PACEMAKER MET ATOOMBATTERIJ Ze hebben het nooit zo gehad" goed i NATIONAAL RUSTHUIS VOOR PAARDEN Hot lines van Kiel naar München binnenland buitenland WEEMOED LIEFDE ZIEKTE PUWKTE «-■iweit aasB«»- OLYMPISCHE SP3ELE:*8. «usTOBeuweeoB^iiexito CITY Iwwxw) VPHHjR 13S& cpOetlBfi'TSECfUMUHCHTIHÉil 0l8ZUn.INsB.YlN6 0UWW8N tsussaEnEM'' F1LYIN& IXJTCHMrtW NATION i'ironisw,®®0' ««DownüHMnM.3. se» 2 LltSafl'.UUJUCH mpuwiihèL'feteh 'sier 3 COMHftO .RALPH ODSOES.,aj»»IW:D BftR 4. lfir»\CS,,Ci«- -E«S£ftHT»es. WIS S lUaniE'R0ED3X£»a LffTIHJ!OED,,ODa M» 8. CHERETBERTRAM) TMU3LE..BWHC" FBfi 21 BËBCiEir NA6EHSTE 21? (»tCWlWJE]SIJNG «1 I (Van een onzer verslagevers) JTen van de continutesten in het Siemens-research- testen in het Siemens-rese- laboratorium te Erlangen duurt nu al meer dan 12.000 uur. Doel van deze gecompli ceerde proefneming is de functiecontrole van het in ca. 3 jaar ontwikkelde energie voorzieningssysteem voor de eerste Duitse pacemaker op „atoomkracht" (foto bene den). Op basis van de lot dusver verkregen resultaten kan reeds worden gesteld, dat het systeem volledig op gewassen is tegen zijn taak. Na beëindiging der proefne ming met het testmodel zal de nieuwe pacemaker voor üe eerste keer worden geïm planteerd. Implanteerbare pacemakers bestaan nu al zo'n 10 jaar. Ze worden, ter stimulering bij ritmestoomissen van het hart, ingeplant bij patiënten met een onregelmatige hart slag of een hartslag die van tijd tot tijd helemaal stokt. Jaarlijks krijgen ca. 60.000 mensen over de gehele we- -eld een dergelijk apparaat ingezet. Nu kunnen deze, tot dus ver met elektrochemische batterijen aangedreven, pace makers in doorsnee slechts 18 maanden en maximaal 2 jaar in het lichaam blijven. Na deze tijd is hun energie bron uitgeput; het apparaat moet dan d.m.v. een operatie worden vervangen. Het doorslaggevende voor deel van de nieuwe Siemens- ontwikkeling is de langere levensduur van de energie bron. Een „atoombatterij" of een radio-isotopenbatterij, zoals hij in de vaktaal heet heeft een levensduur van minimaal 10 jaar. Bij dit soort batterijen wordt het belangrijkste on derdeel gevormd door een Isotoop, d.w.z. een radio-ac tieve substantie, waarvan de atoomkernen in de loop der tijd vanzelf uiteenvallen. Daarbij komt voortdurend energie vrij in de vorm van warmte, die met behulp van z.g. „thermo-elementen" wordt omgezet in elektrische energie voor de aandrijving van de pacemaker. Het lang zaam verlopende uiteenval- lingsproces van de gebruikte isotoop waarborgt de lange levensduur van de batterij. Het eerste Duitse model, waarvan de ontwikkeling plaatsvond met steun van het Westduitse ministerie van Onderwijs en Wetenschap pen, heeft als energiebron een capsule ter grootte van een erwt. Deze capsule bevat ca. 200 miligram van het isotoop Plutonium 238. Deze capsules worden naar voorschriften van de Siemens-research-me- flewerkers, gemaakt door Al ken GmbH te Hanau, in sa menwerking met het Gesell- schaft für Kernforschung te Karlsruhe. De capsule vol doet aan de meest stringente veiligheidseisen, bijvoorbeeld wat betreft bescherming te gen straling of het mecha nisch, chemisch en thermisch weerstandsvermogen. Het fundamentele verschil tussen de Duitse pacemaker met atoomaandrijving en de Franse en Engelse ontwikke lingen op dit vlak, ligt in het nieuwe systeem voor thermo- elektrische energie: De in het binnenste van de batterij liggende mantel van de plutoniumcapsule wordt door het uiteenvallen der atoomkernen verwarmd tot ca. 100 graden C. De thermo- elementen die door deze warmtebron worden gevoed, geven het benodigde elektri sche vermogens af. Door mid del van een speciaal patroon van zeer veel thermo-elemen ten ze worden opgedampt op een filterdunne kunststof band bereikt men een vol doende hoge spanning. Een spanningsomzetter, zoals bij andere bekende methoden, is overbodig. Na beëindiging der proef nemingen zal de ongeveer 3 centimeter hoge, cilindervor mige batterij worden ge bruikt in de pacemakers van de Siemens-dochteronderne- ming Elema-Schonander. (Van een onzer verslagge vers). SOEST Mistroostig trekt een regengrauwsluier over de Soester weiden. Wat achteruit van de grote weg naar Amers foort, met een nevelige bos rand als achtergrond, een boerderij met stallen, Vosse- veld, en met enige trots ver meldt een groot bord: „Natio naal rusthuis voor paarden" Nou ja, denk je dan, zo'n hit wil ook wel eens een verzorg de oude dag. Boven de halve staldeuren hangen paardshoofden, sommi ge wat triest, andere nietszeg gend starend, weer andere be rustend: de ontspannngszaal van een bejaardentehuis. Zo van, we hebben het best goed, maar toch. In januari 1962 werd een stichting in 't leven geroepen „De Paardenkamp" onder be stuur van d e afdeling Soest van de Nederlandse Vereni ging tot Bescherming van Dieren. Doel: het verschaffen van een rustige levensavond aan oude, afgewerkte paarden, welke anders afgemaakt moe ten worden. In april van datzelfde jaar reesds kon voor dat doel een „rusthuis" worden ingericht. Herfst 1965 werd een eigen terrein betrokken: de boerde rij „Vosseveld" aan de hoofd weg dloor Soest. Er staan nu 20 stenen boxen, 6 houten boxen, hooi- en strobergen, een kleine boenderij, waarin kantoor- en vergaderruimte. Ruim 2 ha weidegrond hoort bij het prachtige complex. Op 200 meter afstand van de paardenkamp is ook nog bijna 2 ha weidegrond aangekocht, waarop 10 stallen staan. En nu staan ze daar dan, met zijn zevenentwintigen. Frits, geboren in 194? in Den Haag, het schillenpaard, naast de aristocraat Moonlight, gebo- ren in 1942 uit Heemstede, vroeger renpaard, later rij paard geworden, die de andere wat uit de hoogte bekijkt en lijkt te dromen van zijn vroe gere successen. Dan is er Marie-Louise, het paard van de voddenman en 't circuspaard Bari. En Elsje, Olair en Donald, de dïie po ny's die hun jaren van trek ken voor een wagentje met kinderen bemijmeren. Dan de stoere Utrechtse Frits, geboren in 1947, het oudste en nog enig overgebleven paard uit de stallen van Van Gend en Loos, die zijn hoofd laat han gen uit weemoed naar een le ven voor een sleperswagen. Toen de kinderen hem stuk ken brood voerden op straat. Ze genieten van hun levensa vond, zeggen we dan. Wat drijft de mensen ertoe zich zo op te stellen tegenover het dier? Is het kameraad schap, medelijden, wat over trokken sentiment? De heer K. Groen (64), beheerder van ihet paardenrusthuis: „Het is liefde meneer, liefde voor het dier. Ik zou niet aniders meer willen dan dit werk. Ik heb altijd in Koudekerk in het boerenbedrijf gezeten voor ik hier kwaim. Dat is nu zo'n zes jaar geleden en neem van mij aan: 'ik heb het er niet rusti ger mee gekregen. Een keer vakantie in zes jaar is toch echt niet te veel. Het is echt alleen maar liefde. Was 't on der de mensen ook maar altijd zo. Weet u dat iik grote kerels heb zien staan huilen als ze afscheid namen van hun paard. Is dat liefde of niet? Zouden ze het ook doen aan 't (Van een onzer verslaggevers TVe afstand tussen de Olym pische stad Kiel en München, de stad waar de hoofdmoot der zomerspelen van 1972 plaatsvindt, be draagt 960 km. Maar Kiel, het mekka van de zeilers, mag tijdens de Olympische Spelen niet „buitenspel" ko men te staan. Daarover zijn de organisators het eens. En dus is het ook hier in hoofd zaak een taak van de slaga ders van het moderne leven verkeer en communicatie verbindingen ervoor te zorgen dat het Kiel „voor de wind" blijft gaan. Radio, te levisie, telefoon en telex zijn de snelste media voor het overbruggen van grote af standen: met behulp daarvan zal Kiel er in München „life" bij zijn, en omgekeerd zal München de wedstrijden op de Oostzeegolven direct kun nen volgen. Voor Siemens, leverancier van de meeste en belangrijk ste communicatiemiddelen t.b.v. de Olympische zomer spelen van 1972, was het dus taak, de draden van zijn jommunicatieve netwerk ook tot in de hoofdstad van Sleeswijk-Holstein uit te spinnen. De computers, die t.b.v. de evaluatie der wed strijdresultaten in het Olym pisch Stadion van München staan opgesteld, hebben niet alleen een lokale taak, Ook de telexen in Kiel zijn direct op dit rekencentrum aange sloten. En als dan straks de Stars, Sterns en Draken, de Flying Dutchman en Fin-jol len buitengaa's op de Förde of de Stoller Grand over de s finish deinen, zullen de te lexen van Schilksee hun meldingen net zo snel aan de computer in München kun nen doorgeven als hun „col lega's" in het Olympisch sta dion. Ook wat betreft de dis tributie van de voor de jour nalisten bestemde lijsten met wedstrijdresultaten, krijgen alle computer-gestuurde tele printers een volkomen gelij ke behandeling in het reken centrum: in het 3000 m2 me tende perscentrum van Schilksee komen de uitslagen van de wedstrijden geen se conde later binnen dan in Zuid-Duitsland. Datzelfde geldt ook voor het bijna alwetende informa tiesysteem „GOLYM". De computer in München stuurt zijn inlichtingen net zo snel heeft natuurlijk reeds vanaf het begin een behoorlijke naar de oostzeekust als naar andere plaatsen: persoonlijke gegevens over alle (ca. 10.000) actieve Olympische deelnemers, de resultaten van alle moderne Olympische spelen, alle wedstrijdregle menten, dienstregelingen, ka lenders van manifestaties en nog veel meer. De computer hoeveelheid van zijn geheu gencapaciteit vrijgehouden voor de zeilsport. D e eersten die daarvan zullen profite ren zijn de Olympische ver slaggevers in Kiel, die in het perscentrum aan de Schilk see beschikken over hun ei gen computerterminal. De dienstdoende hostess kan via deze terminal de gewenste inlichtingen binnen enkele seconden uit de Golym-com- puter in München afroe pen. Maar ook de duizenden kijkiustigen, die tijdens hun wandeling op de bezoekers promenade door de bedrij vigheid in de Olympische haven tot vragen worden ge prikkeld, moeten van het „computergenie" kunnen profiteren. Via een terminal op die bezoekerspromenade kunnen ze bijvoorbeeld aan de weet komen, wie in 1920 won bij het 18 voet dinghy zeilen, of welke Olympische successen zeiler Bruno Splieth uit Kiel tot dusver heeft behaald. Maar ook midden in Kiei kan het pu bliek „elektronische" infor matie verkrijgen en zich bo vendien informeren over de wedstrijden op zee. Bij de Golym-terminal die samen met een telex, welke alle actuele resultaten doorgeeft tijdens de spelen in een warenhuis staat opgesteld, zaï het waarschijnlijk een gedrang van jewelste zijn. Het „Deutsche Olympiazen- trum-Radio-Television", een joint venture van het Erste en Zweite Deutsche Femse- hen, laat voor het grote bo tenhuis in Kiel-Schilksee zes grote transmissiewagens voor televisie- en twee voor radio-uitzendingen aanruk ken. Deze „rijdende studio's" worden verbonden met de reportagecabines en tal van technische transmissie-instal laties, die in het botenhuis gebouwd moeten worden. De opnamen zelf worden natuur lijk buiten op het water ge maakt, aan boord van de ca meraschepen, die door de Duitse marine ter beschik king worden gesteld. De re gistraties op film of mag neethand komen dan via de snelste weg naar de studio's in Schilksee, worden daar zendklaar gemonteerd en via de installaties van de Duitse PTT naar het grote Olympi sche TV-centrum in München gerelayeerd. (Van een onzer verslaggevers) Steeds meer mogelijkheden blijken er te zijn voor het gebruik van het elf jaar geleden uitgevonden Laserlicht. In München beproeft men op het ogenblik een methode, de luchtvervuiling met behulp van Laserstralen te lokaliseren en te analyseren. De eerste proefinstallatie werkt volgens het principe van het radartoestel: De Laser zendt met een topvermogen van een miljoen watt lichtimpulsen uit, die door stof en roetdeeltjes worden teruggeworpen. Grootte en verschuivingen in tijd van de „echo-impulsen" maken conclusies over afstand en intensiteit van de luchtvervuiling mogelijk. graf van hun vrouw? Nou dan". En met zijn typisohe lande lijke blik kijkt hij naar de stallen, wat taxerend: „Heb ben ze het hier niet goed? Veertigduizend kilo hooi, zes tigduizend kilo stro gaan er hier om. Om van de rest maar te zwijgen. Die dieren hebben het nooit zo goed; gehad". Een bezoekster, die wat oud brood komt brenigen: „Meneer, u moet het zo zien: Zo'n paard he, dat wordt een stukje van jezelf. Je zou jezelf toch ook niet op het abattoir willen hebben hangen als je dood gaat?". Misschien ligt daar een klein stukje van de kern van de zaak. De stichting zegt dui delijk: Nimmer wordt een paard, na zijn dood, naar het slachthuis gebracht, maar wordt volgens veterinaire richtlijnen vernietigd. Risico zit er voor een gezond paard niet in: er worden geen zieke paarden opgenomen. Indien de regelmatig controlerende die renarts ernstige en ongenees lijke ziekte constateert, wordt het paard, na overleg met be stuur en vorige eigenaar, afge schoten ter voorkomemg van een lang lijden. De paardenkamp trekt 's zo mers zo'n tienduizend bezoe kers. „Hele schoolklassen mo gen hun ritje rijden op een oude paarderug en 't is de dieren aan te zien, dat ze 't fijn vinden". Koud en vlagerig slaat de regen langs de paardeboxen. Li hun warme stro liggen ze onverschillig naar de bezoe kers te kijken. Rust, de rast van een bejaarde. Zo'n dier heeft toch ook recht op z'n AOW.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 7