„De enige zekerheid in ons leven is verdwenen"
50
MGR. SIMONIS:
„Ik krijg veel
kritiek van
linksen
van rechts"
Nieuwe K.O.V.
ook in N.K.V.?
Vervoersbonden
dienen cao-
voorstellen in
binnenland
buitenland
ZORGEN
-PLUSSERS
gezicht van een generatie
door JACQUES LEVIJ
BEGRI1
,,Als je voor een
,,Als je voor een dubbeltje
geboren bent word je nooit
een kwartje"
Japanse hulp
voor
werklozen
in Amerika
EG'YPTE-EEG
Van der Stoel
waarschuwt
papier
oor uw pen
Wraak
Z.-Slavische
zangers
de cel in
Waarnemend
hoofdredacteur hij
Limburgs
Dagblad benoemd
RIJN
BELANGRIJK
ALS WATER
LEVERANCIER
Dinsdag 4 januari 1972
ii
UEN kleine wat schrale
-*-1 vrouw met een vermoeid
gezicht. Werkhanden die
nerveus bewegen. Ze praat,
aanvankelijk, moeilijk. Zoekt
naar de juiste woorden Kijkt
schuchter haar bezoeker aan.
Ontdooit wat als deze een
goed toehoorder blijkt te zijn
met begrip voor wat zij bedoelt
te zeggen. „Ik ben de oudste uit
een groot gezin. Een goed ka
tholiek gezin. Twee van mijn
broers zijn priesters, een zus
is in de missie, in Afrika. Ik
ben in 1910 geboren. Ja, ik
ben dus 1S1. We, Gé, m'n man
en ik, hebben 6 kinderen. Die
zijn allemaal de deur uit. We
hebben al 14 kleinkinderen.
Onze dochter Gezina is kloos
terlinge. Gé, hij is een jaar
jonger dan ik, is timmerman
We zijn in 1932 getrouwd. Tot
die tijd heb ik altijd thuir
gewerkt, moeder helpen met
dat hele stel. Ik heb er nooi
een hekel aan gehad. Als Onze
Lieve Heer dat voor je heeft
weggelegd, moet je het maar
aanvaarden".
Ze haalt wat gejaagd een
trommeltje met koekjes uit de
kast. Schenkt thee in, morst
over een schoteltje. Presen
teert uit het trommeltje. Glim
lacht plotseling. Dan lichten
haar ogen op en u krijgt haar
gezicht een zachte trek. ,„Ja,
we zijn oud, Gé en ik. Dat
voelen we dagelijks sterker.
Niet lichamelijk. Goed, ik wil
wel eens graag tot half negen
in bed blijven. Er is hier niet
veel meer voor me te doen.
Iedereen is weg. Nee, ik ge
loof dat wij beiden ons oud
voelen, omdat we het allemaal
niet meer kunnen begrijpen
wat er om ons heen gebeurt.
Zelfs vaak de kinderen niet
meer. En enkele kleinkinderen
die al min of meer volwasse
nen zijn, zijn eigenlijk volsla
gen vreemden voor ons".
Ze vertelt over het ouderlijk
huis. Het bar grote gezin. „Al
tijd zorgen, vooral van geldelij-
kennen op een patronaats
feestje. „We trouwden in de
barre crisistijd. Toen dat ge
beurde was Gé zonder werk.
Dat was toen zo. Op en af met
het werk. Als we hadden moe
ten wachten tot hij wat meer
zekerheid had, zou het nog ja
ren hebben geduurd. „Eerste
huwelijksjaren dus met heel
veel zorgen, met werkverschaf
fing in Drente voor haar man
die daardoor bijna nooit thuis
zat, was dat voor ons zo."
De oorlog zijn ze redelijk
doorgescharreid. Gé kreeg
werk en verdiende geld. „We
konden er steeds minder voor
kopen. Als je voor een dub
beltje geboren bent, word je
nooit een kwartje. We hebben
er, voor de oorlog, wel eens
over gedacht bij de NSB te
gaan. Is er nooit van gekomen.
Gelukkig maar, achteraf". Na
de oorlog kwam Gé in zijn
Vorige artikelen in
leze serie in dit blad
van 24 december, 28
december en 30 de
cember.
ke aard. Maar ook altijd een
goede sfeer. Er kon van alles
en je voelde je opgenomen in
een echte familie. Je liet elk
aar niet in de steek. Deed je
al niet als kinderen, op straat,
als er ruzie was. Ik bleef na
school, alleen de lagere na
tuurlijk, thuis. Moeder kon
best zo'n hulp gebruiken.
Hoogtepunten in mijn leventje
waren de contacten via de pa
rochie. De glans, zondags, van
de hoogmis, de kerstnacht -
we sloegen die nooit over - de
kleine vreugden van zo'n groot
gezin." Ze leerde haar man
Met snel vier kinderen. „Maar
toch hadden we het samen wel
goed. Hoewel, dat jarenlang
leven op de grens van de ar
moede....! We hebben otk wel
ruzies gehad, verweten elkaar
dan van alles. Hadden dan
meestal later spijt. Maar wat
konden we doen? We waren
van huis uit traditioneel ka
tholiek. Dus stemden we ook
altijd katholiek. Hebben wel
eens het gevoel gehad dat het
helemaal scheef zat. Maar ja,
als onze katholieke voorman
nen zeiden dat iets op een
dergelijke manier in elkaar
vak goed aan de slag. „Dat
mocht ook wel. We waren al
zo'n jaar of 13 getrouwd. Die
ellendetijd heeft mij en hem,
en onze oudere kinderen, voor
goed getekend. Wij raken die
vrees, die angst voor de toe
komst nooit meer kwijt. U ziet
het nu weer. Het gaat wat
slechter en de kleine man gaat
de straat op. Goed, er zijn nu
sociale uitkeringen. Maar de
bezitters knijpen ons nog
steeds uit".
Ze schrikt van haar eigen
opmerking. Denkt nu even na.
„Kijk, dat zou ik 10 jaar gele
den niet hebben durven zeg
gen. Maar de kinderen, en de
oudste kleinkinderen, hebben
me zo gemaakt. Zij zouden
niet meer slikken wat ze ons
hebben aangedaan. Arm en
dom houden. Maar toch heb ik
vooral met die jonge mensen
wel te doen. Ze lijken zo! ze
ker van hun zaken, hebben
uitgesproken meningen over
alles. Maar zijn ze wel zo
zeker"?
Ze geeft toe veranderd te
zijn. „Evenals mijn man".
Maar er is veel verdrietigs in
hun leventje gekomen. „Goed
we kunnen het nu financieel
redelijk doen. Hoeven niet op
elke cent te kijken. Maar we
zijn ons huis kwijt. Voelen
ons in de kerk vaak niet meer
thuis. Er is zoveel anders ge
worden, ook daar. Wat ons
vroeger als onwrikbare zaken
van geloof en zeden is inge
prent, blijkt nu allemaal fran
je te zijn geweest. Door men
sen, pastoors, erin gebracht om
ons in hun macht te houden.
Maar wij waren gelukkig met
die geborgenheid, met de ze
kerheden die de kerk ons
daardoor gaf. Ondanks alle el
lende, alle armoede, alle on
rechtvaardigheden ook. Voor
ons was de kerk het enige
vaste en zekere in een leven
waarin alles verder onzeker
was en grauw.
wij genoten van de pracht
en de praal van de hoogmis,
de zang. Noemt u maar op.
Nee, we verstonden van dat
Latijn natuurlijk geen woord.
Maar wat gaf dat? We voelden
ons opgenomen in een ge
meenschap. Die kerk, met
haar rijkdom, haar sacramen
ten en haar kloosters, haar in
vloed was óók van ons. Dat
was, kunt u stellen, de enige
glans, het enige geluk in ons
leven. We waren zo opgevoed.
Voor mijn man en mij is een
bisschop nog steeds een mon
seigneur en geen „meneer de
bisschop".
Ze zucht, schenkt eens thee
in. „Wij gaan nog elke zondag
naar de kerk. Maar we begrij
pen heel veel niet meer. Het
is vaak, zo voelen wij dat, zo
gewoontjes geworden. Voor de
jongeren is dat misschien wel
de enige weg. Voor ons niet.
Wij kunnen dat niet meer. Het
is allemaal zo koud en koel en
kaal".
Ze onderstreept. Om geen
misverstand te wekken. „Het
is wel goed dat ook in onze
kerk veel veranderd is. Maar
waarom kunnen die jongeren,
ook de jonge geestelijken, niet
wat meer rekening met ons
ouderen houden? Het is óók
onze kerk! Nee, wij gaan niet
naar die Confrontatie-mensen.
Die willen iets terug hebben
dat ook niet zo best was. Er
was een hele boel mis in die
kerk van onze jeugd. Dat zien
wij ook wel in. Maar daarom
hoef je toch niet alles over
boord te gooien. Wij worden
er koud van als in de eigen
familie jonge mensen maar
praten over abortus of het
niets is. Geboortenregeling?
Daar kunnen we wel inkomen.
Maar je kunt toch maar niet
een begin van menselijk leven
beëindigen, omdat je dat leven
niet wilt laten komen? En dat
celibaat! Het kan ons niet
schelen, als er getrouwde
priesters komen. Maar waarom
moeten juist de jongelui die
nog priester moeten worden zo
hard schreeuwen? Als ouderen
het hebben kunnen volbren
gen, waarom zij dan bij voor
baat al niet? Dat begrijpen we
niet.
Gé kwam laatst thuis met
het verhaal van iemand die
enkele maanden priester was
en toen al was uitgetreden,
omdat hij een meisje had ont
moet. Zo'n man moest zich
schamen. Hij moest ook heel
stil zijn. Maar die schreeuwen
juist het hardtst
Ze heeft een hoogrode kleur
gekregen. Slikt. „Weet u, de
mensen verdragen elkaar niet
meer. Dat geldt ook voor de
kerk. En in dé kerk. Theolb-
gen vechten over zaken die
ons gewone mensen geen lor
interesseren. Hét is hun boter
ham. Maar het is ons leven
waarover zij muggenziften.
Daar hebben wij verdriet
over. De enige zekerheid is
ons leven is verdwenen".
(Van een onzer redacteuren)
ROTTERDAM Dezer dagen is hel ruim een
jaar geleden dat kapelaan dr. A. J. Simonis be
noemd werd tot bisschop van Rotterdam. Zijn
benoeming vormde het sein tot grote beroering
in de Nederlandse katholieke kerken en daar
buiten. Dagenlang was de zogenaamde kwestie-
Simonis voorpaginanieuws, tot in buitenlandse
kranten toe.
Een jaar later heeft een van onze redacteuren mgr.
Simonis enkele v-ragen voorgelegd met betrekking tot
zijn beleid. Een neerslag daarvan vindt men in dit
interview.
Uw benoeming tot bisschop
van Rotterdam is nu ruim
een jaar geleden afgekomen.
Zou u een algemene indruk
kunnen geven over het af
gelopen jaar?
„Hoe ik er nu tegenaan
kijk? Er zijn veel positieve
dingen zoals de grote be
trokkenheid van zoveel
mensen bij het wel en wee
vah de kerk. Juist in deze
turbulente tijden zijn er
heel wat mensen, die echt
meeleven. Dat is bijvoor
beeld gebleken bij de bij
eenkomst over de financiële
reorganisatie. Wat daar in
het Kurhaus gebeurde, was
voor mij een openbaring.
Iemand uit het bedrijfsleven
zei me: „Het is een wonder,
dat zoiets nog voorkomt in
een tijd van crisis. Dat zijn
toch mensen, die dat alle
maal in hun vrije tijd doen."
Dan is er het vele werk,
dat de priesters doen en
overal waar je komt is er
erg veel betrokkenheid van
de mensen bij de liturgische
vieringen. Positief is ook het
gebed van veel mensen. Ik
voel mij daar echt door ge
steund.
Er zijn wel negatieve din
gen. Je eigen onvermogen
bijvoorbeeld. Zo'n bisdom
alleen bedrijfsmatig is
het al een reusachtig geval
en krijg daar nu maar eens
een beetje greep op. Ik ben
elke zaterdag en zondag en
door de week ook nog, in
een andere parochie. De
helft van de tijd ben je aan
het vergaderen. Ik geloof,
dat we daar toch een ver
eenvoudiging in moeten'
krijgen. Het overstelpende
werk is een heel negatief
iets. Je komt er nooit door
of je komt ergens niet aan
toe. Ik zit met stapels post
en ik weet er geen raad. mee.
Je moet al die mensen te
rugschrijven in een kort
briefje, waarin je hun meest
al niet een bevredigend ant
woord kunt geven."
Hebt u de indruk, dat
de tegenstellingen binnen
het bisdom sinds uw benoe
ming minder scherp zijn ge
worden?
„Ja, ik heb wel het idee,
dat de tegenstellingen min
der scherp zijn. Dat ze hier
en daar toch wel leven, juist
rond mijn persoon, nu, dat
kan ik me levendig voorstel
len. Ik was voor een hele
boel mensen nu niet de kan
didaat van hun keuze. Men
heeft wel voortdurend ge
zegd: het gaat niet om zijn
persoon, maar ik heb deze
abstractie nooit kunnen aan
vaarden. Het gaat ook om
ideeën en die kan ik nu een
maal niet losmaken van mijn
persoon. Zo ben ik en zo
denk ik. Ik probeer wel zo
genuanceerd mogelijk ie
denken je moet je in ge
weten natuurlijk voortdu
rend veranderen als dat no
dig is, maar je mag jezelf
ook niet ontrouw worden.
Er zijn mensen, die zeggen,
dat ik niet kan luisteren,
maar ik heb het idee, dat ze
bedoelen: hij wordt het niet
met me eens. Ik weet echt
wel zo ongeveer wat er bij
een ander leeft en wat men
wil. Maar ik kan het er niet
mee eens zijn. Als men in
discussies opmerkt: hij luis
tert niet of hij kan niet luis
teren, dan denk ik op mijn
beurt wel eens: andersom is
dat toch precies hetzelfde."
Hoe werkt de formule
„riskerend vertrouwen" bin
nen het bestuur van het bis
dom?
„Ik moet zeggen, dat die
formule „riskerend ver
trouwen" mij niet zo ligt.
Elk vertrouwen houdt een
zeker risico in en het kan
ook betekenen: „nou ja,
vooruit." Wel, er zijn wel
spanningen dat wisten
we van te voren maar er
is in elk geval niets gespron
gen. Er is in die tussentijd
ook bestuurd, ook al merkt
men daar weinig van. Het
heeft ook wel moeite ge
kost.
En wat het aanvaarden
door de gelovigen betreft:
dat is persoonlijk gekleurd.
Je trekt mensen naar je toe
die congeniaal zijn. Ik krijg
veel kritiek van laten we
voor het gemak zeggen
de linkerkant en van de
rechterkant. Links zegt: U
gaat niet mee met de tijd.
En de rechterkant nou,
de brieven die ik daarvan
krijg. U moet zus en u moet
zo."
Is polarisatie uw grootste
probleem?
„Niet het grootste, wel een
groot. Een van de oplossin
gen ervoor zie ik in het be
vorderen van een legitieme
pluriformiteit. Maar dan
moeten we wel proberen het
erover eens te worden wat
nu legitiem is en wat niet.
Pluriformiteit heeft abso
luut grenzen. Het is een goe
de zaak, maar als het een
mooi woord gaat worden
om de meest fundamentele
tegenstellingen te dekken,
dan zitten we verkeerd. Dan
komt er een ogenblik, waar
op we ons allen gezamenlijk
moeten buigen voor het
woord Gods, zoals het door
de kerk wordt verstaan en
door paus en bisschoppen
gezagvol wordt uitgelegd.
We zitten in een over
gangssituatie. Velen zijn een
beetje het stuur kwijt. Als
bisschop die geroepen is om
eenheid te scheppen moet je
de mensen de kans geven
zich te hervinden. Dat kan
niet ten eeuwigen dage du
ren. Vroeg of laat komt er
een tijd, dat je moet kiezen
of delen. Dat is een sociolo
gisch gegeven."
Als polarisatie niet het
grootste probleem is, welk
is het dan wel?
„Het eigenlijke probleem
ligt dieper. Het is de crisis
rond het godsgeloof. Is God
een persoon, die vraagt als
zodanig geëerbiedigd te wor
den of vind ik God alleen
maar in de medemens? Daar
vindt naar mijn mening de
polarisatie haar oorsprong.
En dan met name in de cri
sis rond het geloof in Gods
persoonlijke bemoeienis met
mijn leven en vandaar uit
ook in het geloof in een per
soonlijk eeuwig leven. Met
Kerstmis in de gedachten
kunnen we zeggen: eer aan
God in de hoge en vrede op
aarde. Die eer aan God is de
basis voor de onderlinge
vrede. Er zijn er die zeggen:
eer aan God betekent je
naaste liefhebben. Maar God
wil ook apart aanbeden wor
den en verheerlijkt. En als
u vraagt: wat acht u vóór
alles belangrijk, dan is dat
het bevorderen van de per
soonlijke relatie met God in
gebed, sacrament en bezin
ning.
Maar dan wel als uitgangs
punt om de dienstbaarheid
aan de wereld consequent
vol te houden. Dat is nou het
ongeluk van de hele polari
satie, dat je elke keer erbij
moet zeggen: ja, maar weet
wel goed, wat ik bedoel.
Wanneer ik dus de eer van
God voorop wil stellen, dan
wil ik oprecht tot verbete
ring van de wereld en het
lenigen van de nood op geen
enkele wijze uitsluiten. En
dat is eigenlijk ook de lijn
van de jongerenbrief: de
wijnstok en de ranken, die
met elkaar verbonden moe
ten blijven. Geloof in Chris
tus en de kerk, want je doet
het niet alleen, maar in ver
bondenheid, samen en in
dienstbaarheid aan de sa
menleving."
Als u het bevorderen van
die persoonlijke relatie het
belangrijkste acht, hoe denkt
u zich dat dan concreet?
„Dat is een grote moeilijk
heid. Hoe moet je dat stimu
leren? Aan aansporende bis
schoppelijke woorden laat
men zich niet al te veel. ge
legen liggen. Daarbij komt
dat men op zoek is naar
nieuwe gebedsvormen.
Wat ik zelf in de liturgie
ontzettend belangrijk vind,
is het element stilte. Opdat
de mensen in de gaten heb
ben waar het nu eigenlijk
om gaat. In dit verband zou
ik ook willen wijzen op het
stiltecentrum in Leidschen-
dam. Daar heeft het bisdom
uit zijn schaarse mankracht
met opzet een priester voor
vrijgesteld om eens te kijken
wat de ervaringen zijn, voor
al met jonge mensen en hoe
van die ervaringen uit tot
meer concrete ideeën kan
worden gekomen. Daarnaast
zou ik er dan ook op willen
wijzen, dat abdijen en kloos
ters er niet voor niets zijn.
Gewoon eens een dag daar
naar toe trékken, wat jon
geren ook gelukkig steeds
meer doen. Naast een gewo
ne vakantie een godsdiensti
ge vakantie."
Maar is er nog veel gods
dienstige apathie?
„Ja, die is er helaas. De
oorzaken zijn heel verschil
lend. Mijns inziens komt ze
dikwijls voort uit het feit
dat men een volmaakte kerk
wil, dat wil zeggen een kerk
van volmaakte mensen. Maar
dat is op deze wereld niet
mogelijk. Vroeg of laat zal
men opnieuw tot een be
wuste keuze moeten komen
om te willen behoren tot de
ze beperkte kerk. Een be
wuste keuze ook om mee te
werken aan vernieuwing
van die kerk, daarbij we
tend, dat alles niet tegelijk
kan en dat volmaakte hier
op aarde niet komt.
Ik bedoel niet: suf dan
maar in, want er is toch
niets aan de doenIk mag
ook niet zeggen: ik ben nu
eenmaal zo, dus doe ik er
maar niets meer aan. Het
beperkt zijn mag geen alibi
worden om niets meer te
do.n. Laat ik dit vooral er
bij zeggen, want in deze tijd
van polarisatie loop je voort
durend de kans verkeerd
verstaan te worden. Dat
blijkt bij alles wat ik zeg:
vijftig procent is er tegen
en de andere helft vindt het
prachtig. Veel brieven voor,
maar ook veel brieven
tegen."
Een van de grote proble
men is dat van de man
kracht. Ziet u na de bis
schopssynode in Rome nog
perspectieven?
„Van de synode uit zie ik
wel een zekere opening naar
de toekomst wat de wijding
van de gehuwde man be
treft. Maar gezien de grote
reserve die daar is uitge
sproken, lijkt het me voor
Nederland geen zaak waar
men al te snel op moet reke
nen. Er komt nu een uitda
ging om de leek actief te be
trekken in de zielzorg, naar
de mate van zijn mogelijk
heid. Ik denk bijvoorbeeld
aan het systeem van ouder
lingen, die bij huisbezoek
kunnen worden ingescha
keld. De vraag naar het dia
kenambt zal in dit licht ook
spoedig onder het oog moe
ten worden gezien. Maar dat
is een zaak van de bisschop-
lenconferentie."
(Van onze onderwijsredacteur)
UTRECHT Voorzitter Th. Knippen heeft gistermiddag op de
eerste algemene vergadering van de Katholieke Onderwijs Ver
eniging gezinspeeld op aansluiting bij het N.K.V.
Van NKV-zijde is de laatste
tijd herhaaldelijk opgemerkt
dat de onderwijzers en leraren
de vakbeweging een stuk des
kundigheid onthouden aoo;
zich niet aan te sluiten. De
Algemene Bond van Onder
wijzend Personeel is wel bij
het NVV aangesloten.
De heer Knippen zei in zijn
jaarrrede: „Onze structuur
komt in grote lijnen oveiben
met die van onze collega's bij
het protestants-christelijke en
Jiet openbare onderwijs, waar
door' het binnen de ANOF
moelijk wordt ook op deelter
reinen nuttige dwarsverbin
dingen te leggen".
Hij sloot zich ook aan bij de
gedachten van ..St. Bernard-us'"
over één landelijkte organisatie
voor alle katholieke onder
wijsgevenden in Nederland.
Anderzijds, aldus de heer
Knippen, oefenen wij als niet-
aangeslotene bij een vakcen
trale niet de minste invloed
uit op het overleg in de SER
en de Stichti-nig van de Ar
beid.
Hij meende dat na stabilisa
tie van de nieuwe structuur
aandacht geschonken zal moe
ten worden aan een „nadere
SEATTLE (DPA) De ve
le duizenden werklozen in
Seattle en omgeving, in het
noordwesten van de V.S., be
hoeven de komende tijd niet
van honger om te komen.
Het Amerikaanse ministerie,
van landbouw heeft besloten
zijn opslagplaatsen te openen
en voor een bedrag van 6,5 mil
joen gulden aan gedroogde bo
nen, vleesconserven en meel
onder de werklozen van deze
streek uit te delen.
Met de kerstdagen is men
hiermee al begonnen. In een
leegstaande supermarkt in het
centrum van Seattle en in de
plaatsjes Everett en Taeoma
zijn distributiecentra inge
richt.
Het ministrie is tot deze on
gebruikelijke stap gekomen
door een gift in na-tura en geld
van de Japanse „zusterstad"
Kobe, die nog meer hulp voor
de Amerikaanse werklozen
heeft toegezegd. Volgens het
Britse blad „Observer" is deze
Japanse gift de eerste hulp die
de V.S. sinds 200 jaar uit het
buitenland hebben ontvangen.
De democratische senator
Warren G. Magnuson noemde
het „beschamend" dat men in
het buitenland meer voor de
hongerende bevolking doet dan
het eigen ministerie van land
bouw.
Het afgelopen jaar is de eco
nomie van Sattle en omgeving
aanzienlijk slechter geworden.
Het aantal werknemers bij de
Boeing-vliegtuigfa-briek-en, de
grootste wel-kgever in deze
streek, is sterk gedaald. Boven
dien hebben stakingen hun in
vloed doen gelden op het werk
In de havens, de houtfabrieken
en andere industrietakken.
betrokkenheid bij het gehele
maatsehappelijkbestel".
De Katholieke Ondterwijs
Vereniging is sinds 1 januari
1972 de opvolger van het Ka
tholieke Onderwijzers Ver
bond waarin vijf gefedereerde
diocesane verenigingen samen
werkten. Vanaf die datum is
ook de Bond ter Bevordering
van het R.-K. Buitengewoon
Onderwijs als B.O.-sectie tot
dfe K.O.V. toegetreden.
UTRECHT (ANP) De
vervoersbonden hebben bij de
werkgeversorganisaties voor
stellen ingediend vöor de CAO-
1972 voor het beroepsgoederen-
vervoer over de weg, die bin
nen het kader van het mati
gingsplan van de vakcentrales
blijven. Ze hebben daarbij
echter laten weten, dat ze hun
opvattingen over de achter
stand van de 30.000 werkne
mers in deze bedrijfstak na
drukkelijk handhaven.
Die opvattingen zijn vorig
jaar neergelegd in een memo
randum waarin de bonden
stelden, dat het personeel zijn
werk moet verrichten „voor lo
nen die lager zijn dan de ge
middelde lonen in het bedrijfs
leven, slechtere secundaire ar
beidsvoorwaarden en langere
werktijden".
De bonden hebben nu voor
gesteld 8 procent van de waar
deringspremie op te nemen in
het weekloon van de chauffeur
om dit bedrag vervolgens met
7,10 te verhogen tot 225,26.
Daarnaast vragen ze een com
pensatie van de prijsstijgingen
per 1 juli en 1 december. Per
1 januari zou al een „opstapje1
moeten worden gegeven in de
vorm van een voorschot van 3
procent op de prijscompensatie.
Dan hoeft per 1 december pas
te worden nagegaan hoeveel er
nog op grond van de index-
erin-gsclausule moet worden
betaald.
DEN HAAG (ANP) Het
voornemen van de EEG, bij het
sluiten van een preferentieel
hadelsakkoord met Egypte,
niet aan te dringen op aanvaar
ding van de z.g. anti-boycot
clausule, kan een gevaarlijke
precedent-werking hebben, al
dus het Tweede-Kamerlid mr.
M. van der Stoel (PvdA) in
vragen, die hij als lid van het
Europese parlement aan de Eu
ropese commissie heeft gesteld.
Mr. Van der Stoel vraagt de
commissie, vast te houden aan
onvoorwaardelijke aanvaarding
van de bgycotclausule, gezien
de precedent-werking die van
een andere procedure kan uit
gaan.
Brieven voor deze rubriek moeten
met volledige naam en adres worden
ondertekend. Bij publïkatte zullen deze
vermeld worden. Slechts bij hoge uit
zondering zal van deze regel worden
afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publikatie van brie
ven (verkort of onverkort) beteken» niet
dat de redactie het in alle gevallen
eens is met inhoud, c.q. strekking.
De stelling van mevrouw
Klara Will, die meent dat „on
ze drie", uit wraak zijn ver
oordeeld, moet ik ten stelligste
bestrijden, omdat ik onze jus
titie bekwaam genoeg acht, re
delijk te vonnissen. Er zijn
trouwens wel degelijk gelijke
straffen tégen Nederlanders
uitgevaardigd. Veel doodstraf
fen zijn uitgevoerd en de rest
is begenadigd tot levenslang,
dus precies zoals de drie.
Iets anders is, dat alleen „de
drie" na het uitzitten van hun
straf worden vastgehouden,
wat zeer onrechtvaardig is.
Met mevrouw Will vind ik dat
de regering er goed aan had
gedaan, om dit onrecht ter ge
legenheid van Kerstmis zo ver
mogelijk te herstellen.
BREDA
M. Elzas-Groot.
BELGRADO (AFP) In
Zuid-Slavië zijn zeven jonge
lui wegens het zingen van on
gewenste liedjes elk tot twee
maanden gevangenisstraf ver
oordeeld.
Op het station van Benkovac,
bij Zadar, hadden ze „blind-
nationalistische" liedj es ge-
zongen, beledigend voor de
Zuidslavische leiders en „bij
dragend tot haat tussen volke
ren", zo meldde gisteren het
blad „Vjesnik". Alle zeven
werkten ze in het buitenland
(West-Duitsland en Zwitser
land). Ze waren in Zuid-Slavdë
met vakantie.
Eveneens om politieke rede
nen zijn in Bosanska Krupa
(Bosnië) vier personen tot vijf
tig a -zestig dagen celstraf ver
oordeeld. Twee van hen hadden
met een vuurwapen geschoten
op een gedenkteken voor twee
duizend burgers, die in de oor
log door de Nazi's waren ver
moord.
(Van een onzer verslaggevers)
HEERLEN Nadat enkele
weken geleden als gevolg van
een al geruime tijd durende be
stuurscrisis 2 van de 6 com
missarissen van het Limburgs
Dagblad te Heerlen hun functie
hadden neergelegd, is volgens
een gisteren verschenen com
muniqué drs. J. van Neerven
als hoofdredacteur van deze
krant afgetreden.
Met ingang van 1 januari is
de heer Jo Groen, chef-redac
teur, benoemd tot waarnemend
hoofdredacteur van het Lim
burgs Dagblad. De heer Van
Neerven blijft vooralsnog als
directeur in functie.
Reden van het ontslag zou
zijn, dat de salariseisen van de
directeur-hoofdredacteur een
onverantwoorde belasting zou
den vormen.
Binnenskamers zijn de heer
Van Neerven evenwel ook en
kele beleidsfouten verweten.
BLOEMENDAAL (ANP)
Het essentieel belang van de
Rijn voor do drinkwatervoor
ziening in Nederland zal steeds
groter worden. De waterbedrij
ven zullen in gunstige tijden re
serves moeten vormen om tij
dens perioden van vervuiling
van het oppervlaktewater van
de Rijn de kraan enige tijd te
kunnen dichtdraaien.
Dit zei gistermorgen de heer
C. Prey, directeur van het pro
vinciaal waterleidingbedrijf
Noord-Holland, in zijn nieuw
jaarstoespraak voor het perso
neel. Hij deelde mee, dat er
plannen zijn om na voltooiing
van de Markerwaard een groot
spaarbekken in het IJsselmeer
ten zuidoosten van Enkhuizen
aan te leggen.