'IK HOUD
NIET VAN
DAT
UNIFORME
GEDONDER'
Druk
bellen
voor een
dubbeltje
per
minuut
namen
Abonnee weet nu
wat telefoneren kost
"Het is allemaal van stof en-stof-vergaat. Als je over
eeuwen wil laten zien hoe de mensen er bij liepen, dan
zul je van al die kleren en klederdrachten filmpjes
moeten maken," aldus Jan Duyvetter die in het
Openluchtmuseum te Arnhem waakt over een grote
collectie kleren uit heden en verleden. Hij houdt een
stuk "vergane glorie" in stand, maar ziet het t-shirt en
de kale spijkerbroek ook helemaal zitten.
Jan Duyvetter waakt
over schatten aan kleren
Tegen de vlakte
Weemoed
Sfeer
winlraeckeu
Uitbreiden
Over de grens
Tante Post steekt het niet onder stoelen of banken dat telefoneren in de weekends en tussen
's avonds zes en 's morgens acht niet meer dan een dubbeltje per minuut kost. Tante maakt al
die reclame niet tevergeefs, want er wordt in de goedkope uren steeds meer gebeld. Ook de
telefoon-abonnee wordt steeds prijsbewuster. En dat moet ie wel, met al die prijsstijgingen in
het vooruitzicht.
Lering
Vertellen
Verrassend
Moeilijkheden
Kleren maken de man niet
meer. Een vent in een kale
spijkerbroek, met blote voeten
in sandalen, en een vlot t-
shirt, kan een man zijn zonder
een cent op zak maar ook een
rijke heer-met-een-vrije-dag.
Ook in het zakenleven is het
grijze pak, het grijze vest, de
gespikkelde das, vervangen
door de gemakkelijker kleren.
De kleding is nu veel minder
een aanduiding van sociale
positie en rijkdom dan vroe
ger het geval was. Wat vol
komen duidelijk blijkt in het
klederdrachten huis van het
Arnhems Openluchtmuseum.
„Kijk maar", zegt de heer Jan
Duyvetter, „je kunt het zien'
oi iemand rijk is of arm, ge
trouwd of ongetrouwd. De
kleren zeggen het. Alle sta
tussymbolen zijn ingebouwd"
Dat de kleding nu geen
norm meer is, verwondert
noch verdriet de heer Duy
vetter. „Je ziet het door alle
tijden heen, dat de kleren moe
ten tonen wie er in zit. Maar
het houdt geen stand, elke
keer is het tegen de vlakte
gegaan. Dat komt, denk ik,
doordat wat dan heet de la
gere standen, de hogere gaan
imiteren. De lagere kruipen
als het ware naar boven- En
de bovenste laag moet dan
weer nieuwe symbolen zien te
vinden. Ik houd trouwens niet
van dat uniforme gedonder.
De mode van nu is volkomen
levend. Je kunt nu combine
ren en variëren wanneer je
wilt. En mag dat alsjeblieft.
De kleding van toen moest
symbolen weergeven. Je weet
wel, geld en zo. Met de kle
ding van nu kun je, als je
wilt, je persoonlijkheid laten
zien".
Maar wie ruim 25 jaar lang
tussen de klederdrachten van
't Arnhems Openluchtmuseum
zit, („het gaat hier om kleren-
dragende mensen, niet om
mensen met kleren aan", zegt
de heer Duyvetter over zijn
showroom) krijgt ook een ze
kere weemoed -in zijn bloed:
„Verlangen naar vroeger, tsja
ik merk het ook bij an
dere mensen. Bijvoorbeeld
wanneer ik met mijn kleder
drachten shows geef. Al die
rokken van die vrouwen van
vroeger, dat heeft toch statie
en allure. Je hoort de mensen
ook zeggen dat we toch wel
wat verloren hebben".
En Duyvetter is er speciaal
om over deze zaak, groten
deels aan het openbare leven
onttrokken „vergane glorie"
te waken en in stand te hou
den, binnen de muren van het
Openluchtmuseum en zo mo
gelijk daarbuiten- Hij waakt
over duizenden jakjes, onder
rokken, mutsen, schoenen, sie
raden van goud en zilver.
Kleding en sieraden, kleder
drachten uit de porceleinen
18de eeuw en een nabloeiende
19de. Zijn collectie is geba
seerd op de koninklijke en
staats-collectie. Ongeveer een-
veertigste van zijn collectie is
in zijn antieke C. en A. te
HEEFT er ooit een ren
ner bestaan, die op 't
stuk van inhoud, klas
se, fond, sprint, tijdrij
den en bergbeklimmen, ver
geleken kan worden met E-
duard Maria Merckx? Jaze
ker, er hebben zelfs meerdere
renners bestaan, die op die
stukken een vergelijking met
Merckx kunnen doorstaan.
Kunt ge enkele namen noe
men? Jazeker. Tot de Merck-
xiaarise klasse kunnen gere
kend worden, Petit Breton,
Francis Faber, Fausto Coppi,
Ferdi Kübler Hugo Koblet,
Charley Gaul, Louison Bobet
en aan deze lijst kan, mits
onder streng voorbehoud, ook
de naam Jacques Anquetil
worden toegevoegd. Wrfarom
dat voorbehoud voor Anque
til? Anquetil wordt onder
voorbehoud genoemd, omdat
hij wel vijfmaal de Tour won,
maar in de klassieke wegwed
strijden verstek liet gaan,
waardoor hem de schoonste
parels in zijn coureurskroon
mankeren.
WAT weet ge van Petit-
Breton? Om te begin
nen heette Petit-Bre-
ton helemaal niet
Petit-Breton, doch gewoon
Lucien Mazan, maar werd hij
Petit-Breton genoemd, omdat
hij inderdaad een Breton en
klein van stuk was. Petit-Bre
ton is te beschouwen als het
renners-pseudoniem van Lu
cien Mazan, die zowel in 1907
als in 1908 de Tour de Fran
ce won en reeds in 1905 het
werelduurrecord op 41 kilome
ter en 110 meter had ge
bracht. Petit-Breton won be
reids als 19-jarige knaap de
fameuze Boule d'Or, toen hij.
in 24 uurs tijds op eigen
kracht 852 kilometer aflegde.
Als Lucien Mazan sneu
velde Petit-Breton op 34-jari-
ge leeftijd in de eerste wereld
oorlog.
WAT weet ge van Fran
cis Faber? Francis Fa
ber was nog groter
dan Petit-Breton-
Ook Faber vond in de eerste
wereldoorlog de soldaten
dood. Hij won de Tour slechts
een keer, maar deed dat in
1909 met zoveel overtuiging,
dat papa Desgranges hem
smeekte toch wat kalmer aan
1c doen. In die tijd startten
de renners rond middernacht
om 4 tot 500 kilometer verder
laat in de middag pas aan te
komen. Als de anderen arri
veerden, was Francis Faber al
enkele uren binnen en zat hij
op een terrasje demonstratief
een sigaartje te roken en een
vin te drinken. Dat was slecht
voor het moreel der anderen,
en vandaar dat papa Des
granges van Faber de eerste
renner maakte, die dik be
taald werd voor sterk afrem
men. Faber droeg, evenals
Petit-Breton een kranige snor
en de bijnaam van „slijkdui-
vel".
WAT weet ge van Coppi,
Kübler, Koblet, Gaul
en Bobet? Fausto Cop
pi is de man, die
Merckx het dichtst benadert,
maar' hij zat wel lelijker op
de fiets. Een ander verschil
is, dat Merckx voortdurend
blaakt en Coppi er uitzag als
of hij, ofschoon bekwaam ge-
dopeerd, toch stervens ziek
was. Ferdi Kübler daarente
gen had een zeer scherpe
neus en een even scherpe
tong. Deze Zwitser was de eer
ste coureur, die niet vanuit
zyn macht, maar op zijn in
tellect fietste. Hij won de Tour
dan ook slechts een keer. In
tegenstelling tot Coppi en
Kübler, -was Hugo Koblet een
verbazend knappe verschij
ning. Hij won de Tour in 1951
voor Geminiani en Lazarides.
Koblet danste eigenlijk slechts
een zomer lang, maar deed
dat meer dan wie ook op
Merckxiaanse hoogte.
Charley Gaul was een formi
dabel klimmer en een zo gro
te daler, dat hij in zijn late
re leven voortdurend de bo
dem van de fles haalde. Hij
verdronk in zijn eigen klasse-
Louison Bobet tenslotte was
de Charles de Gaulle van de
fiets en werd dus gedragen
door het vaderland voor welks
glorie hij ook zo hard fietste,
dat hij er nog schatrijk van
werd ook.
VERDIENT het aanbeve
ling voor de overwin
ning van Eduard
Merckx te bidden?
Neen, dat verdient geen aan
beveling. Op de eerste plaats
omdat men sinds St. Chris-
toffel geen licentie meer
heeft überhaupt niet meer
weet wiens of wier voorspraak
men zou moeten inroepen. En
op de tweede plaats omdat
Eddy Merckx ook zonder ge
bed en voorspraak royaal wint
en het geen zin heeft de he
mel lastig te vallen over za
ken die we zelf kunnen op
knappen.
Is het dan geoorloofd aan
de zege van Eduard Merckx te
twijfelen? Het twijfelen aan de
uiteindelijke zege van Eddy
is op straffe van boete niet ge
oorloofd in alle bisdommen,
met uitzondering van het bis
dom Roermond, waar deze
zaak en trouwens de hele
zaak nog hangende is.
Enkele van deze kritieke ver
bindingen zijn, zo heeft de
PTT die altijd de vinger aan
de pols houdt vastgesteld,
Nijmegen met de Betuwe,
Rotterdam met het eiland
Goeree-Overflakkee en Alk
maar met de kop van Noord-
Holland.
Uitbreiding van de betref
fende telefooncentrales is de
enige oplossing. Een uiterst
kostbare aangelegenheid, v zo
dat de PTT het in het vervolg
handiger gaat inpikken: zo
mogelijk worden nieuwe tele
fooncentrales op de rand van
woon- en werkgebieden ge
bouwd. Daardoor hoopt men
zowel overdag als 's avonds 'n
zo groot mogelijk aantal ver
bindingen te kunnen afwer
ken, wat de centrale meer
rendabel maakt. Er wordt
zelfs al gedokterd aan een
zeer goedkoóp nachttarief
voor het steeds toenemende
dataverkeer, het doorgeven
van computergegevens via
telefoonlijnen. In de nachte
lijke liren staan de telefoon
centrales grotendeels werk
loos en zijn dan dus het meest
onrendabel.
Het internationale tele
foonverkeer blijkt de laatste
jaren sterk te zijn toegeno
men- De oorzaak is gemakke
lijk aan te wijzen: toenemen
de internationale contacten
en letterlijk steeds verder
gaande automatisering van de
gesprekken. Wat velen niet
weten is dat automatisch kie
zen van nummers in het bui
tenland goedkoper is dan
aanvragen via de telefoniste.
Een gesprek van drie minu
ten met elke willekeurige a-
bonnee in Engeland kost,
mits zelf het nummer ge
draaid kan worden, slechts
twee gulden en een dubbel
tje.
Tekst: Lambiek Knepfté
Foto: Gérard Simons
Jan Duyvetter, waakhond
van de klederdrachtcollectie
van het Arnhemse Openlucht-'
museum, houdt zielsveel van
zyn kleren en vindt ze een
cultuurgoed, waarvan je wat
kunt leren.
de Middelburgse drachten uit
1930 toont. „Ik heb er ruzie
over gehad met Zuid-Beve
landers", vertelt hij. „Niet
iedereen zou in vol ornaat
zijn. Maar ze vergeten dat ik
dit tafereel juist in de crisis
jaren geplaatst heb. Die boe
rinnen zijn daar in die zaak
om hun sieraden te verkopen.
Je moet de zaak laten leven.
De situaties moeten duidelijk
maken wanneer bepaalde kle
ren gedragen werden en door
wie- De zondagse kerkgang
betekent zondagse kleren en
veel opsmuk. Bij een keuken
tafereel moet de plaats van de
personen de taal van de kle
ding onderstrepen. Ik wil dui
delijk maken, zonder ellen
lange verhalen, hoe het ge
weest is en wat de kleding
indertijd tot uitdrukking
bracht".
Jan Duyvetter houdt van zijn
kleren en vindt het een cul
tuurgoed waar iedereen ook
lering uit kan trekken. Van
daar dat hij en zijn mede
werkers zich momenteel bezig
houden met het ontwerpen en
uitwerken van een serie kleine
shows welke nog deze zomer
in de aula van het Openlucht
museum gegeven zullen wor
den. „Een stuk of vijf mid
dagen met telkens twee shows
van een uur". Verder staat op
het werkprogramma van de
afdeling een drietal shows, ge
baseerd op een boekje van
Duyvetter „Mal en mooi in
de mode" en nog een drietal
gecombineerde stad en land
shows.
Eind oktober gaat er achter
dit werk voorlopig een punt.
Duyvetter en zijn afdeling
gaan zich dan bezighouden
met de nieuwe expositie in
het Openluchtmuseum, die
vanaf begin volgend jaar door
het museumpubliek te bekij
ken zal zijn.
Jan Duyvetter slooft zich
behoorlijk uit om „zijn kle
ding" en zijn kennis daarover
aan de man te brengen. Zo
houdt hij zich in zijn privé-
tijd bezig met het schrijven
van een „aanvullend werkje"
zoals hij het zelf schampertjes
noemt, bij de heruitgave van
een groot klederdrachtenboek,
dat ruim honderd jaar gele
den werd uitgegeven. De ori
ginele tekst dient aangevuld
te worden met allerlei we
tenswaardigheden over de
ontwikkeling van de streek-
drachten in de loop van de
afgelopen honderd jaar.
Maar Jan Duyvetter doet 't
graag. Want er valt zoveel te
leren van „zijn kleren". Zij
zijn zoveel meer dan de „her
innering aan een rijk verle
den". Het zijn kledingstukken
die vertellen hoe de Neder
landse samenleving was op
gebouwd, hoe Nederlanders
leefden, wat zij geloofden en
hoe zij werkten- Zonder woor
den vertellen zij de historie
van het Nederlandse' volk.
.Tekst: Johanna Kwast
Foto: Persbureau
Hans Zweers
Het „avondvoordeel en
week^ndprofijt", dat de
PTT sinds januari 1971
biedt in de vorm van het
vrijetijdtelefoontarief van
10 cent per minuut en de
daaraan verbonden recla
me-acties als „laat eens
wat van je (hoorn)
blijkt o.m. tot resultaat te
hebben gehad, dat de
doorsnee-Nederlander op
eens véél prijsbewuster is
geworden op het gebied
van telefoonkosten.
De PTT past overigens al
meer dan tien jaar een goed
koper vrije-tijdstarief toe.
Sinds juni 1961 kostte het op
bellen van 7 uur 's avonds tot
8 uur in de ochtend en in de
weekends tweederde van de
prijs. In januari 1971 werd de
goedkopere periode uitgebreid
met één uur. Men kon nu
vanaf zes uur 's avonds tot 8
uur de volgende dag en de he
le zaterdag en zondag bel
len en dat voor maar de helft
van de normale prijs, ofwel
10 cent per minuut in plaats
van per 30 seconden.
zien. Regie spelend over le
venloze acteurs en actrices
probeert hij er e.en sfeer op
te bouwen met mensen erin.
Bewust wakend er geen tex-
tieltentoonstelling met poppen
in glazen dozen van te ma
ken. Hij wil de kijkers duide
lijk maken hoe er vroeger ge
leefd werd.
Bijvoorbeeld aan de hand
van zijn antiekzaak waar hij
Omdat men op 1 januari
1971 nog niet wist wat het re
sultaat van deze opmerkelijke
prijsverlaging zou zijn, werd
er niet meer dan normale
ruchtbaarheid aan het goed
kope tarief gegeven geduren
de het eerste halfjaar- Dit om
eventuele overbelasting van
de centrales te voorkomen.
In augustus startte de groot
scheepse reclamecampagne, -
waarbij de PTT voor 't eerst
in Nederland het opbellen in
de particuliere sector ging
propageren door kranten- en
televisiereclame. Nu, een paar
maanden na het aflopen van
deze campagne liggen bij de
PTT-telefoon-directie ver
rassende cijfers op tafel. Vóór
januari 1971 bleek de kennis
van de doorsnee Nederlander
over wat telefoneren eigenlijk
kost miniem: 6 procent schat
te juist, 48 procent te hoog
en 45 procent wist het niet.
Aan het eind van de telefoon
reclame bleek 70 procent goed
op de hoogte van de telefoon
kosten. 11 Procent schatte te
hoog en 11 procent wist het
nog steeds niet.
Het vrije-tijdstarief geldt
uiteraard alleen voor interlo
kale verbindingen met tijdstel-
ling. Daarbuiten valt dus het
lokale verkeer en het tele
foonverkeer waarvoor het zo
genaamde basistarief wordt
berekend. Beiden kosten
slechts 10 cent per gesprek,
maar dit wordt zoals het er
nu naar uitziet, na 1 novem
ber 15 cent plus een voorhef
fing van 10 procent vanaf 1
september. Het basistarief is
geldig in één telefoonsector
plus de aangrenzende secto
ren. Een sector omvat meest
al een agglomeratie of een
aantal kleinere gemeenten.
Een aantal sectoren samen
vormen een telefoondistrict.
Het telefoneren op basistarief
blijkt soms zeer voordelig.
0 Als het zes uur geweest
is, wil. er wel eens een run op
de telefoon ontstaan. Bellenis
dan plots goedkoop en of je je
moeder in Groningen 's mor
gens of 's avonds spreekt
mdakt ook weinig uit.
Woont men bijvoorbeeld in
Zoetermeer, in het hart van
de provincie Zuid-Holland, -
dan kan voor één dubbeltje
een onbeperkt gespx'ek wor
den gevoerd met abonnees in
Den Haag, Rotterdam. Gou
da, Alphen aan de Rijn en
Leiden-
De telefoondienst heeft van
af 1 januari 1971 in het in
terlokale vrijetijdsverkeer dui
delijke verschuivingen vastge
steld in het telefoonverkeer
over 24 uur gezien.
De ochtendspits tussen half
elf en half twaalf zakte wal.
Het hoogtepunt 's middags, -
altijd wat lager dan 's mor
gens, tussen'2 en 5 uur bleef
constant, 's Avonds, in het
vrije-tijdstarief valt de spits
nog steeds tussen 7 en 8 uyr,
maar er werd een toenemend
telefoongebruik vastgesteld
tussen 6 en 7 uur als gevolg
van het vervroegen van de
goedkope tariefszone.
In het drukste uur 's mor
gens wordt 9,6 procent van 't
totaal aantal telefoontjes per
dag verbeid. De avondspits
blijft hier met 7 procent tus
sen 7 en 8 uur nog ruim
schoots onder, maar klachten
over moeilijke bereikbaarheid
van vooral netnummers zijn
niet verwonderlijk. De PTT
weet, dat het opbellen vooral
in forensengebieden op deze
tijd wel eens moeilijkheden
kan geven. Soms moeten net
nummers drie- tot viermaal
gedraaid worden wil men
kunnen doorkiezen.
Het blijkt dat in deze typi
sche woongebieden, waar o-
verdag de centrale een makkie
heeft, 's avonds de topcapaci
teit dikwijls bereikt wordt.