Akzo doet
het ergste
vrezen voor
Ma-Breda
Expositie
in Dordt
helpt
U van
jeugd-
trauma af
„O, DAGENMELKER
GERUCHTEN OVER
FRANSE
KERNPROEVEN
hair-
spray
in
long
size
bus
binnenland
buitenland
Nettowinst
Rome grijpt in
NAC-nieuws
Etsen
Penningen
Duur
Ongeregeldheden
met Amerikaanse
soldaten
in Duitsland
Woensdag 16 augustus 1972
11
'<xrr. '//V Cóif jyri li.
afin "ia/r i rndfahrm fat) "'t'tn
rfitfiCM tfiivr/t yjftf. ftc «wi
4 erf '*rrrtMtC «nw *j
ntr-i<v& r*rs. ZW fiCx> se
/r; i/e; ivW, 1
i-up vr *fi t\rf, YjfilJ**
Viunm tfa (m£H tfr fijSég*-,
»Afi ^ffnantc cts&fjflf Ayr mirt. +:rrt
Cn i'Hfidfti ^^wt£fiefeff?ti*rniTi n.yr<mfóf(t\'A.\VY.
Tiueüi n* mtfffir m^%nn uifwita** Vtn u.
a*t *1^*71 Zpr&'Hiif *p-i nisC CécCjtx ïkrCxfin
Cmi VWK ieCJaftT ftkyCm iCm Ma i
ifij'J&fam J*r i-«Kh if¥t< «tjict.
«tt-e1 Jv?ér--ü*:,f* ór .Jr' i, xptn
QbpJf ftft •'ii' jsA"i'rtföjïft
ik ,JS» t*? nsljü&n
A s* fm# twê*L& htlMfjytr-.
'H'j Mréfj'gb Jkmt ffn m[JfakJlMr*.
'ii-iC ü-fir{ if tVjrfi,fia&hï
.rx frJkèn Htt
fïjutvt &i&£fin<r
fin
fntfr S&ffr /ïj/W,
Kte <£^j&HWTi
(Van een onzer
verslaggevers)
ARNHEM/BREDA De
vorig jaar begonnen scherpe
winstdaling bij Akzo heeft
zich in de eerste helft van
1972 voortgezet.
liet is echter vooral de
passage in het tweede kwar
taalbericht, die betrekking
heeft op de Enka, welke
somber zal stemmen: „De
opgetrede vertraging bij de
doorvoering van sanerings
plannen bij Enka-Glanzstoff
zal een nadelige invloed op
het jaarresultaat 1972 van
deze sector uitoefenen", al
dus Akzo. Nog drie dagen
verwijderd van de verwach
te bekendmaking van het
externe deskundigenrapport
over de overlevingskansen
van de Bredase fabriek
klinkt deze passage onheil
spellend.
In het tweede kwartaal heeft
de slechte gang van zaken in de
chemische garen- en vezelsec
tor in de Europese Gemeen
schap en Engeland de in het
algemeen gunstige ontwikke
ling in de overige produktgroe-
pen van Akzo overschaduwd.
Bovendien leden de omzetten
en resultaten van de Akzo-be-
drijven buiten Nederland en
West-Duitsland onder de lagere
valutakoersen. De bijdrage van
de chemisohe garens en vezels
daalde in het eerste halfjaar
met niet minder dan 59 mil
joen, voornamelijk door de la
gere opbrengstprijzen.
In de chemische sector zette
het herstel door en werden be
tere resultaten behaald dan vo
rig jaar. De farmaceutische
produkten, wasmiddelen en an
dere consumentenartikelen ble
ven op een bevredigend niveau.
In het tweede kwartaal van
1972 is de netto winst bij Akzo
gedaald van 50,4 min tot
44,2 min. Over het eerste
halfjaar is de winst met 6,6
min naar beneden gegaan van
100,6 min tot 94,0 min. Per
aandeel van 20 komt de netto
winst in het tweede kwartaal
uit op 1,64 tegen 1,87 over
het tweede kwartaal van 1971.
In het eerste halfjaar van dit
jaar was de winst per aandeel
3,48 tegen 3,73 in dezelfde
periode van 1971.
De omzet in het tweede
kwartaal 1972 daalde van
2.028,7 min tot 2.005,5 min,
maar de omzet over de eerste
zes maanden vertoonde een
lichte stijging van 4.032,3 min
tot 4.071,0 min. De kosten
(exclusief afschrijvingen) wa
ren in het tweede kwartaal
6,1 min hoger en bedroegen
1.733,7 min en gerekend over
het eerste halfjaar namen de
kosten toe van 3.425,2 min tot
3.515,7 min, aldus het bericht
van Akzo. Het bedrijfsresul
taat daalde in het tweede kwar
taal van 167,2 min tot 146,4
min en over het eerste halfjaar
van 343,6 min tot 300,9 min.
Het aantal personeelsleden
bedroeg aan het einde van het
tweede kwartaal 1972 102.200
tegen 104.500 op 1 januari 1972.
PARIJS (DPA) In Parijs
deed dinsdag het gerucht de
ronde, dat Frankrijk voorne
mens is op een afgelegen ei
land in de Grote Oceaan on
dergrondse kernproeven te
doen.
De geruchten doken op door
een bericht uit Papeete, de
hoofdstad van Tahiti, dat op
het afgelegen eiland Eaio be
noorden de Marquesas-archi-
pei, omvangrijke grondwerken
aan de gang zijn. Een krant
concludeerde daaruit dat op
het 1.500 km. van Tahiti gele
ten eilland een proefterrein
voor ondergrondse kernproe
ven wordt ingericht.
De laatste Franse onder
grondse kernproeven stuitten
in een aantal staten op heftige
kritiek.
Een woordvoerder van het
Franse proefterrein in het ge
bied van de Grote Oceaan ver
klaarde naar aanleiding van
de geruchten, dat het werk op
Eaio „bodemkumiddg onder
zoek" betreft. Aan deze ver
klaring wordt evenwel weinig
geloof gehecht.
Waarnemers wijzen erop dat
de bodem van de omliggende
eilanden al lang geen gehei
men meer bergt en Eaio geen
afwijkend patroon vertoont.
Brieven voor deze rubriek moeten
met volledige naam en adres worden
ondertekend. Bij publikatie zullen deze
vermteld worden. Slechts bij hoge uit
zondering zal van cKze regel worden
afgeweken. Naam en adres zijn dan bl|
de redactie bekend. Publikatie van brie
ven (verkort of onverkort) betekent niet
dat de redactie het in alle gevallen
«ens is met inhoud, c.q. strekking.
Het nieuws dat ons vorige
week vanuit Romé bereikte,
ten aanzien van het komend
Nederlands Pastoraal Beraad
in oktober a.s., blijkt hard te
zijn aangekomen. Voor velen
als een donderslag bij heldere
hemel. Voor anderen als iets
wat, vroeg of laat, tóch komen,
moest, wellicht reeds te laat
kwam.
Naar aanleiding van com
mentaren in dit blad mag mis
schien toch het volgende wor
den opgemerkt:
1) Gelooft men nu toch wer
kelijk, dat bet Pastoraal Con
cilie van Noordwijkerhout de
loyale uitvoering was van het
geen door Vaticanum II werd
bedoeld en verwacht? Reeds
in zijn opzet, en zeker in zijn
verloop, bleek overduidelijk
de intentie dat dit Pastoraal
Concilie, later Beraad ge
noemd, het Vaticaans Concilie
en de katholieke wereld eens
wilde laten zien hoe het ei
genlijk moest. Neerlandia do-
cet!
Het is verbijsterend, zelfs in
een héél recent officieel
schrijven, te moeten lezen dat
dit Beraad in de geest van
Vaticanum II werd opgezet en
gehouden, zij het dan met on
vermijdelijke fouten.
2) Gelooft men nu werke
lijk, dat deze assemblee de
weerspiegeling en representa
tie was van de verschillende
stromingen in ds Nederlandse
kerkprovincie? En het komen
de dit zou zijn? U kunt dit
zwart op wit lezen. Dit is
grenzeloos naïef, of ronduit
onbeschaamd.
3) Gelooft men nu werke
lijk, dat de exacte percentages
van hen, die niet achter
Noordwijkerhout I stonden
en vermoedelijk evenmin ach
ter Noordwijkerhout II zullen
staan bepaald niet overwel
digend zijn. Of wellicht zo
alarmerend, dat men zou kun
nen vragen waaraan de katho
lieken van Nederland werden
en worden gewaagd?
4) Moet het dan verwonde
ring wekken, dat Rome, na
talloze en vruchteloze en ver
donkeremaande waar
schuwingen en dringende ver
zoeken héél duidelijk heeft
gemaakt dat een reprise van
Noordwijkerhout I niet ge
wenst is?
5) Gelooft men nu werke
lijk dat geheel katholiek Ne
derland met stomheid is gesla
gen, ten diepste gekwetst en
zich in zijn rechten en presti
ge te kort voelt gedaan door
dit ingrijpen van Rome? Men
hoort wel andere geluiden.
Bi] alle commentaren die
wij de afgelopen dagen lazen
of hoorden mogen, met een
beroep op de veelgeprezen
openheid, deze vragen ook wel
gehoord worden.
SOMEREN
FR. ALLARD, pr.
(Deze brief werd geschreven,
voordat de jongste ontwikke
lingen rond de Landelijke
Pastorale Raad hekend wer
den. Red.)
Zondag j.l. bezocht ik de
wedstrijd NAC-Go Ahead-
Eagles. Zoals ik dit ook het
vorige seizoen steeds heb ge
daan kocht ik bij de ingang
het programmaboekje aan de
lezing waarvan ik steeds veel
plezier heb beleefd. Het viel
me wel op dat de kaft veran
derd was en dat de prijs naar
beneden was gegaan, maar ik
dacht: nieuw seizoen - nieuwe
kaft - nieuwe prijs (mogelijk
door toedoen van het bestuur)
Toen ik echter het boekje
open deed ben ik echt ge
schrokken. Inplnats van leuke
artikelen en foto's zag ik nu
een lading uitermate slecht ge
drukte oervervelende tekst
en wat plekken, die bij na
dere bestudering foto's in ad
vertenties bleken te zijn.
Bij nadere informatie bleek
de grote inspirator tot deze
verandering ten kwade ons
geachte NAC-bestuur te zijn.
Voor mij het bewijs dat van
achter de NAC-bestuurstafel
geen schijntje interesse voor
de bezoekers bestaat en men
er van uitgaat dat wij als be
zoekers maar moeten vreten
wat zij ons voorzetten. Voor
dit stukje prullemanswerk
moest dan ook nog 50 cent
betaald worden. Als Breda-
naar en NAC-supporter vind
ik dit een aanfluiting en voor
NAC en voor Breda.
Mijn advies: Ons oud blad
terug of helemaal niets. Dit
nieuwe NAC-blad zou hoog
stens uit kunnen komen als
clubblad van de muizenfok-
kersvereniging „Piep-Piep"
(met de zekerheid dat het be
stuur dan binnen de kortste
keren gewipt zou worden)
maar niet bij een eredivisie
club in Breda.
BREDA, K. KLEINE.
Eigenlijk moet u die aanschaf
fen, want daarin geeft de
deskundige dr. J.J. Woltjer 'n
historische schets van betref
fende tijd op een wijze, die je
de schoolboekjes doet verge
ten. „Uit de opstand tegen Al-
va is de Nederlander voort ge
komen", zo begint hij. Maar
de moeilijkheden in de Ne
derlanden dateren al lang voor
de komst van Alva en de pro
blemen waar de Nederlandse
samenleving waren niet tv-
pisch Nederlands, maar alge
meen Europese problemen.
Het gewapende conflict dat er
in 1566 uit voortkwam was 'n
burgeroorlog te vergelijken
met de Franse burgeroorlo -
gen". Staatkundige problemen
(modernisering van het staats
bestel door Phillips II), sociale
problemen (inflatie, werkloos
heid), de aristocratie (edelen),
die zich bedreigd voelt en
vooral de godsdienstige gis
ting, door Luther op gang ge
bracht. Woltjer geeft daarvan
een goed beeld; de ontwikke
ling ervan; de rollen van
Granvelle, Alva, Mararetha
van Parma, Willem van Oran
je, Egmont en Horne, de vrij
heidsstrijd van-de Geuzen "en
de houding, die de godsdienst
twisten, deed ontbranden in
burgeroorlog. En het heden
daagse visitekaartje van Ne
derland ligt op tafel in de
conclusie van Woltjer, wan
neer hij besluit met: „Vele
'rekkelijke' regenten hebben
gezorgd voor veel water in
de koppige calvinistische wijn,
zodat tenslotte de gematigden,
de erfgenamen van de mid
dengroepen, Alva en de cal
vinisten ten spijt, toch hun
stempel hebben kunnen druk
ken op de Nederlandse samen
leving".
Het erfgoed van deze bur
geroorlog, het Augustijnen
complex midden in reforma
torisch Dordrecht, herbergt nu
de documenten van deze tijd.
Overzichtelijk gerangschikt
kun je daar een uitvoerige
historische wandeling maken,
die weliswaar niet overdadig,
maar toch ook nog kunsthis
torische genoegen oplevert.
De paus 'als hoer van Baby-
Ion' en vele andere spotpren-
;en maken duidelijk, dat de
saterische pers' en 'zo is het
;oevallig ook nog eens een
keer' vier eeuwen geleden al
vaste grond aan de grond had
den. Uiteraard veel portretten
van persoonlijkheden, die deze
historie gestempeld hebben:
Erasmus, Dirck Volkerrtsz.
Coornhert, Sonnius, Calvijn,
Philips II, Karei V, Granvelle
etc. uit prentenkabinetten van
Antwerpen, Rotterdam, Delft,
Deventer etc. en particuliere
bezittingen, zodat er het een
en ander te zien is, wat niet
alle dagen tentoon gestéld
wordt.
Het milieu wordt duidelijk
aan de hand van realistische
schilderingen en etsen, waar
op Wederdopers gemarteld
worden, dorpen geplunderd,
„Spaensche Tirannye" bedre
ven werd (Anneken uyten ho
ven gedolven; Moort binnen
Maastricht etc.), zodat je zegt
'toe maai"maar ook de wat
'gezelliger' onderwerpen als
turfdragers, dorpskermis,
stadsgezicht met slagerijen en
vele zogenaamde 'zinnepren
ten'. Wapens en militaire uit
rusting, die bij de gevechts
handelingen in de Nederlan
den (1567-1581) zijn gebruikt
en gedragen zorgen daarbij
voor een soort 'overloon' en
het schilderij de Twaalf schut
ters van Dirck Jacobsz, alsme
de de halsketen van de ko
ning van het Kloveniers en
St. Sebastiaansgilde vertegen
woordigen de 'burgerwacht'
uit die tijd.
Dat wij een zeevarend
knokkend volkje zijn, daarvan
getuigen de door Willem van
Oranje uitgegeven (onderte
kend met Guille de Nassau)
kaperbrieven, terwijl het Wil
lemstapijt uit de Zeeuwse
Statenzaal (naar een ontwerp
van Karei van Mander) de
„overwinning van de Zeeuwen
op de Spanjaarden" viert. Wat
vredelievender zijn de talrijke
oude bijbeluitgaven uit die
tijd (B'iestkens-bijbel; De
Delftse bijbel, Deux-aes-bij-
bel), terwijl natuurlijk de 'Ne-
der-landtsche gedenökklank
ran Valerius (gedrukt in 1625)
ook niet mocht ontbreken. Een
aantal penningen illustreert
interessant wat en wie er toen
aan de hand was. Dordrecht
is tenslotte het middelpunt.
Daarom krijgt deze stad aan-
Zinneprent op de gods
diensttwisten (16e eeuw; ano
niem). De paus (als monnik),
Luther en Calvijn zitten aan
een tafel te eten; de Charitas
boven de schoorsteen, een We
ierloper daaronder bij het vuur;
de Eendracht brengt een dood
hert (vrede) binnen; de dienst
maagd Ratio vermaant tot vre
de; zeven gegraveerde verzen.
dacht met de daar onlangs
gevonden gebruiksvoorwerpen
(„de materiële nalatenschap
van de buik van Dordrecht
ten tijde van de eerste vrije
Statenvergadering", schrijft H.
Sarfatiij van de Rijksdienst
Bodemonderzoek in de cata
loog en "gezichten" op Dor
drecht (o.a. uit het Asmolean
museum van Oxford).
Tenslotte waar het allemaal
om begonnen is: de notulen
van de Eerste Vrije Statenver- N
gadering van Holland, gehou
den te Dordrecht 19-22 juli
1572, zijn met het oorspronke
lijke exemplaar aanwezig.
Toen de toemalige stadssecre
taris van Dordrecht J. Pauli er
zijn handtekening onder zette,
zal hij ongetwijfeld niet gewe
ten hebben, dat wij na 400
jaar nog zouden kijken
naar dit stuk, waarvan de ge
volgen tot in onze dagen te
proeven zijn. Wanneer u dat
ook zo ervaart, dan kan een
oezoek aan deze expositie al
leen maar aanbevelenswaar
dig zijn.
HENK EGBERS
(Van onze kunstredactie)
DORDRECHT Wilt u van een jeugdtrauma afkomen? Ga
dan naar Dordrecht. In de Augustijnenkerk is tot 8 oktober
een tentoonstelling, die „Opstand en Onafhankelijkheid"
heet.
Misschien kent u het jaartal
nog uit uw blote hoofd: 15
juli 1572: de eerste vrije Sta
tenvergadering in Dordrecht.
Daarop werd Willem van O-
ranje als stadhouder van Hol
land, Zeeland en Utrecht er
kend. De bal begon te rollen,
temidden van de Spaanse
overheersing en opstand. Het
begin was gemaakt aan de
onafhankelijkheid, aan het
landje waarin wij nu leven:
de Staat der Nederlanden. Ter
herinnering aan dit 440-jarige
feit wordt op deze expositie
met ruim 200 kunst- gebruiks-
en documentaire voorwerpen
uit die tijd een stuk belang
rijke historie tastbaar ge
maakt.
Hoewel ik aan geschiedenis
als vak (i) op de school geen
hekel had, bezorgde me al die
jaartallen en feitjes, die je
„van buiten" moest leren,
vaak een nachtmerrie. Hoe in
teressant de tijd van Alva en
Inquisitie daarbij ook was, die
catie van Gent, Unie's van
Utrecht, Atrecht, Brussel, Ver
bond der Edelen bezorgden je
menige romantische verwar
ring. Je kreeg er geen vat op.
En dan sta je daar nu in
Dordrecht ineens met enig
ontzag aan te kijken tegen de
originele acte (een loei van
een ding met 24 zware uit
hangende zegels) inzake de
aansluiting van de prins van
Oranje en de Staten van Hol
land en Zeeland bij de Paci
ficatie van Gent of je pro
beert de talloze handtekenin
gen te ontcijferen op het an
derhalf meter lange document
van de Unie van Brussel. In
eens krijgt die tijd meer vlees
en bloed. En laten we eer
lijk zijn: een beetje nationa
listisch bloed begint er dan
weer te kruipen temidden van
onze mondiale, idealen. En als
je dan b.v. oék de originele
kartons van de glazen van
Gouda vein Crabeth, het palm-
houten gordeltafelmes en het
bij Plantijra gedrukte privé
psalmboekje van Willem van
Oranje (beiden uitgeleend
door de koningin), of een
pamflet uit 1575 over de vre
desonderhandelingen in Bre
da ziet liggen dan ben je ook
anecdotisch wee1" helemaal
thuis.
Jammer dat de uitsteken,de
cataloog zo duur is 9,50).
(ADVERTENTIE)
NEU ULM (West-Dultsland)
(AP) Een Westduitse
brandweerman en enige leden
der Amerikaanse militaire po
litie werden gewond toen on
geveer 50 Amerikaanse mili
tairen leden van de brandweer
van Neu - Ulm aanvielen.
Deze waren bezig een brand
te blussen, die woedde in
Amerikaanse Iegerbarakken.
Het was de tweede maal dat
eich in West-Duitsland deze
week ongeregeldheden met
Amerikaanse militairen had
den voorgedaan.
AFLEVERING 46.
Pallieter vroeg hen uit,
maar zij antwoordden kort en
onverschillig dat zij van Span
je kwamen over Frankrijk,
dat ze vroeger Zuid-Rusland
hadden bezocht, Italië en Ti-
rol. Zwitserland, en dat ze nu
over Holland naar Noorwegen
trokken, enzovoort.
Hij had voor hen zijn hoed
kunnen afdoen, voor die man-
tien, die zwervend overal hun
leven vulden met muziek uit
alle landen. Daar was iets reu-
zigs in hen. 't Waren dichters.
Swenst was de hemel openge
broken en nu stond de zon
deugdelijk in de lucht, ze lei
haren zoeten schijn over de
wereld, zette purper in de bot
tende bomen, en tintelde zil
ver op de overstroomde beem
den. Op de akkers stonden de
mensen te werken, in de bo
men en in den grond, en in de
hoven schupten de hoveniers
groentebedden open. Dat gaf
een goede reuk. Het land was
stil en verre karren, die men,
zelfs niet zag, lieten hun vro-
dig gedokker horen.
Zo voortgaande van hoeve
tot hoeve, kwamen zij nabij
het arme gasthuizeken een
troepje herstellende zieken te
gen, geleid door vier witte
nonn ekens. Zij profiteerden
van het weer en waren vol
genoegen om de goede, aange
name zon. Het waren allen
arme djobbers en sloren van
vrouwen. Er sleepten er zich
voort op krukken; een nonne-
ken voerde een karretje waar
in een „dood van Ieperen"
glimlachte, en een vent zonder
benen stootte zichzelf voort
met strijkijzers. Een grote,
magere vrouw steunde zich
aan den arm van een dikke
zuster: er waren er met doe
ken rond het hoofd, mannen
met één been, of met zwarte
lappen voor de ogen, uitteren-
do vrouwen en sukkelende
kinderen. Terwijl de anderen
voortkuierden, meevoerend
een zwaren gasthuisreuk, za
ten er op neergevelde bomen
te vertellen of te kijken naar
het werkend volk od den ak
ker.
Als Pallieter al die miezeri
ge merasen zag, die blij waren
met wat februarizon, zei hij
tot de Bohemers, van hier een
liedje af te geven.
De vier begosten op hun
speeltuigen te blazen en zie, al
het zieke volk kwam zo haas
tig mogelijk afgestrompeld, en
schaarde zich in kring rond de
muzika: 'en
Er was een dikke venit met
een afgezette been, die ineens
zijn ene kruk naar omhoog
stak en op zijn een been en de
andere kruk begost te dansen,
roepend: „Ik ben geneze. 'k
mag nor huis gaan!"
De andere zieken lachten,
en de nonnakens vonden het
heel plezierig.
Maar ginder, aan de deur
van een herbergsken, ver
scheen Fransoo, en die riep zo
hard hij kon naar Pallieter.
„Kom", zei deze tot de Bohe
mers, „ginder zullen w' is doe-
delzakke-bier gon drinke!"
Dat was in de vier mannen
hun genoegen. En zij gingen.
„Zie", zei Pallieter tot Fran
soo, „da zen vier zingende
pluime, die overal waaie met
de wind mee. Bruur", riep hij,
„da zijn Wagners, Palestrina's,
Beethovens, die mor kunne
klappe oep hun zakke. Geft ze
bier!" Ze kregen ieder een
stoop dobbele, en ze dronken
gulzig, dat het over hun kin
liep.
„Hebd hoenger?" vroeg Pal
lieter, en hij sloeg driemaal
zijn vinger voor zijn mond.
„Dan kamde bij mij ete!"
riep Fransoo.
„En zulde dan is de bloem
spele van 't geen da' ge wet,
dat hiel de wereld in muziek
vor ons ope ga?"
Ja, knikten de mannen.
„Dan ierst nog gedroenke!"
en zij kregen verse stopen
dobbele, zij smoorden sigaren,
en met hun gezessen zopen ze
lijk echte tempeliers.
Zo zaten ze daar nog als de
vroege donkeren inviel; en
toen gingen ze naar Fransoo.
Het land was badend in de
zon, die rood zakte achter
zwarten bomenklomp. Het Ne-
thewater, weerom hoog opge
zwollen, nam het rood gulzig
op zijn spiegel, en de zwarte,
kale bomen werden er zoete-
kens mee bestreeld. Als de
zon weg was, hing het gulden
rood nog levendig op het kruis
van den hogen molen, die stil
stond in de windeloze avond,
lucht.
Een grote stilte en een fijne
lauwte viel op het land. in de
huizekens gingen de lichtjes
aan en in den effen hlekon
hemel de sterren.
Een blauwe, lichte doom
wond zich voor de verten... Bij
het lamplicht werd er gulzig
verkensgebraad met patat-fril
gegeten, dat de dikke vrouw
van Fransoo had gereedge
maakt, en kundig bereid met
pikkende sausen, kruidnagel,
laurierblad en smakelijke thy
mus. De kinderen van Fransoo
waren bang van de ruige ven
ten, schreeuwden moord en
brand, en vlogen naar bed. Als
zij dik gegeiten waren, en het
nog eens hadden overgoten
met ouden Driesters, zei Pal
lieter: „Doe nij ellen boek is
ope". Zij gingen naar beneden
Fransoo's vrouw volgde.
D nacht was over de aarde.
Hooig en veelvuldig lijk het
haar op den hond, bleekten de
lichtende sterren aan de don
kere lucht. De stilte was in
harmonie met de grootheid
van den nacht.
Fransoo maakte een groot
vuur aan op den molenberg,
dat de molen van onder hel
verlichtte, terwijl de romp
zich wegstak in de duisternis,
en een zwarte blok op den
lichtende* sterrenhemel te
kende.
Het vuur kraakte en kner
ste, de gloed verlichtte de vier
steeds zwijgend, slechts ant-
Bohemers, ruw als duivels. En
sprak, bleven ze daar in het
woordend als men ze aan
vuur stare*.
„Begint mor!" zei Pallieter,
die zich met den buik op een
strobussel had gelegd. En toen
begonnen de drie doedelzak
ken te ronken en te gonzen,
en het rietklankige hoboge
speel bibberde hel daarover en
daarop e* om, als een regen
van klank. En voor Pallieters
gespannen oog gingen er drif
tige Spaanse dansen op, wee
moedige Russische liederen,
sterke zangen uit de bergen
en slepende liederen uit de
Bretonse vlakten. Heel de we
reld ging voorbij in klank,
roerend, opgewekt, weemoe
dig, klagend en teer.
Hij luisterde aangedaan: 't
was iets en'igs in zijn leven!
Zijn handen waren rood van 't
flakkerend vuur, boven hem
rees, enorm lijk een reus, de
zwarte molen, en voor hem lag
de helbesternde nacht en het
duister, donker lanid.
O!, wat was het heerlijk! al
die vreemde zangen uit verre
landen, waar nu ook overal de
grote nacht heerste en waar
een ieder sliep, door Bohemers
hier te horen opgaan in de
duisternis, nevens een vlam
mend vuur, en te horen weg-
ronken over het zwarte land
der Nethe, waarboven de ster
ren miljoentallig helderden, en
waaronder machtig en zalig de
nieuwe lente broeide!
Pallieter werd herhaalde
malen koud van ontroering en
de tranen lekten op zijn han
den. Hij zou nu ook de wereld
zien!
Chariot was al lang slapen,
en Marieke stond nog in den
hof. De kalme Nethe weer
spiegelde de sterren.
Marieke leunde over de
haag, en zag en luisterde den
donkeren nacht in, naar waar
er een vuur brandde en doe-
delgepijp ronkte.
Daar wist zij haren man
Pallieter, want zo iets was van
hem. Daar wist zij hem, dien
zij zo groot en sterk liefhad.
Zij had hem verwacht den
gansen dag, nog zou hij niet
komen, want ginder bij dat
vuur was hij gelukkig; zij
wist het dat zo iets hem ge
lukkig maakte. Maar ze wist
dat hij haar ook liefhad en
misschien denkend was aan
haar, terwij] hij die nachtelij
ke muziek bijwoonde. Ja, dat
voelde ze, dat maakte haar
zalig en dronken, en zij had
thans op zijn borst willen rus
ten en in slaap vallen, gesust
door de vrome, aandoenlijke
muziek.
„O, dagenmelker!" zuchtte
ze van ongekenden wellust, en
zij bleef staan luisteren naar
de doedelzakken, die vér weg
gonsden in den duistren lente
nacht..
(Wordt vervolgd.)
(„Pallieter" van Felix Tim
mermans, uitgegeven door P. N.
van Kampen en Zoon, Amster.
dam.)
let op
de roos