„De enige zekerheid in ons leven is verdwenen" 50 MGR. SIMONIS: „Ik krijg veel kritiek van linksen van rechts" Nieuwe K.O.V. ook in N.K.V.? Vervoersbonden dienen cao- voorstellen in binnenland buitenland ZORGEN -PLUSSERS gezicht van een generatie door JACQUES LEVIJ BEGRI1 ,,Als je voor een ,,Als je voor een dubbeltje geboren bent word je nooit een kwartje" Japanse hulp voor werklozen in Amerika EG'YPTE-EEG Van der Stoel waarschuwt papier oor uw pen Wraak Z.-Slavische zangers de cel in Waarnemend hoofdredacteur hij Limburgs Dagblad benoemd RIJN BELANGRIJK ALS WATER LEVERANCIER Dinsdag 4 januari 1972 ii UEN kleine wat schrale -*-1 vrouw met een vermoeid gezicht. Werkhanden die nerveus bewegen. Ze praat, aanvankelijk, moeilijk. Zoekt naar de juiste woorden Kijkt schuchter haar bezoeker aan. Ontdooit wat als deze een goed toehoorder blijkt te zijn met begrip voor wat zij bedoelt te zeggen. „Ik ben de oudste uit een groot gezin. Een goed ka tholiek gezin. Twee van mijn broers zijn priesters, een zus is in de missie, in Afrika. Ik ben in 1910 geboren. Ja, ik ben dus 1S1. We, Gé, m'n man en ik, hebben 6 kinderen. Die zijn allemaal de deur uit. We hebben al 14 kleinkinderen. Onze dochter Gezina is kloos terlinge. Gé, hij is een jaar jonger dan ik, is timmerman We zijn in 1932 getrouwd. Tot die tijd heb ik altijd thuir gewerkt, moeder helpen met dat hele stel. Ik heb er nooi een hekel aan gehad. Als Onze Lieve Heer dat voor je heeft weggelegd, moet je het maar aanvaarden". Ze haalt wat gejaagd een trommeltje met koekjes uit de kast. Schenkt thee in, morst over een schoteltje. Presen teert uit het trommeltje. Glim lacht plotseling. Dan lichten haar ogen op en u krijgt haar gezicht een zachte trek. ,„Ja, we zijn oud, Gé en ik. Dat voelen we dagelijks sterker. Niet lichamelijk. Goed, ik wil wel eens graag tot half negen in bed blijven. Er is hier niet veel meer voor me te doen. Iedereen is weg. Nee, ik ge loof dat wij beiden ons oud voelen, omdat we het allemaal niet meer kunnen begrijpen wat er om ons heen gebeurt. Zelfs vaak de kinderen niet meer. En enkele kleinkinderen die al min of meer volwasse nen zijn, zijn eigenlijk volsla gen vreemden voor ons". Ze vertelt over het ouderlijk huis. Het bar grote gezin. „Al tijd zorgen, vooral van geldelij- kennen op een patronaats feestje. „We trouwden in de barre crisistijd. Toen dat ge beurde was Gé zonder werk. Dat was toen zo. Op en af met het werk. Als we hadden moe ten wachten tot hij wat meer zekerheid had, zou het nog ja ren hebben geduurd. „Eerste huwelijksjaren dus met heel veel zorgen, met werkverschaf fing in Drente voor haar man die daardoor bijna nooit thuis zat, was dat voor ons zo." De oorlog zijn ze redelijk doorgescharreid. Gé kreeg werk en verdiende geld. „We konden er steeds minder voor kopen. Als je voor een dub beltje geboren bent, word je nooit een kwartje. We hebben er, voor de oorlog, wel eens over gedacht bij de NSB te gaan. Is er nooit van gekomen. Gelukkig maar, achteraf". Na de oorlog kwam Gé in zijn Vorige artikelen in leze serie in dit blad van 24 december, 28 december en 30 de cember. ke aard. Maar ook altijd een goede sfeer. Er kon van alles en je voelde je opgenomen in een echte familie. Je liet elk aar niet in de steek. Deed je al niet als kinderen, op straat, als er ruzie was. Ik bleef na school, alleen de lagere na tuurlijk, thuis. Moeder kon best zo'n hulp gebruiken. Hoogtepunten in mijn leventje waren de contacten via de pa rochie. De glans, zondags, van de hoogmis, de kerstnacht - we sloegen die nooit over - de kleine vreugden van zo'n groot gezin." Ze leerde haar man Met snel vier kinderen. „Maar toch hadden we het samen wel goed. Hoewel, dat jarenlang leven op de grens van de ar moede....! We hebben otk wel ruzies gehad, verweten elkaar dan van alles. Hadden dan meestal later spijt. Maar wat konden we doen? We waren van huis uit traditioneel ka tholiek. Dus stemden we ook altijd katholiek. Hebben wel eens het gevoel gehad dat het helemaal scheef zat. Maar ja, als onze katholieke voorman nen zeiden dat iets op een dergelijke manier in elkaar vak goed aan de slag. „Dat mocht ook wel. We waren al zo'n jaar of 13 getrouwd. Die ellendetijd heeft mij en hem, en onze oudere kinderen, voor goed getekend. Wij raken die vrees, die angst voor de toe komst nooit meer kwijt. U ziet het nu weer. Het gaat wat slechter en de kleine man gaat de straat op. Goed, er zijn nu sociale uitkeringen. Maar de bezitters knijpen ons nog steeds uit". Ze schrikt van haar eigen opmerking. Denkt nu even na. „Kijk, dat zou ik 10 jaar gele den niet hebben durven zeg gen. Maar de kinderen, en de oudste kleinkinderen, hebben me zo gemaakt. Zij zouden niet meer slikken wat ze ons hebben aangedaan. Arm en dom houden. Maar toch heb ik vooral met die jonge mensen wel te doen. Ze lijken zo! ze ker van hun zaken, hebben uitgesproken meningen over alles. Maar zijn ze wel zo zeker"? Ze geeft toe veranderd te zijn. „Evenals mijn man". Maar er is veel verdrietigs in hun leventje gekomen. „Goed we kunnen het nu financieel redelijk doen. Hoeven niet op elke cent te kijken. Maar we zijn ons huis kwijt. Voelen ons in de kerk vaak niet meer thuis. Er is zoveel anders ge worden, ook daar. Wat ons vroeger als onwrikbare zaken van geloof en zeden is inge prent, blijkt nu allemaal fran je te zijn geweest. Door men sen, pastoors, erin gebracht om ons in hun macht te houden. Maar wij waren gelukkig met die geborgenheid, met de ze kerheden die de kerk ons daardoor gaf. Ondanks alle el lende, alle armoede, alle on rechtvaardigheden ook. Voor ons was de kerk het enige vaste en zekere in een leven waarin alles verder onzeker was en grauw. wij genoten van de pracht en de praal van de hoogmis, de zang. Noemt u maar op. Nee, we verstonden van dat Latijn natuurlijk geen woord. Maar wat gaf dat? We voelden ons opgenomen in een ge meenschap. Die kerk, met haar rijkdom, haar sacramen ten en haar kloosters, haar in vloed was óók van ons. Dat was, kunt u stellen, de enige glans, het enige geluk in ons leven. We waren zo opgevoed. Voor mijn man en mij is een bisschop nog steeds een mon seigneur en geen „meneer de bisschop". Ze zucht, schenkt eens thee in. „Wij gaan nog elke zondag naar de kerk. Maar we begrij pen heel veel niet meer. Het is vaak, zo voelen wij dat, zo gewoontjes geworden. Voor de jongeren is dat misschien wel de enige weg. Voor ons niet. Wij kunnen dat niet meer. Het is allemaal zo koud en koel en kaal". Ze onderstreept. Om geen misverstand te wekken. „Het is wel goed dat ook in onze kerk veel veranderd is. Maar waarom kunnen die jongeren, ook de jonge geestelijken, niet wat meer rekening met ons ouderen houden? Het is óók onze kerk! Nee, wij gaan niet naar die Confrontatie-mensen. Die willen iets terug hebben dat ook niet zo best was. Er was een hele boel mis in die kerk van onze jeugd. Dat zien wij ook wel in. Maar daarom hoef je toch niet alles over boord te gooien. Wij worden er koud van als in de eigen familie jonge mensen maar praten over abortus of het niets is. Geboortenregeling? Daar kunnen we wel inkomen. Maar je kunt toch maar niet een begin van menselijk leven beëindigen, omdat je dat leven niet wilt laten komen? En dat celibaat! Het kan ons niet schelen, als er getrouwde priesters komen. Maar waarom moeten juist de jongelui die nog priester moeten worden zo hard schreeuwen? Als ouderen het hebben kunnen volbren gen, waarom zij dan bij voor baat al niet? Dat begrijpen we niet. Gé kwam laatst thuis met het verhaal van iemand die enkele maanden priester was en toen al was uitgetreden, omdat hij een meisje had ont moet. Zo'n man moest zich schamen. Hij moest ook heel stil zijn. Maar die schreeuwen juist het hardtst Ze heeft een hoogrode kleur gekregen. Slikt. „Weet u, de mensen verdragen elkaar niet meer. Dat geldt ook voor de kerk. En in dé kerk. Theolb- gen vechten over zaken die ons gewone mensen geen lor interesseren. Hét is hun boter ham. Maar het is ons leven waarover zij muggenziften. Daar hebben wij verdriet over. De enige zekerheid is ons leven is verdwenen". (Van een onzer redacteuren) ROTTERDAM Dezer dagen is hel ruim een jaar geleden dat kapelaan dr. A. J. Simonis be noemd werd tot bisschop van Rotterdam. Zijn benoeming vormde het sein tot grote beroering in de Nederlandse katholieke kerken en daar buiten. Dagenlang was de zogenaamde kwestie- Simonis voorpaginanieuws, tot in buitenlandse kranten toe. Een jaar later heeft een van onze redacteuren mgr. Simonis enkele v-ragen voorgelegd met betrekking tot zijn beleid. Een neerslag daarvan vindt men in dit interview. Uw benoeming tot bisschop van Rotterdam is nu ruim een jaar geleden afgekomen. Zou u een algemene indruk kunnen geven over het af gelopen jaar? „Hoe ik er nu tegenaan kijk? Er zijn veel positieve dingen zoals de grote be trokkenheid van zoveel mensen bij het wel en wee vah de kerk. Juist in deze turbulente tijden zijn er heel wat mensen, die echt meeleven. Dat is bijvoor beeld gebleken bij de bij eenkomst over de financiële reorganisatie. Wat daar in het Kurhaus gebeurde, was voor mij een openbaring. Iemand uit het bedrijfsleven zei me: „Het is een wonder, dat zoiets nog voorkomt in een tijd van crisis. Dat zijn toch mensen, die dat alle maal in hun vrije tijd doen." Dan is er het vele werk, dat de priesters doen en overal waar je komt is er erg veel betrokkenheid van de mensen bij de liturgische vieringen. Positief is ook het gebed van veel mensen. Ik voel mij daar echt door ge steund. Er zijn wel negatieve din gen. Je eigen onvermogen bijvoorbeeld. Zo'n bisdom alleen bedrijfsmatig is het al een reusachtig geval en krijg daar nu maar eens een beetje greep op. Ik ben elke zaterdag en zondag en door de week ook nog, in een andere parochie. De helft van de tijd ben je aan het vergaderen. Ik geloof, dat we daar toch een ver eenvoudiging in moeten' krijgen. Het overstelpende werk is een heel negatief iets. Je komt er nooit door of je komt ergens niet aan toe. Ik zit met stapels post en ik weet er geen raad. mee. Je moet al die mensen te rugschrijven in een kort briefje, waarin je hun meest al niet een bevredigend ant woord kunt geven." Hebt u de indruk, dat de tegenstellingen binnen het bisdom sinds uw benoe ming minder scherp zijn ge worden? „Ja, ik heb wel het idee, dat de tegenstellingen min der scherp zijn. Dat ze hier en daar toch wel leven, juist rond mijn persoon, nu, dat kan ik me levendig voorstel len. Ik was voor een hele boel mensen nu niet de kan didaat van hun keuze. Men heeft wel voortdurend ge zegd: het gaat niet om zijn persoon, maar ik heb deze abstractie nooit kunnen aan vaarden. Het gaat ook om ideeën en die kan ik nu een maal niet losmaken van mijn persoon. Zo ben ik en zo denk ik. Ik probeer wel zo genuanceerd mogelijk ie denken je moet je in ge weten natuurlijk voortdu rend veranderen als dat no dig is, maar je mag jezelf ook niet ontrouw worden. Er zijn mensen, die zeggen, dat ik niet kan luisteren, maar ik heb het idee, dat ze bedoelen: hij wordt het niet met me eens. Ik weet echt wel zo ongeveer wat er bij een ander leeft en wat men wil. Maar ik kan het er niet mee eens zijn. Als men in discussies opmerkt: hij luis tert niet of hij kan niet luis teren, dan denk ik op mijn beurt wel eens: andersom is dat toch precies hetzelfde." Hoe werkt de formule „riskerend vertrouwen" bin nen het bestuur van het bis dom? „Ik moet zeggen, dat die formule „riskerend ver trouwen" mij niet zo ligt. Elk vertrouwen houdt een zeker risico in en het kan ook betekenen: „nou ja, vooruit." Wel, er zijn wel spanningen dat wisten we van te voren maar er is in elk geval niets gespron gen. Er is in die tussentijd ook bestuurd, ook al merkt men daar weinig van. Het heeft ook wel moeite ge kost. En wat het aanvaarden door de gelovigen betreft: dat is persoonlijk gekleurd. Je trekt mensen naar je toe die congeniaal zijn. Ik krijg veel kritiek van laten we voor het gemak zeggen de linkerkant en van de rechterkant. Links zegt: U gaat niet mee met de tijd. En de rechterkant nou, de brieven die ik daarvan krijg. U moet zus en u moet zo." Is polarisatie uw grootste probleem? „Niet het grootste, wel een groot. Een van de oplossin gen ervoor zie ik in het be vorderen van een legitieme pluriformiteit. Maar dan moeten we wel proberen het erover eens te worden wat nu legitiem is en wat niet. Pluriformiteit heeft abso luut grenzen. Het is een goe de zaak, maar als het een mooi woord gaat worden om de meest fundamentele tegenstellingen te dekken, dan zitten we verkeerd. Dan komt er een ogenblik, waar op we ons allen gezamenlijk moeten buigen voor het woord Gods, zoals het door de kerk wordt verstaan en door paus en bisschoppen gezagvol wordt uitgelegd. We zitten in een over gangssituatie. Velen zijn een beetje het stuur kwijt. Als bisschop die geroepen is om eenheid te scheppen moet je de mensen de kans geven zich te hervinden. Dat kan niet ten eeuwigen dage du ren. Vroeg of laat komt er een tijd, dat je moet kiezen of delen. Dat is een sociolo gisch gegeven." Als polarisatie niet het grootste probleem is, welk is het dan wel? „Het eigenlijke probleem ligt dieper. Het is de crisis rond het godsgeloof. Is God een persoon, die vraagt als zodanig geëerbiedigd te wor den of vind ik God alleen maar in de medemens? Daar vindt naar mijn mening de polarisatie haar oorsprong. En dan met name in de cri sis rond het geloof in Gods persoonlijke bemoeienis met mijn leven en vandaar uit ook in het geloof in een per soonlijk eeuwig leven. Met Kerstmis in de gedachten kunnen we zeggen: eer aan God in de hoge en vrede op aarde. Die eer aan God is de basis voor de onderlinge vrede. Er zijn er die zeggen: eer aan God betekent je naaste liefhebben. Maar God wil ook apart aanbeden wor den en verheerlijkt. En als u vraagt: wat acht u vóór alles belangrijk, dan is dat het bevorderen van de per soonlijke relatie met God in gebed, sacrament en bezin ning. Maar dan wel als uitgangs punt om de dienstbaarheid aan de wereld consequent vol te houden. Dat is nou het ongeluk van de hele polari satie, dat je elke keer erbij moet zeggen: ja, maar weet wel goed, wat ik bedoel. Wanneer ik dus de eer van God voorop wil stellen, dan wil ik oprecht tot verbete ring van de wereld en het lenigen van de nood op geen enkele wijze uitsluiten. En dat is eigenlijk ook de lijn van de jongerenbrief: de wijnstok en de ranken, die met elkaar verbonden moe ten blijven. Geloof in Chris tus en de kerk, want je doet het niet alleen, maar in ver bondenheid, samen en in dienstbaarheid aan de sa menleving." Als u het bevorderen van die persoonlijke relatie het belangrijkste acht, hoe denkt u zich dat dan concreet? „Dat is een grote moeilijk heid. Hoe moet je dat stimu leren? Aan aansporende bis schoppelijke woorden laat men zich niet al te veel. ge legen liggen. Daarbij komt dat men op zoek is naar nieuwe gebedsvormen. Wat ik zelf in de liturgie ontzettend belangrijk vind, is het element stilte. Opdat de mensen in de gaten heb ben waar het nu eigenlijk om gaat. In dit verband zou ik ook willen wijzen op het stiltecentrum in Leidschen- dam. Daar heeft het bisdom uit zijn schaarse mankracht met opzet een priester voor vrijgesteld om eens te kijken wat de ervaringen zijn, voor al met jonge mensen en hoe van die ervaringen uit tot meer concrete ideeën kan worden gekomen. Daarnaast zou ik er dan ook op willen wijzen, dat abdijen en kloos ters er niet voor niets zijn. Gewoon eens een dag daar naar toe trékken, wat jon geren ook gelukkig steeds meer doen. Naast een gewo ne vakantie een godsdiensti ge vakantie." Maar is er nog veel gods dienstige apathie? „Ja, die is er helaas. De oorzaken zijn heel verschil lend. Mijns inziens komt ze dikwijls voort uit het feit dat men een volmaakte kerk wil, dat wil zeggen een kerk van volmaakte mensen. Maar dat is op deze wereld niet mogelijk. Vroeg of laat zal men opnieuw tot een be wuste keuze moeten komen om te willen behoren tot de ze beperkte kerk. Een be wuste keuze ook om mee te werken aan vernieuwing van die kerk, daarbij we tend, dat alles niet tegelijk kan en dat volmaakte hier op aarde niet komt. Ik bedoel niet: suf dan maar in, want er is toch niets aan de doenIk mag ook niet zeggen: ik ben nu eenmaal zo, dus doe ik er maar niets meer aan. Het beperkt zijn mag geen alibi worden om niets meer te do.n. Laat ik dit vooral er bij zeggen, want in deze tijd van polarisatie loop je voort durend de kans verkeerd verstaan te worden. Dat blijkt bij alles wat ik zeg: vijftig procent is er tegen en de andere helft vindt het prachtig. Veel brieven voor, maar ook veel brieven tegen." Een van de grote proble men is dat van de man kracht. Ziet u na de bis schopssynode in Rome nog perspectieven? „Van de synode uit zie ik wel een zekere opening naar de toekomst wat de wijding van de gehuwde man be treft. Maar gezien de grote reserve die daar is uitge sproken, lijkt het me voor Nederland geen zaak waar men al te snel op moet reke nen. Er komt nu een uitda ging om de leek actief te be trekken in de zielzorg, naar de mate van zijn mogelijk heid. Ik denk bijvoorbeeld aan het systeem van ouder lingen, die bij huisbezoek kunnen worden ingescha keld. De vraag naar het dia kenambt zal in dit licht ook spoedig onder het oog moe ten worden gezien. Maar dat is een zaak van de bisschop- lenconferentie." (Van onze onderwijsredacteur) UTRECHT Voorzitter Th. Knippen heeft gistermiddag op de eerste algemene vergadering van de Katholieke Onderwijs Ver eniging gezinspeeld op aansluiting bij het N.K.V. Van NKV-zijde is de laatste tijd herhaaldelijk opgemerkt dat de onderwijzers en leraren de vakbeweging een stuk des kundigheid onthouden aoo; zich niet aan te sluiten. De Algemene Bond van Onder wijzend Personeel is wel bij het NVV aangesloten. De heer Knippen zei in zijn jaarrrede: „Onze structuur komt in grote lijnen oveiben met die van onze collega's bij het protestants-christelijke en Jiet openbare onderwijs, waar door' het binnen de ANOF moelijk wordt ook op deelter reinen nuttige dwarsverbin dingen te leggen". Hij sloot zich ook aan bij de gedachten van ..St. Bernard-us'" over één landelijkte organisatie voor alle katholieke onder wijsgevenden in Nederland. Anderzijds, aldus de heer Knippen, oefenen wij als niet- aangeslotene bij een vakcen trale niet de minste invloed uit op het overleg in de SER en de Stichti-nig van de Ar beid. Hij meende dat na stabilisa tie van de nieuwe structuur aandacht geschonken zal moe ten worden aan een „nadere SEATTLE (DPA) De ve le duizenden werklozen in Seattle en omgeving, in het noordwesten van de V.S., be hoeven de komende tijd niet van honger om te komen. Het Amerikaanse ministerie, van landbouw heeft besloten zijn opslagplaatsen te openen en voor een bedrag van 6,5 mil joen gulden aan gedroogde bo nen, vleesconserven en meel onder de werklozen van deze streek uit te delen. Met de kerstdagen is men hiermee al begonnen. In een leegstaande supermarkt in het centrum van Seattle en in de plaatsjes Everett en Taeoma zijn distributiecentra inge richt. Het ministrie is tot deze on gebruikelijke stap gekomen door een gift in na-tura en geld van de Japanse „zusterstad" Kobe, die nog meer hulp voor de Amerikaanse werklozen heeft toegezegd. Volgens het Britse blad „Observer" is deze Japanse gift de eerste hulp die de V.S. sinds 200 jaar uit het buitenland hebben ontvangen. De democratische senator Warren G. Magnuson noemde het „beschamend" dat men in het buitenland meer voor de hongerende bevolking doet dan het eigen ministerie van land bouw. Het afgelopen jaar is de eco nomie van Sattle en omgeving aanzienlijk slechter geworden. Het aantal werknemers bij de Boeing-vliegtuigfa-briek-en, de grootste wel-kgever in deze streek, is sterk gedaald. Boven dien hebben stakingen hun in vloed doen gelden op het werk In de havens, de houtfabrieken en andere industrietakken. betrokkenheid bij het gehele maatsehappelijkbestel". De Katholieke Ondterwijs Vereniging is sinds 1 januari 1972 de opvolger van het Ka tholieke Onderwijzers Ver bond waarin vijf gefedereerde diocesane verenigingen samen werkten. Vanaf die datum is ook de Bond ter Bevordering van het R.-K. Buitengewoon Onderwijs als B.O.-sectie tot dfe K.O.V. toegetreden. UTRECHT (ANP) De vervoersbonden hebben bij de werkgeversorganisaties voor stellen ingediend vöor de CAO- 1972 voor het beroepsgoederen- vervoer over de weg, die bin nen het kader van het mati gingsplan van de vakcentrales blijven. Ze hebben daarbij echter laten weten, dat ze hun opvattingen over de achter stand van de 30.000 werkne mers in deze bedrijfstak na drukkelijk handhaven. Die opvattingen zijn vorig jaar neergelegd in een memo randum waarin de bonden stelden, dat het personeel zijn werk moet verrichten „voor lo nen die lager zijn dan de ge middelde lonen in het bedrijfs leven, slechtere secundaire ar beidsvoorwaarden en langere werktijden". De bonden hebben nu voor gesteld 8 procent van de waar deringspremie op te nemen in het weekloon van de chauffeur om dit bedrag vervolgens met 7,10 te verhogen tot 225,26. Daarnaast vragen ze een com pensatie van de prijsstijgingen per 1 juli en 1 december. Per 1 januari zou al een „opstapje1 moeten worden gegeven in de vorm van een voorschot van 3 procent op de prijscompensatie. Dan hoeft per 1 december pas te worden nagegaan hoeveel er nog op grond van de index- erin-gsclausule moet worden betaald. DEN HAAG (ANP) Het voornemen van de EEG, bij het sluiten van een preferentieel hadelsakkoord met Egypte, niet aan te dringen op aanvaar ding van de z.g. anti-boycot clausule, kan een gevaarlijke precedent-werking hebben, al dus het Tweede-Kamerlid mr. M. van der Stoel (PvdA) in vragen, die hij als lid van het Europese parlement aan de Eu ropese commissie heeft gesteld. Mr. Van der Stoel vraagt de commissie, vast te houden aan onvoorwaardelijke aanvaarding van de bgycotclausule, gezien de precedent-werking die van een andere procedure kan uit gaan. Brieven voor deze rubriek moeten met volledige naam en adres worden ondertekend. Bij publïkatte zullen deze vermeld worden. Slechts bij hoge uit zondering zal van deze regel worden afgeweken. Naam en adres zijn dan bij de redactie bekend. Publikatie van brie ven (verkort of onverkort) beteken» niet dat de redactie het in alle gevallen eens is met inhoud, c.q. strekking. De stelling van mevrouw Klara Will, die meent dat „on ze drie", uit wraak zijn ver oordeeld, moet ik ten stelligste bestrijden, omdat ik onze jus titie bekwaam genoeg acht, re delijk te vonnissen. Er zijn trouwens wel degelijk gelijke straffen tégen Nederlanders uitgevaardigd. Veel doodstraf fen zijn uitgevoerd en de rest is begenadigd tot levenslang, dus precies zoals de drie. Iets anders is, dat alleen „de drie" na het uitzitten van hun straf worden vastgehouden, wat zeer onrechtvaardig is. Met mevrouw Will vind ik dat de regering er goed aan had gedaan, om dit onrecht ter ge legenheid van Kerstmis zo ver mogelijk te herstellen. BREDA M. Elzas-Groot. BELGRADO (AFP) In Zuid-Slavië zijn zeven jonge lui wegens het zingen van on gewenste liedjes elk tot twee maanden gevangenisstraf ver oordeeld. Op het station van Benkovac, bij Zadar, hadden ze „blind- nationalistische" liedj es ge- zongen, beledigend voor de Zuidslavische leiders en „bij dragend tot haat tussen volke ren", zo meldde gisteren het blad „Vjesnik". Alle zeven werkten ze in het buitenland (West-Duitsland en Zwitser land). Ze waren in Zuid-Slavdë met vakantie. Eveneens om politieke rede nen zijn in Bosanska Krupa (Bosnië) vier personen tot vijf tig a -zestig dagen celstraf ver oordeeld. Twee van hen hadden met een vuurwapen geschoten op een gedenkteken voor twee duizend burgers, die in de oor log door de Nazi's waren ver moord. (Van een onzer verslaggevers) HEERLEN Nadat enkele weken geleden als gevolg van een al geruime tijd durende be stuurscrisis 2 van de 6 com missarissen van het Limburgs Dagblad te Heerlen hun functie hadden neergelegd, is volgens een gisteren verschenen com muniqué drs. J. van Neerven als hoofdredacteur van deze krant afgetreden. Met ingang van 1 januari is de heer Jo Groen, chef-redac teur, benoemd tot waarnemend hoofdredacteur van het Lim burgs Dagblad. De heer Van Neerven blijft vooralsnog als directeur in functie. Reden van het ontslag zou zijn, dat de salariseisen van de directeur-hoofdredacteur een onverantwoorde belasting zou den vormen. Binnenskamers zijn de heer Van Neerven evenwel ook en kele beleidsfouten verweten. BLOEMENDAAL (ANP) Het essentieel belang van de Rijn voor do drinkwatervoor ziening in Nederland zal steeds groter worden. De waterbedrij ven zullen in gunstige tijden re serves moeten vormen om tij dens perioden van vervuiling van het oppervlaktewater van de Rijn de kraan enige tijd te kunnen dichtdraaien. Dit zei gistermorgen de heer C. Prey, directeur van het pro vinciaal waterleidingbedrijf Noord-Holland, in zijn nieuw jaarstoespraak voor het perso neel. Hij deelde mee, dat er plannen zijn om na voltooiing van de Markerwaard een groot spaarbekken in het IJsselmeer ten zuidoosten van Enkhuizen aan te leggen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1972 | | pagina 9