Terugkeer naar het land van de goden dal Bezoek aan een sterf- school van Hippies gezonder dan Damgenoten DE WEG NAAR KATHMANDOE ADIEU KATHMANDOE binnenland buitenland Roddel Ranzig Onbeschrijflijk Uitzoeken Vlammen KATHMANDOE EEN FEEST Reïncarnatie Voorbij Voor de tweede keer zijn wij de weg naar Kathmandoe op gegaan en tussen beide ke ren liggen achttien jaren. Des tijds, in de stralende mei van 1952, komende van Patna in een van de eerste vliegtuigen die het eeuwenlang nagenoeg onbereikbaar Nepal met India verbonden. Het vliegveld was gereed gekomen en het was in een wat vermoeide DC-3 een memorabeleresis tussen kolos sale moesson-cumulwolken en de tocht van de "luchthaven" (waar douane en politie achter zeepkisten in een wat geha vende militaire tent opereer den) naar de stad had per houten karretje plaats, dat ge- trokken werd door een van die vlijtige kleine Nepalse paardjes en wij waren ver rukt over het lange grijze gras dat op de daken van de huizen in de Himalayawind wuifde. Deze keer was een zondag morgen en wij kwamen per Fokker 'Friendship' vanuit Be nares (letterlijk) met koude erwten in papier .die van tan denstokers vergezeld waren, die als vork dienst deden. Maar de luchthaven is gemo derniseerd en er komen zelfs straalvliegtuigen van de Tabi Airways uit Bangkok. Maar tussen het landen en opstijgen trekken nog altijd drommen Napalesen, Newaris en soms Tibetanen met kinderen en kippen en honden en klein vee over de banen en als een vliegtuig nadert moeten ze door een sirene gewaarschuwd worden, hetgeen nauwelijks enig effect oplevert. Br is een stationsgebouw en de politie en de douane zijn in uniform en streng maar vrien delijk; op de daken wuift nog altijd hbt hoge gras in de Hi malayawind en deze zondag straalden de sneeuwbédekte toppen van de Manasloe, de Kachenjoenga, de Anapoerna', de Gosainthan en de legenda rische Chomoloengma (die wij Mount Everest noemen) met zijn eeuwige uitwaaiende stratusbaard in de middagzon. Van ver boven India kort na ihet opstijgen uit Benares hadden wij ze gezien: impo sante en kolossaal, een wereld van andere dimensies, die het land der goden is. Wij hebben, even-Is des tijds, de makkelijke weg ge nomen. Dp andere (het enige alternatief) is de weg "over land" die de Indiërs gefinan cierd en gebouwd hebben, en die met name in de moesson eigenlijk alleen maar per jeep of landrover berijdbaar is. Destijds (bij ons eerste be zoek) was de luchtweg net geo pend en het enige alternatief bbstond toen uit het honder den kilometer lange voetpad, dat door de rimboe, de rijst- paddi's en de bergen slinger den en men deed er, naarge lang het jaargetijde en het persoonlijk uithoudingsvermo gen weken of maanden over. De welgesteldb iieizigers lieten zich per "diandi" vervoeren; dat was een soort feodale draagstoel, die door acht koe- li's getorst werd. De dandi's bestaan nog altijd, maar ze zijn betrekkelijk schaars ge worden. ip «1—1 !J> Tf-« In Kathmandoe in <tb "Yak and Yeti" bar van „Boris" wordt veel over de Chinese weg geroddeld. Men mag er geen foto's nemen en de Nepa- lezen ontladen elke vreemde ling een kijkjb aan de grens van Mao te gaan nemen. Ove rigens verzochten deze wat na ïeve Napelezen de Chinese "waterstaat" destijds de ruim 60 bruggen "ruim" te bereke nen" opdat vrachtwagens van 15 tot 20 ton van de weg gebruik maken konden. De mysterieuze Chinese inge- nifeurs glimlachten mysterieus, zoals het hoort, en gaven te verstaan dart men zich wat dat betreft in Kathmandoe gener lei zorgen behoefde te maken. Toen alles klaar was, herbere kenden enkele "toevallige op doorreis zijnde" Amerikaanse technici de draagkracht van de Chinese bruggen. Die bleek ver over de honderd ton te liggen en de boze tongen, waarvan Kathmandoe, Patan, Kirtïpoer en Bhadgaon ruim voorzien zijn, verklaarden dat dit het bewijs ervan was dat de Chinezen allergisch zijn tegen lost met hun zwaar ver voer,, bijvoorbeeld dat van tanks. Maar nu wapppren voor het ultra-moderne Oberoï hotel drie dozijn vain de meest fan tasievolle vlaggen die men zich kan voorstellen in een straffe wind die uit de Teraï komt. Met de bouw van dit nieuwe internationale hotel (met oorverdovende orkest, "floor-show", Japans restau rant voor de talrijke toeristen uit het rijk van Hiro Hirto en Philippijns bier), is het oude Royal Hotel, dat de roemruch te Boris Lassanovitch (een se dert tientallen jaren in Kath mandoe wonende en heersende wit-Rus, voormalig danser bij DiaghPlev en de "Vassili" uit Han Suyin's "The Muntain is Young") eertijds in een oud Rana-paleis had ingericht, in NEPAL KATHMANDOE Zoals overbekend is de herfst ner gens prachtvoller en kleurrij ker dan in de New-England States van Amerika en met name in New-Hampshire, Ver mont en Massachusetts. Behal ve in Kashmir en Bhatan, Sik kim en Nepal, hetgeen naast al het andere in de Himalya- staten relatieve bijzaak is. Wij waren vanuit het dal de bergen ingereden, op weg naar de Kali-tempel, waar nog niet zo lang geleden nog mensenof fers gebracht zouden zijn en nu nog weerzinwekkende die renoffers plaatshebben met veel bloed en gekrijs en stuip trekkingen en lillende afge sneden koppen en bijster kwa lijke reuk. Maar gezien het een facet van een religie be treft die de onze niet is, mo gen wij dat niet kritiseren en behoren dat zelfs te bewonde ren omdat de spiritualiteit der anderen, zelfs als daar rokend bloed bij te pas komt, altijd een trap hoger staat. Het zij zo, evenals de hon derden gebedsmolens van de Swayambanath-tempel, die door dravende monniken en monnikjes gaande gehouden worden en een nogal goedkoop industrieel geluid maken. Zij zijn gerangschikt rond een ko lossaal ei-vormige koepel-met ogen op een rond plein waar schurftige honden (en hbbt u echt weieens schurftige hon den gezien?) staan te janken omdat ze niet meer liggen kunnen, waar vrouwen haar bovenlijf met boter insmeren en zich door de hete zon laten bestralen, waar arrogante en brutale bn hautaine apen huis houden en de arme honden pesten, waar tientallen pel grims melk en rijst en bloem bladeren uitgieten over de tal loze linggams, na wekenlange tochten door de bergen: TibP- tanen en Sherpa's en Bottyas en Goeroegs met mi nuscule mismaakte of blinde kindertjes op hun rug. En tussen de rook van de vele vuurtjes waarop zij hun ranzige maaltijd koken en tus sen de zwerende honden en parpnde apen door draven de Boeddhistische monniken met donkere gezichten, kaalgescho ren hoofden in bruine Francis- caner-achtige aandoende pijen rond de bronzen gebedsmo lens, waarin de heilige tekst „Om Mani Padme Hum" gebo ren is. En de gongs Pn de bronzen klokken en de zilve ren bellen luiden en de wim pels klapperen in de wind uit de Teraï en de hoge palmen 'wuiven en brutaal-hla/uwe gro te eksters, die nilkants heten, staan in de glazen lucht van Kathmandoe, ver van de ver raderlijke oranje en gele vlie gers, die op de nabijheid van China wijzen. Dan gaan wij op uitnodiging van een belangrijk iemand naar het verkeerslicht van Kathmandoe kijken, dat van daag in bedrijf is en diat wij hypocriet en volubiel bewon- derPn. waarna ons een grote fles inheemse en geenszins te versmaden whiskey aangebo den wordt. De mensen zijn vriendelijk en goedlachs in het „Dal des Geluks" en pro beren u alles (en soms hun eigen zuster) te verkopen en de nogal gehavende en elders al versmade dollair geldt hier nog als bagerenswaard en er zijn tal van beproefde metho des om u bij het wisselen de indruk te geven een zoet winstje gemaakt te hpbben, als u in werkelijkheid aan zienlijk geplukt, bent Men brengt ons naar een soort sterf school, .waar wijze lama's onderricht geven in de beste wijze van doodgaan. „The craft of dying" heet het op de affiche en het gaat ,wat verder dan onze vijftiende ePuwse kortstondige mode- van „Ars moriendi" en is uiteraard grotendeels gebaseerd op het beroemde Tibetaanse doden boek, de „Bardo Thödol". En Samdoep vertaalt ons een lang opschrift: „Zab-chös zhi-kbro dgongs-pa rang-gröl las bar- dohi thös grol chenmo chös- nyid bar-dohi ngo-spröd bzhugs-so". En het wil zeggen dat hier binnen sprake is van de reali teit in het tussenstadium: de grote vrijmaking door hpt be grip in het stadium dat de verval geraakt. Maar Boris heerst thans over de 'Yak and Yetot' waarop wij nader terug moeten komen. En achter de bonte vlaggen ligt de "Vallei .des Geluks", het onbeschrijflijke hberlijke dal van Kathmandoe, waar wij die oude magie teruggevonden hebben, die allerminst imagi nair is en waaraan dirt wijde en onvergetelijke dal rijn roem en reputatie dankt: men voelt er zich doordrongen van een tot dan toe nagenoeg onge kend gevoel van welbehangen en geluk, physiseh en psy chisch. Het legendarische mi- cro-klimaat, de lucht van de Himalaya, de plantengroei en de hoogte moeten er iets mee te maken hebben, en goed deels het blije karakter, de levenslust, de schoonheid en de gratie van rijn bewoners verklaren. Vanuit Patoepatioah kwam het gebeier van bronzen tem- pelklokken, in de bomen krijst en kleine aapjes met grote rode ogen; rozen, amaranthen en camelias geurden en de bonte exotische vogels van Bhadgaon zongen met uitbun digheid. Een klein meisje van negen of tien jaar met verbijs terend vuile neus kwam een roepie vragen en beloofde ons als beloning daarvoor aan haar echtgenoot voor te stellen, die een boom was, want vele klPi- ne Newari-medsjes worden in haar prille jeugd aan een boom uitgehuwelijkt. Hetgeen hen geenszins belet spoedig daarna een (of diverse) na tuurlijker verbintenissen aan te gaan. De Daulaghiri en de gouden koepel van de Swayamboenath vingen het laatste licht van de zon, die nu boven India stond. En de achttien jaren waren vervlogen als het stof van het grote tempelplein van Kirti- poer als de avondwind op steekt die zij hier de Ran goon (de welkome) noemen. dood volgt, komende van de diepe doctrine van de emanci patie van het bewustzijn door de meditatie over de vreedza me en geïrriteerde godheden, den. Daarnaast hangt een veel prozaïscher uithangbord: „Ha- sish en Hemp Plants available here". En ben eind verder kunt ge in de befaamde „Yak and Yeti"-bar roken en schui ven en snuiven en injecteren bij een kop fijmje thee, en er is een soort menukaart, waar men zijn drugjes kan uitzoe ken en het is op de allereerste plaats voor de toeristen, die er uiteraard „genomen" wor den. De enigszins ervaren ama teur gedraagt zich discreet en komt veel en veel goedkoper aan rijn trekken en in de interessantere gevallen de on vermijdelijkheid van de vlese lijke dood, die hier een rela tieve bijzaak is. Maar twee keurig gemanierde Engelse jongelieden, die op indruk wekkende klassieke rijwie len helemaal uit Calcutta gb- komen zijn en daar vele we ken over gedaan hebben, ver tellen ons bescheiden dat rij naar Kathmandoe gekomen zijn om hier te sterven. Een fietstocht met definitievb be stemming, om het wat Westers te zeggen. Maar rij zijn te leurgesteld dat rij van Kath mandoe uit de top van de Everest niet kunnen zien en gistermorgen waren rij bitter ontgoocheld omdat heel het Shangri-la-dal in ebn nagenoeg authentieke Londense mist ge huld was. Wij hebben hen be loofd hen in de late middag, op weg naar een oude en wat verontrustende kennis in de buurt van Pashupatinath, mee te nemen om de Everest te zien en wij zullen elkandbr hier op de hoek van het tem pelpaleis van de aapgod, Ha- noeman Dhoka ontmoeten. Maar de jongste van de twee, die met een meisjesachtig zacht gericht, moet nog even Kiplinig citeren,, Still the world is wondrous largb, se ven seas from marge tot mar ge. And it holds vast of vari ous kinds of man; And the wildest dreams of Kew are the facts of Kbatmandu, (men schreef het toen nog met de „h" achter de „K"). And the crimes of Clapham chaste in Martaban". Nu dat laatste misschien al leen maar wegens de rijm. Maar de rbgel over Khatman- du kennen wij sedert onze jongelingsjaren en zijn blij hem door deze jongeling die hierheen gekomen is om te sterven, te horen declameren. GELUK Een wild moment denken wij dat wij hem misschien die ko lossale Germaanse spreuk moeten citeren „Sterben ist der schönste Tod", maar wij be sluiten het niet te doen. Nietz- schiaanse verklaringen en u,it- leg in de vallei van Kathman doe liggen boven onze oapaci- teiten. In Pashupatinath hebben wij geluk: de gebruikelijke yogi staat benedbn aan de tempel trappen op zijn kop, zijn ver dorde zwarte benen stijf om hoog. De jongelingen rijn ver rukt, doch op een Engelse ma nier. Sharma, onze verontrus tende kennis, die eigenhandig Italiaans geleerd heeft om Le- opardi tb kunnen lezen en Dan te te kunnen misprijzen, neemt ons mee naar de „ghat" waar een lijkverbranding plaatsheeft. Na die van Bena res is men wat blasé voor deze nogal „beschaafde" cre matie. „Una donna", licht Sharma toe, „vecohia" mbt een verachtelijke handbeweging. De Londense jongens buigen hun kristal-zuivere hoofden. Het is schoon dat er nog zo veel romantiek in de wereld ls dat men per rijwiel naar Kathmandoe komt om te ster ven en geenszins teleurgesteld De rododendrons bloeien nog als vlammen. Koningvis sers scheren over het water van de gele rivier, ruziema kende kraaien krassen in de hoge middaghemel en dan kunnen wij hun, vanachter een hogb banyan-boom de top van de Chomolungma wijzen, die in de banale wandeling Mount Everest genoemd wordt. En dan houden de blonde doodskandidaten even hun adem in want als men zo plotsklaps voor de Himalaya- keten geplaatst wordt, in de late namiddag met de koperen Indische zon erop bn het gi gantisme en het vijandige en het onbereikbare en bijna ab solute voor ogen, krijgt men een soort klap waar het mid denrif zit. „Jezus", fluistert de oudste van de twee, „Jezus". En de meisjesachtige fluit tus sen zijn tandbn. Sharma do ceert: „Ziet ge die uitwaaien de wolkenbaard aan de lijkant van de top?" „Well, de Ever est heeft altijd een wolken- baart. De wind is daarboven ijzig en misschien tweehon derd mijl per uur sterk. Maar", en dan kebrt hij zich om en strekt zijn handen uit over het najaarsbonbe dol, „hier over onze vallei begint nu de i tientrinfoeng te waaien. I tientienfoeng is Chinees en wil zeggen: 'n zucht in dehem el van China. Wij zijn dioht bij China, heren. En de meest subtiele Chinese herfstwind, die heel zwak is, heet Sz". En Sharma buigt, zijn rol is udrt bn wij trekken met de fietsers terug naar Kathmandoe. Bij de „ghat" knijpen zij hun neu zen dicht, want de reuk van smeulend mensenvlees is moeilijk in een Alexandrijn onder te brengen. De hoge Toscaans aandoende populieren staan als uitroaptb kens in het vlakke dal. De dartelende oriolen juichen in de vroege avondhemel. De vulgaire apen in de brede tak ken van een banyan-boom houden even op mbt hun eeu wig gekrab. Ergens op een dakterras speelt iemand op een hoge bamboefluit en de ijle tonen worden weggedra gen op de wind, die wellicht de befaamde Sz is. Fluittonen als die van het Franse meisje in Madras, dib „El Condor pa- sa" onder het Zuiderkruis speelde. Morgen vliegen wij naar India. Alsof het belang rijk ware naar India of naar Europa te vliegen. De Engelse jongelingen hebben misschien gelijk. En gelijk hebben wil geenszins zeggen haast hbb- ben. „And the wildes dreams of Kew are the faots of Khat- mandu". Wat heeft een mens nog meer nodig dan vlammende rododendrons en blauwe nil kants in de lucht, en jasmijn- geurbn en het ingehouden ge weld van de Himalchuli en de herfstwind die Sz heet en de oriolen en „El Condor pasa" in de glasgroene avond en de le gendarische pure lucht van het dal des geluks? De mbns is onverbeterlijk. Hij vliegt te rug naar India en naar Europa. Om diverse „imperatieve re denen". En omdat hij in de waan leeft er anderen zeer nodig over te moeten vertel len. Nepal, de bufferstaat tussen India en China, is een neutraal land en profiteert van deze neutraliteit. Dit land, met een oppervlakte van ruim 141.000 km2 (ruim 4,5 keer Nederland) en een bevolking van ongeveer 9,5 miljoen inwoners, maar met een middeleeuwse volks huishouding werd bezocht door onze Parijse correspondent Jan Drummen. Hier volgt zijn relaas van zijn weerzien na achttien jaar met de hoofdstad in het dal van geluk. KATHMANDOE De aan gelegenheid van de Chinese bruggen komt overeen met de roemruchte tempelfresco's van Patan en Bhadgaon, die voor de vreemdelingen een erotisch delirium zijn. Voor de Nepale- zen rijn de fresco's uitbeeldin gen van een aantal aspecten van het leven en de Chinese bruggen, waarvan de Wester ling met enige verontwaardi ging verklaart dat ze berekend zijn op „tank-invasies" zijn dat eveneens. Niemand is verplicht seksue le acrobatiek te beoefenen, maar als het hem of haar mooht zirmbn, rijn handleidin gen vlak bij de hand: op de friezen van de honderden tem pels. Niemand verplicht de Chinezen een weg met brug- 'gen te bouwen en daar laiter «net tanks over te rijden, als ze het willen, kan men hen gben ongelijk geven dart zij daartoe elementaire veilig heidsmaatregelen nemen. In het „Dal des Geluks" heeft men een perfect aan de om standigheden aangepaste logi ca, ten aanzien waarvan de waarnemers van de grote mo gendheden in Kathmandoe al tijd enige achterstand en ver traging hebben. Zij slaan welwillend maar zorgvuldig de logische en mysterieuze ge beurtenissen gade, die zich in dit minuscule koninkrijk „op het dak van de wereld" in deze archaïsche en primitieve bufferstaat tussen het kolossa le China en het subcontinenta- le India voordoen: de volsla gen ontspannen („relaxed" zou het betere woord zijn) coïxistentie tussen hamer en aambeeld. Wij waren op een tempel- binnenplaats achter houten mogen worden, die in Nepal even natuurlijk verkocht wor den als tabak en sigaretten in andere landen, maar die toch in aanzienlijk mate de fauna die men onder de verzamel naam „hippies" thuisgebracht heeft, naar het „Dal des Ge luks" gelokt heeft. De grote «ragen van de hip- piepelgrimage rijn evenwel voorbij en in de stad zijn ze nauwelijkstalrijker dan de heilige koeien en zij maken allerminst een kwalijke in druk. Zij zitten rustig op de tempeltrappen en kijken wat afwezig naar de miniaturen op de tempel en paleisfronten die polygame en - laten we zeg gen - perverse tonelen met een verbluffend realisme uit beelden. Maar de hippies zijn br immuun tegen geworden als Nepalese dreumessen, die zich als vreemdelingengids opwer pen en in het Italiaans, Ja pans, Duits en Engels en Frans knipogen en met bam boestokken de meest scabreu ze taferelen aanwijzen en daar een robpie voor eisen. Er zijn naar schatting nog maar twee duizend hippies in het dal van Kathmandoe, voor het over grote deel Amerikanen. Zij verblijven nu meest even bui ten de stad, nadait autoriteiten toezicht op hen uitoefenen en nog maar visums voor twee weken afleveren. Zbker, men riet onder de jeugdige Westerlingen die se reniteit en abnegaitie zoeken, hier en daar deplorabele Tafe relen, maar zeker niet weer zinwekkender dan in Bombay. Zij hiebbbn hun „lodges" en hun „hang-outs" en hun eet huizen en liggen zoals de meeste Tibetaanse vluchtelin gen meest rond de boeddhisti- tralies een heel klein vuil meisje gaan kijken, dat de reïncarnatie van ben grote godheid heet te rijn en wij hadden geluk gehad, want wij hadden haar (met behulp van enkele muntjes aan een eeu wenoud wijfje dat alleen maar uiit rimpels en tweb geelbruine tanden bestond) enkele secon den lang ontwaard. Achter ons was men bezig de tempelloka len met urine te ontsmetten: emmers vol van dit amoniak- houdenöe reinigingsmiddel werden uitgeplenst en wij steldbn vast dat er tussen toen en nu nog onverbrekelijke, rij het vloeibare, banden schenen te bestaan. De godenbeelden werden opgepoetst en met stro gepo lijst en enkble vrij bejaarde artiesten met kolossale brillen stonden op levensgevaarlijke stijgers en schilderden de eeu wenoude tempelsculpturen op: Chinees wilt en magenta, ver miljoen en Gentiaans blauw, oker en saffraan en water- groen bn zonnegoud. En de Garoeda-beelden en de stieren van Siva en naga-slangen en koninklijke leeuwen en de langgerekte tijgers werden ge restaureerd. En achter de ra men van de houten huizen za ten ijverige mannen en vrou wen achter naaimachines te trappen alsof hun leven ervan afhing (wat overigens ook wel het geval zal wezen) en in de winkelhallen, waar kooplieden met gekruiste benen op de vloer zaten, werd praktisch al les verhandeld wat men zich voorstellen kan en nog een aantal produkten meer die elk voorstellingsvermogen te bo ven gaan, en waartoe bepaald niet de narcotica gerekend sche stupas in de zon te mij meren, of ook in de lama kloosters in de bergen. Zij rijn als het ware geïntegreerd in het landschap. Zij zijn ge zonder dan hun soortgenoten op de Dam, Washington Squa re, in Londen of San Francisco en ondergaan als elke banale sterveling de mysterieuse en tonifiërende invloed van het dal van Kathmandoe, waar hbt Nirwana om de hoek ligt, maar niet onweerstaanbaar is. Nepal stoort zich allerminst aan de hippies. Het is het geboorteland van de Tautama Boeddha en sedert de nacht der tijden zijn de Newaris aan de meest uitzonderlijke dingen en mensen gbwend en het straatbeeld is nu, zoals eeu wen geleden, het meest ver bijsterende ter wereld. Maar in Kathmandoe kijkt geen man achterom, want wart voor hem ligt is zo mogelijk nog verwonderlijker dan wat ach ter zijn rug verdwijnt. De hele Oriënt, en sedert enige tijd ook het Westen, storten hier hun geïllumineerden van elke soort en alle gading uit en de mystiekcomische feesten en plechtigheden zijn schering en inslag en elke dag is een feestdag, mbt kleur en klank en zon en wind en ingetogen heid en hysterie. De g mzen der mogelijkheid en de hek ken van het onbereikbare zijn omgeworpen en platgetrapt, de kleuren bn de extase zijn al die van een andere wereld en over dit alles zweeft de mys terieuse glimlach van Boeddha die alles ziet en alles begrijpt en zwijgt. Kathmandoe is een feest dat gebn einde heeft.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 7