Akzo doet het ergste vrezen voor Ma-Breda Expositie in Dordt helpt U van jeugd- trauma af „O, DAGENMELKER GERUCHTEN OVER FRANSE KERNPROEVEN hair- spray in long size bus binnenland buitenland Nettowinst Rome grijpt in NAC-nieuws Etsen Penningen Duur Ongeregeldheden met Amerikaanse soldaten in Duitsland Woensdag 16 augustus 1972 11 '<xrr. '//V Cóif jyri li. afin "ia/r i rndfahrm fat) "'t'tn rfitfiCM tfiivr/t yjftf. ftc «wi 4 erf '*rrrtMtC «nw *j ntr-i<v& r*rs. ZW fiCx> se /r; i/e; ivW, 1 i-up vr *fi t\rf, YjfilJ** Viunm tfa (m£H tfr fijSég*-, »Afi ^ffnantc cts&fjflf Ayr mirt. +:rrt Cn i'Hfidfti ^^wt£fiefeff?ti*rniTi n.yr<mfóf(t\'A.\VY. Tiueüi n* mtfffir m^%nn uifwita** Vtn u. a*t *1^*71 Zpr&'Hiif *p-i nisC CécCjtx ïkrCxfin Cmi VWK ieCJaftT ftkyCm iCm Ma i ifij'J&fam J*r i-«Kh if¥t< «tjict. «tt-e1 Jv?ér--ü*:,f* ór .Jr' i, xptn QbpJf ftft •'ii' jsA"i'rtföjïft ik ,JS» t*? nsljü&n A s* fm# twê*L& htlMfjytr-. 'H'j Mréfj'gb Jkmt ffn m[JfakJlMr*. 'ii-iC ü-fir{ if tVjrfi,fia&hï .rx frJkèn Htt fïjutvt &i&£fin<r fin fntfr S&ffr /ïj/W, Kte <£^j&HWTi (Van een onzer verslaggevers) ARNHEM/BREDA De vorig jaar begonnen scherpe winstdaling bij Akzo heeft zich in de eerste helft van 1972 voortgezet. liet is echter vooral de passage in het tweede kwar taalbericht, die betrekking heeft op de Enka, welke somber zal stemmen: „De opgetrede vertraging bij de doorvoering van sanerings plannen bij Enka-Glanzstoff zal een nadelige invloed op het jaarresultaat 1972 van deze sector uitoefenen", al dus Akzo. Nog drie dagen verwijderd van de verwach te bekendmaking van het externe deskundigenrapport over de overlevingskansen van de Bredase fabriek klinkt deze passage onheil spellend. In het tweede kwartaal heeft de slechte gang van zaken in de chemische garen- en vezelsec tor in de Europese Gemeen schap en Engeland de in het algemeen gunstige ontwikke ling in de overige produktgroe- pen van Akzo overschaduwd. Bovendien leden de omzetten en resultaten van de Akzo-be- drijven buiten Nederland en West-Duitsland onder de lagere valutakoersen. De bijdrage van de chemisohe garens en vezels daalde in het eerste halfjaar met niet minder dan 59 mil joen, voornamelijk door de la gere opbrengstprijzen. In de chemische sector zette het herstel door en werden be tere resultaten behaald dan vo rig jaar. De farmaceutische produkten, wasmiddelen en an dere consumentenartikelen ble ven op een bevredigend niveau. In het tweede kwartaal van 1972 is de netto winst bij Akzo gedaald van 50,4 min tot 44,2 min. Over het eerste halfjaar is de winst met 6,6 min naar beneden gegaan van 100,6 min tot 94,0 min. Per aandeel van 20 komt de netto winst in het tweede kwartaal uit op 1,64 tegen 1,87 over het tweede kwartaal van 1971. In het eerste halfjaar van dit jaar was de winst per aandeel 3,48 tegen 3,73 in dezelfde periode van 1971. De omzet in het tweede kwartaal 1972 daalde van 2.028,7 min tot 2.005,5 min, maar de omzet over de eerste zes maanden vertoonde een lichte stijging van 4.032,3 min tot 4.071,0 min. De kosten (exclusief afschrijvingen) wa ren in het tweede kwartaal 6,1 min hoger en bedroegen 1.733,7 min en gerekend over het eerste halfjaar namen de kosten toe van 3.425,2 min tot 3.515,7 min, aldus het bericht van Akzo. Het bedrijfsresul taat daalde in het tweede kwar taal van 167,2 min tot 146,4 min en over het eerste halfjaar van 343,6 min tot 300,9 min. Het aantal personeelsleden bedroeg aan het einde van het tweede kwartaal 1972 102.200 tegen 104.500 op 1 januari 1972. PARIJS (DPA) In Parijs deed dinsdag het gerucht de ronde, dat Frankrijk voorne mens is op een afgelegen ei land in de Grote Oceaan on dergrondse kernproeven te doen. De geruchten doken op door een bericht uit Papeete, de hoofdstad van Tahiti, dat op het afgelegen eiland Eaio be noorden de Marquesas-archi- pei, omvangrijke grondwerken aan de gang zijn. Een krant concludeerde daaruit dat op het 1.500 km. van Tahiti gele ten eilland een proefterrein voor ondergrondse kernproe ven wordt ingericht. De laatste Franse onder grondse kernproeven stuitten in een aantal staten op heftige kritiek. Een woordvoerder van het Franse proefterrein in het ge bied van de Grote Oceaan ver klaarde naar aanleiding van de geruchten, dat het werk op Eaio „bodemkumiddg onder zoek" betreft. Aan deze ver klaring wordt evenwel weinig geloof gehecht. Waarnemers wijzen erop dat de bodem van de omliggende eilanden al lang geen gehei men meer bergt en Eaio geen afwijkend patroon vertoont. Brieven voor deze rubriek moeten met volledige naam en adres worden ondertekend. Bij publikatie zullen deze vermteld worden. Slechts bij hoge uit zondering zal van cKze regel worden afgeweken. Naam en adres zijn dan bl| de redactie bekend. Publikatie van brie ven (verkort of onverkort) betekent niet dat de redactie het in alle gevallen «ens is met inhoud, c.q. strekking. Het nieuws dat ons vorige week vanuit Romé bereikte, ten aanzien van het komend Nederlands Pastoraal Beraad in oktober a.s., blijkt hard te zijn aangekomen. Voor velen als een donderslag bij heldere hemel. Voor anderen als iets wat, vroeg of laat, tóch komen, moest, wellicht reeds te laat kwam. Naar aanleiding van com mentaren in dit blad mag mis schien toch het volgende wor den opgemerkt: 1) Gelooft men nu toch wer kelijk, dat bet Pastoraal Con cilie van Noordwijkerhout de loyale uitvoering was van het geen door Vaticanum II werd bedoeld en verwacht? Reeds in zijn opzet, en zeker in zijn verloop, bleek overduidelijk de intentie dat dit Pastoraal Concilie, later Beraad ge noemd, het Vaticaans Concilie en de katholieke wereld eens wilde laten zien hoe het ei genlijk moest. Neerlandia do- cet! Het is verbijsterend, zelfs in een héél recent officieel schrijven, te moeten lezen dat dit Beraad in de geest van Vaticanum II werd opgezet en gehouden, zij het dan met on vermijdelijke fouten. 2) Gelooft men nu werke lijk, dat deze assemblee de weerspiegeling en representa tie was van de verschillende stromingen in ds Nederlandse kerkprovincie? En het komen de dit zou zijn? U kunt dit zwart op wit lezen. Dit is grenzeloos naïef, of ronduit onbeschaamd. 3) Gelooft men nu werke lijk, dat de exacte percentages van hen, die niet achter Noordwijkerhout I stonden en vermoedelijk evenmin ach ter Noordwijkerhout II zullen staan bepaald niet overwel digend zijn. Of wellicht zo alarmerend, dat men zou kun nen vragen waaraan de katho lieken van Nederland werden en worden gewaagd? 4) Moet het dan verwonde ring wekken, dat Rome, na talloze en vruchteloze en ver donkeremaande waar schuwingen en dringende ver zoeken héél duidelijk heeft gemaakt dat een reprise van Noordwijkerhout I niet ge wenst is? 5) Gelooft men nu werke lijk dat geheel katholiek Ne derland met stomheid is gesla gen, ten diepste gekwetst en zich in zijn rechten en presti ge te kort voelt gedaan door dit ingrijpen van Rome? Men hoort wel andere geluiden. Bi] alle commentaren die wij de afgelopen dagen lazen of hoorden mogen, met een beroep op de veelgeprezen openheid, deze vragen ook wel gehoord worden. SOMEREN FR. ALLARD, pr. (Deze brief werd geschreven, voordat de jongste ontwikke lingen rond de Landelijke Pastorale Raad hekend wer den. Red.) Zondag j.l. bezocht ik de wedstrijd NAC-Go Ahead- Eagles. Zoals ik dit ook het vorige seizoen steeds heb ge daan kocht ik bij de ingang het programmaboekje aan de lezing waarvan ik steeds veel plezier heb beleefd. Het viel me wel op dat de kaft veran derd was en dat de prijs naar beneden was gegaan, maar ik dacht: nieuw seizoen - nieuwe kaft - nieuwe prijs (mogelijk door toedoen van het bestuur) Toen ik echter het boekje open deed ben ik echt ge schrokken. Inplnats van leuke artikelen en foto's zag ik nu een lading uitermate slecht ge drukte oervervelende tekst en wat plekken, die bij na dere bestudering foto's in ad vertenties bleken te zijn. Bij nadere informatie bleek de grote inspirator tot deze verandering ten kwade ons geachte NAC-bestuur te zijn. Voor mij het bewijs dat van achter de NAC-bestuurstafel geen schijntje interesse voor de bezoekers bestaat en men er van uitgaat dat wij als be zoekers maar moeten vreten wat zij ons voorzetten. Voor dit stukje prullemanswerk moest dan ook nog 50 cent betaald worden. Als Breda- naar en NAC-supporter vind ik dit een aanfluiting en voor NAC en voor Breda. Mijn advies: Ons oud blad terug of helemaal niets. Dit nieuwe NAC-blad zou hoog stens uit kunnen komen als clubblad van de muizenfok- kersvereniging „Piep-Piep" (met de zekerheid dat het be stuur dan binnen de kortste keren gewipt zou worden) maar niet bij een eredivisie club in Breda. BREDA, K. KLEINE. Eigenlijk moet u die aanschaf fen, want daarin geeft de deskundige dr. J.J. Woltjer 'n historische schets van betref fende tijd op een wijze, die je de schoolboekjes doet verge ten. „Uit de opstand tegen Al- va is de Nederlander voort ge komen", zo begint hij. Maar de moeilijkheden in de Ne derlanden dateren al lang voor de komst van Alva en de pro blemen waar de Nederlandse samenleving waren niet tv- pisch Nederlands, maar alge meen Europese problemen. Het gewapende conflict dat er in 1566 uit voortkwam was 'n burgeroorlog te vergelijken met de Franse burgeroorlo - gen". Staatkundige problemen (modernisering van het staats bestel door Phillips II), sociale problemen (inflatie, werkloos heid), de aristocratie (edelen), die zich bedreigd voelt en vooral de godsdienstige gis ting, door Luther op gang ge bracht. Woltjer geeft daarvan een goed beeld; de ontwikke ling ervan; de rollen van Granvelle, Alva, Mararetha van Parma, Willem van Oran je, Egmont en Horne, de vrij heidsstrijd van-de Geuzen "en de houding, die de godsdienst twisten, deed ontbranden in burgeroorlog. En het heden daagse visitekaartje van Ne derland ligt op tafel in de conclusie van Woltjer, wan neer hij besluit met: „Vele 'rekkelijke' regenten hebben gezorgd voor veel water in de koppige calvinistische wijn, zodat tenslotte de gematigden, de erfgenamen van de mid dengroepen, Alva en de cal vinisten ten spijt, toch hun stempel hebben kunnen druk ken op de Nederlandse samen leving". Het erfgoed van deze bur geroorlog, het Augustijnen complex midden in reforma torisch Dordrecht, herbergt nu de documenten van deze tijd. Overzichtelijk gerangschikt kun je daar een uitvoerige historische wandeling maken, die weliswaar niet overdadig, maar toch ook nog kunsthis torische genoegen oplevert. De paus 'als hoer van Baby- Ion' en vele andere spotpren- ;en maken duidelijk, dat de saterische pers' en 'zo is het ;oevallig ook nog eens een keer' vier eeuwen geleden al vaste grond aan de grond had den. Uiteraard veel portretten van persoonlijkheden, die deze historie gestempeld hebben: Erasmus, Dirck Volkerrtsz. Coornhert, Sonnius, Calvijn, Philips II, Karei V, Granvelle etc. uit prentenkabinetten van Antwerpen, Rotterdam, Delft, Deventer etc. en particuliere bezittingen, zodat er het een en ander te zien is, wat niet alle dagen tentoon gestéld wordt. Het milieu wordt duidelijk aan de hand van realistische schilderingen en etsen, waar op Wederdopers gemarteld worden, dorpen geplunderd, „Spaensche Tirannye" bedre ven werd (Anneken uyten ho ven gedolven; Moort binnen Maastricht etc.), zodat je zegt 'toe maai"maar ook de wat 'gezelliger' onderwerpen als turfdragers, dorpskermis, stadsgezicht met slagerijen en vele zogenaamde 'zinnepren ten'. Wapens en militaire uit rusting, die bij de gevechts handelingen in de Nederlan den (1567-1581) zijn gebruikt en gedragen zorgen daarbij voor een soort 'overloon' en het schilderij de Twaalf schut ters van Dirck Jacobsz, alsme de de halsketen van de ko ning van het Kloveniers en St. Sebastiaansgilde vertegen woordigen de 'burgerwacht' uit die tijd. Dat wij een zeevarend knokkend volkje zijn, daarvan getuigen de door Willem van Oranje uitgegeven (onderte kend met Guille de Nassau) kaperbrieven, terwijl het Wil lemstapijt uit de Zeeuwse Statenzaal (naar een ontwerp van Karei van Mander) de „overwinning van de Zeeuwen op de Spanjaarden" viert. Wat vredelievender zijn de talrijke oude bijbeluitgaven uit die tijd (B'iestkens-bijbel; De Delftse bijbel, Deux-aes-bij- bel), terwijl natuurlijk de 'Ne- der-landtsche gedenökklank ran Valerius (gedrukt in 1625) ook niet mocht ontbreken. Een aantal penningen illustreert interessant wat en wie er toen aan de hand was. Dordrecht is tenslotte het middelpunt. Daarom krijgt deze stad aan- Zinneprent op de gods diensttwisten (16e eeuw; ano niem). De paus (als monnik), Luther en Calvijn zitten aan een tafel te eten; de Charitas boven de schoorsteen, een We ierloper daaronder bij het vuur; de Eendracht brengt een dood hert (vrede) binnen; de dienst maagd Ratio vermaant tot vre de; zeven gegraveerde verzen. dacht met de daar onlangs gevonden gebruiksvoorwerpen („de materiële nalatenschap van de buik van Dordrecht ten tijde van de eerste vrije Statenvergadering", schrijft H. Sarfatiij van de Rijksdienst Bodemonderzoek in de cata loog en "gezichten" op Dor drecht (o.a. uit het Asmolean museum van Oxford). Tenslotte waar het allemaal om begonnen is: de notulen van de Eerste Vrije Statenver- N gadering van Holland, gehou den te Dordrecht 19-22 juli 1572, zijn met het oorspronke lijke exemplaar aanwezig. Toen de toemalige stadssecre taris van Dordrecht J. Pauli er zijn handtekening onder zette, zal hij ongetwijfeld niet gewe ten hebben, dat wij na 400 jaar nog zouden kijken naar dit stuk, waarvan de ge volgen tot in onze dagen te proeven zijn. Wanneer u dat ook zo ervaart, dan kan een oezoek aan deze expositie al leen maar aanbevelenswaar dig zijn. HENK EGBERS (Van onze kunstredactie) DORDRECHT Wilt u van een jeugdtrauma afkomen? Ga dan naar Dordrecht. In de Augustijnenkerk is tot 8 oktober een tentoonstelling, die „Opstand en Onafhankelijkheid" heet. Misschien kent u het jaartal nog uit uw blote hoofd: 15 juli 1572: de eerste vrije Sta tenvergadering in Dordrecht. Daarop werd Willem van O- ranje als stadhouder van Hol land, Zeeland en Utrecht er kend. De bal begon te rollen, temidden van de Spaanse overheersing en opstand. Het begin was gemaakt aan de onafhankelijkheid, aan het landje waarin wij nu leven: de Staat der Nederlanden. Ter herinnering aan dit 440-jarige feit wordt op deze expositie met ruim 200 kunst- gebruiks- en documentaire voorwerpen uit die tijd een stuk belang rijke historie tastbaar ge maakt. Hoewel ik aan geschiedenis als vak (i) op de school geen hekel had, bezorgde me al die jaartallen en feitjes, die je „van buiten" moest leren, vaak een nachtmerrie. Hoe in teressant de tijd van Alva en Inquisitie daarbij ook was, die catie van Gent, Unie's van Utrecht, Atrecht, Brussel, Ver bond der Edelen bezorgden je menige romantische verwar ring. Je kreeg er geen vat op. En dan sta je daar nu in Dordrecht ineens met enig ontzag aan te kijken tegen de originele acte (een loei van een ding met 24 zware uit hangende zegels) inzake de aansluiting van de prins van Oranje en de Staten van Hol land en Zeeland bij de Paci ficatie van Gent of je pro beert de talloze handtekenin gen te ontcijferen op het an derhalf meter lange document van de Unie van Brussel. In eens krijgt die tijd meer vlees en bloed. En laten we eer lijk zijn: een beetje nationa listisch bloed begint er dan weer te kruipen temidden van onze mondiale, idealen. En als je dan b.v. oék de originele kartons van de glazen van Gouda vein Crabeth, het palm- houten gordeltafelmes en het bij Plantijra gedrukte privé psalmboekje van Willem van Oranje (beiden uitgeleend door de koningin), of een pamflet uit 1575 over de vre desonderhandelingen in Bre da ziet liggen dan ben je ook anecdotisch wee1" helemaal thuis. Jammer dat de uitsteken,de cataloog zo duur is 9,50). (ADVERTENTIE) NEU ULM (West-Dultsland) (AP) Een Westduitse brandweerman en enige leden der Amerikaanse militaire po litie werden gewond toen on geveer 50 Amerikaanse mili tairen leden van de brandweer van Neu - Ulm aanvielen. Deze waren bezig een brand te blussen, die woedde in Amerikaanse Iegerbarakken. Het was de tweede maal dat eich in West-Duitsland deze week ongeregeldheden met Amerikaanse militairen had den voorgedaan. AFLEVERING 46. Pallieter vroeg hen uit, maar zij antwoordden kort en onverschillig dat zij van Span je kwamen over Frankrijk, dat ze vroeger Zuid-Rusland hadden bezocht, Italië en Ti- rol. Zwitserland, en dat ze nu over Holland naar Noorwegen trokken, enzovoort. Hij had voor hen zijn hoed kunnen afdoen, voor die man- tien, die zwervend overal hun leven vulden met muziek uit alle landen. Daar was iets reu- zigs in hen. 't Waren dichters. Swenst was de hemel openge broken en nu stond de zon deugdelijk in de lucht, ze lei haren zoeten schijn over de wereld, zette purper in de bot tende bomen, en tintelde zil ver op de overstroomde beem den. Op de akkers stonden de mensen te werken, in de bo men en in den grond, en in de hoven schupten de hoveniers groentebedden open. Dat gaf een goede reuk. Het land was stil en verre karren, die men, zelfs niet zag, lieten hun vro- dig gedokker horen. Zo voortgaande van hoeve tot hoeve, kwamen zij nabij het arme gasthuizeken een troepje herstellende zieken te gen, geleid door vier witte nonn ekens. Zij profiteerden van het weer en waren vol genoegen om de goede, aange name zon. Het waren allen arme djobbers en sloren van vrouwen. Er sleepten er zich voort op krukken; een nonne- ken voerde een karretje waar in een „dood van Ieperen" glimlachte, en een vent zonder benen stootte zichzelf voort met strijkijzers. Een grote, magere vrouw steunde zich aan den arm van een dikke zuster: er waren er met doe ken rond het hoofd, mannen met één been, of met zwarte lappen voor de ogen, uitteren- do vrouwen en sukkelende kinderen. Terwijl de anderen voortkuierden, meevoerend een zwaren gasthuisreuk, za ten er op neergevelde bomen te vertellen of te kijken naar het werkend volk od den ak ker. Als Pallieter al die miezeri ge merasen zag, die blij waren met wat februarizon, zei hij tot de Bohemers, van hier een liedje af te geven. De vier begosten op hun speeltuigen te blazen en zie, al het zieke volk kwam zo haas tig mogelijk afgestrompeld, en schaarde zich in kring rond de muzika: 'en Er was een dikke venit met een afgezette been, die ineens zijn ene kruk naar omhoog stak en op zijn een been en de andere kruk begost te dansen, roepend: „Ik ben geneze. 'k mag nor huis gaan!" De andere zieken lachten, en de nonnakens vonden het heel plezierig. Maar ginder, aan de deur van een herbergsken, ver scheen Fransoo, en die riep zo hard hij kon naar Pallieter. „Kom", zei deze tot de Bohe mers, „ginder zullen w' is doe- delzakke-bier gon drinke!" Dat was in de vier mannen hun genoegen. En zij gingen. „Zie", zei Pallieter tot Fran soo, „da zen vier zingende pluime, die overal waaie met de wind mee. Bruur", riep hij, „da zijn Wagners, Palestrina's, Beethovens, die mor kunne klappe oep hun zakke. Geft ze bier!" Ze kregen ieder een stoop dobbele, en ze dronken gulzig, dat het over hun kin liep. „Hebd hoenger?" vroeg Pal lieter, en hij sloeg driemaal zijn vinger voor zijn mond. „Dan kamde bij mij ete!" riep Fransoo. „En zulde dan is de bloem spele van 't geen da' ge wet, dat hiel de wereld in muziek vor ons ope ga?" Ja, knikten de mannen. „Dan ierst nog gedroenke!" en zij kregen verse stopen dobbele, zij smoorden sigaren, en met hun gezessen zopen ze lijk echte tempeliers. Zo zaten ze daar nog als de vroege donkeren inviel; en toen gingen ze naar Fransoo. Het land was badend in de zon, die rood zakte achter zwarten bomenklomp. Het Ne- thewater, weerom hoog opge zwollen, nam het rood gulzig op zijn spiegel, en de zwarte, kale bomen werden er zoete- kens mee bestreeld. Als de zon weg was, hing het gulden rood nog levendig op het kruis van den hogen molen, die stil stond in de windeloze avond, lucht. Een grote stilte en een fijne lauwte viel op het land. in de huizekens gingen de lichtjes aan en in den effen hlekon hemel de sterren. Een blauwe, lichte doom wond zich voor de verten... Bij het lamplicht werd er gulzig verkensgebraad met patat-fril gegeten, dat de dikke vrouw van Fransoo had gereedge maakt, en kundig bereid met pikkende sausen, kruidnagel, laurierblad en smakelijke thy mus. De kinderen van Fransoo waren bang van de ruige ven ten, schreeuwden moord en brand, en vlogen naar bed. Als zij dik gegeiten waren, en het nog eens hadden overgoten met ouden Driesters, zei Pal lieter: „Doe nij ellen boek is ope". Zij gingen naar beneden Fransoo's vrouw volgde. D nacht was over de aarde. Hooig en veelvuldig lijk het haar op den hond, bleekten de lichtende sterren aan de don kere lucht. De stilte was in harmonie met de grootheid van den nacht. Fransoo maakte een groot vuur aan op den molenberg, dat de molen van onder hel verlichtte, terwijl de romp zich wegstak in de duisternis, en een zwarte blok op den lichtende* sterrenhemel te kende. Het vuur kraakte en kner ste, de gloed verlichtte de vier steeds zwijgend, slechts ant- Bohemers, ruw als duivels. En sprak, bleven ze daar in het woordend als men ze aan vuur stare*. „Begint mor!" zei Pallieter, die zich met den buik op een strobussel had gelegd. En toen begonnen de drie doedelzak ken te ronken en te gonzen, en het rietklankige hoboge speel bibberde hel daarover en daarop e* om, als een regen van klank. En voor Pallieters gespannen oog gingen er drif tige Spaanse dansen op, wee moedige Russische liederen, sterke zangen uit de bergen en slepende liederen uit de Bretonse vlakten. Heel de we reld ging voorbij in klank, roerend, opgewekt, weemoe dig, klagend en teer. Hij luisterde aangedaan: 't was iets en'igs in zijn leven! Zijn handen waren rood van 't flakkerend vuur, boven hem rees, enorm lijk een reus, de zwarte molen, en voor hem lag de helbesternde nacht en het duister, donker lanid. O!, wat was het heerlijk! al die vreemde zangen uit verre landen, waar nu ook overal de grote nacht heerste en waar een ieder sliep, door Bohemers hier te horen opgaan in de duisternis, nevens een vlam mend vuur, en te horen weg- ronken over het zwarte land der Nethe, waarboven de ster ren miljoentallig helderden, en waaronder machtig en zalig de nieuwe lente broeide! Pallieter werd herhaalde malen koud van ontroering en de tranen lekten op zijn han den. Hij zou nu ook de wereld zien! Chariot was al lang slapen, en Marieke stond nog in den hof. De kalme Nethe weer spiegelde de sterren. Marieke leunde over de haag, en zag en luisterde den donkeren nacht in, naar waar er een vuur brandde en doe- delgepijp ronkte. Daar wist zij haren man Pallieter, want zo iets was van hem. Daar wist zij hem, dien zij zo groot en sterk liefhad. Zij had hem verwacht den gansen dag, nog zou hij niet komen, want ginder bij dat vuur was hij gelukkig; zij wist het dat zo iets hem ge lukkig maakte. Maar ze wist dat hij haar ook liefhad en misschien denkend was aan haar, terwij] hij die nachtelij ke muziek bijwoonde. Ja, dat voelde ze, dat maakte haar zalig en dronken, en zij had thans op zijn borst willen rus ten en in slaap vallen, gesust door de vrome, aandoenlijke muziek. „O, dagenmelker!" zuchtte ze van ongekenden wellust, en zij bleef staan luisteren naar de doedelzakken, die vér weg gonsden in den duistren lente nacht.. (Wordt vervolgd.) („Pallieter" van Felix Tim mermans, uitgegeven door P. N. van Kampen en Zoon, Amster. dam.) let op de roos

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 11