HEATH VERLIEST KÜNDIGSTE MINISTER
JONGETJE (6) DOOD
IN KAST GEVONDEN
DE HONING
Raad van Beroep geeft
invalide opperman gelijk
„Part-time" monniken in Engeland
In Nijmegen
IJsje voor de hond
INVALIDITEIT VAN EEN BOUWVAKKER
FELIX TIMMERMANS
binnenland
GEVECHTEN
VERSTOPT
GAS
Amsterdammer
f 50 lichter
Nederlanders
voorbeeldige
kerkgangers
aan
Costa del Sol
STOELEN
ZOEKACTIE
RAADSELS
Demetrios
noemt paus
ereprimaat
van Christus'
kerk
Donderdag 20 juli 1972
li
DERRY
IS
KAPOT
Vergeefs en grotesk bedreigen de kanonnen van de
17de eeuwse veroveraars nog steeds de inheemse bevol
king op de lagere grond.
Even machteloos zijn de moderne hulpmiddelen van het
Britse leger, het oorlogsgas dat naar de katholieken van de
Bogside (moeraskant) wordt geschoten, de kogels van rubber
en de echte kogels, de gepantserde voertuigen en de tientallen
controleplaatsen waar elke winkelende huisvrouw moet laten
zien dat zij geen handgranaten tussen de aardappels heeft.
En het ernstigst is het
vooruitzicht dat na de ver
nieling van de binnenstad en
de schoten van de sluip
schutters in de buitenwijken
niets anders is te verwachten
dan de uitbreiding van de
guerrilla tot de verkeerswe
gen door het glooiende
Noordierse land, tenzij de
Britten snel tot ernstig over
leg met het ondergrondse
Ierse Republikeinse Leger
komen.
Derry ligt aan de overkant
van de 300 meter brede ri
vier de Foyle. Het is van
nature de haven en hoofd
stad van het grote graaf schap
Donegal, waarvan het sinds
aen halve eeuw kunstmatig
is afgescheiden, want de pro
testanten hielden behalve
Belfast en tweederde van de
oude provincie Ulster odk de
enolaive Derry bezet, toen zij
weigerden ziöh te zamen met
de rest van Ierland af te
scheiden van het Britse Ko
ninkrijk. Zij meenden behal
ve het oude ommuurde stad
je van zakenlieden en die
eveneens protestantse haven
wijk ook de grote, ten wes
ten van de muren ontstane
katholieke stadsdistricten
nakkelijk onder controle te
Kunnen houden.
Een systeem van politieke
bevoordeling naar rechts en
periodieke intimidatie maar
links verhinderde dat het ka
tholieke getalsoverwicht van
Derry tot uiting kwam in de
gemeenteraad, die daarom
drie en een half jaar geleden
dank zij de beweging voor
gelijke burgerrechten moest
worden vervangen door een
bovenpantijdige commissie.
Het vernederende verleden
had van de Bogside de
vruchtbaarste kweekplaats
gemaakt voor het Ierse Re
publikeinse Leger, dat vecht
om het eiland Ierland tot een
eenheid te smeden. Het is op
kleine schaal een even bloe
dige strijd als in het bezette
Europa tegen de nazi's werd
geleverd. Dat wil niet zeggen
dat de leiders van de IRA
onbeheerste vuurvreters zijn.
Ze hebben aan het begin van
deze zomer gedurende twee
weken zich met meer fatsoen
aan een zorgvuldig overeenge
komen wapenstilstand gehou
den dan het Britse leger dat
deed.
Nu er weer wordt gevoch
ten, is de eerste actie van de
„provisionals" van IRA
die de traditionele republi
keinse richting vertegen
woordigt de vernieling
van d'e binnenstad van Derry
geweest. Honderden kilo's
springstoffen werden ge
bruikt en tijdens het af gelo
pen weekend kroop de rook
nog uit de puinhopen om
hoog. Een van de zwaarste
bommen wias vrijdag ver
voerd in een kinderwagen,
die uit elkaar spatte op de
Diamond, het plein dat het
midden vormt van de sfcraik-
gsbouwde stad binnen de
muren. Maar een dozijn an
dere grote explosies waren
diaaraam voorafgegaan. Hele
straten, binnen en buiten de
muren, doen aan niet veel
anders meer denken dan aan
de monsterlijke grijns van
een vervallen gebit. Rijen
winkels tijm uitgeschakeld.
En waar nog zaken worden
gedaan, gebeurt het voorna
melijk achter pla-niken en
schotten.
Na een stevige rit van bij
na 2 uur nader je Derry
de naam uit de vroege mid
deleeuwen is Doire: eikebos
via Waterside aan de oos
telijke punt van de rivier-
„Dit is UDA-gebied", luidt
hier een op de muren en het
plaveisel gekalkte waarsohu-
wtaig van de protestantse ar
beiders. Gemaskerde jonge
mannen staan bij een barri
cade aan een tijstraat dicht
bij de brug. Ze zien er even
dreigend uit a-ls de Ku Klux
Klan, de beweging van
Noordamerikaanse blanken,
die weerspannige negers
lynchten. Het verzet van de
UDA tegen het 'leger is de
onmiddellijke aanleiding ge
weest voor het falen van de
wapenstilstand tussen het
Britse leger en de IRA, want
het leger deed concessies aan
de UDA ten koste van de
katholieken en tegen de op
drachten van minister White-
iaiw, de voorlopige Britse be
stuurder van Noord-Ier-
land.
Begin deze week duurde
het langer dan een half uur
om over de brug en langs de
militaire posten been te ko
men. De hele stad zat ver
stopt, want bet leger was
pezig de Bogside af te gren-
lefen, veel drastischer en op
veel grotere -schaal da-n de
katholieken dat hebben ge
daan sinds bijna vier jaar
geleden de Koninklijke U1-
sterse Politie 's raadhts hon
derden ruiten was komen
inslaan om te laten tien dat
de beweging voor gelijke
burgerrechten niets zou pres
teren, De militairen waren
van plan een aantal straten
met metershoge muren dicht
te metselen. Ze hadden
schuttingen van -gegolfd ijzer
en hout in stelling gebracht
om daar achter de permanen
te muren te bouwen, even
afdoende als de Berlijnse
muur. Bovendien waren de
meeste poorten van de bin
nenstad gesloten met Spaan
se ruiters en blokken be
ton.
Het was tamelijk veront
rustend door een paar hele
maal uitgestorven straten
binnen de stadsmuren te lo
pen nabij de westelijke poor
ten, dus het dichtst bij de
Bogside. Niets was daar te
tien, behalve de zandzakken
waartussen waarschijnlijk
soldaten hurkten. Plotseling
leek het zelfs moeilijk te
zullen worden een poort zon
der versperringen te vin
den.
In de rest van de stad ging
het beter. D-e auto werd
weer an gebruik genomen en
vergeefs koos mijn chauffeur
de ene straat na de andere,
steeds noordelijker, tot na
anderhalve kilometer een
controlerende militair een
bruikbare aanwijzing gaf.
„M-aar ze houden u in de
Bogside vast", voorspelde
hij. „Ik begrijp niet wat u
gaat wagen". In een dergelij
ke situatie zijn soldaten geen
optimisten.
Eindelijk, bij de wat hoge
re nieuwe katholieke wijk
Creggan, kwam er schot in
de onderneming. Een paar
jongetjes sprongen van de
IRA-barricade af om als gid
sen te gaan dienen, nadat
een oudere zich ervan bad
overtuigd dat ik het adres
van een contactman der Pro
visionele IRA had en over
betrouwbare papieren be
schikte. Een rit van nog geen
vijf minuten en wij manoeu
vreerden zonder blikschade
door een barricade heen- In
een huisje in een van de
kleinste straten, het adres
dat -ik zocht, werd op een
tafel met karabijnen en sten-
guns een legitimatiebewijs
voor de provisionel-e IRA
voor mij geschreven. „Maar
u hebt twee pasfoto's nodig".
Het duurde een half uur,
voordat mijn 15-jarige gids
Patrick erin slaagde een
stadspoort te vinden waar
wij toegang hadden. Weer
een half uur later hadden
wij de foto's, maar de dool
hof werd gedurig door het
Derry is kapot. De zo.
veelste bom heeft het zoveel
ste huis in puin veranderd
leger veranderd en de auto
was onbereikbaar achter
prikkeldraad.
Het werd erger toen wij,
na die puzzel te hebben op
gelost, in de Bogside terug
waren. Het eerste vleugje
c.s.-gas dreef door de achter
deur het guerrilla-hoofd
kwartier binnen. Ineens was
bijna iedereen weg, met de
vuurwapens. Later zei het
leger diat er geschoten was
en dat daarom besloten was
ie buurt met gas te besto
ken. c.s.-Gas brandt in je
neus en ogen en je loopt met
enigszins onzekere stappen
er vandaan.
In de Rossvilie Street, het
nieuwste deel van de Bogsi
de, maar ook binnen de bar
ricaden van de provisionals,
schoten de Britten weer wat
gas in onze richting. Een
spijkerbom van een Bogsider
ontplofte dichtbij, maar bui
ten mijn blikveld. Ik stond
bij ee,n groen-gem-aakle
straattegel (igroen is de kleur
van de Ierse Nationalisten,)
die de pl'ek aangaf waar een
van de 13 slachtoffers van
„B'loody Sunday" 30 janu
ari van dit jaar, toen het
Britse léger de grootste
slachting onder burgers aan
richtte die in West-Europa
sinds 1945 heeft plaatsgevon
den was doodgeschoten.
De gasgran-aten v-i-elen dicht
bij, maar in de winkels wer
den de klanten nog bediend.
Voordat het eerste echte
schot klonk rutoberko-gels,
hoorden wij later zaten
wij in de auto. De mensen
begonnen te rennen.
HENK VAN MAURIK
UTRECHT (ANP) De
Raad van Beroep in Utrechi
heeft een 46-jarige opper
man uit Bosch en Duin, die
vond dat de Bedrijfsvereni
ging voor de Bouwnijverheid
zijn „verdiencapaciteiten" te
hoog had geschat, in het £*-
l(jk gesteld-
De bouwvakker kon in ver
band met rugklachten zijn ou
de beroep niet meer uitoefe
nen. Op advies van de Ge
meenschappelijke Medische
Dienst was hij voor 35-45 pro
cent invalide verklaard. De
Raad van Beroep heeft nu de
beslissing van de bedrijfsvere
niging vernietigd en bepaald,
dat de opperman ingevolge de
wet op de arbeidsongeschikt
heid met terugwerkende
kracht tot 1 mei 1971 recht
heeft op een uitkering die is
gebaseerd op een arbeidsonge
schiktheid van 55 tot 65 pro
cent
De heer W. Hesseling van
het Bureau voor Arbeidsrecht
van het NVV had tijdens de
behandeling van de zaak voor
de raad ernstige kritiek geuit
op de manier waarop de Ge
meenschappelijke Medische
Dienst de verdiencapaciteiten
vaststelt en op het ontbreken
van een goede begeleiding
door de GMD van gehandicap
ten die passend werk zoeken.
Zijn cliënt had bij verschillen
de sollicitaties nul op het re
kwest gekregen. Zelf had de
heer Hesseling bij negentien
Utrechtse bedrijven een enquê
te gehouden en geprobeerd
de ex-opperman een functie te
bezorgen op basis van de
richtlijnen van de deskundigen
van de GMD in alle gevallen
bleek de opperman onge
schikt.
De heer A. van der Meent,
centraal arbeidsdeskunddge
van de GMD, had betoogd dat
de opperman 35-45 procent in
valide was verklaard, omdat
hij zijn oude beroep niet meer
kon uitoefenen en in een an
dere baan minder zou gaan
verdienen. Daarom zei het
percentage volgens hem niets
over de mate van invaliditeit.
Hij, zowel als de raadsvrouwe
van de bedrijfsvereniging,
meenden, dat de bouwvakker
bij zijn sollicitaties teveel
„met zijn ongemakken te koop
had gelopen" en te weinig na*
druk had gelegd op de presta
ties waartoe hij nog wel ia
staat is. Volgens de heer Hes
seling was dat evenwel onver
mijdelijk, aangezien hij solli
citatiegesprekken steeds naar
het arbeidsverleden wordt ge
vraagd. De betrokkenen moe
ten dan wel vertellen dat ze
een jaar in de ziektewet heb
ben gelopen en daarna een
w.a.o.-uitkering hebben ontvan
gen.
AMSTERDAM (ANP) - 'n Am-
sterdamse taxichauffeur heeft
gisternacht in Buiksloot de 63-
jarige scheepswerktuigkundige
W. Tannenbaum met een die
pe hoofdwond liggende op d'e
rijweg, aangetroffen.
De man een Amsterdammer,
verklaarde later dat hij d-oor
twee mannen was aangevallen.
Ze hadden hem een klap met
een sitok op zijn hoofd gege
ven en beroofd van zijn porte
feuille met f50.-.
(Van onze correspondent)
LONDEN. De 55-jarige
Maudling, is afgetreden als mi
nister van binnenlandse zaken
en vice-premier, is een man
met een reputatie van luiheid,
hoewel hij algemeen wordt be
schouwd als een van de kun-
digste Britse politici.
In 1964 scheelde het in de
strijd met Edward Heath maar
weinig of hij was leider van de
conservatieve partij geworden.
Als hij gewonnen had zou hij
nu waarschijnlijk premier ge
weest zijn. Er is dikwijls gezegd
dat wanneer Heath eens van
zijn jacht „Morning Cloud" zou
vallen, Maulding zijn meest
waarschijnlijke opvolger zou
zijn. Heath heeft in ieder geval
zijn kundigste man in zijn kabi
net verloren.
„Reggie", zoals hij onder Brit
se politici bekend staat, was in
1950 in het parlement gekozen.
Na zeven jaren in het Lager
huis werd hij op 40-jarige leef
tijd tot minister benoemd.
Van oktober 1959 was hij
twee jaar minister van handel,
daarna minister van koloniën
en tenslotte van 1962 tot 1964
kanselier van de schatkist.
Tijdens de oppositieperiode
van de conservatieve partij was
Maudling directeur van een
aantal maaschappijen.
Toen de conservatieven in
1970 weer aan de macht kwa
men benoemde Heath Maudling
tot minister van binnenlandse
zaken. Een van de voornaam
ste kwesties waarvoor hij stond,
was de crisis in Ulster, die on
der zijn ministerie viel totdat
Heath William Whitelaw tot
minister voor Noord-Ierland be
noemde.
Maudling is gehuwd en heeft
drie zoons en een dochter.
LONDEN (KNP) De benedictijnen van Worth, ten zuiden
van Londen, hebben naast hun abdij een „wereldwijd klooster"
geopend voor mensen die zich voer kortere of langere tijd hij
het kloosterleven willen aansluiten.
Het huis staat open voor iedereen die het monnikenleven wil
ervaren of „uitproberen". Men kan komen voor een dag of jaren
blijven. Deze tijdelijke leden bidden en eten samen met de
benedictijnen.
Vooral degenen die langer blijven, kunnen ook „monniken
werk" verrichten. De benedictijnen van Worth hopen dat enkele
bezoekers benedictijn zullen worden, wanneer ze eenmaal de
kat uit de boom hebben gekeken.
MALAGA (KNP) Onge
veer 30 procent van de katho
lieke buitenlandse toeristen,
die zich in de zomermaanden
voegen bij de vaste bevolking
van Torremolinos volbrengen
hun godsdienstige verplich
ting. Daarmee geven deze bui
tenlanders een voorbeeld aan
de Spaanse zomertoeristcn, die
zich in hun vakantie minder
om hun kerkelijke verplichtin
gen bekommeren.
Dit is een verklaring van de
pastoor van Torremolinos
Francisco Aparicio, die vanwe
ge tijm uitgebreide kennis van
vreemde talen in dit toeristen
centrum van dte Costa diel Sol
Diikwijls celebreert hij in
een van de 7 vreemde talen,
die hij kent, de eucharistie
voor toeristen.
In het algemeen kan men
zeggen, aldus de pastoor van
Torremolinos, dat de Ieren aan
de kop gaan met hun trouwe
vervulling van hun zondags
plichten, dan volgen de En.
gelsen en Duitsers. Op de
vierde plaats komen de Fran
sen. „Maar", zo voegde pastoor
Aparicio eraan toe, „in het
aangrenzende dorp Benialma-
dena waiar vooral veel Neder
landers wonen, zijn het die Ne
derlanders, die op 'd'e eerste
plaats komen. Zij geven daar
mee een voorbeeld aan alle
anderen".
(Van een onzer ver
slaggevers)
NIJMEGEN. Geertje
Lassche is dood. Het 6-jarige
Nijmeegse jongetje dat sinds
zondagmiddag werd vermist,
is gistermorgen om tien uur
dood teruggevonden in een
oude buiten gebruik zijnde
koelkast, die was opgeslagen
in een opbergkeet bij de kin
derspeeltuin op de Goffert.
Het kind bleek te zijn gestikt
door zuurstofgebrek. Een
misdrijf wordt uitgesloten.
Geentje Lassche is gevon
den door de kassahouder
van die speeltuin, de heer
Mossa (56). Hij had enkele
honderden stoelen uit het
scheurtje gehaald en die op
het terras neergezet. Toen
hij plotseling mevrouw Las
sche zag lopen die blijkbaar
naar Geertje liep te zoeken,
besloot hij voor de zeker
heid een kijkje te gaiam ne
men in de zojuist leegge
haalde keet. Hij took de
deur vam de koelkast open
én vond het kind.
Ook maandag is al in het
gebouwtje geteeken. Die Nij
meegse politie: „Toen zaïgen
we er alleen maar een
enorme stapel stoelen in
liggen. Dat er ook nog een
oude koelkast stond was ons
onbekend. Het is ons ook
nlat meegedeeld. Mlaiar op
dait moment moet heit kind
ai dood geweesit zijn. Het is
gewoon in slaap gevallen".
Aan de dramatische vondst
van vanmorgen is een mas
sale zoekactie voorafge
gaan. Gistermiddag hebben
veertig militairen van het
Nijmeegse garnizoen dte te
rug warei
rond cfef Gcrffent Uitgekamd.
Na een korte eetpaiuze werd
de speuractie met tweemaal
zoveel mensen voortgezet.
Ook vanmorgen zijn er nog
zo'n veertig militairen aan
het zoeken getgaan. Het le
verde allemaal niets op.
Volgens de politie is de
keet waarin het jongetje is
gevonden, tijdens de ope
ningsuren van de speeltuin
en het kleuterbadje niet af
gesloten. De deur gaat op
slot zodra de poorten dicht
gaan. Hoe hiet kind onge
merkt binnen heeft kunnen,
komen, is echter een raad
sel.
Geertje Lassche stond erom
bekend dat hij zich graag
opsloot. Vorige week nog
heeft hij een hele dag in
een kast gezeten op school,
zonder ook maar één kik te
geven.
ISTANBOEL (KNP
„Allereerst groeten we de hei
lige paus van Rome, Paul us
VI, de „primus inter pares"
(eerste onder zijn gelijken)
van de kerk van Christus op
aarde, de eerbiedwaardige
broeder, de bisschop van het
oude Rome en de patriarch
van het westen". Aldus de
nieuwe oecumenische patri
arch van Constantinopeï en
ereprimaat van de orthodoxe
kerken, Demetrios I bij zijn
installatie, die in de Georgius-
kerk te Istanboel plaats vond.
Het heeft opzien gebaard dat
de nieuwe patriarch de paus
„eerste onder zijn gelijken"
noemde, m.a.w. ereprimaat
van de gehele kerk.
Het is de eerste keer dat
een patriarch deze titel offi
cieel toepast op de paus. Tot
nu toe wend deze uitdrukking
voor de paus van Rome slechts
voorzichtig dioor enkele theolo
gen genoemd. Zelfs patriarch
Athenagoras heeft dit woord
nooit gebruikt, omdat hij vomid
dat die theologen het eerst on
derling over dit primaatschap
eens moeten zijn. Overigens
heeft dit primaatschap bij de
orthodoxen geen strikt juridi
sche betekenis. Het is het ere
primaat van de geloofgemeen
schap in de ene dioor Christus
gestichte kerk.
Het zijn echte „honds-dagen" in de Hongaarse hoofdstad Boe
dapest, waar moeder hond en haar kroost zich in een der winkel
straten tegoed doen aan ver verfrissend ijsje.
De bieënfcorven liepen
schuimend over van den ho
ning. Heel de hof rook er
naar, en nu was Pallieter al
een helen achtermiddag bezig
met ze te ledigen en den ho
ning in stenen potten te
doen.
Chariot hielp hem, werkte
mee en droeg de potten één
voor één den koelen kelder in.
Beiden lekten van het zweet
en van d'e malse honingprijs;
ze plakten, en hadden werk
om hun vingeren af te likken.
Loebas, de hond, stond er bij,
en wat er geklast werd, slab
berde hij gulzig op,
Pallieter was uitermate blij
om den zoeten overvloed, hij
zong dat het galmde, en Char
iot hield haren mond niet stil
over den honing en het weer.
Zij was zo gewarig aan de
warmte en zo weinig bang van
bieënsteken, d!at ze op heur
blote voeten liep, in een kort
ondernoksken stond, dat
slechts tot aan haar pilaar-
rechte bruien kwam, en vrij
en frank liet zij heur armen,
lijk twee vette kinders, uit de
ver opgerolde mouwen van
haar rood slaaplijf komen.
Ook had ze haar slaaplijf
van boven die knoopkens los-
gezet, en alzo kwam bloot, on
der den halsput, het witte
vleeskussen, waarover de vele
vettige linten van hare schapu
lieren kruisten. Den handdoek,
die gewoonlijk onder het
slaaplijf, haar borsten indruk
te, had ze nu afgedaan, en
geweldig als dondertorens
hongen ze nu in hun volle
malse dikte naar voren op den
groten buik.
Ze zag rood lijk een oven en
zweette lijk een spons.
En ze begosten te spreken
over Marieke.
„Mor woroem mut het herfst
zijn as ge trijwt?" vroeg ze.
„Dan is het beddeke koel,
en dan kruipe we dicht bij
een."
„Och zwijgt", knorde Char
iot, maar een weinig daarna
weer zoet heel met haar
eigen ingenomen „En ik die
altij' doecht begijn te weurre,
'k ben al blij da'k het noet nu
geweurre ben, want wa zou
Marieke hier zijn, zonder
mij?"...
„Awel", baste Pallieter, ,,'k
zal ze bij ij laite slape!"
„Da wil'k ni zegge", zei
Charlor, en hier richtte tij
zich op. „Maar Marieke is ma
petekind, en zij zuut, der zal
gin haarken aan miskome!"
„Och", zei Pallieter, halfzin-
gend en tergend. „Als 'k ge-
trijwt ben, hem'lc gin meid
nimier noedig."
En toen schoot Chariot uit:
„Oei, oei, 'k moet hier buite!
'k weur hier weggejaagd, ikke
een wies! 'k had het gedoecht!
da's veur al mijn goedheid,
da's den dank! en da' deur
degene, die 'k als kind nog
hem gedrage! God, lieven
Heer sto ma bij
„Kom, kom", zei Pallieter,
haar troostend, ,,'k was 't ver
geten dagge wieizeke waart."
En daarmee was de ruzie uit
en 't werk geraakte gedaan.
Chariot sloeg een anderen rok
aan, rolde haar mouwen naar
omleeg en droeg den grootsten
pot naar den pastoor.
Pallieter nam er een voor
Fransoo, zijn vriend den schil
der, en een voor het arme
Gasthuizeken, ook aan den an
deren kant der Nethe gele
gen.
Hij vaarde een heel eind
met het schuitje het water op,
en stak toen over, lei zijn boot
vast, en met een pot op zijn
schouders en met een pot in
zijn arm, stapte hij den mal-
sen klimmenden wegel op, en
floot een scherp deuntje.
Over de potten volgde
steeds een gegons en gestippel
van bieën, hommeien en wes
pen; in een herbergsken ging
hij zijn dorst lessen; 't was
slecht bier, en als hij buiten
kwam, hongen de beestjens
seffens weer rond de zoete
potten te draaien.
Ginder hoog boven de bo
men rees de oude molen op.
Hij draaide vreedzaam zijn ro
de wieken in den kalmen
zuiderwind, en liet een kope
ren windhaan schitteren, en
nu de zon zeer machtig straal
de was helder het mos dat zo
weelderig de zwarte houten
romp beplakte en bestreep-
te.
Het was een schone molen,
hij hong wat achterover, het
geen hem nog vriendelijker
maakte en hij domineerde
over 't land, trots als een
kerk, en was van alle kanten
zichtbaar.
Pallieter ging er geren op,
want hij had er steeds een
schoon gezicht over de bomen
en de verten, en genoot er
voluit van de lucht en haar
elementen: van den wind, die
het land verblauwde, en van
de regengordijnen, die achter
de wereld omhoog schoven en
de aarde begoten, wijl ginder
de zon uit de donkerheid een
molengehucht deed blinken. -
Hij kon er zich uren vergapen
aan het broeien en groeien dier
wolken. De avonden en mor*
genden waren er groter en
langer, en de nachten eens zo
oneindig. De winters lagen er
rondom lijk ware Breughels,
en men zag van hier de lente
waarachtig uit het zuiden ko
men, en dan, altijd en overal,
in zon en mist, zag men het
boerenvolk de goede aarde
melken.
Was dat niet Mozesachtig?
(Wordt vervolgd.)
(„Pallieter van Felix Timmer
mans, uitgegeven door P. N.
van Kampen en Zoon, Amsterx
dam.)