Studenten denken met hun plan milieu te redden GAT: MET COMPROMIS VOOR DE HAND Expositie Vlaamse schilders open of dicht? „ZWARE" WATERSTAAT-DELEGATIE OP PERSCONFERENTIE IN DELFT Meer zon Oosterschelde Kustwater Vlissingen soms sterk vervuild stad STRANDWEER DROEVIG VAARWEGEN Klankbord Lawine Voor en tegen Gat Donderdag 22 juni 1972 streek 3 (Van een onzer verslaggevers) DELFT/MIDDELBURG Een stormvloedkering in de Oosterschel- de betekent o.m., dat het getijvolume dat door de stormvloedkering stroomt, groter is dan die in het Brouwershavensegat, voor de afsluiting. Dat is ruimschoots voldoende om een watervlakte van ca. 21.000 ha in een natuurlijke en zoute staat te houden, met behoud van de getijbe weging. De doorlaatopening in de doorlaatkering moet, om een en ander mogelijk te maken, zeker 10.000 a 15.000 m2 groot zijn. De beste plaats om een stormvloedkering te bouwen is de Schaar van Roggenplaat. Dit werd gisteren, onder rijkelijk vertoon van dia's, verteld in de aula van het bouwkundig gebouw van de Delftse T.H. Een werkgroep waarin 16 studenten (o.a. van Delft, Rotterdam, Utrecht en Wageningen) die tezamen acht disciplines vertegenwoordigen, hebben samengewerkt, presenteerden in Delft hun „Oosterschelde-alternatief". ADVERTENTIE) GROTE MARKT 25 BREDA Dit geschiedde onder het motto, dat door de mentor van de werkgroep, ir. J. in 't An ker aldus onder woorden werd gebracht: „De aanpak van de Oosterschelde zal een graadme ter zijn voor het niveau van de Nederlandse cultuur in de toe komst". Hij stelde dat met be trekking tot de Oosterschelde, in het beleidsdenken een visie op lange termijn tot ver voor bij 1978 als de zeearm dicht is) heeft ontbroken. De studenten werkgroep, zo vertelde voorzit ter George Degger, heeft gepro beerd zo'n lange visietermijn te ontwerpen. Een karwei waarmee een jaar gemoeid was. De opstelling van de werk groep was idealistisch zowel ten opzichte van de factor mi lieu als met betrekking tot de eis van optimale veiligheid. Verder is zij uitgegaan van de heersende situatie en van de Deltawet, en tenslotte is haar opstelling volkomen a-politiek gericht. Veel steun hadden de stu denten van deskundigen, zowel van de T.H. zelf als bijvoor beeld Rijkswaterstaat. „Het re sultaat van onze studie .raag nu best een object van politieke Vooruitzichten voor vrijdag en zaterdag, opgesteld door het KNMI op woensdag om 18.00 uurverandcrl-k met vooral later meer zon, maar temperaturen beneden nor- maai. Weersvooruitzichten in cij fers gemiddeld over Neder land. Voor vrijdag aantal uren zon: 2 tot io. Min. temp.: van ongeveer normaal tot 3 graden onder normaal. Max. temp.. 1 tot 4 graden onder normaal. Kans op een droge periode van minstens 12 uur: 70 pro cent. Kans op een geheel droog etmaal: 40 procent. Voor zaterdag: Aantal uren zon: 3 tot 12. Min- temp.: 1 tot 4 graden onder normaal. Max. temp.: 0 tot 4 graden onder normaal. Kans op een droge periode van minstens 12 uur: 90 procent. Kans op een ge heel droog etmaal: 70 pro cent. Strandverwachting: aan het strand enkele zonnige perio den, slechts weinig of geen neerslag en een matige af en toe vrij krachtige zeewind. Temperatuur ongeveer 17 gra den zeewater 14 graden. Voor uitzichten licht wisselvallig maar nog steeds te koel. waterstanden Konstanz 349 (plus 2), Rheinfeldein 280 (plus 5), Straatsburg 294 (min 14), Plittersdorf 448 (min 4), Maxau 510 (min 3), Plochin- gen 146 (min 4). Mannheim 340 (min 22). Steinbach 139 (min 32), Mainz 340 min 22). Ringen 230 (min 20). Kaub 267 (min 19), Trier 241 (plus 3), Koblenz 265 (min 18), Keulen 255 (min 10), Ruhrort 422 (onv), Lobith 1032 (plus 12), Pamnerdense kop 998 (plus 12), Nijmegen 822 (plus 15), IJsselkop 889 (plus 8), Eefde IJssel 410 (plus 11), Deventer 284 (plus 8). Monsin 5450 (min 6), Borgharen 3870 (min 10), Bel- felcl 1098 (min 2), Grave be neden de sluis 501 (min 4). discussie worden", zei Geovge Degger. Zoals wij reeds uitvoerig hebben gemeld, stelt de werk groep voor om in de Ooster scheldedam een stormvloedke ring aan te brengen, welke het zoute milieu in een gesloten westelijk bekken in stand houdt en tevens de getijbeweging handhaaft. Drie leden van de werkgroep behandelden de deelgebieden van het veelomvattende Oos- terscheldeprobleem. Hans Waardenburg (bioloog) schet ste een droevig relaas over het lot van de 70 vissoorten en de talloze andere vormen van dier lijk en plantaardig leven in de Oosterschelde, die deels voor goed verloren zullen gaan als de Oosterschelde op dezelfde ma nier wordt aangepakt als de Grevelingen. Voor wat het Grevelingenbekken betreft liet hij even de mogelijkheid .open. dat de regeneratie, die zich hier in de afgelopen maanden heeft voorgedaan, permanent zou kunnen zijn mits het water niet verder vervuilt. Luud van Orden (weg en waterbouw) gaf een indruk van de technische conp-men- ties van het plan. Voor e goe de waterbeheersing in de Oos terschelde is het nodig dat de „dode hoeken" uit de zeearm verdwijnen, dat betekent, dat er scheidingsdammen moeten worden gelegd. Met de bouw van deze dammen, een door het Zijpe en een van Wemel- dinge naar Tholen, zou reeds op korte termijn begonnen moeten worden, zette hij uit een. Doordat het kom-ber- gingsgebied door de bouw van de scheidingsdammen kleiner wordt, zou de afsluiting van de Oosterscheldemonding tevens eenvoudiger worden. Hans Faassen die als land schapsarchitect aan het project meewerkt, zette uiteen dat het wenselijk is de gehele beroeps vaart buiten het zoute, weste lijke bekken te houden. Om planologische redenen bepleitte hij verplaatsing van de scheeps route, die van het Kanaal door Zuid-Beveland in de Ooster schelde uitkomt naar de Schel- de-Rijnverbinding. Tegelijker tijd zou in het oostelijk gebied van de zeearm een echt zoet waterbekken, gescheiden van de vaarwegen, moeten wor den aangelegd. Een centrale Deltaspoorweg wees dit lid van de werkgroep, wegens de geva ren van urbanisatie die zo'n spoorweg meebrengt, van de hand. Om gelijke redenen vindt ook het Reimerswaalplan in de ogen van de werkgroep geen genade. Met de presentatie van het Oosterschelde - alternatief is de taak van de werkgroep niet geëindigd. „Wij hopen nog eens, maar dan beroepsmatig bij de zaak te worden betrok ken", zeiden verschillende le den van de werkgroep, die on der hun gehoor een aantal hoge waterstaatsambtenaren aantrof fen. (Van een onzer verslaggevers) VLISSINGEN Recente analyses van het kustwater voor Vlissingen hebben b- en w. van deze gemeente doen inzien dat het verstandig is waarschuwingsborden langs het strand te plaatsen waarop zwemmen bij afgaand tij wordt ontraden, wegens het gevaar voor de gezondheid dat dit water kan opleveren- In het laboratorium van de N.V. Watermaatschappij Zee land heeft men watermonsters, die tussen 9 mei en 5 juni van dit jaar zijn getrokken, onder zocht- Daarbij is gebleken dat met name aan het Nolüestrand het toegestane aantal coli-bac- teriën per millimeter water, soms met een factor twee en een enkele maal zelfs met een factor vijf werd overschre den. Windrichting en getijbewe- ginig zijn verantwoordelijk voor de soms wisselvallige meetresultaten. Over het jaar 1971 zijn ook meet-rapporten opgemaakt. Daaruit blijkt dat op een enkel tijdstip in het hoogseizoen (19 juli) het aan tal coli-bacteriën ter hoogte van bet strandhotel 49 maal hoger was dan volgens de nor men van TNO nog aanvaard baar is. Het uur waarop de concentratie werd gemeten was half zes 's -avonds, een tijdstip waarop ziich gewoon lijk nog baders in zee bevin den- Een absoluut, zij het triest record, werd gevestigd op 23 juni, toen op hetzelfde meetpunt een 79 coli-bacterien per mdllldllter water werden gevonden. De TNO-norm is een coldbacterie per milliliter- De bewuste concentratie deeed zich echter voor oip een tijd stip dat niemand zich in het water bevond, namelijk om zes uur in de morgen. hoogwater Morgen, vrijdag 23 juni Bergen op Zoom 1.06 en 15.42; Hans weert '0.12 en 12 48: Ter- neuzen 12.17; Vlissingen 11.47; WemeH.nge 0.56 en 13.32. HULST Vijf Vlaamse schilders stellen op het ogen blik een aantal werken ten toon in het Hulster raadhuis. Het zijn K. de Block, V. de Waele, Jos van Houdt, F. Dens, Jan Wouters en Coc- kelbergs, allen lid van de Vlaamse vereniging van be roepskunstenaars. Dat het hier beroepskunstenaars betreft in de zin van schilders, die hun stiel kennen en met hun mate rialen weten om te gaan, blijkt vrijwel uit alle werk stukken. Een artistieke verrassing in de vorm van een persoonlijke vorm- of kleurgeving ont breekt bij alle vijf. Het lijkt alsof de ontwikkeling van de moderne schilderkunst in de laatste vijftig jaar onopge merkt aan hen is voorbijge gaan en van al de hier aanwe zige werkstukken gaan er der- li°n of meer in een dozijn. Jan Wouters toont glasschil deringen van een oubollige il lustratieve soort en een aantal tamme aquarellen met land- schapsmotieven uit Oostenrijk, Zwitserland en Italië, die veel doen denken aan oude kalen derplaten Coekelbergs werk is goed van kleur, in zijn kleurbehandeling en -effecten doet hij even denken aan Ja kob Smits, de meester uit de Kempen. F. Dens toont een zestal aquarellen met eveneens voor namelijk landschapsmotieven. Hij toont een heel wat vrijere opvatting van de aquarel dan zijn collega Wouters en weet ook meer uit de aquareltech niek te halen. Zijn visie op het landschap blijft weliswaar traditioneel, maar vooral in de luchten en met het spel van het licht weet hij een sfeer op te roepen. Jos van Houdt houdt het met de Schelde en wat daar mee in verband staat. Hij schildert vlot en schetsmatig met het paletmes, weet hiel en daar wel sfeer op te roe pen, maar daar staat tegenover dat hij met zijn vlotte tech niek wel e en beetje op ge makkelijke effecten uit is. V. de Waele put zijn inspi ratie uit het Antwerpse en ook hij heeft duidelijk invloed on dergaan van Jakob Smits. K. de Block schildert stillevens in een duffe, ouderwetse mu seale trant voor een soort huiskamers, waarvan men zich helemaal niet voorstelt dat die nog bestaan en zijn naakten zijn door de akelige vleeskleu- ren, die met lichtbruine schoensmeer gemaakt schij nen. een remedie tegen de liefde. Deze expositie zonder ver rassingen en dus in genendele representatief voor de heden daagse schilderkunst in Vlaan deren is te bezichtigen tot 2 juli. WILLEM ENZINCK (Van een onzer redacteuren) MIDDELBURG In dc zestiger jaren publiceren kranten science-fiction-achti- ge artikelen, waarinhet gaat over plannen van Rijkswa terstaat om in de Ooster schelde een zogenaamde ge- tijdencentrale te bouwen. Daarvoor is nodig: de bouw van een stevig „tussenschot", ergens in de zeearm. Tussen de zo ontstaande kom en de zee vindt getijdewerking plaats. De vloed- en sb- stroom zetten een soort ge maal in beweging, dat een stroomgenerator aandrijft. Deze generator levert (ge commandeerd door eb en vloed) intermitterend stroom aan de bewoners van het deltagebied. Het idee wordt overgeno men door de Zeeuwse elek triciteitsmaatschappij en uit voerig doorgerekend. Econo misch kan het. Maar dan spreekt Rijkswaterstaat het veto uit. Eerst klinkt het be sluit: „Geen damperforatie, want deze verzwakt de dam". Daarna zegt de hoofd directie, dat er over een ge- tijdencentrale pas te praten valt als de dam dicht is. „Zonder extra kunstwerken is het karwei al moeilijk ge noeg"- Op dat moment weet men nog niet, dat de Haring- vlietdam en de Brouwersha- vensegatdam, technisch ge sproken, geen enkele tegen valler zullen opleveren. Niemand piekert erover, dat men ooit zal gaan roepen om een open Oosterschelde en nog veel minder, dat er in ons volk met zijn lange zeet raditie, stemmen zullen op gaan terwille van vissen, kreeften, kluten, steltlopers en andere bewoners van de delta. Het wordt 1963. De heer A. Lockefeer, voorzitter van de vereniging Zevibel (Zeeuwse visserij- belangen) werpt het volle gewicht van zijn autoriteit (oud-gedeputeerde, oud-bur gemeester van Hulst) in de schaal en roept in Middel burg uit: „Wij vissers blijven vechten. Wij versagen niet!" en pleit voor het openhou den van de Oosterschelde. Het denkbeeld is op dat mo ment zó gedurfd, dat Locke feer opmerkt, voor zijn over tuiging het narrenpak met trots te dragen. Lockefeers klankbord is op dat moment beperkt tot dat van de Zeeuwse vissers en de schelpdierenkwekers. Eind 1964 ontstaat er echter een incident. Minister Bies heuvel (Landbouw en Visse rij) verbiedt een deskundige van het rijksinstituut voor visserij-onderzoek, drs. A. C. Drinkwaard, een bijdrage te leveren aan een demonstra tief congres in Zierikzee, waarboven het spandoek met de slagzin „Geef ons géén Oosterscheldedam" zal wap peren. De zaa raakt in de politiek. Biesheuvel ver klaart in de Tweede Kamer: „Men vraagt mij om een dui delijke uitspraak inzake de Oosterschelde. Wel, dat ver baast mij! Elke twijfel aan gaande de Oosterschelde is overbodig. De zeearm gaat dicht!" Het CHU-Kamerlid Van der Peijl verzucht: „Zie zo, dan is deze mythe ten minste de wereld uit Nog geen week na een kort Kamerdebat je over de Oosterschelde geeft dr. K. F. Vaas van het delta-instituut voor hydro-biologisch onder zoek te Yerseke de vrucht prijs van een studie waar mee hij al sinds 1959 bezig is. De conclusie van deze bi oloog luidt: „Ik betreur de afsluiting van de Ooster schelde uit biologisch oog punt. Ik zwicht voor belang rijker argumenten voor af sluiting" (de veiligheid). De argumentenlawine kon digt zich aan: een escalatie zoals wij nu weten die in de zestiger jaren op een nachtmerrie zou hebben ge leken. had men er weet van gehad. Enkele korte dagboekflit- sen: 3 Maart 1965: Dr. Vaas vindt de uitdrukking die van nu af aan furore zal maken: „De Oosterschelde wordt de zinkput van Europa. De Oos terscheldedam schiet zijn doel voorbij" (dr. Vaas zal kort daarop verklaren, dat de pers zijn woorden verdraaid heeft weergegeven) 1 Juni 1965: Ir. J. Loeff uit Veere, een verwoed zeezei ler, stelt in de ANWB-kam- pioen: „Ik vraag niet zonder meer om een open Ooster schelde, doch wel om een nadere bestudering". Zijn motieven zijn aanvankelijk van toeristische aard. Later zal de door hem gestichte studiegroep dozijnen andere argumenten tegen afsluiting aanvoeren. 23 Mei 1969: In Yerseke wordt een plan geboren voor een zoutwaterpijpleiding, waarmee de mosselcultuur gered zou kunnen worden. 15 Maart 1969: Het rijksin stituut voor visserij-onzer- zoek ontdekt de „kraamka merfunctie" van de Ooster schelde voor de jonge zeevis. De resultaten van de kust visserij zullen, door het slui ten van de kraamkamer, met zeker 25 procent dalen. 27 Februari 1971: De nota over de waterhuishouding in Nederland wordt aan de Ka mers aangeboden. De nota geeft aan, dat de vooruitzich ten op een redelijk schone zeearm in de toekomst som ber zijn Het natuurbeschermings jaar 1970 en het verkiezings jaar 1971 culmineren, wat de Oosterschelde betreft, in een stellingenoorlog, waarbij beurtelings de kreten „open" en „dicht" op de spandoeken staan. Moties vliegen over en weer. De landelijke pers, ra dio en tv ontdekken het con flict in het zuidwesten- Over een compromis, waarop voor- en tegenstan ders eikaar zouden kunnen vinden, wordt nauwelijks ge sproken. Toch wordt de bres in de gelederen van de ..dijkbouwers" steeds groter. Perforatie van deOoster scheldedam, vergezeld van een indeling van de zeearm in compartimenten, is her haaldelijk aan de orde. In het geweld van de strijd over „alles of niets" krijgt het compromis geen kans. Komt dat, omdat het compro mis bij alle winst die het voor het milieu oplevert in elk geval de visserij en in mindere mate, het beoefenen van de watersport in volle zee zal belemmeren? Wetend, dat aan het begin van de discussie visserij en zeezeilers hebben gestaan, is die veronderstel ling niet zonder enige grond. Met alle begrip dat men voor de visserijbelangen en de watersport moet hebben, dient men er toch ook oog voor te hebben, dat elke overheidsdaad consequenties heeft (die overigens volgens de delta-schadewet zullen worden vergoed), en dat dil ook geldt wanneer men het alternatief van Lockefeer en Loeff zou opvolgen, en tot de bouw van een ringdijk rond de Oosterschelde zou beslui ten. Alleen valt in dat geval de klap ergens anders, met name ook bij „het milieu" zoals wij later zullen zien. Damperforatie keert voort durend. als thema terug, naarmate de milieudiscussies heftiger worden. Weer enke le dagboeknotities: 25 September 1969: Rijks waterstaat 'verklaart in een nota aan minister Bakker, dat een getijdencentrale in de Oosterscheldedam kan worden ingebouwd als de dam zelf klaar is. 16 September 1970: Minis ter Bakker kondigt de Ka mer aan, dat de milieustu dies met betrekking tot de Oosterschelde begonnen zijn. 26 Juni 1970: De staten van Zeeland spreken zich bij motie uit voor handhaving van het tempo bij de afslui- tingswerken, doch eisen te vens een verdieping en coör dinatie van het onderzoek, met name compartimentering van de Oosterschelde. Intus sen heeft Rijkswaterstaat in 's Heer Arendskerke een aparte „milieu-dienst" ge huisvest. 1 September 1971: De ge meente Reimei-swaal pleit voor perforatie van de dam, nu duidelijk is geworden, dat een zoutwaterpijpleiding geen goede oplossing voor de schelpdierencultuur kan bie den. 9 Oktober 1971: De ecolo gische kring (Wageningen) bepleit compartimentering van de Oosterschelde. 16 November 1971: Minis ter Drees zegt, bij de ope ning van de Haringvlietdam: „Perforatie van de Ooster scheldedam is wellicht moge lijk. Hetzelfde geldt voor compartimentering van de zeearm". S Februari 1972: Ir. H. Santema (hoofd speciale diensten RWS) deelt mee, dat de bouw van spuisluizen in de Oosterscheldedam tech nisch mogelijk is. In Scha- rendijke werkt een speciale afdeling „nazorg" van de deltadienst aan het probleem van de compartimentering. H-: 1972: Ir H. Ferguson, hoofd van de deltadienst, verklaart op het „Ooster- scheldecongres" van de Ver. Milieuhygiëne Zeeland, dat aan de bouw van doorlaat- werken in de Oosterschelde dam pas kan worden begon nen als de eigenlijke dam klaar is. Mei 1972: Er verschijnt een alternatief, uitgewerkt door 'n werkgroep van eind examenkandidaten van de Delftse TH en enkele andere hogescholen, voor een Oos terscheldedam met een stormvloedkering, waardoor zowel het zoute milieu als het getij, bij behoud van alle veiligheidseisen, worden ge waarborgd. Kan dit het com promis zijn na al die jaren van discussie? Volgende aflevering: „De staat-in-de-staat is niet zo statisch als men zegt h

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 3