land met de
100 gezichten
binnenland
buitenland
1 lil
Polen heeft honderd gezichten. Po
len is de oude man die je op straat aan
klampt omdat je van het Germaanse
ras, dus cultuurdrager bent en die met
weemoed de Duitse tijd in herinnering
brengt en terloops de joden beschul
digt de schuld van alles te zijn. Maar
ook een vrouw die je huilend een fa-
brieksruïne in Lodz laat zien die als con
centratiekamp gediend heeft.
DANCINGS
GOEDKOOP
CULTUUR
KRAKOW
POLEN: liet
Dit is ook Polen: Boeren, die in de Zuidpoolse stad Bielsko Biala nog met paard en wagen naar de markt komen om daar groenten en fruit aan de man te
brengen.
In Krakow, langs de rivier de Wisla (vroeger de Weichsel}, wordt door de bevolking op speciale tafelt urenlang schaakge-
speeld onder het kritisch oog van stadsgenoten.
vijftig jaar geleden. Jugenstil-
elementen overheersen in een
omgeving die je niet voor mo
gelijk houdt in een land van
arbeiders. Zo Frans rrua-ken ze
het zelfs in Parijs niet meer.
Nu is de binding met Frank
rijk tot voor de oorlog heel
sterk geweest. Wie de Poolse
cultuurgeschiedenis er op na
pluist komt herhaaldelijk we
derzijdse invloeden tegen. De
in Polen geboren componist
Ohopin (op z'n Pools uitge
sproken: „Goppien") verenigt
niet voor niets beide landsaar
dten in zich.
Chopin zorgde trouwens
voor de meest aangrijpende
belevenis die ik in Polen op
deed, zes jaar geleden. De
staatsman Zaïvatsky was ge
storven en het land was in
rouw. Portretten in etalages
en op straathoeken, waar
schijnlijk normaal in een com
munistische staat, maar als je
de mensen erover sprak bleek
deze man in het bijzonder
heel sterk bij ze te leven. Op
alle hoeken van de straten
hingen bovendien in bomen en
lantaarns luidsprekers en toen
de begrafenis zich voltrok kon
heel Polen op de straat mee
luisteren naar de dodenmars
van de „Pool" Chopin. Een
huiveringwekkende erva
ring.
De toerist die houdt van een
borrel in een gezellige bar laat
op de avond, kan dat in Polen
beter vergeten. Echte bars zijn
er niet, behalve in de grote
hotels, maar die sluiten vaak
al om een uur of tien. Cafés
zijn er niet. Dat betekent
overigens allerminst dat er
niet gedronken zou worden, 's
Morgens vroeg staan de man
nen al aan de kiosken of in
„staan-restaunants" aan de
„piwo" (bier) en ze schijnen
dajt lang vol te houden, want
's avonds laat zijn de langs de
straat zwalkende dronkaards
niet te tellen. Alcoholisme is
een groot probleem in Polen.
De staat doet er iets tegen via
affiches en de jonge intellec
tuelen ageren er tegen via
films en televisie, maar ingrij
pend kan de staat niet optre
den. Neem de Polen hun bier
en hun wodka af en het
brood-, (dran'k-) en spelen-
principe van het communisme
wordt doorbroken.
Voor wiie nog laait uit wil,
zijn er de dancings. Dat weten
de Polen ook, dus wie een
plaiatse wil moet er heel vroeg
bij zijn. Wij waren dat niet,
dus we werden geweigerd mfet
nog een hele drom belangstel
lenden. Na wot zoeken was er
een tweede gelegenheid waar
de portier althans wilde luis
teren.
Maar of het nu kwam omdat
we het in het Duits probeer
den voor de meeste Polen
een niet erg gewaardeerde taal
of omdat er een stel Poolse
jongens voorbijkwam, de deur
ging in ieder geval dicht. Na
lang soebatten in Pools met
handen en voeten kwamen we
binnen. De gelegenheid bleek
een grotachtig geheel te zijn,
zo vol met mensen dat je nog
nauwelijks iets kon zien.
Het was of een volk zich na
afloop van een oorlog brood
dronken in het enige amuse
ment had gestort dat er was.
De muziek waarop onduidelijk
modern gedanst werd, herin
nerde aan de vijftiger jaren en
op onize vraag om speciale
nummers werd door de pianist
niet gereageerd tot we be
merkten dat dat bij anderen
wel gebeurde, maar die bleken
dan ook grote zloty-biljetten
over de toetsen te schuiven.
Met z'n tweeën kregen we
een plaats naast een Pools stel
dat ons eerst vriendelijk
ohend opnam en daarna tot
gesprekspogingen avenging die
meestal in onbegrip eindigden.
Het gaf wederzijds nogal wat
hilariteit en leverde mij een
door mijn Poolse buurman ge
vuld glas op dat hij volschonk
uit een fles uit zijn aktentas.
Pure woidka. Wat doen de Po
len namelijk? De dancings
zijn voor hen vaak te duur. Er
wordt een consumptie van de
zaak genuttigd en de rest
komt uit de fles die van huis
wordt meegenomen. Het ge
sprek vorderde en we moesten
en zouden een fles Russische
parfum mee naar huis namen
als aandenken.
Gastvrijheid is een voor de
Polen vanzelfsprekende eigen
schap. Je ontmoet iemand en
als hij zegt: „Kom hij mij sla
pen" kan je dat iin negen van
de tien gevallen rustig doen.
Zelfs als hij zegt: „Mocht je in
die en die stad komen kun je
rustig aanbellen hij een vriend
of een familielid van me" hoef
je niet te denken dat dat loze
taal is. Ga er langs en je
wordt ontvangen als de oom
uit Amerika die ze in geen
eeuwen gezien hebben.
Voor wie de moeite neemt
met de Polein te praten liggen
zulke ervaringen op straalt. Ze
vergoeden een hoop van de
ergfernis die je hebt om het
overal merkbare ambtelijke
apparaat. Kaartjes voor trei
nen, toneelvoorstellingen en
dergelijke zijn verkrijgbaar
bij de officiële kantoren van
het nationale verkeers- en toe
ristenbureau „Orbis", waarvan
jfe noodt tevoren weet of ze
dicht dan wel open zijn.
Bi] elk loket staan rijen van
meters, en aangezien de mees
te handelingen achter het lo
ket via veel formulieren ver
antwoord moeten word'en is
een uur of anderhalf in de rij
staan geen uitzondering. Wie
de dure restaurants schuwt,
komt (overigens zeer goed
koop) terecht in de volksres
taurants. De restaurants zijn
erg vreemd voor een com
munistisch land v.an geachte
gelijkheid in klassen ver
deeld.
Soms zijn die goedkopere
restaurants gaarkeukens, scans
zijn ze goed. Maar ga niet op
de kaart zoeken naar w.at je
wilt hebben. Je hebt vijftig
procent kans dat het er niet is.
Daartegenover staat dat je er
de echte Poolse eetgewoonten
leert kennen, met als bijzon
derheden de rode en witte
„barczt" (kool- of bietjes
soep), pannekoeken gevuld
met room, slecht vlees en veel
„knoedels".
Evenveel tegenstellingn
kent het Poolse landschap met
in het zuiden de Kanpaten en
de Tatna-gebergten met wou
den en het toeristen-oord Za
kopane, in het noorden de me
ren en het aan Nederland her
innerende laagland.
Een uniek reissysteem dat
veel door studenten wordt ge
volgd is het „autostop", de
Poolse uitdrukking voor liften.
Het is officieel gesanctio
neerd via een autostop-kaart
met kilometerbonnetjes die je
na elke rit aan de (vraohtwa-
gen)-ehauffeur inlevert, die er
naar gelang het aantal bonnen
een beloning voor krijgt. Maar
op het platteland lift iedereen
bij gebrek aan auto's. De
chauffeurs stoppen automa
tisch als iemand langs de weg
staat. Hij rijdt mee tot z'n
bestemming en geeft de chauf
feur wat geld. Al zit je vaak
met zSjn tienen achter in een
bestelwagen of in een laadbak,
het is vaak beter dan het
langzame, goedkope, maar
overvolle openbare vervoer.
Dat geldt niet in de steden
waar de traim met sterk ver
ouderde modellen alleenheer
ser in het verkeer is en waar je
voor een dubbeltje de stad
doorkruist.
Zoals overal achter het ijze
ren gordijn zijn de eerste le
vensbehoeften in Polen goed
koop. Je kan Hen, drinken en
in trams of bussen zitten voor
een h&bbekrats. Goed vlees is
bijna onbetaalbaar en kleding
waaraan je enkele eisen stelt
eveneens schrikbarend duur.
Luxe-artikelen sieren af en
toe wel de etalages, maar zijn
alleen betaaibaar voor de be
ter gesalairieerden bij wie
vaak nog man en vrouw bei
den werken.
Als je niet over politiek
praat merk je nauwelijks iets
van het bewind. Wie dat wel
doet hoort niet veel van de
gemiddelde Pool, bij wie het
nieuwe bewipd van Gomulka's
opvolger Gierek zeker geen
juichkreten teweegbrengt.
Het straatbeeld in alle Pool
se steden wordt voor een groot
deel overheerst door de talloze
katholieke kerken. Kerken,
die vaak monumentaal van
bouw en interieur zijn en niet
zoals in andere communisti
sche landen meestentijds
leeg zijn. Wie volle kerken
wil zien moet eens in Polen
gaan kijken, waar het bewind
blijkbaar weinig heeft tegen
Marx' opium voor het volk, al
zal dat ook te maken hebben
met de niet zo vooruitstreven
de kerkleiding in Polen op
politiek gebied. Op zondagen
is de grootste kerk niet groot
genoeg om de drommen men
sen te bergen, die vaak nog op
de traptreden knielen bij de
mis.
Polen is een gastvrij land,
dat in de eerste plaats. Een
vreemd land ook, waar men
nooit weet hoe vrij men is.
Maar in ieder geval een inte
ressant land vol van de onrus
tige historie vol overheersers
en zelfbewust zoekend naar
een eigen identiteit.^Een frap
pant voorbeeld daarvan is het
westelijke Polen, grenzend
aan de Oder-Neisse, dat na de
oorlog bij Polen wend gevoegd
toen Rusland een stuk van
Oost-Polen opslokte.
Het is rigoureus verpoolst.
Posen werd Poznan, Breslau
werd Wroclaw, de Duitsers
zijn met de grens meegetrok
ken. Poznan werd een van de
belangrijkste industriële ste
den met jaarlijks een grote
„mezze" en Wroclaw werd een
van de drie grote culturele
centra van Polen met b.v. een
toneelvernieuwer als Jerzy
Grotowski. Een nieuw Pools
gebied, al kan je heel af en
toe achter het Poolse opschrift
boven een winkel nog een va
ge, weggeschilderde Duitse
tekst herkennen.
BERT JANSMA
In het door de oorlog grotendeels verwoeste Warschau worden heel wat cultureel-historl-
sche monumenten weer nauwkeurig nagebouwd. Bijvoorbeeld de middeleeuwse burcht de Bur
in- bikan
verwoeste of vergane histori
sche gebouwen. In Warschau
is een in de oorlog verwoest
plein vol oude huizen angst
wekkend punctueel in de
middeleeuwse staat terugge
bracht aan de hand van oude
prenten. Die restauratie geldt
alleen voor de fagade want
achter de fraaie gevels liggen
gewone appartementen met
modern sanitair. De oude
stadskern telt een aantal wal
len waarlangs een burcht lag.
Ook die is weer opgebouwd
volgens archieftekeningen en
langs de wandelpaden staan
overal de bijzonderheden in
diverse talen te lezen. Maar
wie naar het vroegere getto
in Warschau zoekt, vindt al
leen maar een kale wijk vol
flatgebouwen waar in bet cen
trum een gedenkteken herin
nert aan de ellende van de
Poolse joden.
Op cultureel gebied valt er
in Pottin, de zomeravonden
uitgezonderd, veel te beleven,
De arme kapitalistische kunst
minnaar staat met z'n oren te
klapperen als hij ziet dat een
stad als Warschau op zijn
minst zo'n twintig theaters
kent. Toneel, cabaret, mime-,
dans- en poppentheaters van
klasse.
Krajkow komt met zo'n ze
ven grote theaters op de twee
de en Wroclaw, het vroegere
Breslau, op de derde plaats.
Eén van de meest innemende
zaaltjes die we ooit zagen,
herbergt het cabaret Jama Mi-
ohalinka. De gelijknamige zaal
in de Florianska-straat, een
compleet middeleeuws aan
doende straat midden in Kra
kow, is overdag een restuarant
en 's avonds wordt er opgetre
den. Niets bijzonders dus.
Maar wie eenmaal heeft
plaatsgenomen in het pluche
van de oucferuine fauteuils
waant zich in het Parijs van
Polen is zoals alle landen achter het ijzeren gordijn vol tegenstellingen. Een
land dat steeds meer alternatieve toeristen trekt, waaronder dan verstaan
moeten worden toeristen die zich niet kant en klaar laten inpakken voor een
retourtje Spaanse zon, maar moeite willen doen een vreemd land te leren
kennen.
tal dollars dat we bij ons had
den. Als je toevallig in een
duurder hotel verzeild raakt,
ben je voor de meeste Polen
een rijke kapitalist al zullen
ze zelf steeds een beetje lachen
bij dat woord.
In een stad als Krakow is
het trouwens opvallend hoe
modern de jongeren gekleed
gaan. Mannen met lang haar
en in hippe broeken, veel spij
kerpakken. meisjes in mini of
hotpants. Waarschijnlijk alle-
maail huisvlijt, want in de eta
lages is textiel duur en in de
stijl van zo'n tien jaar gele
den. Wie constant de winkel
ruiten in de gaten houdt, doet
aardige ontdekkingen. In een
tweedehiandszaa'k staan tussen
enkele fraaie vleugels kinder
wagens opgesteld als voor
beeld van branche-vervaiginig
en in een kruideniersetalage
komen we tot onze verbazing
tussen de kazen d'e namen
Gouda" en „Edamski" tegen.
Geen importkazen maar eigen
fabrikaat onder geiteend eti
ket.
Krakouw zelf is misschien
wel de mooiste stad van Po
len. Er zijn str,alten waar je je,
als je de weinige auto's weg-
dtenkt, in de middeleeuwen
waant. Stuk voor stuk huizen
uit de lie tot en met de 14e
eeuw, die nooit van monumen
tenzorg gedroomd hebben,
maar niettemin zwart en vuil
mood staan te zijn.
Krakow is de hoofdstad van
het middeleeuwse Polen, door
de Duitse bezetters in de oor
log weer tot hoofdstad gebom
bardeerd maar .gespaard geble
ven voor hiet wérkelijke oor
logstuig. Aan de rand van de
stad ligt de Wawel, de burcht
van de toenmalige koningen
waarvan enkel'e delen zelfs uit
de tiende eeuw stammen. Het
is nu een museum, en de heu
vel waarop de Wawel aan de
rivier de Wisla ligt, wordt da
gelijks bezocht door drommen
dagjesmensen uit Polen en
bussen vol toeristen uit Oost-
Duitsiand en Tsj echo-Slowa-
kije.
De kunstschatten die er ge
herbergd worden zijn uniek.
Prachtige gobelins, grote schil
derijencollecties, waaronder
vele Hollandse meesters, be
kleden de wanden van de ver
trekken die zoveel mogelijk in
oude stijl hersteld zijn.
Wie langs de Wisla terug
loopt kan een ander Pools fe
nomeen zien. Langs de rivier
oever is e ensoort promenade
aangelegd waarop een paar
stenen schaaktafels staan.
Vooral op de zondag, maar ook
doordeweeks door de ploe
gendiensten is het bijna altijd
druk op straat kan je er
drommen meest oudere man
nen zien die de schaakpartijen
van hun kameraden gadeslaan
en becommentariëren.
De Polen houden hun monu
menten in ere. Er worden
jaariijks kapitalen gespen
deerd aan het opknappen van
Zo'n zes jaar geleden ston
den zelfs in de grote steden
de Polen nog in drommen
om westerse auto's en keken
lacherig of nieuwsgierig
naar elke toerist of het een
acteur was die niet afge-
schminkt het toneel was af
gewandeld.
Polen is veranderd. De de
mocratie van arbeiders en
boeren die de Poolse volksre
publiek heet, herbergt een
zelfbewuster volk. Dat mocht
dan ook wel nadat het vader
land eeuwenlang de vette
kluif is geweest voor landver-
overaars ter linker- en ter
rechterzijde. Een toerist valt
in de grote steden nauwelijks
meer op. Behalve dan aan de
zwarthandelaren die je op be
paalde straten in Warschau
aanklampen om het overhemd
van jte lijf te praten, of in de
grote hotels luidkeels zloty's
voor vreemde valuta bieden.
Het zijn verlengstukken van
de kapitalistiscihe maatschap
pij die blijkbaar ongestoord
hun „werk" kunnen doen, al
zullen ze de echte wisseldaad
op een stil plekje volvoeren.
De beroepswisselaar die ons
in een hotel in Krakow toe
riep „I have good geld", blijk
baar onze landsaard in het mid
den latend, bleek uitermate
betrouwbaar maar wel ver
wonderd over het geringe aan-