KARSTENSTE
Eindklassering
ondergeschikt
Flandria-
kopman:
meer lef
WEINIG STEUN
Merckx over
hoogtepunt
carrière heen
WAGTMANS:
ANDER
NASEIZOEN
PELLENAARS BIJZONDER
TEVREDEN UIT DE TOUR
Wieltjeszuiger
Aansprekend
Te goede start
km tot km
sport
3
eens
Interessant
Veldheer
DERDE SPORTPAGINA VAN MAANDAG 24 JULI 1972
Joop Zoetemelk.
Karstens: Onvoldoende
steun.
(Van onze speciale verslaggever)
PARIJSGebrek aan steun in de ploeg, voert Gerben Kars
tens op als een van de belangrijkste oorzaken voor het missen
van zijn doel: een ritoverwinning. „Je moet naturlijk geholpen
worden door je ploegmaats en dat mankeerde er bi] ons wel
Ploegleider Florent van Vaerenfoergh: „Zij wisten dat er in ae
vlakke ritten op Gerben gespeeld moest worden. Hij is nu een
maal de rapste. Maar het Duitse deel van onze ploeg vergat dat
dikwijls Die mannen hadden alleen oog voor een overwinning
van een' van hun. Zij hielpen Karstens te wemig".
Voor Gerben Karstens is de zaak al afgedaan, „want zegt hij,
volgend jaar krijgen we een lekkere ploeg met de renners die
van De Gribaldy komen". En over zijn zesde Tourervaring: „Ik
ben tevreden omdat ik makkelijk reed. In de cols heb ik geen
problemen gehad. Dat geeft me de zekerheid, dat ik nog steeds
goed meekan. Jammer alleen dat er op het vlakke geen over
winning inzat".
JOOP ZOETEMELK: „IK HEB WAT
Nederland zou in zo'n Tour
beslist een belangrijke rol
kunnen spelen. Wij hebben,
ook al zou men dit op het
eerste gezicht niet onderken
nen de mogelijkheid een ster
ke Tourploeg samen te stellen.
Nu de ronde het komend jaar
in Sebeveningen start zou dit
het sein kunnen zijn om een
poging te ondernemen de vol
gende renners samen te bren
gen: Joop Zoetemelk (25) als
absolute kopman, Rini Wagt-
mans (26), Tino Tabak (26),
Matthieu Pustjens (24), Jan
Krekels (24), Leo Buyndam
(24), Gerard Vianen (28),
Gerben Karstens (30), Harm
Ottenbros (29), Jan Spetgens
(25) en Theo van der Leeuw
(25). Een ploeg met een ge
middelde leeftijd van 26 jaar,
een mixture van klassements
rijders en potentiële ritwin
naars.
JEAN NELISSEN.
van
TWINTIGSTE ETAPPE
21 km-Doorkomst op Cote
de Senlise (4e fat.) 1 Beillouis
op 100 meter het peloton ge
leid door Prinsen.
22 km-Bellouis ingelopen.
71 km-OntsnappIngspogi-n-g
van Rini Wagtmans mislukt.
Kort daarna probeert MEntkie-
wicz het ook tevergeefs.
82 km-Demarrage vam Ver
strakten.
84 km-Verstaaeten ingelo
pen.
88 km-Teirlinck springt weg
uit het peloton en wordt niet
meer achterhaald. Hij wint de
20ste etappe.
LATEN ZIEN
DEZE TOUR"
(Van onze speciale verslaggever)
ners voor zich heeft, die res
pectievelijk 11 jaar (Pouli-
dor) en 5 jaar (Gimondi) ou
der zijn dan hij. Geconfron
teerd met die stelling, betuigt
Joop Zoetemelk zijn spijt over
die daverende entree van drie
jaar geleden, toen hij als no
viet de beste plaats op één na
bezette. „Het was een te goede
start. Ineens tweede achter
Merckx. Nou, daar sta je dan
als jonge prof. Je bent net
amateur af en dan presteer je
zoiets. Je stelt je metteen de
fensief op, want dat is het
veiligste. Nu ben ik anders. Ik
durf initiatief te nemen. Dat is
een kwestie van ontwikkeling
in het vak. Maar ik kan me
wel voorstellen dat er mensen
zijn, die zeggen: hij heeft het
dit jaar slechter gedaan. Als
zij alleen afgaan op het eind
klassement, doen zij dat, maar
het is niet juist. Ik werd vi-jf-
PARIJS Joop Zoetemelk is in deze Tour zijn derde veranderd. Hij, de alsmaar
voorzichtige achter Eddy Merckx, werd brutaler. In zijn optreden bracht hij durf (denk
aan de rit over de Galibier en naar de top van de Ballon d'Alsace) en als kopman groei
de hjj naar een grotere volwassenheid, getuige zijn uitspraak: „Voor volgend jaar eis ik
een sterkere ploeg rond me, anders blijf ik niet bij Flandria". Dat soort lef als leading
i*1 zijn equipe, miste Joop Zoetemelk tot voor kort. Hij zocht naar de cadans van zijn
positie, die zo onverwacht werd opgeschroefd met zijn sensationele entree bij de profs in
1970: tweede achter Eddy Merckx in de Tour.
(Van onze speciale verslag
gever).
PARIJS. Na de inspan
ning van vrijdag, voelt Rini
Wagtmans dat het weer goed
Itnet hem gaat. Hij meldt aan
het eind van een Tour waar in
hij te lang naar zijn vorm
moest zoeken om er een com
pleet geslaagde fietstrip van te
maken, dat het weer goed gaat
met hem. Ik voel me als vroe
ger. Die betere dagen heb ik
dit jaar al eerder in mijn
slechtere periode gekend,
maar dan was het altijd voor
even. Nu blijf ik me sterk
voelen. In deze conditie zuilen
ze op het wereldkampioen
schap goed rekening met me
moeten houden".
Nog eens terugblikkend op
de wisselende prestaties (een
sterke start, een zwakke week
in de bergen van Bayonne tot
Merlette, een onverwacht goed
slot met een ritzege) komt Ri
ni Wagtmans weer terecht bij
zijn beroerde periode voor de
Tour de France toen hij v>an.
de ene inzinking in de anere
vieL „De eerste", legt hij uit,
„bleek ik nog niet zo goed
genezen als iedereen na het
Nederlands kampioenschap
misschien, wel dacht. Pas toen
ik me na de rit tegen de
Ventoux heb laten behandelen
merkte ik dat het overging.
Ten tweede was het voor mij
moeilijk om het juiste ritme
in de bergen te krijgen.
Werkend naar de weg terug,
ontdekte Rini Wagtmans bo
vendien dat zijn pogingen tot
herstel ook gedrukt werden
door een slecht passende fiets.
„Ik kon mijn zit niet krijgen-
Alles hij elkaar probeerde ik
deze Tour vier of vijf fietsen
en daar heeft Pellenaars me
geweldig bij geholpen. Hij
bleef meezoeken naar de oor
zaak en gaf me aan materi
aal wat ik vroeg. Tenslotte
ontdekte we dat de fiets van
Tino Tabak voor mij ideaal
was en daar heb ik verder op
gereden, en Tino op zijn re
serve fiets. Vanaf dat moment
ben ik gemakkelijker gaan
koersen. Ik geloof diat ik lang
zamerhand weer terug ben
waar ik was".
Het betekent dat Rini Wagt
mans een totaal ander nasei
zoen gaat rijden dan hij ge
wend was. Meestal Het hij zijn
programma na de Tour aflo
pen (weigerde zelfs contracten
voor criteriums), nu blijft hij
voluit doorgaan. ,Jk moet wel.
Er is heel wat goed te ma
ken".
Afgaande daarop én het ge
geven-, dat hij een jaar la-ter
opnieuw als tweede finishte, is
de vijfde plaats die hij nu
bereikte, een achteruitgang.
„Maar", zegt Joop Zoetemelk
er zelf van, „dat kun je alleen
op papier een terugslag noe
men. De praktijk is, dat ik
een betere Tour reed, dan i-k
ooit gedaan heb, omdat ik ini
tiatief nam. Dat is voor deze
ronde ook mijn uitgangspunt
geweest. Niet de tweede
plaats achter Merckx".
De dosis meer spektakel, die
Joop Zoetemelk in zijn fietsen
deed, schrijft hij toe aan eer
zucht, commerciële belangen
en de praktijkervaring van
twee rondes, da-t je als directe
bedreiger van Eddy Merckx
door de Molteni's in een wurg
greep wordt genomen.
Over zijn eerzucht: „Er is
nogal eens kritiek geweest op
mijn defensieve manier van
rijden. Daar kwamen van alle
kanten aanmerkingen op. Als
ik bijvoorbeeld in België reed,
kreeg ik steevast te horen:
„Zo, daar heb je de wieltjes
zuiger van Merckx weer". Die
naam wilde ik kwijt".
Over zijn commerciële be
langen: „Ik heb me gereali
seerd, dat je spectaculair moet
rijden w-il je voor een sponsor
interessant blijven. En daar
gaat het toch om. Als beroeps
renner kun je in een Tour
nooit zo de aandacht op je
vestigen, dat er contractueel
meer uit te halen is. Ik geloof,
dat ik me zo gepresenteerd
heb in deze ronde, da-t ik aan
trekkelijker ben voor een fir
ma, dan de jaren ervoor".
Over zijn op de praktijk af
gestemde beleid: „Wat was er
voor mij méér te bereiken dan
opnieuw een tweede plaats?
Het kon gewoon niet beter,
want Eddy Merckx is nog
steeds een klasse apart. Bo
vendien krijg je als tweede
man achter hem, geen enkele
kans iets bijzonders te doen.
Zo gauw je wat onderneemt,
zit zijn hele ploeg op je wiel.
Merckx heeft zo'n formidabel
stel knechten rond zich, dat de
koers geblokkeerd wordt waar
en wanneer hij wil. Ik moest
het dus anders aanpakken.
Niet meer mikken op een
tweede plaats, maar op aan
sprekende prestaties. Als ik
naga dat ik in twee etappes
niet door afwachten maar door
overtuiging tweede ben ge
worden, dan zeg is: dat doei is
bereikt. Ik heb wat laten
zien".
Blijft het theoretisch naakte
gegeven, dat Joop Zoetemelk
een lagere plaats dan voor
gaande jaren in de eindklasse
ring inneemt en, daarbij ren-
door
peter
heerkens
analysering van zijn eindresul
taat. De Flandria's bleken
kwalitatief te min om hun
kopman voldoende te helpen
waar nodig. Vorig jaar was
het gebrek aan eenheid bin
nen de ploeg (met Zoetemelk,
Leman- en Roger de Vlaemin-ck
te veel vedetten in één huis)
nu hij als uitgesproken leider
vertrok, moest Zoetemelk aan
het eind van de vorige Tour
toe geven dat hij zich niet
happy voelde in zijn omge
ving, bij het slot van deze reis
door Frankrijk doet hij da-t
wel. Zijn bewustheidsgevoel
van zijn positie als kopman
tekent zich naast zijn
Joop Zoetemelk:
tweede eindigen."
„Je kunt beter aanvallend rijden en vijfde worden dan niets laten zien en als
de met aanvallend rijden en
dat vind ik een betere presta
tie dan tweede met afwachten.
Neem Gimon-di dit jaar. Hij
eindigde vóór mij, maar wat
heeft Gimondi laten zien, deze
Tour? Niks. Helemaal -niks.
Hij sloop stilletjes mee, zonder
op te vallen. Poulidor is wat
anders. Daar kan ik met mijn
verstand niet bij. Wat die
klaarmaakt op zijn leeftijd.
Ongelooflijk".
Naast de filosief over de
concurrenten die hem voorble
ven in het algemeen klasse
ment, valt het gebrek aan
steun van zijn ploeggenoten
niet te weg te cijferen, bij de
agressieve manier van rijden
af.
„Ik moet volgend jaar een
betere ploeg rond mij hebben.
Dat stelde ik als voorwaarde
bij Flandria om te blijven.
Met een goed stel, was het
nooit gebeurd, dat op weg
naar Royan drie minuten ver
speelde.
Dan zouden zij op kop gereden
hebben tot we terug bij de
groep van Merckx waren.
Maar: het valt niet mee om
sterke knechten bij je te krij
gen. En toch zal het moe
ten".
(Van onze -speciale verslag
gever)-
PARIJS. Op 27-jarige
leeftijd reed het fietsfenomeen
van deze tijd in zijn 66ste gele
trui op de wielerbaan van
Vincennes zijn ereronde. Eddy
Merckx had zijn vierde Tour
gewonnen. Hij was de sterkste
en vooral de handigste geble
ken van 132 moedigen, die in
Angers deze immens zware
ronde hadden aangedurfd en
waarvan 33 procent de finish
niet bereikten. In deze Tour
werd, het klinkt paradoxaal,
duidelijk dat Merckx over zijn
hoogtepunt heen is.
Hij heeft in feite de ronde ge
wonnen in de afdalingen en de
tijdritten. In Luchon achter
haalde hij in de afdaling naar
de finish de beter kiiimmende
Van Impe en won. In Brian-
ehon daalde hij snéller dan
wie ook van de top van de
Izoard en won. In Valloire-
achterhaalde hij in de afdaling
van de Galibier de ontsnapte
Zoetemelk en won.
Bij de vier aankomsten op
de top van een col, hoogtepun
ten van de ronde, daar wa-ar
Eddy Merckx zijn zege luister
had moeten bijzetten, werd hij
telkens versl-a-gen. Op de Ven
toux door Thevenet, op de
Merlette door Van Impe, op de
Revard door Guimard en op
de Ballon d'Alsace door The-
was dait de Spaanse klimmer
Jose Manuel Fuente niet in de
venet. Het is een zege van
„economie" en organisatie ge
worden. Het optreden van
Merckx in deze ronde was
daarom een beeitje tegenna
tuurlijk. Wikken en wegen,
voorzichtig met de krachten
omspringen, dat was nooit zijn
karakter. Daarmee zou hij ook
nooit zo groot zijn -geworden.
De tijd is echter ook niet aan
hem voorbijgegaan. Zes jaar
van ongeïofdelijke inspannin
gen hebben lichtjes him spo
ren achtergelaten. Het tekent
de intelligentie van Merckx
dat hij zijn optreden onmid
dellijk heeft aangepast aan de
nieuwe situatie-
Daarmee kon hij zich op de
ze ronde waarin de zieke Oea-
na en de geblesseerde Gui
mard uit het klassement weg
vielen makkelijk handhaven.
Gaandeweg werd men er zich
van bewust hoe jammer het
Tour verschenen is. De kop
man van de Sterke K-as-ploeg,
voor een grote som geld over
gehaald de Giro in plaats van
de Tour te rijden, zou een
schitterend duel hebben kun
nen -leveren met Merckx. Bij
afwezigheid van Fuente had
Eddy tenslotte „slechts" af te
rekenen met Zoetemelk die op
weg naar Royan zijn traditio
nele tweede plaats in het alge
mene klassement door onoplet
tendheid verspeelde en op
nieuw omringd was door een
uitermate zwakke ploeg, met
een Van Impe, wiens aandacht
andermaal gevestigd was op
het bergklassement en met de
veter-anen Poulidor en Gimon
di, die niet onverdienstelijk
gereden hebben.
De grootste vooruitgang in
deze ronde was ontegenzegge
lijk voor de Fransman Cyrille
Guimard die zulke vorderin
gen gemaakt bleek te hebben
dat hij het komend jaar als
een ernstige kandidaat voor
een Tourzege gezien kan wor
den. Een ronde met Merckx,
Guimard, Ocana (als hij niet
ziek is) en niet te vergeten
met Fuente moet in 1973 bui
tengewoon interessant kunnen
worden.
mocht worden-, zeker nadat Ri
ni Wagtmans zich zo goed her
stelde in de eerste week.
„Kijk", zegt Pellenaars, „grote
illusies hoefden we ons te vo
ren niet te ma-ken voor de
cols. Maar ik geef toe, dat het
beter had gekund. Wagtmans
verloor zijn kansen op een
goede tweede week door een
slechte rit tegen de Aubisque
op en Tabak had het in het
begin ook moeilijk. Later is
Tabak goed gaan rijden, maar
alles bij el-kaar kwam er niet
uit, wat ik erva-n verwacht
te".
Om volgens zijn laatste
als ploegleider op meer
fronten mee te spelen dan al
leen overwinningen in vlakke
ritten gaat Kees Pellenaars
streven naar wat hij noemt:
„Een complete Nederlandse
ploeg". Hij gaat een poging
doen om Zoetemelk en Pust
jens binnen te halen en hij
kijkt uit naar nog meer ver
sterking. „Ik wil komend sei
zoen met de ideale Nederland
se ploeg rijden. En daar hoort
Zoetemelk zonder meer in.
Maar ik moet wel een goed
stel renners rond hem kunnen
zetten. Anders heeft het geen
zin. Trouwens, dat wil ik Joop
zelf ook niet aandoen. Als je
ziet hoe weinig steun hij nu
bij Flandria heeft...Neen, da's
niks. Een sterke club, anders
niet. Een ideale ploeg, begrijpt
ge". Wie Kees Pellenaars
daarvoor geschikt acht, houdt
hij stil". Daar praat ik niet
over. Dat brengt onrust in de
ploeg en het seizoen is nog
niet afgelopen".
(Van onze speciale verslaggever)
PARIJS Met twee etappe-overwinningen op zak, is
Kees Pellenaars als een uiterst tevreden man uit de Tour
gestapt. Boordevol plannen bovendien. „Volgend jaar ver
trekt de Tour uit Nederland en het wordt mijn laatste sei
zoen als ploegleider. Daar wil ik iets moois van maken. Ik
ga proberen de sterkst mogelijke Nederlandse ploeg op te
zetten, dat wil zeggen: met Zoetemelk en Pustjens er bij.
Over een paar dagen zal ik ze eens benaderen". Voor welke
firma dat gebeurt Goudsmit-Hoff of de in de loop van
deze Tour gesignaleerde nieuwe sponsors, wiens naam hij
niet wil noemen laat Kees Pellenaars nog even in het
midden. „De kwestie Goudsmit-Hoff zal nog wel aan de
orde komen. Maar ik blijf er bij, dat ik onder deze omstan
digheden bij die sponsors niet kan werken. Misschien als zij
een verandering aanbrengen in de bestuurstop waarmee
ik te maken heb
Pellenaars gaat ervan uit
„dat hij wel zal zien", ook al
omdat er in Parijs andere za
ken waren om aan te denken.
ment, prijs voor de strijdlus-
tigste en de prijs v-oor de bes
te equipiers.
Zijn succes in deze Tour bij
voorbeeld waar hij door twee
ri-tzeges met grote voldoening
op terug kon zien, want het
gedrang aan de streep was
groot. Om maar even drie
voorbeelden te noemen: Van
de te winnen etappes haalde
Sonolor er vijf binnen,, Molteni
zeven en Peugeot drie. Zoveel
bleef er dus niet meer te ver
delen in de 59e Tour. Vandaar
dat Kees Pellenaars terug kan
zien op een geslaagde reis
door Frankrijk, waarbij de tri
omf van Rini Wagtmans er
een was va-n grote allure, door
de twee gedurfde solo's, de
strategie van Kees Pellenaars,
en de inzet van de ploeg die
op die dag won wat er te
winnen was: dagploegk-lasse-
Kees Pellenaars presenteer
de zich weer als een zo vaak
met sigaar getekende veldheer
voor wie geen slag teveel is.
„En luister", benadrukte hij
om eventuele roddels de kop
in te drukken, „er is niks
gematst. Denk er goed om. I-n
een Tour valt er niks te rege
len om te winnen, neem dat
nou maar van mij aan. De
commerciële belangen van de
firma's zijn zo groot, dat dat
gewoon uitgesloten is. Wat
denk je..Rokado won geen
etappe, BIC niet, Watney niet,
Flandria niet...Zij zaten alle
maal te springen op een over
winning, maar het lukte niet,
Pellenaars: „Er valt niks te regelen.
omdat er echt voor gekoerst
is. Cadeautjes zijn er niet bij
geweest".
Als Kees Pellenaars da-t ge
vecht om een eerste plaats nog
eens overziet, komt hij tot de
conclusie dat er tenminste nog
twee zeges hebben ingezeten.
„Voor hetzelfde geld hadden
we er vier gewonnen. Die rit
in Royan had Koeken nooit
mogen verliezen en Ger Ha-
rings was in feite de rapste
man in Colomiers. Maar och,
ik ben wel gelukk-ig zo. Alleen
zeg je achter altijd: w-as er
nog meer mogelijk geweest?
En in ons geval is dat: Ja".
Rest het feit, dat Kees Pel
lenaars met zijn Goudsmit-
Hoffs minder spectaculair door
de bergen trok dan verwacht