Terugkeer naar het land van de goden
dal
Bezoek
aan
een
sterf-
school
van
Hippies gezonder
dan Damgenoten
DE WEG NAAR KATHMANDOE
ADIEU KATHMANDOE
binnenland
buitenland
Roddel
Ranzig
Onbeschrijflijk
Uitzoeken
Vlammen
KATHMANDOE EEN FEEST
Reïncarnatie
Voorbij
Voor de tweede keer zijn
wij de weg naar Kathmandoe
op gegaan en tussen beide ke
ren liggen achttien jaren. Des
tijds, in de stralende mei van
1952, komende van Patna in
een van de eerste vliegtuigen
die het eeuwenlang nagenoeg
onbereikbaar Nepal met India
verbonden. Het vliegveld was
gereed gekomen en het was in
een wat vermoeide DC-3 een
memorabeleresis tussen kolos
sale moesson-cumulwolken en
de tocht van de "luchthaven"
(waar douane en politie achter
zeepkisten in een wat geha
vende militaire tent opereer
den) naar de stad had per
houten karretje plaats, dat ge-
trokken werd door een van
die vlijtige kleine Nepalse
paardjes en wij waren ver
rukt over het lange grijze gras
dat op de daken van de huizen
in de Himalayawind wuifde.
Deze keer was een zondag
morgen en wij kwamen per
Fokker 'Friendship' vanuit Be
nares (letterlijk) met koude
erwten in papier .die van tan
denstokers vergezeld waren,
die als vork dienst deden.
Maar de luchthaven is gemo
derniseerd en er komen zelfs
straalvliegtuigen van de Tabi
Airways uit Bangkok. Maar
tussen het landen en opstijgen
trekken nog altijd drommen
Napalesen, Newaris en soms
Tibetanen met kinderen en
kippen en honden en klein
vee over de banen en als een
vliegtuig nadert moeten ze
door een sirene gewaarschuwd
worden, hetgeen nauwelijks
enig effect oplevert.
Br is een stationsgebouw en
de politie en de douane zijn in
uniform en streng maar vrien
delijk; op de daken wuift nog
altijd hbt hoge gras in de Hi
malayawind en deze zondag
straalden de sneeuwbédekte
toppen van de Manasloe, de
Kachenjoenga, de Anapoerna',
de Gosainthan en de legenda
rische Chomoloengma (die wij
Mount Everest noemen) met
zijn eeuwige uitwaaiende
stratusbaard in de middagzon.
Van ver boven India kort na
ihet opstijgen uit Benares
hadden wij ze gezien: impo
sante en kolossaal, een wereld
van andere dimensies, die het
land der goden is.
Wij hebben, even-Is des
tijds, de makkelijke weg ge
nomen. Dp andere (het enige
alternatief) is de weg "over
land" die de Indiërs gefinan
cierd en gebouwd hebben, en
die met name in de moesson
eigenlijk alleen maar per jeep
of landrover berijdbaar is.
Destijds (bij ons eerste be
zoek) was de luchtweg net geo
pend en het enige alternatief
bbstond toen uit het honder
den kilometer lange voetpad,
dat door de rimboe, de rijst-
paddi's en de bergen slinger
den en men deed er, naarge
lang het jaargetijde en het
persoonlijk uithoudingsvermo
gen weken of maanden over.
De welgesteldb iieizigers lieten
zich per "diandi" vervoeren;
dat was een soort feodale
draagstoel, die door acht koe-
li's getorst werd. De dandi's
bestaan nog altijd, maar ze
zijn betrekkelijk schaars ge
worden.
ip «1—1 !J> Tf-«
In Kathmandoe in <tb "Yak
and Yeti" bar van „Boris"
wordt veel over de Chinese
weg geroddeld. Men mag er
geen foto's nemen en de Nepa-
lezen ontladen elke vreemde
ling een kijkjb aan de grens
van Mao te gaan nemen. Ove
rigens verzochten deze wat na
ïeve Napelezen de Chinese
"waterstaat" destijds de ruim
60 bruggen "ruim" te bereke
nen" opdat vrachtwagens van
15 tot 20 ton van de weg
gebruik maken konden. De
mysterieuze Chinese inge-
nifeurs glimlachten mysterieus,
zoals het hoort, en gaven te
verstaan dart men zich wat dat
betreft in Kathmandoe gener
lei zorgen behoefde te maken.
Toen alles klaar was, herbere
kenden enkele "toevallige op
doorreis zijnde" Amerikaanse
technici de draagkracht van de
Chinese bruggen. Die bleek
ver over de honderd ton te
liggen en de boze tongen,
waarvan Kathmandoe, Patan,
Kirtïpoer en Bhadgaon ruim
voorzien zijn, verklaarden dat
dit het bewijs ervan was dat
de Chinezen allergisch zijn
tegen lost met hun zwaar ver
voer,, bijvoorbeeld dat van
tanks.
Maar nu wapppren voor het
ultra-moderne Oberoï hotel
drie dozijn vain de meest fan
tasievolle vlaggen die men
zich kan voorstellen in een
straffe wind die uit de Teraï
komt. Met de bouw van dit
nieuwe internationale hotel
(met oorverdovende orkest,
"floor-show", Japans restau
rant voor de talrijke toeristen
uit het rijk van Hiro Hirto en
Philippijns bier), is het oude
Royal Hotel, dat de roemruch
te Boris Lassanovitch (een se
dert tientallen jaren in Kath
mandoe wonende en heersende
wit-Rus, voormalig danser bij
DiaghPlev en de "Vassili" uit
Han Suyin's "The Muntain is
Young") eertijds in een oud
Rana-paleis had ingericht, in
NEPAL
KATHMANDOE Zoals
overbekend is de herfst ner
gens prachtvoller en kleurrij
ker dan in de New-England
States van Amerika en met
name in New-Hampshire, Ver
mont en Massachusetts. Behal
ve in Kashmir en Bhatan, Sik
kim en Nepal, hetgeen naast
al het andere in de Himalya-
staten relatieve bijzaak is.
Wij waren vanuit het dal de
bergen ingereden, op weg naar
de Kali-tempel, waar nog niet
zo lang geleden nog mensenof
fers gebracht zouden zijn en
nu nog weerzinwekkende die
renoffers plaatshebben met
veel bloed en gekrijs en stuip
trekkingen en lillende afge
sneden koppen en bijster kwa
lijke reuk. Maar gezien het
een facet van een religie be
treft die de onze niet is, mo
gen wij dat niet kritiseren en
behoren dat zelfs te bewonde
ren omdat de spiritualiteit der
anderen, zelfs als daar rokend
bloed bij te pas komt, altijd
een trap hoger staat.
Het zij zo, evenals de hon
derden gebedsmolens van de
Swayambanath-tempel, die
door dravende monniken en
monnikjes gaande gehouden
worden en een nogal goedkoop
industrieel geluid maken. Zij
zijn gerangschikt rond een ko
lossaal ei-vormige koepel-met
ogen op een rond plein waar
schurftige honden (en hbbt u
echt weieens schurftige hon
den gezien?) staan te janken
omdat ze niet meer liggen
kunnen, waar vrouwen haar
bovenlijf met boter insmeren
en zich door de hete zon laten
bestralen, waar arrogante en
brutale bn hautaine apen huis
houden en de arme honden
pesten, waar tientallen pel
grims melk en rijst en bloem
bladeren uitgieten over de tal
loze linggams, na wekenlange
tochten door de bergen: TibP-
tanen en Sherpa's en
Bottyas en Goeroegs met mi
nuscule mismaakte of blinde
kindertjes op hun rug.
En tussen de rook van de
vele vuurtjes waarop zij hun
ranzige maaltijd koken en tus
sen de zwerende honden en
parpnde apen door draven de
Boeddhistische monniken met
donkere gezichten, kaalgescho
ren hoofden in bruine Francis-
caner-achtige aandoende pijen
rond de bronzen gebedsmo
lens, waarin de heilige tekst
„Om Mani Padme Hum" gebo
ren is. En de gongs Pn de
bronzen klokken en de zilve
ren bellen luiden en de wim
pels klapperen in de wind uit
de Teraï en de hoge palmen
'wuiven en brutaal-hla/uwe gro
te eksters, die nilkants heten,
staan in de glazen lucht van
Kathmandoe, ver van de ver
raderlijke oranje en gele vlie
gers, die op de nabijheid van
China wijzen.
Dan gaan wij op uitnodiging
van een belangrijk iemand
naar het verkeerslicht van
Kathmandoe kijken, dat van
daag in bedrijf is en diat wij
hypocriet en volubiel bewon-
derPn. waarna ons een grote
fles inheemse en geenszins te
versmaden whiskey aangebo
den wordt. De mensen zijn
vriendelijk en goedlachs in
het „Dal des Geluks" en pro
beren u alles (en soms hun
eigen zuster) te verkopen en
de nogal gehavende en elders
al versmade dollair geldt hier
nog als bagerenswaard en er
zijn tal van beproefde metho
des om u bij het wisselen de
indruk te geven een zoet
winstje gemaakt te hpbben,
als u in werkelijkheid aan
zienlijk geplukt, bent
Men brengt ons naar een
soort sterf school, .waar wijze
lama's onderricht geven in de
beste wijze van doodgaan.
„The craft of dying" heet het
op de affiche en het gaat ,wat
verder dan onze vijftiende
ePuwse kortstondige mode- van
„Ars moriendi" en is uiteraard
grotendeels gebaseerd op het
beroemde Tibetaanse doden
boek, de „Bardo Thödol". En
Samdoep vertaalt ons een lang
opschrift: „Zab-chös zhi-kbro
dgongs-pa rang-gröl las bar-
dohi thös grol chenmo chös-
nyid bar-dohi ngo-spröd
bzhugs-so".
En het wil zeggen dat hier
binnen sprake is van de reali
teit in het tussenstadium: de
grote vrijmaking door hpt be
grip in het stadium dat de
verval geraakt. Maar Boris
heerst thans over de 'Yak and
Yetot' waarop wij nader terug
moeten komen.
En achter de bonte vlaggen
ligt de "Vallei .des Geluks",
het onbeschrijflijke hberlijke
dal van Kathmandoe, waar wij
die oude magie teruggevonden
hebben, die allerminst imagi
nair is en waaraan dirt wijde
en onvergetelijke dal rijn
roem en reputatie dankt: men
voelt er zich doordrongen van
een tot dan toe nagenoeg onge
kend gevoel van welbehangen
en geluk, physiseh en psy
chisch. Het legendarische mi-
cro-klimaat, de lucht van de
Himalaya, de plantengroei en
de hoogte moeten er iets mee
te maken hebben, en goed
deels het blije karakter, de
levenslust, de schoonheid en
de gratie van rijn bewoners
verklaren.
Vanuit Patoepatioah kwam
het gebeier van bronzen tem-
pelklokken, in de bomen
krijst en kleine aapjes met grote
rode ogen; rozen, amaranthen
en camelias geurden en de
bonte exotische vogels van
Bhadgaon zongen met uitbun
digheid. Een klein meisje van
negen of tien jaar met verbijs
terend vuile neus kwam een
roepie vragen en beloofde ons
als beloning daarvoor aan haar
echtgenoot voor te stellen, die
een boom was, want vele klPi-
ne Newari-medsjes worden in
haar prille jeugd aan een
boom uitgehuwelijkt. Hetgeen
hen geenszins belet spoedig
daarna een (of diverse) na
tuurlijker verbintenissen aan
te gaan.
De Daulaghiri en de gouden
koepel van de Swayamboenath
vingen het laatste licht van de
zon, die nu boven India stond.
En de achttien jaren waren
vervlogen als het stof van het
grote tempelplein van Kirti-
poer als de avondwind op
steekt die zij hier de Ran
goon (de welkome) noemen.
dood volgt, komende van de
diepe doctrine van de emanci
patie van het bewustzijn door
de meditatie over de vreedza
me en geïrriteerde godheden,
den.
Daarnaast hangt een veel
prozaïscher uithangbord: „Ha-
sish en Hemp Plants available
here". En ben eind verder
kunt ge in de befaamde „Yak
and Yeti"-bar roken en schui
ven en snuiven en injecteren
bij een kop fijmje thee, en er is
een soort menukaart, waar
men zijn drugjes kan uitzoe
ken en het is op de allereerste
plaats voor de toeristen, die er
uiteraard „genomen" wor
den.
De enigszins ervaren ama
teur gedraagt zich discreet en
komt veel en veel goedkoper
aan rijn trekken en in de
interessantere gevallen de on
vermijdelijkheid van de vlese
lijke dood, die hier een rela
tieve bijzaak is. Maar twee
keurig gemanierde Engelse
jongelieden, die op indruk
wekkende klassieke rijwie
len helemaal uit Calcutta gb-
komen zijn en daar vele we
ken over gedaan hebben, ver
tellen ons bescheiden dat rij
naar Kathmandoe gekomen
zijn om hier te sterven. Een
fietstocht met definitievb be
stemming, om het wat Westers
te zeggen. Maar rij zijn te
leurgesteld dat rij van Kath
mandoe uit de top van de
Everest niet kunnen zien en
gistermorgen waren rij bitter
ontgoocheld omdat heel het
Shangri-la-dal in ebn nagenoeg
authentieke Londense mist ge
huld was. Wij hebben hen be
loofd hen in de late middag,
op weg naar een oude en wat
verontrustende kennis in de
buurt van Pashupatinath, mee
te nemen om de Everest te
zien en wij zullen elkandbr
hier op de hoek van het tem
pelpaleis van de aapgod, Ha-
noeman Dhoka ontmoeten.
Maar de jongste van de twee,
die met een meisjesachtig
zacht gericht, moet nog even
Kiplinig citeren,, Still the
world is wondrous largb, se
ven seas from marge tot mar
ge. And it holds vast of vari
ous kinds of man; And the
wildest dreams of Kew are
the facts of Kbatmandu, (men
schreef het toen nog met de
„h" achter de „K"). And the
crimes of Clapham chaste in
Martaban".
Nu dat laatste misschien al
leen maar wegens de rijm.
Maar de rbgel over Khatman-
du kennen wij sedert onze
jongelingsjaren en zijn blij
hem door deze jongeling die
hierheen gekomen is om te
sterven, te horen declameren.
GELUK
Een wild moment denken wij
dat wij hem misschien die ko
lossale Germaanse spreuk
moeten citeren „Sterben ist der
schönste Tod", maar wij be
sluiten het niet te doen. Nietz-
schiaanse verklaringen en u,it-
leg in de vallei van Kathman
doe liggen boven onze oapaci-
teiten.
In Pashupatinath hebben wij
geluk: de gebruikelijke yogi
staat benedbn aan de tempel
trappen op zijn kop, zijn ver
dorde zwarte benen stijf om
hoog. De jongelingen rijn ver
rukt, doch op een Engelse ma
nier. Sharma, onze verontrus
tende kennis, die eigenhandig
Italiaans geleerd heeft om Le-
opardi tb kunnen lezen en
Dan te te kunnen misprijzen,
neemt ons mee naar de „ghat"
waar een lijkverbranding
plaatsheeft. Na die van Bena
res is men wat blasé voor
deze nogal „beschaafde" cre
matie. „Una donna", licht
Sharma toe, „vecohia" mbt een
verachtelijke handbeweging.
De Londense jongens buigen
hun kristal-zuivere hoofden.
Het is schoon dat er nog zo
veel romantiek in de wereld ls
dat men per rijwiel naar
Kathmandoe komt om te ster
ven en geenszins teleurgesteld
De rododendrons bloeien
nog als vlammen. Koningvis
sers scheren over het water
van de gele rivier, ruziema
kende kraaien krassen in de
hoge middaghemel en dan
kunnen wij hun, vanachter
een hogb banyan-boom de top
van de Chomolungma wijzen,
die in de banale wandeling
Mount Everest genoemd
wordt. En dan houden de
blonde doodskandidaten even
hun adem in want als men zo
plotsklaps voor de Himalaya-
keten geplaatst wordt, in de
late namiddag met de koperen
Indische zon erop bn het gi
gantisme en het vijandige en
het onbereikbare en bijna ab
solute voor ogen, krijgt men
een soort klap waar het mid
denrif zit. „Jezus", fluistert de
oudste van de twee, „Jezus".
En de meisjesachtige fluit tus
sen zijn tandbn. Sharma do
ceert: „Ziet ge die uitwaaien
de wolkenbaard aan de lijkant
van de top?" „Well, de Ever
est heeft altijd een wolken-
baart. De wind is daarboven
ijzig en misschien tweehon
derd mijl per uur sterk.
Maar", en dan kebrt hij zich
om en strekt zijn handen uit
over het najaarsbonbe dol,
„hier over onze vallei begint
nu de i tientrinfoeng te waaien.
I tientienfoeng is Chinees en
wil zeggen: 'n zucht in dehem el
van China. Wij zijn dioht bij
China, heren. En de meest
subtiele Chinese herfstwind,
die heel zwak is, heet Sz". En
Sharma buigt, zijn rol is udrt
bn wij trekken met de fietsers
terug naar Kathmandoe. Bij
de „ghat" knijpen zij hun neu
zen dicht, want de reuk van
smeulend mensenvlees is
moeilijk in een Alexandrijn
onder te brengen.
De hoge Toscaans aandoende
populieren staan als uitroaptb
kens in het vlakke dal. De
dartelende oriolen juichen in
de vroege avondhemel. De
vulgaire apen in de brede tak
ken van een banyan-boom
houden even op mbt hun eeu
wig gekrab. Ergens op een
dakterras speelt iemand op
een hoge bamboefluit en de
ijle tonen worden weggedra
gen op de wind, die wellicht
de befaamde Sz is. Fluittonen
als die van het Franse meisje
in Madras, dib „El Condor pa-
sa" onder het Zuiderkruis
speelde. Morgen vliegen wij
naar India. Alsof het belang
rijk ware naar India of naar
Europa te vliegen. De Engelse
jongelingen hebben misschien
gelijk. En gelijk hebben wil
geenszins zeggen haast hbb-
ben. „And the wildes dreams
of Kew are the faots of Khat-
mandu".
Wat heeft een mens nog
meer nodig dan vlammende
rododendrons en blauwe nil
kants in de lucht, en jasmijn-
geurbn en het ingehouden ge
weld van de Himalchuli en de
herfstwind die Sz heet en de
oriolen en „El Condor pasa" in
de glasgroene avond en de le
gendarische pure lucht van het
dal des geluks? De mbns is
onverbeterlijk. Hij vliegt te
rug naar India en naar Europa.
Om diverse „imperatieve re
denen". En omdat hij in de
waan leeft er anderen zeer
nodig over te moeten vertel
len.
Nepal, de bufferstaat tussen India en China,
is een neutraal land en profiteert van deze
neutraliteit. Dit land, met een oppervlakte van
ruim 141.000 km2 (ruim 4,5 keer Nederland)
en een bevolking van ongeveer 9,5 miljoen
inwoners, maar met een middeleeuwse volks
huishouding werd bezocht door onze Parijse
correspondent Jan Drummen. Hier volgt zijn
relaas van zijn weerzien na achttien jaar met
de hoofdstad in het dal van geluk.
KATHMANDOE De aan
gelegenheid van de Chinese
bruggen komt overeen met de
roemruchte tempelfresco's van
Patan en Bhadgaon, die voor
de vreemdelingen een erotisch
delirium zijn. Voor de Nepale-
zen rijn de fresco's uitbeeldin
gen van een aantal aspecten
van het leven en de Chinese
bruggen, waarvan de Wester
ling met enige verontwaardi
ging verklaart dat ze berekend
zijn op „tank-invasies" zijn
dat eveneens.
Niemand is verplicht seksue
le acrobatiek te beoefenen,
maar als het hem of haar
mooht zirmbn, rijn handleidin
gen vlak bij de hand: op de
friezen van de honderden tem
pels. Niemand verplicht de
Chinezen een weg met brug-
'gen te bouwen en daar laiter
«net tanks over te rijden, als
ze het willen, kan men hen
gben ongelijk geven dart zij
daartoe elementaire veilig
heidsmaatregelen nemen. In
het „Dal des Geluks" heeft
men een perfect aan de om
standigheden aangepaste logi
ca, ten aanzien waarvan de
waarnemers van de grote mo
gendheden in Kathmandoe al
tijd enige achterstand en ver
traging hebben. Zij slaan
welwillend maar zorgvuldig
de logische en mysterieuze ge
beurtenissen gade, die zich
in dit minuscule koninkrijk
„op het dak van de wereld" in
deze archaïsche en primitieve
bufferstaat tussen het kolossa
le China en het subcontinenta-
le India voordoen: de volsla
gen ontspannen („relaxed"
zou het betere woord zijn)
coïxistentie tussen hamer en
aambeeld.
Wij waren op een tempel-
binnenplaats achter houten
mogen worden, die in Nepal
even natuurlijk verkocht wor
den als tabak en sigaretten in
andere landen, maar die toch
in aanzienlijk mate de fauna
die men onder de verzamel
naam „hippies" thuisgebracht
heeft, naar het „Dal des Ge
luks" gelokt heeft.
De grote «ragen van de hip-
piepelgrimage rijn evenwel
voorbij en in de stad zijn ze
nauwelijkstalrijker dan de
heilige koeien en zij maken
allerminst een kwalijke in
druk. Zij zitten rustig op de
tempeltrappen en kijken wat
afwezig naar de miniaturen op
de tempel en paleisfronten die
polygame en - laten we zeg
gen - perverse tonelen met
een verbluffend realisme uit
beelden. Maar de hippies zijn
br immuun tegen geworden als
Nepalese dreumessen, die zich
als vreemdelingengids opwer
pen en in het Italiaans, Ja
pans, Duits en Engels en
Frans knipogen en met bam
boestokken de meest scabreu
ze taferelen aanwijzen en daar
een robpie voor eisen. Er zijn
naar schatting nog maar twee
duizend hippies in het dal van
Kathmandoe, voor het over
grote deel Amerikanen. Zij
verblijven nu meest even bui
ten de stad, nadait autoriteiten
toezicht op hen uitoefenen en
nog maar visums voor twee
weken afleveren.
Zbker, men riet onder de
jeugdige Westerlingen die se
reniteit en abnegaitie zoeken,
hier en daar deplorabele Tafe
relen, maar zeker niet weer
zinwekkender dan in Bombay.
Zij hiebbbn hun „lodges" en
hun „hang-outs" en hun eet
huizen en liggen zoals de
meeste Tibetaanse vluchtelin
gen meest rond de boeddhisti-
tralies een heel klein vuil
meisje gaan kijken, dat de
reïncarnatie van ben grote
godheid heet te rijn en wij
hadden geluk gehad, want wij
hadden haar (met behulp van
enkele muntjes aan een eeu
wenoud wijfje dat alleen maar
uiit rimpels en tweb geelbruine
tanden bestond) enkele secon
den lang ontwaard. Achter ons
was men bezig de tempelloka
len met urine te ontsmetten:
emmers vol van dit amoniak-
houdenöe reinigingsmiddel
werden uitgeplenst en wij
steldbn vast dat er tussen toen
en nu nog onverbrekelijke, rij
het vloeibare, banden schenen
te bestaan.
De godenbeelden werden
opgepoetst en met stro gepo
lijst en enkble vrij bejaarde
artiesten met kolossale brillen
stonden op levensgevaarlijke
stijgers en schilderden de eeu
wenoude tempelsculpturen op:
Chinees wilt en magenta, ver
miljoen en Gentiaans blauw,
oker en saffraan en water-
groen bn zonnegoud. En de
Garoeda-beelden en de stieren
van Siva en naga-slangen en
koninklijke leeuwen en de
langgerekte tijgers werden ge
restaureerd. En achter de ra
men van de houten huizen za
ten ijverige mannen en vrou
wen achter naaimachines te
trappen alsof hun leven ervan
afhing (wat overigens ook wel
het geval zal wezen) en in de
winkelhallen, waar kooplieden
met gekruiste benen op de
vloer zaten, werd praktisch al
les verhandeld wat men zich
voorstellen kan en nog een
aantal produkten meer die elk
voorstellingsvermogen te bo
ven gaan, en waartoe bepaald
niet de narcotica gerekend
sche stupas in de zon te mij
meren, of ook in de lama
kloosters in de bergen. Zij
rijn als het ware geïntegreerd
in het landschap. Zij zijn ge
zonder dan hun soortgenoten
op de Dam, Washington Squa
re, in Londen of San Francisco
en ondergaan als elke banale
sterveling de mysterieuse en
tonifiërende invloed van het
dal van Kathmandoe, waar hbt
Nirwana om de hoek ligt,
maar niet onweerstaanbaar
is.
Nepal stoort zich allerminst
aan de hippies. Het is het
geboorteland van de Tautama
Boeddha en sedert de nacht
der tijden zijn de Newaris aan
de meest uitzonderlijke dingen
en mensen gbwend en het
straatbeeld is nu, zoals eeu
wen geleden, het meest ver
bijsterende ter wereld. Maar
in Kathmandoe kijkt geen
man achterom, want wart voor
hem ligt is zo mogelijk nog
verwonderlijker dan wat ach
ter zijn rug verdwijnt. De hele
Oriënt, en sedert enige tijd
ook het Westen, storten hier
hun geïllumineerden van elke
soort en alle gading uit en de
mystiekcomische feesten en
plechtigheden zijn schering en
inslag en elke dag is een
feestdag, mbt kleur en klank
en zon en wind en ingetogen
heid en hysterie. De g mzen
der mogelijkheid en de hek
ken van het onbereikbare zijn
omgeworpen en platgetrapt, de
kleuren bn de extase zijn al
die van een andere wereld en
over dit alles zweeft de mys
terieuse glimlach van Boeddha
die alles ziet en alles begrijpt
en zwijgt. Kathmandoe is een
feest dat gebn einde heeft.