ambtenaar is ook in dienst van de bevolking procestechnicus een technische duizendpoot l.e.a.o. en l.d.s. werken aan de toekomst 1972 toeval lig contact' inspraak herkenbaar behoorlijk gevarieerd gevaarlijk „Een ambtenaar is een bemiddelaar, een vertaler, een denkertje. Hij moet ook creatief zijn. Als ambtenaar ben je niet alleen „dienaar" van het bestuur; je bent evenzeer in dienst van de bevolking. Je moet gedachten van de belanghebbenden naar beste vermogen doorgeven. Wat ik voorstel, moet het resultaat zijn van overleg tussen de betrokkenen. Ik zit als het ware in een spanningsveld tussen de politicus en de bevolking, tussen het particulier initiatief en de overheid". Drs. J. Konijnenberg is ambtenaar. Sinds augustus werkt hij als sous-chef op de Griffie in het provinciehuis in Arnhem. Hij startte zijn ambtelijke carrière bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM). Hij beantwoordt niet aan het beeld dat veel mensen van een ambtenaar hebben. „Zo'n stoffig onkreukbaar mannetje, dat een hoog salaris krijgt voijr het schrijven van „onbenullige rapportjes". „Ik kan niet alleen schriftelijk werken. Ik moet met mensen kunnen praten. Maar het type ambtenaar, dat u beschrijft, bestaat nog wel. Ik heb respect voor die mensen. Ze werken geweldig regelmatig en plichtsgetrouw. Maar „onbenullige rapportjes" schrijven doen ze niet. Mijn vader was ook ambtenaar. Misschien dat ik daarom zoveel begrip voor hen kan opbrengen. Het is ongelooflijk, maar zulke mensen weten alles. Van zaken, die zich jaren geleden afspeelden, herinneren zij zich de kleinste bijzonderheden". Waarom wordt iemand ambtenaar? „Waarom? Daar kan ik geen antwoord op geven. Er zijn zoveel verschillende ambtenaren. Een inspecteur, die stad en land afreist om ziekenhuizen of bejaardentehuizen te inspecteren is een ambtenaar. Een ingenieur, die in dienst van het Rijk bruggen bouwt of wegen aanlegt is een ambtenaar. En de man, die achter het loket zit om paspoorten te verstrekken is ook een ambtenaar. Misschien trekken de grote zekerheid en goede voorzieningen die je als ambtenaar hebt sommige mensen aan". De heer Konijnenberg is het toevallig geworden. Voor hij zijn studie beëindigd- had, was hij getrouwd. Hij had geen jaar tijd om rustig uit te kijken naar de meest acceptabele betrekking. Hij had wel een idee van het soort werk dat hip wilde gaan doen. Het eerstp aanbod kwam van CRM, en dat nam hij aan. Tijdens mijn studie had ik al interesse voor de Rechterlijke Macht en de Kinderbescherming. Voor het welzijnswerk. Ik heb vijf jaar bij CRM gewerkt. Die willekeurige baan is een bewuste keuze geworden; ik wil ambtenaar blijven. „Op CRM had ik veel meer rechtstreeks contact met de mensen, voor wie ik werkte dan hier. Daar is wel een verklaring voor. CRM heeft niet zo'n lange historie als de Provincie. Het wortelt nog niet in tradities. Dat contact mis ik wel een beetje. Ik wil niet de indruk wekken dat ik spijt heb van mijn verandering. Dat is niet zo. Ik mag dan wel vaak terugkomen op de tijd dat ik bij CRM werkte, maar daar lag mijn leerschool, ziet u. Dat blijft belangrijk voor je". „Ik moet per maand zo'n 50 tijdschriften doornemen. Je leest je wezenloos. Maar je moet het wel doen om bij te blijven. Als je ziet hoe snel de openbare mening zich wijzigt, b.v. ten aanzien van de opvang van jongeren, de abortusvraag. Dat moet je wel weten om bij te blijven. Je vraagt je wel eens af of er nog iemand is die volledig zicht op deze zaken heeft". Aan de indiening van een statenvoorstel gaat een reeks besprekingen vooraf. Een enkele keer komen er wel eens mensen, die het niet eens zijn met het gevoerde beleid. Maar omdat de ambtenaar in de anonimiteit blijft zijn dit uitzonderingen. „Laatst kwam hier.een aantal mensen binnen, die wilden praten over de bomen langs de weg Arnhem - Nijmegen. Ik dacht eerst werkelijk dat het een studentengrap was. Toen ik zag dat ze het meenden, heb ik alle stukken erbij gehaald. Wij zijn om de tafel gaan zitten en hebbeh de hele zaak doorgepraat. Ze zijn tevreden weggegaan. Ik wilde dat het vaker gebeurde. Ik ben voor openheid. Iedereen zou hier naar binnen moeten stappen en om uitleg vragen. Ik geloof niet dat iedereen er zo over denkt. Het valt mij op dat zoveel jonge mensen nog zo traditioneel denken. Ik ben voor het principe: „De kaarten op tafel". Iedereen mag alles inzien wat wij hebben". Is het nog inspraak, als de bevolking alleen mag oordelen over kant en klare voorstellen? „Inspraak en Openbaarheid zijn moeilijke zaken. Er is geen recept voor Maar een voorstel dat in de r" commissievergadering komt, kan door goede argumenten van de tegenstanders belangrijk gewijzigd worden. Ik vind wel dat er grenzen zijn. Inspraak mag nooit betekenen dat een regering niet langer regeert. Een democratisch gekozen club kiest uit een aantal voorstellen het voor haar enige juiste. Zo is het regeringssysteem. En ik geloof dat het goed is". Vindt u dat het werk van een I ambtenaar als zodanig herkenbaar moet zijn? „Als je zegt, de naam van de ambtenaar die een stuk werk levert moet bekend worden, omdat deze zo graag resultaat van zijn werk zou zien, dan hoeft het voor mij niet. Je bent middel, geen doel. Ik zie niet op tegen de verantwoordelijkheid, die openheid met zich mee brengt. Ik werk naar beste vermogen, maar kan het toch nooit iedereen naar de zin maken. Openheid mag echter nooit zover gaan, dat de bevoegde personen geen beslissing meer kunnen nemen". Ziet u directe resultaten van uw werk? „Dat is een probleem, want dat zie je vaak niet. Het „es ist erreichf'-gevoel dat een timmerman heeft als hij een stoel gemaakt heeft, of een leraar die zijn leerlingen ziet slagen voor een examen, heb je als ambtenaar niet. Maar ik heb een tegengif gevonden. Hoewel ik er vroeger nooit goed in geweest ben, heb ik mij geweldig toegelegd op de houtbewerking. Dan heb je echt het gevoel dat je iets produceert". Laat uw werk u voldoende ruimte om uw ideeën te verwezenlijken? „Je kunt alleen proberen je eigen ideeën present te stellen. Ik houd ook niet zo van dat doordouwerige. Weet u wat het is met idealen? Eerst komt er een tijd van padvinders-idealen. Alleen het hoogste en het beste is goed. Dan kom je in de periode dat je dat alles onzin vindt. Maar langzamerhand ga je vanuit een bepaalde gedachtengang zoeken naar een compromis. Dan komt de tijd dat je gelukkig kunt zijn met een compromis. Je kunt je ambtenaar-zijn niet losdenken van je mens-zijn. Je mag dan een klein radertje in een heel grote machine zijn; zonder dat radertje loopt de machine minder goed. Toch geloof ik wel dat mijn overtuiging in veel gevallen tot zijn recht komt". Bent u een nieuw type ambtenaar? „Een nieuw type? De tijden veranderen; de mensen veranderen. De taken die de overheid worden toebedeeld vragen een nieuw soort ambtenaar. De veranderde houding ten opzichte van het gezag vereist een heel andere instelling. Er is ook meer communicatie tussen overheid en bevolking. Dat stelt eisen aan de ambtenaar. Hij moet bij de mensen komen met kennis van zaken, niet vooringenomen". door jeanne roefs De administratieve sector omvat het verzamelen, vastleggen, verwerken, bewaren en transporteren van gegevens en het verstrekken van Informatie. Het aantal computers dat wordt gebruikt voor de administratie neemt snel toe. Men heeft berekend dat men tussen 1968 en 1975 met een tekort van 30.000 specialisten op dit gebied te kampen zal hebben. Het l.e.a.o. lager economisch en administratief onderwijs) is een door da Mammoet gebracht nieuw schooltype. Vroeger kon men op de vglo-scholen allerlei diploma's halen, waarmee men in winkels en bedrijven welkom was. Dat onderdeel van de verdwenen v.g.l.o. is uitgegroeid tot een zelfstandige tak van onderwijshet l.e.a.o. Het l.e.a.o. is opgezet als een 3-jarige school, maar momenteel Is 42 procent van de leerlingen met 4 laar m.a.v.o. Nu het l.e.a.o. snel op weg Is om over de gehele linie 4-jarlg te worden, lukt die aansluiting wellicht beter. Ook de l.d.s. (s= lagere detailhandelsschool) la een vrij nieuw schooltype. Deze school Is bedoeld voor kinderen die later zelfstandige ondernemers In het midden- en kleinbedrijf willen worden. De helft van de kinderen die naar de l.d.s. gaan, hebben de handelsgeest ook met de paplepel Ingegoten gekregen, want zij komen uit gezinnen met een eigen bedrllf. De l.d.s. Is een 4-larlge school. In de twee hoogste klassen lopen de leerlingen al stage bil bedrijven. Er Is wel een m.d.s., een h.d.s. bestaat evenwel niet. De middelbare detailhandelsschool Is een 3-jarlge school waar men ondernemers voor de wat grotere zaken en het kader voor de supermarkets opleidt. JA. leao-scholen al 4-jarig. Zoals dat In de Mammoet gebruikelijk is, bestaan er ook middelbare en hogere vormen van economisch en administratief onderwijs: het m.e.a.o. en het h.e.a.o. Tegen de principes van de Mammoetwet in, is de stap van l.e.a.o. naar m.e.a.o. evenwel zeer moeilijk. Voor het h.e.a.o. is zelfs gebleken dat h.a.vo. als vooropleiding nog aan de zuinige kant is. Nu vlotte de doorstroming van /.e.a.o. naar m.e.a.o. vooral ook niet, omdat leerlingen met 3 -jaar l.e.a.o. zich daar moesten meten met De procestechniek is een vrij jonge techniek met een veelbelovende toekomst. In principe is de procestechnicus belast met het begeleiden en controleren van chemische produktieprocessen. Als zodanig is een inzicht vereist in het hoe en wat van de processen zelf, als wel de machines en instrumenten, die nodig zijn om deze produktieprocessen te controleren en „zonodig" te corrigeren. „Een soort technische duizendpoot op middelbaar beroepsniveau", concludeert leraar W. Vroomen van de Roermondse m.t.s., één van de schaarse instituten in den lande, die een afdeling Procestechniek hebben. Aan de opleiding komt een behoorlijke dosis natuur- en scheikunde te pas, maar ook meet- en regeltechnieken, natuurkunde en veel wiskunde. Bepaald niet een van de makkelijkste opleidingen. Niettemin is het een opleiding die de moeite waard is. De salarissen liggen in de procesindustrie op behoorlijk niveau. Een nadeel is wel, volgens de heer Vroomen, dat in de procesindustrie doorgaans in continudiensten gewerkt wordt. Een behoorlijk percentage van zijn oud-leerlingen blijkt echter in het laboratoriumwerk bezig te zijn, tegen een aanvangssalaris van rond de vijftien mille. Zouden zij in continutienst zijn gaan werken, dan zouden ze ongeveer twintigduizend gulden bruto per jaar krijgen. Een behoorlijke beloning dus. Een niet onbelangrijk gedeelte van de afgestudeerde m.t.s.-ers Proces-techniek studeert verder, meestal aan een h.t.s. De werkmogelijkheden van een procestechnicus zijn zeer gevarieerd. Brouwerijen, melkfabrieken, de petrochemie, chemische bedrijven, overal kan men procestechnici gebruiken. Ook de werkzaamheden binnen het bedrijf zijn velerlei. Men komt procestechnici tegen als productiecontroleurs, als afdelingschefs en zelfs als bedrijfsleiders. Twee jonge procestechnici Leon Riekwel en Harry Niens, 22 en 23 jaar oud, zijn met hun m.t.s.-diploma Procestechniek terecht gekomen op de proeffabriek van Natronchemie N.V. bij Roermond. Zij wilden wel wat over hun vak vertellen. Leon Riekwel: „Misschien zijn wij wel bijzonder gunstig terecht gekomen, maar dat is dan toch weer vanwege onze opleiding. We wilden geen van beiden continudienst draaien en zodoende was het niet zo makkelijk om aan werk te komen. Ook al omdat weinig procestechnici gevraagd worden. Het vak is nog zo jong. Je moet jezelf gewoon aanbieden bij een bedrijf, dan willen ze doorgaans wel. Wij hebben hier voldoende gelegenheid tot zelfontplooiing en initiatief. Iets waar men in de continudienst niet zo makkelijk aan toe komt". Harry Niens moet lachen om de suggestie dat men in een chemisch bedrijf in een gevaarlijke omgeving werkt. „Onbekend maakt onbemind. Hier op het bedrijf is al in 450 dagen geen ongeluk meer voorgekomen. Zelfs geen klein ongevalletje. De veiligheidsmaatregelen zijn zeer stringent en iedereen kent de aard van de stoffen. Dat scheelt ook een hoop", aldus Harry Niens. Beiden hebben het voortreffelijk naar hun zin, nu ze eenmaal in het vak ingewerkt zijn al hebben ze wel eens aan him keuze getwijfeld. „Maar", zegt Harry Niens, „wie doet dat niet eens door w. van beerendonk De technische sector valt allereerst uiteen in onderzoek en produktie. De verscheidenheid van de research Is zeer groot. De procesindustrie waarbij de aard van de stoffen waarmee gewerkt wordt, verandert bevat in Nederland ongeveer de helft van de totale industriële omzet. De andere helft van de industriële omzet Is in handen van die bedrijven die de natuurlijke stoffen gebruiken, maar de aard van de atoffen niet veranderen. r* M V

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 19