CASSIUS CLA Y: DE GROOTSTE, MAAR NIET DE SLIMSTE
„Hij is geen groot bokser meer, maar
wel een man van uitzonderlijk karakter"
„WALMENDE JOE" SLAAT ALI NEER
Banneling
Robin Hood
Vogeltuin
Rouwdag
Woordvenijn
Op de kast
Pip-pip-pip
Lachertje
Karakter
Van onze correspondent)
Washington, José Torres, ex-
lichtgewichtkampioen en een
der sprankelendste sterren uit
de school van Cus d'Amato, de
Clausewitz der bokspedagogen,
zat kort voor de dertigste ver
jaardag van Pearl Harbor op
de beeldbuis en zei dat Mu
hammad Ali in „Smokin'Joe
Frazier zijn Pearl Harbor had
gevonden. Walmende Joe had
Ali's doeltreffendste wapen,
zijn zelfvertrouwen, gebroken
in maart van dit jaar in New
Yorks Madison Square Garden.
Muhammad Ali zei Torres, die
de voormalige keizer der
zwaargewichten bewondert,
heeft het gehad. Ali's jongste
schijnvertoning tegen Buster
Mathis was zo slecht geweest,
dat ABC- televisie, die tot dan
toe de acties van de welspre
kende meester op de voet had
gevolgd, weigerde de reeds in
de programmabladen aange
kondigde (verlate) uitzending
van de match te laten door
gaan. Pas wanneer Ali met een
waardige tegenstander een re
delijke partij wenst te boksen,
zo liet ABC's Howard Cosell
weten, zou het besluit om Ali's
verdere exploten te negeren
worden herzien.
Na drie en een half jaar als
banneling in eigen land te heb
ben geleefd, dankzij zijn tita
nengevecht met dienstplicht
bureaucraten en de kleinzie
ligheid van zelf niet erg zin
delijke boksofficials, keerde
Muhammad Ali eind oktober
van het vorig jaar in Atlanta
in de boksring terug. Muham
mad Ali, die zijn slavennaam
Cassius Marcellus Clay in fe
bruari 1964 had afgelegd en
vanaf die dag zijn zwarte
huidskleur is gaan dragen in
trotse dienst van Allah, begon
in Atlanta waar hij slag lever
de met Jerry Quarry, aan een
comeback, die nu, ruim een
jaar later, mislukt blijkt. De
enige grote overwinning die
hij in de periode tussen Atlan
ta en zijn rreis naar
Europa heeft geboekt, was de
uitspraak van het hoogge
rechtshof, dat hem in zijn mo
tieven als dienstweigeraar in
het gelijkstelde. Dat was een
nobele overwinning, waarvoor
Ali betaalde met een verwoes
te carrière in de boksring en
met aan juridische procedures
verspeelde fortuinen.
Het zag er, op de avond van
Ali's terugkeer in de ring, niet
eens zo slecht uit. De match
tegen Quarry was in tweeërlei
opzicht van betekenis: in de
eerste plaats danste Muham
mad Ali weer door de ring als
een vlinder (hoewel niet zo
overtuigend als vóór zijn bal
lingschap) en bovendien ver
scheen hij, onder het kwade
oog van Georgia's toenmalige,
racistische, gouverneur Lester
Maddox, op het toneel als de
kampioen van de verdrukte
zwarte man. Quarry, die zich
bloedend als een os en met de
allure van een kroegstrijder
verweerde, was in Atlanta het
symbool van blanke onder
drukkers, Ali een zwarte Ro
bin Hood.
De zwarte prins, dichter, Don
Quichotte en trouw apostel
van Allah, die in moeilijke tij
den welwillend op zijn dienaar
neerzag, zorgde in Atlanta
voor een wonderlijk schouw
spel. Het schitterendste hotel
van Amerika, het Regency Hy
att House, zag een wonderlijke
parade van boksliefhebbers,
filmsterren, ex-bokskampioe
nen, souteneurs, en hoogblonde
meiden uit New Work en Chi
cago door de Disneyland-Lobby
van het hotel voorbijtrekken.
De uitbundigste mannen kwa
men in psychedelisch opge
verfde Cadillacs en Rolls Roy-
ces, ze droegen hoeden als
met bont beklede paraplus,
hermelijnen mantels die tot de
grond reiken, fluwelen veel
kleurige kostuums. Exo
tisch waren mannen die zich
aldus hadden uitgedost en die
het hotel veranderden in een
exotische vogeltuin vol felge
kleurde vreemde vogels, met
hier en daar een blanke
waarnemer als een patrijs in
een pereboom. Het was een
ongehoord schouwspel in een
stad, waar een jaar of tien ge
leden nog negers uit de hotels
werden geweerd. De goed in
de groene dollarpapieren zit
tende bewonderaars van Ali
waren gekomen: de arme ne
gers, die hem evenzeer bewon
deren, hingen in de strat-m
van de Getto's borden op i
opschriften „Ali leeft".
Voor negertheaters werd de
late oktoberdag in Atlanta een
rouwdag, zoals Lester Maddox
het formuleerde een dag van
schande Dochters van de A-
merik ■-« o'utie. Ku Klux
Kien ""estelijk
uit het d" cuperpa
Frazier was niet onder de indruk van het „pip-pip-pop, rat-atat-bong" van Muhammad Ali. Het uur van de waarheid was voor de nu bijna 30-jarige voormalige keizer
van de zwaargewichten aangebroken
triotten klaagden er bitter over
dat Ali, die zijn land niet in
Vietnam wilde dienen, deson
danks de kans kreeg datgene
te doen waarin hij van kinds
been af zeer bedreven was ge
weest: boksen. Zij waren het
die hun gebeden zeiden voor
een overwinning van Jerry
Quarry, die men omringd kon
zien door een clan van mooie
vrouwen met kapsels van ge
sponnen suiker en hoekige,
goedgebouwde mannen in dure
lederen jassen en onder hoog-
glanzende kuiven. Quarry, de
grote blanke hoop, speelde in
Atlanta de rol van een mario
net in Ali's poppenspel. Allah
zag er op toe dat hij viel.
Mannen met een groot psycho
logisch inzicht als Cus d'Ama
to en José Torres zagen echter
in Atlanta iets wat verreweg
de meeste sportschrijvers in
hun lofzangen op Ali's terug
keer over het hoofd hadden
gezien. Ali was de oude niet
meer. Zijn vroegere welspre
kende schreeuwparty en, op
grond waarvan hij zich de bij
naam „The Lip" verwierf, ble
ven achterwege, in de ring
voor de aanvang van de
match, zei Ali slechts tegen
Quarry: „Ik zal je snel neerleg
gen". Quarry antwoordde daar
op: „Hou je smoel en vecht".
Ali's spotrijmen en anderszins
geformuleerde beledigingen aan
het adres van zijn tegenstan
ders aan de vooravond van
een gevecht waren, voordat hij
uit de ring werd verbannen,
een doeltreffend wapen. Maar
Ali was, door de muslimbewe-
ging en zijn lange rejs langs
de gerechtshoven, een ernstig,
ietwat bezadigd man geworden
en zijn talent om zijn tegen
standers psychologisch te ver
lammen met woordvenijn, was
hem goeddeels ontglipt.
Er was nog iets anders. Na af
loop van de ontmoeting Ali-
Quarry vertelde Cus d'Amato
aan José Torres, getuige diens
onlangs verschenen boek over
Muhammed Ali „steek als een
bij": „Ali is geen goed vechter.
Hy is de gelukkigste bokser
die ik ooit heb gezien. Hij zou
nooit van Quarry gewonnen
hebben als deze niet een bloe
dende hoofdwond had opgelo
pen. Ali zat in moeilijkheden
Ik weet dat en jij weet dat.
Hij is als bokser achteruitge
gaan". En verder: „Ali weet
dat hij trager is geworden. Hij
is zijn vertrouwen in zijn snel
heid kwijtgeraakt. Je kon zien
dat hij bokste als een gewone
bokser. In het verleden kon hij
wegkomen met tal van fouten
omdat hij zo fantastisch snel
was. Nu hij die kunst verliest
begint hij uit te vinden dat hij
in de ring niet meer kan doen
wat hij wik Hij heeft voor zijn
snelheid geen alternatief".
José Torres zegt, dat Ali,
althans als bokser, zichzelf niet
meer is. Zelfs de fameuze „A-
li-Schuifel" maakt geen indruk
meer, sinds de vette Buster
Mathis recentelijk die „schui
fel" overtuigend imiteerde. Vol
gens Torres was Ali nimmer
'n groot kampioen in de con
ventionele stijl van een Sugar
Ray Robinson of een Joe Louis
en omdat Ali desondanks de
kroon der zwaargewichten af
nam van Sonny Liston, be
schouwt Torres Ali als een ge
nie. Een genie dat zich bedien
de van snelheid en psychologie
een meester die grandioos kon
„liegen met zijn lichaam",
maar een bokser die nooit van
een „bodypunch" had gehoord.
Joe Louis ruïneerde Max
Schmeling van mokerslagen op
diens ribbenkast, Robinson
putte zijn tegenstanders uit
met zijn beruchte roffels op
het lichaam. Dat was het con
ventioneel wapen van vroegere
kampioenen en dat is nu het
wapen van mannen als de gra
nieten Oscar Bonavena en Joe
Frazier. Bonavena, de vecht
machine die voor iedere klap
een hardere klap teruggeeft en
'Walmende Joe', die na zijn
overwinning op Ali in maart
van dit jaar weken in een zie
kenhuis lag, demonstreerden
dat Muhammad Ali de oude
Cassius Marcellus Clay niet
meer is, die welbewust in het
boze oog van Sonny Liston
staarde en de grote bruine
beer van St. Louis buiten zich
zelf maakte van woede en
daardoor kwetsbaar.
Oscar Bonavena had Jack
Dempsey ooit zo'n enorme
klap toegediend dat de zwaar
gewichtkampioen uit de ring
vloog en op de schoot van een
verslaggever terecht kwam.
Bonavena moest, met Ellis, de
springplank worden voor Ali's
titelgevecht met Joe Frazier.
De Argentijn noemde Ali een
lafhartige kip, een homo (ma-
ricon'), een hoerenzoon en
voegde hem de voor Ali bitte
re vernedering toe zwart, jij
stinkt'. Ali kon terugzeggen
wat hij wilde, de Argentijn,
die er ieder jaar één woord
Engels bijleert, begreep er
niets van en kon deswege niet
kwaad worden. Maar Ali zat
hoog op de kast en werd door
Bonavena met zijn eigen wa
pen, dat van de verbale, psy
chologische oorlogsvoering,
verslagen.
Aan de vooravond van het uur
der waarheid, Ali's ontmoeting
met 'walmende Joe' Frazier,
deed Muhammad Ali zyn ui
terste best om zijn opponent
onder de tafel te praten. Hij
verklaarde dat hij niet kon
zien hoe Frazier de slag zou
kunnen overleven, „tenzij hij
het op een rennen zet". Ali be
loofde Frazier onder een mi-
trailleurvuur van stoten te ne
men. Hy deed het voor: „pip-
pip-pip, rat-atat, bong. Dat
'bong' zou iedere keer een
doodsklap zijn op een salvo
voorbereidende stoten. Frazier
was niet onder de indruk en
had behalve een uitnemende
betaaldag de scalp van Mu
hammad Ali.
Ali's jongste gevecht tegen
Buster Mathis was een lacher
tje en José Torres is niet de
enige in Amerika die gelooft
dat Muhammad Ali zijn beste
tijd als bokser heeft gehad. We
kunnen Ali als boksgenie vaar
wel zeggen, maar hem begroe
ten als een zwarte prins, die
zijn Muslim-idealen en zijn
hartstochtelijk geloof in de
rechten van de zwarte man
liet prevaleren over succes en
fortuin. „Hij was de grootste",
zei José Torres, „maar niet de
slimste".
Toen Ali de leer van Allah
omhelsde zei hij: „Ik hoef niet
te zijn wat jullie willen dat ik
ben. Ik heb de vrijheid te zyn
wie ik wens te zyn". Ali is
een man van grote integriteit.
Toen hij in grote financiële
moeilijkheden verkeerde en hij
zich al met de gedachte had
verzoend dat hij een aantal ja
ren in de cel zou moeten door
brengen, bood een filmmaat
schappij hem ruim vierhonderd
duizend Dollar voor het Spe
len van de rol van de grote
en controversiële bokser Jack
Johnson in een film, Ali wei
gerde. Hy wilde niet in een
film met een blanke vrouw op
treden. Ali bleef in Amerika
en weigerde de benen te ne
men toen het in rechtsvormen
getooide onrecht hem dreigde
te achterhalen. Hij is geen
groot bokser meer, zegt Cus
d'Amato, die het beoordelen
kan. Maar als persoon is Ali
gegroeid tot een man van uit
zond erhjk karakter. Hi' w™
*:ir"
BERT VAN VELZEN