Zambia op weg naar één-partij staat RUHRGEBIED MOET NOG 80 SCHONER WORDEN Menselijk lokaas in strijd tegen malaria Geleerden somber over toekomst Politiek gehakketak moet afgelopen sijn Microben kunnen ertsen kweken binnenland buitenland SLECHT BEGIN Verminderen Longen ?5 vergieten en anarchie dreigde te storten. De president, te vens partijleider, verbood twee groeperingen binnen zijn UNIP, die de stammentegen stellingen aanwakkerden. Een aantal niet-Bemba's had zich, uit vrees voor een overheer sende positie van de Bemba's na Kapwepwes verkiezing tot vice-president, verenigd in een „Comité van 14". De Bemba's in de UNIP hadden daarop een tegencomité van 24 opge richt. Kaoenda veroordeelde LOESAKA (Reuter/ANP). President Kenneth Ka oenda heeft, kennelijk na veel aarzeling, toegegeven aan de aandrang van zijn medestanders om van Zambia een één-partjjstaat te maken. In het verleden heeft Koeand: altijd gezegd liever te zien dat de oppositie door de kiezers uit het parlement gestemd wordt dan dat de oppositie door wetgeving van het toneel moet verdwijnen. Zijn aanhangers in de rege rende Verenigde Nationale Onafhankelijkheidspartij (U- NIP) menen echter dat het land zich de luxe van het politieke gehakketak niet lan ger kan veroorloven. De ont wikkeling van het land wordt gefrustreerd door politieke ru zies, die het gevaar van een polarisatie van de stammente genstellingen in zich bergen. Onlangs kondigde Kaoenda aan dat Zambia het op Britse leest geschoeide parlementaire stelsel zal afschaffen en een eenpartijstaat zal worden. Twee factoren lijken door slaggevend te zijn voor dit na lange aarzeling genomen be sluit. De eerste reden is de splitsing, vorig jaar augustus, in de UNIP, waax-door de drei ging van de oplaaiende stam- veten acuut is geworden. De tweede factor is de slechte economische toestand, die nauw samenhangt met de da lende koperprijzen op de we reldmarkt. Simon Kapwepwe, ex-vice-president en jeugd vriend van Kaoenda, richtte met een groep stamgenoten van de Bembastam, de grootste stam van Zambia, een oppositiepar tij op. de „Verenigde Progres sieve Partij" (UPP). Kort tevoren had Kaoenda gewaarschuwd dat de stam- menrivaliteit Zambia in bloed- beide groeperingen als „smeri ge goedkope stammen-maffi- a's". Begin 1971 werd Kapwepwe als vice-president door een an der vervangen en overge plaatst naar het departement van algemeen bestuur, hetgeen bij een deel van de Bemba stam verbittering wekte. Een gedesillusioneerde Kaoen da, die sinds de onafhankelijk heid in 1964 onder het motto „Eén Zambia, één natie" een politiek van stammenverzoe- ning volgde, heeft zijn toe vlucht tot harde maatregelen moeten nemen. Kaoenda zelf staat door zijn afkomst zijn vader woonde in het aangrenzende Malawi buiten de stammenvete. Begin februari vaardigde Kaoenda een verbod uit op Kapwepws UPP. Ongeveer 120 partijleden werden aangehouden en enige tijd later volgde ook de arres tatie van Kapwepwe. Volgens de president was de UPP ver antwoordelijk voor de toene mende geweldpleging en be reidde ze gewelddadige acties tegen de regering voor. Eerder was al de beschuldiging geuit dat de oppositie steun ontving van Zuid-Afrika, Portugal en Rhodesië. De enige overgebleven op positie was nu het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) van Harry Nkoemboela, dat al sinds de onafhankelijkheid bestond. Het ANC heeft geweigerd zit ting te nemen in een constitutio nele commissie, die het één- partijsysteem moet uitwerken. Nkoemboela kondigde aan het plan voor de éénpartijstaat te blijven bestrijden „zelfs als dat me in de gevangenis of in het graf brengt". De stemmen van het ANC zijn niet noodza kelijk om een grondwetswijzi ging in het parlement er door te krijgen, want deze partij beschikt maar over twintig zetels, tegen achtentachtig voor Kaoenda's UNIP. Meer nog dan de stammen- veten is de slechte economi sche toestand in Zambia een doorslaggevende factor ge weest bij het aankondiging van de éénpartijstaat. De eni ge pijler van de Zambiaanse economie is koper, waarvan het land 's werelds derde pro ducent is, na Chili en Zaïre. Koper beslaat 95 procent van de Zambiaanse export en le vert jaarlijks ruim de helft van de staatsinkomsten. Nadat koper in vroegere jaren re- cordprijzen van 550 pond ster ling (4500 gulden) per ton op bracht, kelderden vorig jaar de koperprijzen op de wereld markt tot nog maar net 400 pond sterling per ton. In 1970 nog bracht de koper export 715 miljoen kwachas (rond 3400 miljoen gulden) in het laatje, maar de inkomsten voor 1971 worden niet hoger geraamd dan 500 miljoen kwa chas (200 miljoen gulden). Als gevolg daarvan moest op de begroting voor 1972 30 pro cent besnoeid worden. Boven dien werd een importbelas ting geheven op de meeste in gevoerde goederen. De daling van de koperprijzen viel sa men met het begin van het nieuwe vijfjarenplan. Dit plan vóórziet in het scheppen van 20,000 tiieuwe arbeidsplaatsen per jaaf. Wordt deze norm niet gehaald dan dreigt ernsti ge werkloosheid voor de snel groeiende Zambiaanse bevol king, die nu vier miljoen zielen telt. Op het ogenblik bestaat er naar schatting geen of onvol doende werkgelegenheid voor een miljoen Zambianen. Daar bij komen jaarlijks zo'n 40.000 jonge mensen op de arbeids markt. Eén mogelijkheid voor uitbreiding van de werkgele genheid is het vervangen van de rond 40.000 blanken door Afrikanen. Toen Zambia on afhankelijk werd bleven vrij wel alle sleutelposities in het bedrijfsleven in blanke han den, met name in de koperin dustrie, maar ook in de handel en andere bedrijfstakken. Er was een nijpend tekort aan geschoolde Afrikanen. Slechts 1000 Zambianen hadden een militaire school doorlopen. „Wat onderwijs betreft heeft Engeland in Zambia een mis dadige staat van dienst", zo meent Kaoenda. Onderwijs is dan ook priori teit van het regeringsbeleid ge wórden: in 1964 waren er 11.000 middelbare scholieren, in 1972 was hun aantal gestegen tot ruim 40.000. In de koperindus trie, waarvan de staat vorig jaar 51 procent van de aandelen overnam, werken nog rond 4300 Kenneth Kaoenda samen met zijn vrouw. blanken. Werkgevers krijgen nu in Zambia alleen een werk vergunning voor een buitenlan der als voor het werk geen ge schikte Zambiaan beschikbaar is, op voorwaarde dat een rege ling wordt getroffen om dan wél Zambianen voor Eet Werk op te leiden. De laatste jaren is ook een begin gemaakt met het bren gen van grotere verscheiden heid in de economie, om minder van de koper afhankelijk te zijn. Zo zijn de laatste twee jaar enkele textiel- en kunstmest- f xriekén, een Fiat-fabriek, een olieraffinaderij en bedrijven voor koperverwerking (die tot dusver alleen ruw werd uitge voerd) in bedrijf genomen. Veel industrieën zijn opgericht met 51 procent Zambiaans staatskapitaal .en de rest wordt dan verschaft door buitenland se maatschappijen, onder meer uit Italië, .Zweden, Joegoslavië, Japan, Engeland en de V.S;, maar vergeleken met de koper export is de bijdrage van deze bedrijven aan de export nog te veiwaarlozen, ze kunnen echter wel een vermindering van de deviezenverslindende import mogelijk maken. DEN HAAG (ANP) Mi cro-organismen zijn in staat op de bodem van afgesloten delen van de zee, verbindingen of ertsen te formeren, die grote economische betekenis hebben voor de mens. Wetenschappe lijk is bijvoorbeeld aange toond, dat onder meer micro ben een beslissende rol spelen bii de vorming van deze mate rialen. Dit idee om ertsen te kwe ken lanceert de heer J C. Deelman, geologisch student te Leiden in het chemisch week blad. Hij is van mening, dat de rol van microben bij de chemische omzetting van be paalde verbindingen tot op he den erg is onderschat. De wa re oorzaak van het neerslaan kan niet alleen worden ver klaard door te wijzen op de chemische voorwaarden, waar onder dit gebeurt. Zo zijn bijvoorbeeld minera len of ertsen als pyriet, limo- niet en verbindingen die man gaan. kobalt, nikkel, goud, uranium, germanium, vanadi um of molybdeen bevatten, al le van microbiologische oor sprong. De heer Deelman is zich ervan bewust, dat deze methode thans oneconomisch is, maar de bestaande voorra den aan mineralen en ertsen zijn niet onuitputtelijk. Er komt een moment, dat de prij zen zo hoog oplopen, dat deze kweekmethode toch zal moe ten worden toegepast en het is daarom volgens hem van groot belang, dat reeds nu de theo rie van de onderzeese bodem vorming wordt onderzocht en methoden voor het kweken van bepaalde microben in gro te onderzeese sedimentvlakten onder gecontroleerde omstan digheden, nader wordt uitge werkt. De wereldzeeën bevatten een onmetelijke hoeveelheid van elementen, die voor de mens nuttig zijn. De biochemi sche processen in de cel van de microbe vereisen de aan wezigheid van deze bepaalde elementen en verbindingen. Deze worden aangetrokken en bij voldoende hoeveelheid ge concentreerd, waardoor een be gin van ertsvorming ont staat. (Van onze correspondent) BONS De industrie van ons buurland Noordrjjn- Westfalen slingert elk jaar de dodelijke hoeveelheid van 1,25 miljard ton schadelijke gassen, dampen en vaste stoffen de lucht in. Wegens het ontbreken van voldoen de cijfers schatten emissie- geleerden dat de luchtver vuiling in werkelijkheid nog veel groter is. Nog somberder luiden hun prognoses voor de toekomst, die gekenmerkt zal zijn door een onstuimige groei van che mische bedrijven en olieraffi naderijen. Tot 1985 zal de che mische produktie, die niet al leen als de grootste luchtver- vuüer, maar ook als de sterk ste stankverspreider be schouwd wordt, verdrievoudigd zijn. Terwijl men nu op dit gebied nog lang niet alle problemen van de milieu-bescherming be heerst, dreigen de gevolgen nog veel catastrofaler te wor den, omdat de komende jaren de helft van de thans bestaan de chemische produkten ver vangen zal worden door nieu we, waarvan men al helemaal niet weet hoe men ze kan pro duceren zonder de lucht nog meer te vervuilen. Van de olieraffinaderijen verwacht men, dat deze in 1985 twee keer meer vuil in de lucht zul len spuien dan thans nog het geval is. Ondanks de somberheid van de studie, waarin deze gege vens vervat zijn, wordt zij als Ien voorbeeldig werk be schouwd, omdat ze op de drin gende noodzaak van drastische zuiveringsmaatregelen wijzen. Het werd samengesteld door het ministerie van arbeid in Düsseldorf, dat de brochure tot de basis van een nieuwe wet wil maken. Nu moet de chemische industrie verplicht worden in de nieuwe bedi-ijven vanaf 1973 en in oude fabrie ken vanaf 1978 de luchtvervui ling met liefst 80 procent te verminderen. - mm v» Sjr f - Tot de grote zondaars onder de luchtvervuilers behoren ook elektriciteitscentrales, die al leen al in Noordrijn-Westfalen per jaar 275.000 ton stof, 700.000 ton stikstofoxyde, 100.300 ton zwaveldioxyde en 7600 fluor door hun schoorste nen jagen. De staalfabrieken produceren 8000 ton stof, 4600 ton zwaveldioxyde en 9000 ton fluor, terwijl de particuliere huishoudens en kleine bedrij ven hieraan nog eens 250.000 ton stof en 280.000 ton zwavel dioxyde toevoegen. De petro chemie en de raffinaderijen le veren als hun aandeel jaarlijks 62.000 ton organische gassen en dampen, die meestal een zeer penetrante geur versprei den, en 96.000 ton zwaveldi oxyde. De grote onbekende wat het juiste cijfer betreft is ech ter de chemische industrie, maar volgens de studie ver spreidt deze enorme hoeveel heden koolwaterstoffen, stik stof- en zwavelverbindingen, dingen, fosforwaterstof, fluori- zwavelwaterstof, fluorverbin- de, tormide en arsenicum- en asbeststoffen. De steenkolenmijnen kwamen er in het rapport goed af. hand. De eertijds zo gevreesde ko lenmijnen tenslotte, slaan in de brochure een uitstekend fi guur, omdat door de studie vastgesteld kon worden, dat hier de problemen van de bin ding van stof nagenoeg opge lost zijn en cokesfabrieken nog maar geringe hoeveelheden zwavelwaterstoffen, ammoni ak, fenol en koolwaterstoffen laten ontsnappen. De bewoners van het Ruhrge- bied zullen daarom een ander grapje op de luchtvervuiling moeten verzinnen. Terwijl zij tot nu toe zwartgallige scherts ten „een keer diep ademhalen en drie keer kort hoesten, dan heeft men een stuk steenkool in de hand", zal de nieuwe versie wel moeten luiden: „een xeer diep ademhalen en drie keer kort hoesten, dan heeft men zijn eigen longen in de De strijd tegen de malaria wordt niet alleen door menselijk lokaas gevoerd. De muskiet wordt ook wel eens „opgezocht". KOEALA LOEMPOER (AP) Franco Nadeson slaapt elke dag op zijn werk, maar daar maakt hij zich niet bezorgd over, want het is zo, dat hij door overwerk meer ver dient naarmate hij langer slaapt. Hij is nl. menselijk lok aas voor muskieten in een campagne om te voor komen dat de malaria weer terugkeert in deze hoofdstad van Maleisië. Zijn baan is naar bed te gaan en elke nacht zes uur te slapen. Van tijd tot tijd staat hij op, vangt de muskieten die gekomen zijn om hem te ste ken en gaat weer slapen, 's Morgens worden de gevangen muskieten opgestuurd naar het instituut voor medisch weten schappelijk onderzoek om te worden onderzocht. Reeds als een enkele ano- phelesmuskiet wordt gevonden wordt de hele omgeving afge zocht naar broedplaatsen en met olie bespoten om de mus kietenlarven te doden. Op de ze wijze wordt opnieuw uit breken van de malaria voorko men. Nadeson slaapt zes uur per nacht en krijgt daarvoor ongeveer 40 Amerikaanse dol lars per maand, wat meer is dan het gemiddelde inkomen per hoofd per jaar van 322 dollar. De plaats waar hij slaapt is gemaakt van hout, heeft een zinken dak en meet ongeveer drie bij vijf meter. De ramen zijn van kippegaas. Nadeson steekt een kleine olielamp aan en gaat met open ramen onder muskietengaas naar bed. Directeur Soosy Pillai van de gemeentelijke gezondheids dienst legt uit dat de muskie ten, aangetrokken door het licht en de geur van mensen bloed beginnen naar binnen te komen. Nadeson staat nu en dan op, doet de ramen dicht, vangt de muskieten die nu de kamer niet uitkunnen en doet ze in reageerbuisjes. Dat doet hij nu al 18 jaar en hij heeft gimte vaardigheid verworven in het plaatsen van een buisje over een muskiet en dit met watten dicht te stoppen. Er zijn 14 zulke hutten met ce menten vloeren over de hele stad verspreid. De „werkuren" zijn van zes uur 's avonds tot middernacht en van midder nacht tot zes uur 's morgens. Als om een of andere reden langer moet worden geslapen krijgt de slaper overwerkloon. Normaliter worden overdag geen muskieten gevangen. Het vorig jaar zijn ongeveer 30.494 muskieten voor onderzoek op gezonden. Nadeson is niet bang dat hij malaria zal krij gen. Hij heeft in zijn 18 dienstjaren zelfs nooit koorts gehad. Pillai vertelde dat Koe- ala Loempoer de enige stad in Maleisië is die met'dit mense lijk lokaas werkt. De Britse kolonialisten zijn op het idee gekomen vlak na de tweede wereldoorlog, toen de ziekte in de stad epidemisch was. Thans is de campagne meer een ver zekering tegen opleving, dan gericht op de uitroeiing van de ziekte, aangezien Koeala Loempoer al jaren malariavrij is. De stedelijke autoriteiten geven per jaar 400.000 Malei sische (133.333 Amerikaanse) dollars aan de bescherming te gen malaria uit en dit komt neer op nog geen dollar per inwoner. Pillai deelde mede, dat de menselijke lokvogels met de enige mensen zijn, die bij de campagne betrokken zijn. Het zijn er in werkelijk heid 500. Elke maand bespui ten groepen in vaste dienst de broedplaatsen met 9900 liter ruwe olie.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 7