Geweldloosheid in N.-Ierland nog ondenkbaar Stap eens bif ons binnen we zijn zo gemakkelijk dichtbij Binnen één minuut kun je invalide zijn PvdA wil extra geld van goedbetaalde bestuurders vragen ant_, BRIAN BRADY ZIET GEEN SNELLE KATHOLIEKEN WORDEN GEDISCRIMINEERD Raiffeisenbank Si Boerenleenbank vK Commentaren* op ENKA- ontslagen Bankier valt uit tegen vakbonden binnenland MOOI GEZEGD GLAZIG U kunt zoveel méér doen met onze bank Gevochten Reactie Organisatié Wantrouwen DAN ANDEREN Zaterdag 8 apriJ W72 '."JE- t i t' (Van een onzer verslaggevers) DRIEBERGEN Met zijn forse lijf past hij nau welijks in het kleine logeer kamertje dat hem op „Kerk en Wereld" in Driebergen ter beschikking is gesteld. Ht traditionele, bijna Bra bantse priestertype, zwart pak, goedlachts en joviaal. Hij werkt en woont in Andersonstown. een voor stadje van Belfast, waar hij als leraar aan een kweek school is verbonden. In zijn wijk werd vorige week mevrouw Crawford, moeder van tien kinderen, doodgescho ten in een vuurgevecht tussen IRA en het Britse leger. Brian Brady, 44 jaar oud, zegt: „Het was weer het bekende werk. De partijen geven elkaar de schuld, maar de IRA heeft het vuurgevecht wel uitgelokt". Wat wal Brady dan Dat de katholieken niét vechten Dat ze het illegale republikeinse leger IRA niet steunen? Nee, ook dat wil hij niet. Hij ziet eigenlijk geen oplossing op korte termijn. Maar zeker is wöl dtat zijn leefsituatie goed aansluit bij het thema van het congres dat in Driebergen de ze week is gehouden. Dit congres „De macht van de geweldlozen" probeerde met en kele daigen praten tot een be gin van een strategie te komen die als uitgangspunt moet die pen voor een geweldloze revo lutie. Brian Brady is niet opti mistisch. Zijn mede-congres gangers kon hij weinig posi tiefs bieden, zo zegt hij ons; hij kwam dan ook voornamelijk om te luisteren. Hij vindt het knap gênant dat christenen van verschillende richtingen elkaar in Noord-Ierland te vuur en te zwaard bestrijden. Maar: „Ma ke love no war, jawel, dat is ook weer te mooi gezegd". En hij vervolgt: „Je kunt familie leden van wie een man is ge dood of geïnterneerd moeilijk aansporen om lief te hebben, dan zullen ze toch allereerst die man moeten terug heb ben Aan de voet van de samenle ving valt nu de zaken zich zo fataal ontwikkeld hebben niet veel meer aan te van gen. Aan de top zitten de fou ten. De leiders van de katho lieken en protestanten hadden eerder met elkaar moeten overleggen. „Wat nu gebeurt", zo zegt Brady met opkomende woede, „is dat de kerkelijke leiders het straatgeweld met felle woorden veroordelen zonder daar tegenover oplos singen te geven aan de mensen die in de dagelijkse praktijk de problematiek moeten verwer ken. De leiders hebben langs de kant gestaan". Brian Brady kan dan ook ei genlijk zo geeft hij na enig aandringen toe zijn sympa thie voor de IRA niet helemaal loochenen, al hoopt hij dat door de „beroemd geworden beslissing" van de Britse re- mier Edw-ard Health, alle strijd geleidelijk aan overbodig zal worden. Die beslissing, het overnemen van het feitelijk bestuur in Noord-Ierland. heeft althans één wens van de IRA vervuld: het heenzenden van het Stor- mont, het Noordierse parle- seponerings- als strafbeleid duidelijk ten ongunste van de katholieken gediscrimineerd wordt. Dat geldt met name ten aanzien van stnaaitbetogingen. Zo zal bij een protestants op stootje in de ten laste legging worden gesproken van „wan ordelijke gedrag", terwijl hun katholieke tegenvoeters het al gauw moeten doen met „pro vocatie tot opstand". De acties van de „Association" richtten zich aanvankelijk op het bewerken van rechtsge leerden en advocaten. Later echter kregen de martelingen hij verhoren en de behandelin gen in de interneringskampen de meeste aandacht. Het Inter nationale Rode Kruis en Am nesty International kwamen op verzoek van de „Association" een onderzoek instellen. De rapporten daarvan zijn toege zonden aan de Verenigde Na ties, de paus, en de verschil lende Europese parlementen. De Britse regering stelde als gevolg daarvan de Parker- Brian. Brady kwam nawr Driebergen om te luisteren. ment. „Ik hoop nu maar dat men ook op de andere punten van hun verlanglijst via onder handelingen tot resultaten kan komen". Persoonlijke moed ontbreekt overigens niet bij Brian Brady. Vorig j aar april ondertekende hij met 26 andere priesters een open brief aan de massamedia waarin een boycot van de volkstellingen werd aangekon digd. Niet zoals in Nederland, wegens de aand van die teling zelf, maar gewoon om een te ken van „burgeriijke onge hoorzaamheid" te geven. De ondertekenaars werden allen ■eroordeeld tot boetes, maar niemand betaalde. De Noord ierse justitie staat echter toe dat men voor een ander de boete b taalt. „Wie die boete voldaan heeft weet ik niet", aldus Brady, „maar ze hebben geen priester in de gevangenis durven stoppen". Deze door veel publioitedt ge volgde actie was een van de resultaten van de „Association for Legal Justice", een groep verontrusten die zich inspant voor „wettelijke rechtspraak". De ondervinding heeft geleerd dat zowel in het arrestatie-, commissie in, die, aldus Bra dy, goed werk heeft kunnen verrichten. Hoe moeilijk het overigens is om in het achtergebleven Ier land met Europese begrippen te werken toont tenslotte nog een laatste ervaring van Bnady aan. Hij had zitting genomen in een „Oeoumendsche werk groep voor industrialisatie- problemen" die tot een chris telijke visie op de mens en zijn techniek zou moeten ko men. Brady wilde echter wel wat concreter zijn. Hij wist bijvoorbeeld dat op een be paalde werf slechts 4 procent katholieken werken terwijl het bevolkingsaandeel dertig pro cent was. De werkloosheid on der de katholieken had dus, zacht gezegd, discriminatoire aspecten. „Ik heb het mijn „fellow- christenen" verteld en gevraagd zich daar eens mee te bemoei en", aldus Brian Brady, de han. den naar de lage zoldering van zijn slaapvertrek heffend. „Het had totaal geen zin. Ze keken me glazig aan". Brian Brady heeft, alle christelijke naasten liefde ten spijt, de werkgroep toen maar verlaten. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Na DS'70 gaat nu ook de Partij van de Arbeid proberen geld in te zamelen, voor het geval er ver vroegde verkiezingen moeten worden gehouden. Het par tijbestuur is van plan alle PvdA-bestuurders met een sala ris van meer dan 30.000 gulden een extra-bijdrage te vra gen voor een speciaal fonds1. Hoewel dat fonds in eerste instantie bedoeld is om bijzon dere afctiviteiten van de partij te financieren, laat het partij bestuur de mogelijkheid open dat een deel van het geld in het vesrkiezingsfonds zal wor; den gestort. De partij wil van alle PvdA-Kamerleden burge meesters, wethouders, commis sarissen van de koningin en hoge ambtenaren op z'n minst vijf procent van hun jaarsala ris hebben. Het is de bedoe ling, dat die- goedbetaalde be stuurders elk jaar vijf procent van hun inkomen in de partij kas zullen stoppen. Uit reali ties van Kamerleden kan wor den afgeleid, dat daar veel animo bestaat voor het plan van het partijbestuur. Het ziet (ADVERTENTIE) Want waarom zoeken naar wat u vlakbij kunt vinden? U stapt eenvoudig even bij een Raiffeisenbank of Boerenleenbank binnen. Er zijn 3000 vestigingen. Dus overal gemakkelijk dicht bij u in de buurt. Om te kiezen uit wel 8 verschillende spaarvormen, met elk een aantrekkelijke rente. Zodat u kunt sparen op de manier die het beste bij uw bedoelingen en mogelijkheden past. Een deskundige adviseur helpt u graag bepalen welke spaarvorm juist voor u het' meest geschikt is. Bij de Raiffeisenbank en Boerenleenbank, de bank waar de helft van alle Nederlanders al bij spaart. de bank voor iedereen 13000 vestigingen er dan ook naar uit, dat het partijbestuur van die kant de minste weerstand tegen het plan kan verwachten. Wat de andere bestuurders betreft moet worden aangeno men, dat het animo niet be paald groot zal zijn. Uit enke le reakties bleek duidelijk, dat men er vooralsnog maar wei nig voor voelt de partijkas te spekken met een deel van het eigen inkomen. Bovendien, zo voert men aan, betalen deze goedbetaalde bestuurders toch al veel contributie aan de par tij. Het is, zo deelde een woordvoerder van de PvdA ons mee, niet de bedoeling, dat ook bestuurders van klei nere gemeenten, die minder dan 30.000 gulden verdienen, zullen worden aangesproken. Overigens hoopt men wel, dat deze burgemeesters en wethou ders uit zich zelf iets extra's voor de partij zullen over heb ben. ROTTERDAM (ANP) De Rotterdamse bankier mr. P. Slavenburg heeft een scherpe aanval gedaan op de vakbon den. Hij verwijt de werk nemersorganisaties de lonen en arbeidsvoorwaarden de laatste jaren zo te hebben opgevij zeld, dat Nederland gevaar- loopt uit de markt te worden geprijsd. „Ik hfeb daar geen bewondering voor", zei de 72- jarige bankier vrijdagmiddag tijdens de algemene aandeel houdersvergadering van Sla- venburgse Bank in Rotter dam. De heer Slavenburg bena drukte evenwel, dat hij geen vermindering van de arbeids voorwaarden bepleitte. Zijn kritiek was gericht tegen de loonsverhogingen die de werk nemers gedeeltelijk zelf moe ten betalen. Hij neemt het de werknemersorganisaties erg kwalijk dat zij de loonstijgin gen doordrijven om gezichts verlies tegenover hun leden te voorkomen. De bankier voorziet dat Ne derland een moeilijke tijd te gemoet gaat. „Er komen nog veel meer ontslagen. Neder land is te duur geworden, er komen geen opdrachten meer", aldus de heer Slavenburg, die het betreurt dat ons land niet langer het goedkoopte eiland van weleer is. Volgens mr. Slavenburg zul len de banken geen weerslag ondervinden van de teruglo pende economie, hij is van mening, dat de bemoeienissen van de banken toenemen, ter wijl het bankbedrijf in volu me blijft groeien. EEN KEREL als een boom. Het enige dat opvalt, is de wat trage manier waarop hij zich beweegt. Als je hem vraagt, waarom hij zo voorzichtig opstaat en zo bedachtzaam loopt, kijkt hij even fel. Vertelt dan dat hij sinds jaren in een harnas zit. „Anders kan ik me nauwelijks verroe ren". Z'n vrouw schenkt thee. De huiskamer is gezellig ingericht. Twee van de drie (grote) kinderen zitten op de bank. Luisteren aan dachtig. Zeggen niets. Ze kennen het verhaal kenne lijk al lang. Hij is 48 jaar. Was zelf standig ondernemer in het bouwbedrijf. Verdiende, met hard werken, zo'n f 30.000 per jaar. „Goed geld, maar ik sjouwde er voor van vroeg tot laat op de steigers. Zo'n jaar of tien geleden kreeg ik pijn in m'n rug. Nou, ik dacht dat gaat wel over. Kou, of zo iets. Niks hoor. Het werd erger. Ik werd ook snel moe. Het voetballen viel me niet meer mee. Nou, ik hen geen kleinzerige jon gen en toen ik eindelijk besloot er maar eens naar te laten kijken, waren er al maanden overheen ge gaan". De specialist vertelde- hem, na een gedegen on derzoek, dat hij er maar op moest rekenen dat hij nooit meer in zijn vak zou kun nen werken. „Man, ik heb hem midden in z'n gezicht daverend uitgelachen. Die vent was knots, meende ik. Hij bleef er erg kalm onder en zei me precies wat ik had. Slijtage in de rugwer vels". Hij heeft inderdaad nooit meer op de steigers gestaan. En van het moment af dat hij invalide werd, eerst ge deeltelijk, heeft hij gevoch ten. „Eerst voor mezelf, voor m'n gezin. Ik heb, toen ik nog gezond was, nooit geweten, hoeveel on recht en onverschilligheid er bestaat ten aanzien van invalide mensen. En dat is er, zo meen ik, niet beter op geworden voor de men sen die voor 1 juli 1967 toen trad de Wet Arbeids ongeschiktheid in werking al invalide waren. Zij vormen de grote groep van de zogenaamde oud-invali den". Zijn inkomen viel terug van rond de f 30.000 per jaar tot f 3900. „Zo maar, ineens. Nou ik heb een heel grote mond en hen die met een maar gaan roeren. Het hielp helemaal niks. Al met al, en zet u dat maar rustig in de krant, ben ik 5 jaar lang in de maling genomen door ambtenaren en vak- bondshufters. Ik hen gaan begrijpen dat ik mezelf moest helpen, zelf m'n weg moest zoeken. Ik ben me gaan verdiepen in het vraagstuk van de invalidi teit en in de rechten die invaliden hebben. Ik heb geleerd allerlei ingewikkel de amtelijke taal in brieven te begrijpen. Maar dat is een ontwikkeling van jaren geweest". Hij zegt dat z'n vak bondsbestuurders hem op den duur bar lastig vonden. „Omdat ik gewoon opkwam voor wat mij rechtens toe kwam en wat ambtenaren mij niet wilde toekennen. Ik heb toen, maar ik was al 5 jaar uitgeschakeld, aller lei statistische gegevens over de inkomens van bouwvakkers verzameld en die in een brief op poten aan de toenmalige minister, Roolvink, gestuurd. Ik heb hem er ook bijgeschreven dat zijn ambtenaren kenne lijk op het standpunt ston den dat invaliden wel kon den barsten". Hij lacht als hij het ver telt. „Nou na een paar we ken gaat de telefoon. Een hoge knaap van dat minis terie. Helemaal ontdaan. Hoe ik er bij kwam om de minister zo'n brief te stu ren. Omdat er geen onwaar woord in staat, antwoordde ik. Nou er is nog wel heen en weer gepraat. Van mijn kant meer geschreeuwd, en toen moest die knaap me vertellen dat de minister had beslist dat ik gelijk had en dat ik met terug werkende kracht de uitke ring zou „krijgen" waarop ik recht meende te hebben. U „krijgt" f 4762 per jaar, zei me die vent. Ik werd hels. Hij loopt nog rood aan, na zoveel jaren, als hij dit vertelt. „Ik heb hem toen in niet mis te verstane woorden gezegd dat ik niks „kreeg", maar dat mij nu eindelijk recht werd ge daan en dat die Haagse he ren al die jaren met hun pet naar de zaak hadden gegooid. Jij krijgt je sala ris, want je doet er kenne lijk niks voor. Maar ik krijg niks, ik heb nu einde lijk de invalide-uitkering waarop ik gewoon recht heb. Toen heb ik de tele foon op de haak ge gooid". Z'n vrouw valt, voor het eerst in. „M'n man heeft toen wel aan minister Rool vink een brief gestuurd om hem te bedanken". Hij grinnikt: „Ja, en ik heb er ook bijgeschreven dat ik zou blijven vechten, omdat ik vond dat er nog veel te veel de mentaliteit heerste van de bedeling. „Jij bent invalide en dus heb je maar genoegen te nemen met wat wij je geven". Hij is blijven vechten. In de Algemene Nederlandse Invaliden Bond. Hij is nu voor vele invaliden een vraagbaak. Wijst ze de weg in de ambtelijke doolhof en de vaak voor deze mensen onbegrijpelijke voorschrif ten, die plaatselijk ook nog anders worden geïnterpre teerd. Hij pakt, met zicht bare voldoening, een map vol papieren. „Kijk, allemaal zaken voor leden en niet-leden van onze bond die wij hier behandeld hebben en die meestal goed zijn opge lost". Hij gaat, langzaam, staan. „Weet u, de meeste mensen zijn veel te netjes. Dat geldt ook voor invaliden. Hij merkt nuchter op wel te kunnen begrijpen dat juist ten aanzien van die invaliden die zichtbaar niets mankeren, hier en daar nogal wat wantrouwen bestaat. „Er zijn natuurlijk mensen die pogen op kos ten van de gemeenschap te leven. Maar aan de andere kant word je in ons land niet zomaar gedeeltelijk of geheel invalide verklaard. Er wordt streng gekeurd en moet verschillende schijven passeren. Het zal echt niet veel voorkomen dat simu lanten door de mazen van het net komen". Er is één ding dat hij wil onderstrepen. „Ik ken heel wat gevallen van mensen die kerngezond hun huis uitgingen en die er, soms na maanden in ziekenhui zen te hebben gelegen, als volledig invaliden weer te rugkwamen. Laten alle mensen toch goed begrijpen dat ze in een minuutje in valide kunnen worden, he lemaal niet meer in staat om hun werk te doen. Door een auto-ongeluk, bijvoor beeld. Of door een ernstig bedrijfsongeval. Ik ken door mijn werk in de ANIB heel veel van die mensen. Over elke invalide is een ander verhaal te vertellen. Maar één ding hebben ze, meen ik, wel gemeen. Hun invaliditeit heeft ze gete kend, heeft ze kwetsbaar gemaakt, heeft ze in de sa menleving een uitzonde ringspositie gegeven. Veelal zonder dat ze er iets aan konden doen. Ze hebben recht op begrip en in ieder geval op een rechtvaardige en juiste toepassing van al le regels die die samenle ving voor hen heeft ge maakt, ook de financië le". JACQUES LEVIJ (De vorige afleveringen in deze serie stonden in de kranten van zaterdag 1 april en donderdag 6 april). Een groot aantal dagbladen heeft hun hoofdredaktioneel commentaar gewijd aan de ontslagengolf bij de Enka. De Volkskrant stelt de vraag in hoeverre deze ont wikkeling te voorzien is ge weest en of het de topleiding van het concert niet ontbroken heeft aan een verantwoorde planning van de produktieca- paciteit. Ze zegt: „Valt, al thans op dit ogenblik, nog niet te beoordelen of de economi sche verantwoordelijke leiders van de Enka slechte planners en marktverkenners zijn ge weest, vast staat wel, dat in de dagen waarin de harde maatregelen werden voorbe reid, hun sociaal beleid veel te wensen heeft overgela ten". En gaat verder„Of schoon deze gedane zaken geen keer meer zullen nemen, is het terwille van de preven tie nodig de vraag te stellen, of - in een veel vroeger stadi- Biesheuven een op zichzelf ver met de vakbonden en de on dernemingsraden had moeten en kunnen overleggen over sa neringsmaatregelen binnen het concern, over nieuwe organisa tievormen, sluiting van onren dabele bedrijven, maatregelen ter verhoging van de efficien cy, schaalvergroting door sa menvoeging van bedrijven, verlaging van investeringen, en - bijvoorbeeld - de ontwik keling van nieuwe produkten en specialiteiten. Het Algemeen Dagblad gaat meer in op de procedurekwes tie, die het leed onnodig ver ergerd zou hebben. De vak bonden kregen een zwijgplicht opgelegd, die ze echter gewei gerd hebben. „Het staat vast, dat de directie van de Akzo de Wet op de ondernemingsrad den correct heeft uitgevoerd. Althans naar de letter. Maar ook naar de geest van da wet?" De voornaamste oorzaak is, volgens De Telegraaf, de hui dige overproduktie,: het aan bod van produkten overtreft de vraag. Deze krant noemt ook de inflatie, waardoor het aanbod is vergroot. „Nog slechts kort geleden kondigde minister-president mr. B.W« Biesheuvel een op zchzelf ver heugende daling van de werk loosheidscijfer aan. Al heel spoedig blijkt dat deze waai"- schijnlij'k in hoofdzaak doo* seizoensimivloeden veroorzaakte daling niemand iin slaap ma^ wiegen. Volgens Het Parool lijkt het niet juist alleen van menselijk falen te spreken. Het zou be ter zijn geweest als de vakbe weging in een eerder stadium» bij de problemen was betrok ken. Maar het valt te betwij> felen of dit veel zou hebben geholpen: „De kern van da zaak is gelegen in een produk* tiestriktuur die machtige, in ternationaal opererende gigan ten de mogelijkheid laat el kaar op leven en dood te be strijden, zonder dat daar het gewicht van een met internati onaal gezag beklede, plannen de en coördinerende beleidsirw stantie tegenover staat. Zo be schouwd is het bederf van de kunstvezelmarkt, althans voor zover het West-Europa betreft, niet in de laatste plaats het gevolg van een falend, om niet te zeggen afwezig industriebe leid in EEG-verband. In De Tijd worden citaten aangehaald uit de jaarversla gen '69 en '70 van Akzo. In het verslag over '69 staat on der meer: „Wij streven ernaar met deze capaciteitsuitbreidin gen onze belangrijke, positie op de wereldmarkt te verster ken. Daarbij realiseren wij ons, dat zich perioden kunnen voordoen, waarin het wereld aanbod de vraag tijdelijk overtreft. In '70 wordt in het jaarverslag gepleit voor algemene marktinformatie en „co-producer-basis", waardoor de produktiecapaciteit in de hand zou kunnen worden ge houden. Na citaten daarom trent constateert De Tijd, dat van die ideeën van Akzo, „ge zien de massale ontslagen, tot nu toe bitter weinig is terecht gekomen". En dit blad besluit: „De vraag dringt of het met name in het kader van de vergrote EEG, wanneer Enge land als belangrijke kunstve zelproducent in de markt komt, ter voorkoming van nieuwe débacles in deze in dustrie, niet dringend nodig is, dat er alsnog beter overleg komt". NRC-Handelsblad houdt een uitvoerig pleidooi voor het in ieder geval „op een kier zet ten van de deuren der direc tiekamers". „De chemische ve zelindustrie is door allerlei oorzaken "(die even nader wor den gestipuleerd) een totaal verziekte bedrijfstak gewor den", zegt dit blad, dat dan „een klassiek patroon" aan haalt: „In de beslotenheid van de directiekamer is al geruime tijd gedokterd aan een pakket maatregelen om aan bepaalde moeilijkheden het hoofd te bieden. Die maatregelen lek ken uit". Dan wordt gesteld, dat het eind van het lied is, dat alle partijen boos op el kaar zijn: directie, vakbonden, ondernemingsraden en perso neel. Het hoofdartikel besluit: „Waarom zouden directies van met moeilijkheden kampende bedrijven ook niet, voor zover ce concurrentiesituatie dit toe laat, voor die moeilijkheden uit kunnen komen in een zo vroeg stadium dat alle betrok kenen de kans krijgen mee te denken over de maatregelen die nodig zijn om de moeilijlf- heden weer te boven te ko-

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 23