HEATH VERLIEST KÜNDIGSTE MINISTER JONGETJE (6) DOOD IN KAST GEVONDEN DE HONING Raad van Beroep geeft invalide opperman gelijk „Part-time" monniken in Engeland In Nijmegen IJsje voor de hond INVALIDITEIT VAN EEN BOUWVAKKER FELIX TIMMERMANS binnenland GEVECHTEN VERSTOPT GAS Amsterdammer f 50 lichter Nederlanders voorbeeldige kerkgangers aan Costa del Sol STOELEN ZOEKACTIE RAADSELS Demetrios noemt paus ereprimaat van Christus' kerk Donderdag 20 juli 1972 li DERRY IS KAPOT Vergeefs en grotesk bedreigen de kanonnen van de 17de eeuwse veroveraars nog steeds de inheemse bevol king op de lagere grond. Even machteloos zijn de moderne hulpmiddelen van het Britse leger, het oorlogsgas dat naar de katholieken van de Bogside (moeraskant) wordt geschoten, de kogels van rubber en de echte kogels, de gepantserde voertuigen en de tientallen controleplaatsen waar elke winkelende huisvrouw moet laten zien dat zij geen handgranaten tussen de aardappels heeft. En het ernstigst is het vooruitzicht dat na de ver nieling van de binnenstad en de schoten van de sluip schutters in de buitenwijken niets anders is te verwachten dan de uitbreiding van de guerrilla tot de verkeerswe gen door het glooiende Noordierse land, tenzij de Britten snel tot ernstig over leg met het ondergrondse Ierse Republikeinse Leger komen. Derry ligt aan de overkant van de 300 meter brede ri vier de Foyle. Het is van nature de haven en hoofd stad van het grote graaf schap Donegal, waarvan het sinds aen halve eeuw kunstmatig is afgescheiden, want de pro testanten hielden behalve Belfast en tweederde van de oude provincie Ulster odk de enolaive Derry bezet, toen zij weigerden ziöh te zamen met de rest van Ierland af te scheiden van het Britse Ko ninkrijk. Zij meenden behal ve het oude ommuurde stad je van zakenlieden en die eveneens protestantse haven wijk ook de grote, ten wes ten van de muren ontstane katholieke stadsdistricten nakkelijk onder controle te Kunnen houden. Een systeem van politieke bevoordeling naar rechts en periodieke intimidatie maar links verhinderde dat het ka tholieke getalsoverwicht van Derry tot uiting kwam in de gemeenteraad, die daarom drie en een half jaar geleden dank zij de beweging voor gelijke burgerrechten moest worden vervangen door een bovenpantijdige commissie. Het vernederende verleden had van de Bogside de vruchtbaarste kweekplaats gemaakt voor het Ierse Re publikeinse Leger, dat vecht om het eiland Ierland tot een eenheid te smeden. Het is op kleine schaal een even bloe dige strijd als in het bezette Europa tegen de nazi's werd geleverd. Dat wil niet zeggen dat de leiders van de IRA onbeheerste vuurvreters zijn. Ze hebben aan het begin van deze zomer gedurende twee weken zich met meer fatsoen aan een zorgvuldig overeenge komen wapenstilstand gehou den dan het Britse leger dat deed. Nu er weer wordt gevoch ten, is de eerste actie van de „provisionals" van IRA die de traditionele republi keinse richting vertegen woordigt de vernieling van d'e binnenstad van Derry geweest. Honderden kilo's springstoffen werden ge bruikt en tijdens het af gelo pen weekend kroop de rook nog uit de puinhopen om hoog. Een van de zwaarste bommen wias vrijdag ver voerd in een kinderwagen, die uit elkaar spatte op de Diamond, het plein dat het midden vormt van de sfcraik- gsbouwde stad binnen de muren. Maar een dozijn an dere grote explosies waren diaaraam voorafgegaan. Hele straten, binnen en buiten de muren, doen aan niet veel anders meer denken dan aan de monsterlijke grijns van een vervallen gebit. Rijen winkels tijm uitgeschakeld. En waar nog zaken worden gedaan, gebeurt het voorna melijk achter pla-niken en schotten. Na een stevige rit van bij na 2 uur nader je Derry de naam uit de vroege mid deleeuwen is Doire: eikebos via Waterside aan de oos telijke punt van de rivier- „Dit is UDA-gebied", luidt hier een op de muren en het plaveisel gekalkte waarsohu- wtaig van de protestantse ar beiders. Gemaskerde jonge mannen staan bij een barri cade aan een tijstraat dicht bij de brug. Ze zien er even dreigend uit a-ls de Ku Klux Klan, de beweging van Noordamerikaanse blanken, die weerspannige negers lynchten. Het verzet van de UDA tegen het 'leger is de onmiddellijke aanleiding ge weest voor het falen van de wapenstilstand tussen het Britse leger en de IRA, want het leger deed concessies aan de UDA ten koste van de katholieken en tegen de op drachten van minister White- iaiw, de voorlopige Britse be stuurder van Noord-Ier- land. Begin deze week duurde het langer dan een half uur om over de brug en langs de militaire posten been te ko men. De hele stad zat ver stopt, want bet leger was pezig de Bogside af te gren- lefen, veel drastischer en op veel grotere -schaal da-n de katholieken dat hebben ge daan sinds bijna vier jaar geleden de Koninklijke U1- sterse Politie 's raadhts hon derden ruiten was komen inslaan om te laten tien dat de beweging voor gelijke burgerrechten niets zou pres teren, De militairen waren van plan een aantal straten met metershoge muren dicht te metselen. Ze hadden schuttingen van -gegolfd ijzer en hout in stelling gebracht om daar achter de permanen te muren te bouwen, even afdoende als de Berlijnse muur. Bovendien waren de meeste poorten van de bin nenstad gesloten met Spaan se ruiters en blokken be ton. Het was tamelijk veront rustend door een paar hele maal uitgestorven straten binnen de stadsmuren te lo pen nabij de westelijke poor ten, dus het dichtst bij de Bogside. Niets was daar te tien, behalve de zandzakken waartussen waarschijnlijk soldaten hurkten. Plotseling leek het zelfs moeilijk te zullen worden een poort zon der versperringen te vin den. In de rest van de stad ging het beter. D-e auto werd weer an gebruik genomen en vergeefs koos mijn chauffeur de ene straat na de andere, steeds noordelijker, tot na anderhalve kilometer een controlerende militair een bruikbare aanwijzing gaf. „M-aar ze houden u in de Bogside vast", voorspelde hij. „Ik begrijp niet wat u gaat wagen". In een dergelij ke situatie zijn soldaten geen optimisten. Eindelijk, bij de wat hoge re nieuwe katholieke wijk Creggan, kwam er schot in de onderneming. Een paar jongetjes sprongen van de IRA-barricade af om als gid sen te gaan dienen, nadat een oudere zich ervan bad overtuigd dat ik het adres van een contactman der Pro visionele IRA had en over betrouwbare papieren be schikte. Een rit van nog geen vijf minuten en wij manoeu vreerden zonder blikschade door een barricade heen- In een huisje in een van de kleinste straten, het adres dat -ik zocht, werd op een tafel met karabijnen en sten- guns een legitimatiebewijs voor de provisionel-e IRA voor mij geschreven. „Maar u hebt twee pasfoto's nodig". Het duurde een half uur, voordat mijn 15-jarige gids Patrick erin slaagde een stadspoort te vinden waar wij toegang hadden. Weer een half uur later hadden wij de foto's, maar de dool hof werd gedurig door het Derry is kapot. De zo. veelste bom heeft het zoveel ste huis in puin veranderd leger veranderd en de auto was onbereikbaar achter prikkeldraad. Het werd erger toen wij, na die puzzel te hebben op gelost, in de Bogside terug waren. Het eerste vleugje c.s.-gas dreef door de achter deur het guerrilla-hoofd kwartier binnen. Ineens was bijna iedereen weg, met de vuurwapens. Later zei het leger diat er geschoten was en dat daarom besloten was ie buurt met gas te besto ken. c.s.-Gas brandt in je neus en ogen en je loopt met enigszins onzekere stappen er vandaan. In de Rossvilie Street, het nieuwste deel van de Bogsi de, maar ook binnen de bar ricaden van de provisionals, schoten de Britten weer wat gas in onze richting. Een spijkerbom van een Bogsider ontplofte dichtbij, maar bui ten mijn blikveld. Ik stond bij ee,n groen-gem-aakle straattegel (igroen is de kleur van de Ierse Nationalisten,) die de pl'ek aangaf waar een van de 13 slachtoffers van „B'loody Sunday" 30 janu ari van dit jaar, toen het Britse léger de grootste slachting onder burgers aan richtte die in West-Europa sinds 1945 heeft plaatsgevon den was doodgeschoten. De gasgran-aten v-i-elen dicht bij, maar in de winkels wer den de klanten nog bediend. Voordat het eerste echte schot klonk rutoberko-gels, hoorden wij later zaten wij in de auto. De mensen begonnen te rennen. HENK VAN MAURIK UTRECHT (ANP) De Raad van Beroep in Utrechi heeft een 46-jarige opper man uit Bosch en Duin, die vond dat de Bedrijfsvereni ging voor de Bouwnijverheid zijn „verdiencapaciteiten" te hoog had geschat, in het £*- l(jk gesteld- De bouwvakker kon in ver band met rugklachten zijn ou de beroep niet meer uitoefe nen. Op advies van de Ge meenschappelijke Medische Dienst was hij voor 35-45 pro cent invalide verklaard. De Raad van Beroep heeft nu de beslissing van de bedrijfsvere niging vernietigd en bepaald, dat de opperman ingevolge de wet op de arbeidsongeschikt heid met terugwerkende kracht tot 1 mei 1971 recht heeft op een uitkering die is gebaseerd op een arbeidsonge schiktheid van 55 tot 65 pro cent De heer W. Hesseling van het Bureau voor Arbeidsrecht van het NVV had tijdens de behandeling van de zaak voor de raad ernstige kritiek geuit op de manier waarop de Ge meenschappelijke Medische Dienst de verdiencapaciteiten vaststelt en op het ontbreken van een goede begeleiding door de GMD van gehandicap ten die passend werk zoeken. Zijn cliënt had bij verschillen de sollicitaties nul op het re kwest gekregen. Zelf had de heer Hesseling bij negentien Utrechtse bedrijven een enquê te gehouden en geprobeerd de ex-opperman een functie te bezorgen op basis van de richtlijnen van de deskundigen van de GMD in alle gevallen bleek de opperman onge schikt. De heer A. van der Meent, centraal arbeidsdeskunddge van de GMD, had betoogd dat de opperman 35-45 procent in valide was verklaard, omdat hij zijn oude beroep niet meer kon uitoefenen en in een an dere baan minder zou gaan verdienen. Daarom zei het percentage volgens hem niets over de mate van invaliditeit. Hij, zowel als de raadsvrouwe van de bedrijfsvereniging, meenden, dat de bouwvakker bij zijn sollicitaties teveel „met zijn ongemakken te koop had gelopen" en te weinig na* druk had gelegd op de presta ties waartoe hij nog wel ia staat is. Volgens de heer Hes seling was dat evenwel onver mijdelijk, aangezien hij solli citatiegesprekken steeds naar het arbeidsverleden wordt ge vraagd. De betrokkenen moe ten dan wel vertellen dat ze een jaar in de ziektewet heb ben gelopen en daarna een w.a.o.-uitkering hebben ontvan gen. AMSTERDAM (ANP) - 'n Am- sterdamse taxichauffeur heeft gisternacht in Buiksloot de 63- jarige scheepswerktuigkundige W. Tannenbaum met een die pe hoofdwond liggende op d'e rijweg, aangetroffen. De man een Amsterdammer, verklaarde later dat hij d-oor twee mannen was aangevallen. Ze hadden hem een klap met een sitok op zijn hoofd gege ven en beroofd van zijn porte feuille met f50.-. (Van onze correspondent) LONDEN. De 55-jarige Maudling, is afgetreden als mi nister van binnenlandse zaken en vice-premier, is een man met een reputatie van luiheid, hoewel hij algemeen wordt be schouwd als een van de kun- digste Britse politici. In 1964 scheelde het in de strijd met Edward Heath maar weinig of hij was leider van de conservatieve partij geworden. Als hij gewonnen had zou hij nu waarschijnlijk premier ge weest zijn. Er is dikwijls gezegd dat wanneer Heath eens van zijn jacht „Morning Cloud" zou vallen, Maulding zijn meest waarschijnlijke opvolger zou zijn. Heath heeft in ieder geval zijn kundigste man in zijn kabi net verloren. „Reggie", zoals hij onder Brit se politici bekend staat, was in 1950 in het parlement gekozen. Na zeven jaren in het Lager huis werd hij op 40-jarige leef tijd tot minister benoemd. Van oktober 1959 was hij twee jaar minister van handel, daarna minister van koloniën en tenslotte van 1962 tot 1964 kanselier van de schatkist. Tijdens de oppositieperiode van de conservatieve partij was Maudling directeur van een aantal maaschappijen. Toen de conservatieven in 1970 weer aan de macht kwa men benoemde Heath Maudling tot minister van binnenlandse zaken. Een van de voornaam ste kwesties waarvoor hij stond, was de crisis in Ulster, die on der zijn ministerie viel totdat Heath William Whitelaw tot minister voor Noord-Ierland be noemde. Maudling is gehuwd en heeft drie zoons en een dochter. LONDEN (KNP) De benedictijnen van Worth, ten zuiden van Londen, hebben naast hun abdij een „wereldwijd klooster" geopend voor mensen die zich voer kortere of langere tijd hij het kloosterleven willen aansluiten. Het huis staat open voor iedereen die het monnikenleven wil ervaren of „uitproberen". Men kan komen voor een dag of jaren blijven. Deze tijdelijke leden bidden en eten samen met de benedictijnen. Vooral degenen die langer blijven, kunnen ook „monniken werk" verrichten. De benedictijnen van Worth hopen dat enkele bezoekers benedictijn zullen worden, wanneer ze eenmaal de kat uit de boom hebben gekeken. MALAGA (KNP) Onge veer 30 procent van de katho lieke buitenlandse toeristen, die zich in de zomermaanden voegen bij de vaste bevolking van Torremolinos volbrengen hun godsdienstige verplich ting. Daarmee geven deze bui tenlanders een voorbeeld aan de Spaanse zomertoeristcn, die zich in hun vakantie minder om hun kerkelijke verplichtin gen bekommeren. Dit is een verklaring van de pastoor van Torremolinos Francisco Aparicio, die vanwe ge tijm uitgebreide kennis van vreemde talen in dit toeristen centrum van dte Costa diel Sol Diikwijls celebreert hij in een van de 7 vreemde talen, die hij kent, de eucharistie voor toeristen. In het algemeen kan men zeggen, aldus de pastoor van Torremolinos, dat de Ieren aan de kop gaan met hun trouwe vervulling van hun zondags plichten, dan volgen de En. gelsen en Duitsers. Op de vierde plaats komen de Fran sen. „Maar", zo voegde pastoor Aparicio eraan toe, „in het aangrenzende dorp Benialma- dena waiar vooral veel Neder landers wonen, zijn het die Ne derlanders, die op 'd'e eerste plaats komen. Zij geven daar mee een voorbeeld aan alle anderen". (Van een onzer ver slaggevers) NIJMEGEN. Geertje Lassche is dood. Het 6-jarige Nijmeegse jongetje dat sinds zondagmiddag werd vermist, is gistermorgen om tien uur dood teruggevonden in een oude buiten gebruik zijnde koelkast, die was opgeslagen in een opbergkeet bij de kin derspeeltuin op de Goffert. Het kind bleek te zijn gestikt door zuurstofgebrek. Een misdrijf wordt uitgesloten. Geentje Lassche is gevon den door de kassahouder van die speeltuin, de heer Mossa (56). Hij had enkele honderden stoelen uit het scheurtje gehaald en die op het terras neergezet. Toen hij plotseling mevrouw Las sche zag lopen die blijkbaar naar Geertje liep te zoeken, besloot hij voor de zeker heid een kijkje te gaiam ne men in de zojuist leegge haalde keet. Hij took de deur vam de koelkast open én vond het kind. Ook maandag is al in het gebouwtje geteeken. Die Nij meegse politie: „Toen zaïgen we er alleen maar een enorme stapel stoelen in liggen. Dat er ook nog een oude koelkast stond was ons onbekend. Het is ons ook nlat meegedeeld. Mlaiar op dait moment moet heit kind ai dood geweesit zijn. Het is gewoon in slaap gevallen". Aan de dramatische vondst van vanmorgen is een mas sale zoekactie voorafge gaan. Gistermiddag hebben veertig militairen van het Nijmeegse garnizoen dte te rug warei rond cfef Gcrffent Uitgekamd. Na een korte eetpaiuze werd de speuractie met tweemaal zoveel mensen voortgezet. Ook vanmorgen zijn er nog zo'n veertig militairen aan het zoeken getgaan. Het le verde allemaal niets op. Volgens de politie is de keet waarin het jongetje is gevonden, tijdens de ope ningsuren van de speeltuin en het kleuterbadje niet af gesloten. De deur gaat op slot zodra de poorten dicht gaan. Hoe hiet kind onge merkt binnen heeft kunnen, komen, is echter een raad sel. Geertje Lassche stond erom bekend dat hij zich graag opsloot. Vorige week nog heeft hij een hele dag in een kast gezeten op school, zonder ook maar één kik te geven. ISTANBOEL (KNP „Allereerst groeten we de hei lige paus van Rome, Paul us VI, de „primus inter pares" (eerste onder zijn gelijken) van de kerk van Christus op aarde, de eerbiedwaardige broeder, de bisschop van het oude Rome en de patriarch van het westen". Aldus de nieuwe oecumenische patri arch van Constantinopeï en ereprimaat van de orthodoxe kerken, Demetrios I bij zijn installatie, die in de Georgius- kerk te Istanboel plaats vond. Het heeft opzien gebaard dat de nieuwe patriarch de paus „eerste onder zijn gelijken" noemde, m.a.w. ereprimaat van de gehele kerk. Het is de eerste keer dat een patriarch deze titel offi cieel toepast op de paus. Tot nu toe wend deze uitdrukking voor de paus van Rome slechts voorzichtig dioor enkele theolo gen genoemd. Zelfs patriarch Athenagoras heeft dit woord nooit gebruikt, omdat hij vomid dat die theologen het eerst on derling over dit primaatschap eens moeten zijn. Overigens heeft dit primaatschap bij de orthodoxen geen strikt juridi sche betekenis. Het is het ere primaat van de geloofgemeen schap in de ene dioor Christus gestichte kerk. Het zijn echte „honds-dagen" in de Hongaarse hoofdstad Boe dapest, waar moeder hond en haar kroost zich in een der winkel straten tegoed doen aan ver verfrissend ijsje. De bieënfcorven liepen schuimend over van den ho ning. Heel de hof rook er naar, en nu was Pallieter al een helen achtermiddag bezig met ze te ledigen en den ho ning in stenen potten te doen. Chariot hielp hem, werkte mee en droeg de potten één voor één den koelen kelder in. Beiden lekten van het zweet en van d'e malse honingprijs; ze plakten, en hadden werk om hun vingeren af te likken. Loebas, de hond, stond er bij, en wat er geklast werd, slab berde hij gulzig op, Pallieter was uitermate blij om den zoeten overvloed, hij zong dat het galmde, en Char iot hield haren mond niet stil over den honing en het weer. Zij was zo gewarig aan de warmte en zo weinig bang van bieënsteken, d!at ze op heur blote voeten liep, in een kort ondernoksken stond, dat slechts tot aan haar pilaar- rechte bruien kwam, en vrij en frank liet zij heur armen, lijk twee vette kinders, uit de ver opgerolde mouwen van haar rood slaaplijf komen. Ook had ze haar slaaplijf van boven die knoopkens los- gezet, en alzo kwam bloot, on der den halsput, het witte vleeskussen, waarover de vele vettige linten van hare schapu lieren kruisten. Den handdoek, die gewoonlijk onder het slaaplijf, haar borsten indruk te, had ze nu afgedaan, en geweldig als dondertorens hongen ze nu in hun volle malse dikte naar voren op den groten buik. Ze zag rood lijk een oven en zweette lijk een spons. En ze begosten te spreken over Marieke. „Mor woroem mut het herfst zijn as ge trijwt?" vroeg ze. „Dan is het beddeke koel, en dan kruipe we dicht bij een." „Och zwijgt", knorde Char iot, maar een weinig daarna weer zoet heel met haar eigen ingenomen „En ik die altij' doecht begijn te weurre, 'k ben al blij da'k het noet nu geweurre ben, want wa zou Marieke hier zijn, zonder mij?"... „Awel", baste Pallieter, ,,'k zal ze bij ij laite slape!" „Da wil'k ni zegge", zei Charlor, en hier richtte tij zich op. „Maar Marieke is ma petekind, en zij zuut, der zal gin haarken aan miskome!" „Och", zei Pallieter, halfzin- gend en tergend. „Als 'k ge- trijwt ben, hem'lc gin meid nimier noedig." En toen schoot Chariot uit: „Oei, oei, 'k moet hier buite! 'k weur hier weggejaagd, ikke een wies! 'k had het gedoecht! da's veur al mijn goedheid, da's den dank! en da' deur degene, die 'k als kind nog hem gedrage! God, lieven Heer sto ma bij „Kom, kom", zei Pallieter, haar troostend, ,,'k was 't ver geten dagge wieizeke waart." En daarmee was de ruzie uit en 't werk geraakte gedaan. Chariot sloeg een anderen rok aan, rolde haar mouwen naar omleeg en droeg den grootsten pot naar den pastoor. Pallieter nam er een voor Fransoo, zijn vriend den schil der, en een voor het arme Gasthuizeken, ook aan den an deren kant der Nethe gele gen. Hij vaarde een heel eind met het schuitje het water op, en stak toen over, lei zijn boot vast, en met een pot op zijn schouders en met een pot in zijn arm, stapte hij den mal- sen klimmenden wegel op, en floot een scherp deuntje. Over de potten volgde steeds een gegons en gestippel van bieën, hommeien en wes pen; in een herbergsken ging hij zijn dorst lessen; 't was slecht bier, en als hij buiten kwam, hongen de beestjens seffens weer rond de zoete potten te draaien. Ginder hoog boven de bo men rees de oude molen op. Hij draaide vreedzaam zijn ro de wieken in den kalmen zuiderwind, en liet een kope ren windhaan schitteren, en nu de zon zeer machtig straal de was helder het mos dat zo weelderig de zwarte houten romp beplakte en bestreep- te. Het was een schone molen, hij hong wat achterover, het geen hem nog vriendelijker maakte en hij domineerde over 't land, trots als een kerk, en was van alle kanten zichtbaar. Pallieter ging er geren op, want hij had er steeds een schoon gezicht over de bomen en de verten, en genoot er voluit van de lucht en haar elementen: van den wind, die het land verblauwde, en van de regengordijnen, die achter de wereld omhoog schoven en de aarde begoten, wijl ginder de zon uit de donkerheid een molengehucht deed blinken. - Hij kon er zich uren vergapen aan het broeien en groeien dier wolken. De avonden en mor* genden waren er groter en langer, en de nachten eens zo oneindig. De winters lagen er rondom lijk ware Breughels, en men zag van hier de lente waarachtig uit het zuiden ko men, en dan, altijd en overal, in zon en mist, zag men het boerenvolk de goede aarde melken. Was dat niet Mozesachtig? (Wordt vervolgd.) („Pallieter van Felix Timmer mans, uitgegeven door P. N. van Kampen en Zoon, Amsterx dam.)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 11