloog, een planoloog en een wegenbouwkundige zitting hebben. In deze tijd van bezuinigin gen en prijsstijgingen gaat Operatie AB een lieve duit kosten. Mazure ziet daar geen problemen in. „Ik heb globaal laten uitre kenen, dat enkele honderden kilometers AB-weg nog niet een vijfde hoeven te kosten van wat voor een vierstrooks autoweg met een overeenkom stige lengte betaald moet wor den. Verder kan er sprake zijn van een ontlasting van de au towegen, omdat een AB-recre- ant zich nu eenmaal niet op die autoweg bevindt- Ook wordt het openbaar vervoer bevorderd, want het is wel de bedoeling dat je niet met je eigen auto naar een toegang tot een AB-weg rijdt om je wagen daar dan ergens te par keren. En natuurlijk is het toe risme er goed mee. Het kan een unieke attraktie worden met een internationale ver maardheid. Dit alles bij elkaar genomen, zie ik genoeg geld terugvloeien om AB-wegen rendabel te maken. En wat die voorzieningen erlangs betreft: och, die komen er vanzelf als du route er eenmaal ligt". Mazure rijdt zelf auto. Al 25 jaar. „Ik ben beslist niet tegen het autogebruik en ook de huidige autowegen moeten kunnen blijven bestaan, óók autobezitters. Ik stel me voor, dat mensen die voor een AB- vakantie kiezen eenmaal in de stilte van de natuur, vriende lijk tegen elkaar zullen zijn. saamhoriger worden, zich vrijer voelen en een weldadi ge ontspanning ondergaan". Het zal volgens Mazure on geveer zijn als wanneer je wandelend op de uitgestrekte hei iemand tegenkomt. Dan zeg je die persoon goedendag. En dat is een goed ding. In de drukke steden en dorpen zeg je geen vreemden goeden dag. Op autowegen ook niet. Tekst: HEIN SLUYTER A NDERLECHT draait /f slap. Slecht op stoot, geringe overredings kracht, zwak in het eindspel en ondanks een se- jour op Papendal kletsnat kruit in beide schoenen. „Ik zal Mulder niet missen" trompette George Kessleruan de tinnen des Astrid-tempels, „want Pol van Himst zelf zal zijn plaatsbekleder zijn". Wel, tegen Wuppertal SV (1- 1) leek het alsof Pol achter een grasmachine liep en ru zie met Arlette had gehad. Een gezicht als een donder bui en vuurrode oren. Ander- lecht, dat voor Jan Mulder zoiets van anderhalf miljoen gulden toucheerde, ging slechts over tot een aankoop, maar die was dan ook raak. Bierpotentaat Constant Van- denstock haalde Jacky Stock man terug. Jacky is een ver maarde meidenjager van achter in de dertig, die prachtig begint te grijzen aan bakkebaard en slaap. In Wup pertal mocht hij hét laatste kwartier meedoen, maar toen is wel wat afgelachen. Jac ky's knie- en enkelgewrich ten scharnierden zo luidruch tig dat cruel joker en toupet drager Georgke Htylens zei: „Liever een valse pruik dan dat kunstbeen van Jacky". T TET is wellicht in de J J_ haast van het huidige bestaan teloor gegaan, maar Claud ine heeft Eddy Merckx een tweede kind geschonken in de vorm van ten uitermate flinke zoon, die voor een moeilijke bevalling zorgde en Axel werd genoemd. Kenners beweren dat Axeltje naar Eddy aardt en er in zijn trappelzak dui delijk hetzelfde grote mes op heeft staan. Vader Merckx laat zich intussen niet van 't beuren afbrengen. Hij rijdt tegen koninklijke gages dag in dag uit de zogenaamde oogst- wedstrijden die hij dan ook nog aan de lopende band wint. PERSOONLIJK weet ik niet waar ik meer naar uitkijk, naar de Olym pische Spelen of naar de interland BelgiëNeder land op 19 november in de Antwerpse Bosuil. Kijk als we de „Witte Duivels" in Luik op Sclessin hadden moeten bekampen, wat waren we voor de bijl gegaan. In die zwarte kuil van Sclessin spookt het. Daar heb ik hangkasten van kerels de bibber zien krijgen. Daar staan de moeswijven van Herstal-ans en Ougree met geweldig veel brood op de plank en een knots in de hand klaar om de scheids rechter te villen, dan wel de vijandelijke buitenspelers de broek uit te trekken. Onzin? Vraag het maar aan Gerard Bergholz. die sedertdien op Sclessin de buitenlijn nooit meer dichter dan 20 meter heeft benaderd. A/T A~R in Antwerpen kan L rl Holland de Belgen best hebben. Je leest nu al tussen de re gels van de commentaren en beschouwingen door dat de witte duiveltjes zweethandjes hebben. Ze hadden nog liever tegen Rusland of Italië ge speeld dan tegen Nederland. Want ze weten best dat het fraaie flauwekul is te bewe ren dat Nederland wel top clubvoetbal heeft, maar in ternationaal geen been aan de grond krijgt. Op de duur kan dat niet. Op de duur wint ook in het internationa le contact de kwaliteit en de voetbalkwaliteit van Neder land is dubbel zo goed als die van België dat tot nog toe te veel en te innig gekust werd door madame Fortuna. OP 19 november slaat in Antwerpen het uur van de waarheid. Ik denk daarbij aan 4 zware slagen aan de ene en een doodse stilte aan de an dere kant. De Belgische na- tionalen hebben lang gedre ven op het schitterende An- derlecht met plaatsbekleder Pol van Himst voorop, maar daar is in de loop der jaren sleet opgekomen. Het grote Anderlecht bestaat niet meer. Het is zelfs zo erg dat ons al ler Goethals keer op keer moest teruggrijpen naar spe lers die duidelijk geen inter nationale klasse meer of nooit gehad hadden. Het ge heim van het succes der wit te duivels ligt in het feit dat ze een voorschot van 10 ja ren namen op geluk waarop ieder voetbalelftal recht heeft. Dat voorschot hebben ze er doorgedraaid en nu gaan ze weer gewoon doen. Te begin nen met het lijden van een flinke nederlaag tegen „den Ollander' die dan bij wijze van tegenprestatie wel be reid gevonden zal worden tot het ledigen van vele glazen en het ouderwets op stelten zetten van de Antwerpse kei- zerlei en het schipperskwar tier. De mens leeft niet van voetbal alleen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 7