Jaap Langewis bracht rijzende zon tot in vele Westerse musea Majorca nog eens bekeken opnieuw Tiirks verzet tegen de stedelijke guerrilla's Expert uit Nederland droeg bij tot behoud van aloude volkskunst DE LES VAN DENIZ GEZMIS binnenland buitenland JAPANSE WEEFKUNST „SCHERING EN BIJ CASTRICUMMER Ikat-weefsel Binnenland grotendeels onveranderd Anti-communistisch Variatie Gasli onomie Goedkooj i (Van een onzer verslaggevers) CASTRICUM - De klimmende zon doet in het late ochtend uur duidelijk moeite haar stralen door het bijna ondoordring bare wolkendek te schieten. De enkele smalle bundel diege broken door de takken van het zich hoog oprichtend geboom te, de vensterbank bereikt, werpt haar licht op een klein Japans aardewerkvaasje. Het zwart geglazuurde oppervlak neemt het ultraviolet diep. in zich op. Het doet zich voor, alsof het ranke gestileerde bootje, in enkele fijne streken op de buik van het potje gepenseeld, zich langzaam voortbeweegt over een meer, dat fel wordt beschenen door het koperkleurig hemellichaam. De stralen belichten slechts een gering deel van de zwarte golven. Waar zij, onder de ronding van het vaasje de waterspiegel dof en mat laten, legt het scheepje zijh scha duw neer. Ook onder de ruw geschetste dennebomen op de oever treft men een duistere vlek aan. De rijzende zon is edelmoedig. Zij eist niet iedere druppel water of elke gras spriet voor zich op. Zij gunt de bewoners der aarde, miniscuul of majestueus, hun koelte en geborgenheid. Zij erkent het recht op privacy. Zij is eenvoudig en weinig eisend,. Daar, waar het haar gegund is heur bundels te deponeren, doet zij dit in uiterste bescheidenheid. Zij is arbeidzaam. Zolang haar de kracht wordt geschonken, zal zij zonder ophouden haar licht omlaag zenden. Zij is ook leergierig, en daarom haar goede eigenschappen ten spijt soms geneigd tot penetratie. In haar verregaande onderzoekingsdrift dringt zij door tot in voordien onbekende hoeken en kieren. Is het daarom, dat de rijzende zon het zinnebeeld is voor de Japanners, een volk van eenvoudige, gastvrije, werkzame mensen? Een volk, dat zich door zijn drang naar kennis en vooruitgang in een sneller terhpo dan vele andere naties heeft losgemaakt van feodale structuren. In een minimaal aantal jaren heeft het zich in in dustrieel, technisch, wetenschappelijk en sociaal opzicht een plaats veroveren tussen de westerse landen, die door de eeuwen heen het wereldbeeld beheersten. En de zon zal verder rijzen. Het volk, dat haar beeltenis eert en de rode kogel als symbool heeft gekozen, zal er naar streven, dat de stralen bundel nimmer verzwakt; dat de gloeiende bol niet wegzinkt achter de einder, waar zee en lucht elkaar raken. De bewoners van de eilanden Honshu, Shikoku en Kyushu hebben het oude zo abrupt en onverbiddelijk van zich afgeworpen dat de kostbare restanten van een eeuwenlange geschiedenis slechts met moeite bewaard zijn gebleven. In de rage naar totale vernieuwing en de algehele evolutie op weg naar een industriële macht van de eerste orde, werd niet meer omgezien naar het waardevolle uit het verleden. De zon rees te snel en haar scherpe licht verblindde de ogen. En de begoocheling, die de helwitte schittering teweegbracht, werd eerst doorbroken toen juist het westen zich verdiepen in de culturele betekenis van wat de voorouders der Toyota- en Yashica-fabrikanten tot stand hadden gebracht. Een der westerlingen, tevens een van de allereerstcn, was Jaap Langewis uit Castricum, In opdracht van het Museum voor Land- en Volkenkunde te Rotterdam reisde hij reeds in 1953 naar Japan. Hij had er een ontdekkingsreis dooi de beschaving kunnen ondernemen met als doel oude keramiek op te sporen. Of hout- en lakwerk, volks- schilderingen, speelgoed, afbeeldin gen van de geluksgod Hotei en de Priesterpaarden. Jaap Langewis doorkruiste echter gedurende vijf jaar het land op zoek naar typische voorbeelden van JaDanse weefkunst. Hij werd verrast door de veelheid aan vormen en technieken; hij werd echter teleurgesteld door de betrek kelijk geringe inspanning, die men zich getroost om de volkskunsten kunstmatig in leven te houden. Lan gewis adviseerde de overheden- films te laten vervaardigen, boeken te laten schrijven en bij jongeren geestdrift te wekken voor het op nieuw bedrijven van de oude am bachten. Door middel van literatuur en rolprenten zou men de kennis omtrent de volkskunst kunnen be houden voor het nageslacht. De woorden van de Nederlander wer den in welwillende overweging ge nomen. Op dit moment zou een ui terst langzame opleving van de huisvlijt erop kunnen wijzen, dat men naar hem heeft geluisterd. De kennis van de Japanse cultuur, het land, zijn bevolking en de leef gewoonten heeft de gebroeders Lan gewis internationale vermaardheid gebracht. Hoewel in het leven van de tweelingbroers Langewis de zon het zenit reeds heeft gepasseerd en zij niet meer daadwerkelijk de ver worven wetenschap uitdragen, be en dan met name een Nederlander zich belangstellend' toonde voor de oude culturen. Nog steeds staat ons land hoog aangeschreven in Ja pan. Dit is historisch gegroeid, na de vestiging van Nederlanders op het eilandje Deshima, waar ten tijde van de Verenigde Oostindische Compagnie een factorij bestond". De weeftechnieken en metho den om kleuren op het doek te .brengen zijn in Japan zeer talrijk. Voor een deel vinden zij hun oor sprong' in Indië of China. Men kan de weefsels beschilderen of bestem pelen. Bovendien kunnen figuren worden verkregen door een deel van het weefsel uit te sparen, door het niet in aanraking te brengen met het verfbad, waarin de dqek wordt gedompeld. De heer Langewis; „Men kan on der meer uitsparingen krijgen door de doek af te dekken door middel van ingeregen en omgenaaide plooi en; opgelegde borduursteken; sjablo nen of door de draden nog voor het. weven te bedekken. Dit laatste is de meest belangwekkende techniek". Een brochure van het Tropenmu seum in Amsterdam leert, dat de garens, om dit effect te verwezenlij ken, vooraf op een raam worden gespannen en bij bosjes tegelijk plaatselijk worden omwonden, bij voorbeeld met palmblad. De omwon den gedeelten kunnen geen kleur aannemen bij het onderdompelen. ming te brengen, dat prachtige vaak veelkleurige ornamenten ontstaan. Als bewijs van de hoogstaande kunst toont de heer Langewis smalle doeken met daarop gedrochten, die voor tijgers doorgaan; een Japanse samoerai te paard in dubbel-ikat vissen en vogels en een aantal weef sels met symmetrische -figuren, Slechts een gering deel van de uit gebreide collectie, die de heer Lan gewis tijdens zijn verblijf in Japan heeft verzameld, bevindt zich in de Castricummer woning. Praktisch alle stukken complete kunstwerken en kleine voorbeelden zijn onder gebracht in Europese en Amerikaan se musea; Delft, Amsterdam, Rotter dam, Basel, Wenen, Washington Antwerpen, Londen, Canada etc. De gebroeders Langewis, jaren lang werkzaam in het Amsterdamse Tropenmuseum, respectievelijk bij de afdelingen volkenkunde en on derwijs, is talloze malen om advies gevraagd, indien men gegevens trachtte te verzamelen omtrent de Japanse volkskunst. Beiden hebben een boek op hun naam staan: de heer Jaap Langewis is auteur van het werkje „Japanse Ikatweefsels"; zijn broer Laurens schreef „Decorative art in Indone sian Textiles". Beiden werkten vele malen tot op internationaal niveau mee aan het tot stand komen van brochures en beschrijvingen over de Japanse volksvlijt. „Je raakt er echter niet op uitge- studteerd", -aldus de heer J. Lange wis. „Nu zijn wij 69. Maar onze belangstelling blijft bestaan. En niet uitsluitend de onze. Nog steeds wor den we óók vanuit het buitenland benaderd met vragen, of we artike len willen schrijven foto's willen afstaan; lezingen willen houden en zovoort". Intussen heeft zich een nieuwe hobby aangediend: de Japanse kera miek. De gebroeders zijn met name geïnteresseerd in kleine simpel bewerkte geglazuurde bordjes, die op het platteland dienden als scho tels voor olielampen. Ook van dit eenvoudige gebruiksvoorwerp maak ten de Japanners een waar kunst werk. Op de oliebordjes komen reiken nog talrijke brieven met ver zoeken om informatie de woning aan de Beverwijkerstraatweg in Cas tricum. „Het is mij vooral te doen om de bijzondere uitsparingstechnieken, die men toepast bij het verwerken van figuren en decoraties in het weefwerk", legt de heer Langewis uit. „Om de verschillende technie ken volledig te leren kennen, heb ik mij tussen de gewone bevolking be geven. En juist bij de lagere groepen vindt men werkelijk het oude Japan nog terug. Men vond het buitenap- woon aardig, dat een vreemdeling De Indonesische naam „ikat" (is binden) is de gebruikelijke aandui ding geworden voor deze methode. De ornament-mogelijkheden zijn bij deze techniek onbeperkt, vooral in dien behalve de voorgespannen scheringdraden ook de draden, waarmee men inslaat, op de corres ponderende plaatsen uitgespaard zijn.... In enkele hoog ontwikkelde weef- centra, aldus vermeldt de uiteenzet ting in de brochure elders, weet men de uitgespaarde ornamenten van beide dradenstelsels zo nauw keurig met elkaar in overeenstem- eveneens de symbolisch bedoelde vissersscheepjes en dennebomen voor. Het schijnsel van de branden de oliepit werpt een lange schaduw op het motief. In de avonduren com penseert het licht dat van de zon boven de wereldsteden en rijstvel den. De voortdurend wisselende sterkte van de vlam is even edelmoedig als de rode kogel aan de hemel. Ook alle overige goede karaktertrekken van het altijd rijzend hemellichaam zijn haar eigen. Zelfs in een flikke rende olielamp herkent men het Ja panse plattelandsvolk. Tujee „dubbel-ikat" weefsels, die zich nog in de privéverzameling van de heer Langewis bevinden. 9 Jaap Langewis, vaak om advies gevraagd. I (Door NICHOLAS DALLMAN) PALMA Op drukke tijden roept het vliegveld van Palma de Majorca herinneringen op aan de Berlijnse luchtbrug en de zich hoog verheffende hotels en blok ken met appartementen die de zuidkust van Majorca bevolken bewegen de dienaren der schoon heid tot aandoenlijk gekreun Maar voor hen kan ik een troos tende aantekening maken: het bouwprogramma loopt op zijn laatste beentjes en er is een goede kans dat veel van het eiland aan het binnendringende toerisme zal ontsnappen. Het zou verkeerd zijn om te den ken dat ihet werkelijke Majorca door de hausse van het toerisme is ver zwolgen. Zoals de Grieken en.Car- thagers en daarvoor de Phoeniciërs het doorgaans bij de kust hielden, (Door DAVID HIRST) ANKARA In een rechtszaal in Ankara sprak kortgeleden een mi litaire rechter tegen een jonge man het doodvonnis uit. De jonge man, Deniz Geznis, glimlachte en riep: „Lang leve onafhankelijk Turkije". Een student die in mijn hotel werkte mompelde: „Er zul len meer Deniz Gezmissen ko men". Gezmis en zestien aanhangers zijn de eerste leden van 't Turks bevrijdingsleger, zoals de geweld dadige kern van Turkijes revo lutionaire studenten iich noemen, die ter dood zijn veroordeeld. Ze vertegenwoordigen het meest spectaculaire symptoom van de crisis in Turkije. Is deze crisis slechts een tijdelijke groeistuip van een snel veranderend land of zit ze dieper, is ze van meer per manente aard? Het antwoord ligt voor een groot deel bjj het leger. De Turkse (voorheen Ottomaanse) soldaat, eens de gesel van het chris tendom, heeft een trotse traditie achter zich. Zeker, het leger onder vond tijdens het lange trage verval van het Ottomaanse rijk de ene tegenslag na de andere. Maar het was met een militaire overwinning dat het moderne Turkije na de uit eindelijke instorting van het rijk tot stand kwam. Onder Kemal Ata- turk toonden de Turkse militairen hun ware karakter door de binnen dringende buitenlander te verdrij ven. De Turken zullen Ataturk niet vergeten. Op praktische iedere muur hangt zijn portret, op talloze plaat sen staan beelden van hem. Maar vooral nu zullen ze hem extra moei lijk kunnen vergeten, want het was in de naam van Ataturk en zijn „Kemalistische" filosofie dat het le ger in maart een ultimatum stelde aan de burgerlijke autoriteiten. Daarin dreigde het zelf de macht in handen te nemen indien niet snel op het rechte pad werd teruggekeerd. Wat is het Kemalisme, 33 jaar na de dood van de schepper? Voor de soldaten betekent het duidelijk in de eerste plaats orde en rust en de integriteit van het vaderland, waar voor Ataturk de grenzen bepaalde. Inderdaad heerst er nu over het algemeen orde en rust. Professor Erim vormde een „boven de partijen staande" coalitie-regering, waarin juist een felle storm heeft gewoed. In mei werd na de moord op de Israëlische consul in elf provincies de staat van beleg afgekondigd. De moord was de climax van een golf van politiek geweld die de studen tenrellen in Frankrijk van 1968 aan het rollen blijken te hebben ge bracht. Gezmis en zijn stedelijke guerrilla's waren slechts de meest gewelddadige manifestatie van een linkse agitatie, die - naar men offi cieel stelt - de fundamenten van de staat bedreigde. „We stonden aan de afgrond van een catastrofe", verze kerde de premier me en hij-bracht de vergeten. Op praktisch iedere muur ring. In een fel anti-communistisch kli maat greep het leger in. Communis me is in Turkije een vies woord. Dat komt voornamelijk voort uit de eeuwenoude vijandschap met Rus land. Voor het leger ligt Turkije in de frontlinie van de westerse we reld. „Wij bewaken onze grenzen, terwijl de vijand ons van binnenuit vernietigt", is het soort opmerking die men legerofficieren dikwijls toe. kent. Maar klaarblijkelijk delen veel politici deze opvatting. Niet alleen een man als kolonel Turkesh. de leider van een neo-fascistische par tij, die me vertelde dat zelfs de machtige linkervleugel van Ataturks eigen republikeinse volkspartij zon der meer communistisch was. Niet alleen Suleiman Demirel, de leider van de conservatieve gerechtig- heidspartij en tot maart premier, die me zei dat „er in elk land een communistische samenzwering is". Ook Halil Tune, het hoofd van de Mian-vakbondfedaratie, die zei dat degenen, bijvoorbeeld in de kiene marxistische, maai- officieel geweld loze Turkse arbeidersparij, die be weren geen communisten te zijn, dat in werkelijkheid wel zijn. Er heerst een wijdverspreid ge voel van opluchting - om niet te zeggen instemming - over de manier waarop het leger de stedelijke guer rilla's aanpakt. De studenten op de universiteit, die in een steriel, afge zonderde, intellectuele atmosfeer le ven, namen het op zich om een revolutie teweeg te brengen in een maatschappij die niet rijp is voor revolutie en met methoden die wel op zelfmoord moesten uitlopen. Zeker, de Dev Gene, de revolutio naire jeugdbeweging waaruit de guerrilla's voortkwamen, trok naar 't banditisme, maar in de ogen van het leger kwam er nu bij de dreiging van het communisme nog eens de mogelijkheid van Koerdisch separa tisme. Men kan zich de ontzetting voorstellen over de stelling van de Dev Gene, dat de Koerden het recht hebben om voor zelfbeschikking te vechten, met daaraan verbonden de keus voor een volledige afschei ding. Maar wat het leger misschien werkelijk tot handelen heeft bewo gen, was de angst dat zijn eigen gelederen werden aangetast door re volutionaire propaganda. „Als de toestand had voortgeduurd", zei de premier, „dan zou ons leger uiteen hebben kunnen vallen". Het meren deel der 83 personen die v-oor één militaire rechtbank terecht moeten staan bestaat uit jonge marinecadet ten die ervan beschuldigd zijn Mar- xistisch-Leniinistische propaganda te hebben gemaakt en marine-installa ties te hebben gesaboteerd. Het ernstigste slachtoffer van de anti-communistische reactie is overi gens de vrijheid van meningsuiting. Krachtens de strafwet kan een ieder Kemal Ataturk, de „harde vader" van Turkije. platteland om te probern de boeren te mobiliseren - ze kwam zelfs tot een soort boerenjargon. Maar er werden ook bommen ge gooid, auto's in brand gestoken, ban ken beroofd, kidnappingen uitge voerd en uiteindelijk zelfmoorden gepleegd. Het is opmerkelijk hoe weinig mensen in feite gedood zijn, als je bedenkt op wat voor plaatsen - de school van de Amerikaans- Turkse vereniging bijvoorbeeld - ze hun bommen deponeerden. De mees te doden (omstreeks twintig) vielen op de campus in gevechten tussen studenten en de politie en tussen studenten onderling. Veelal vormde de campus een onschenbaar bolwerk voor de guerrilla's, aangezien de vei ligheidstroepen het gebouw wette lijk niet mogen betreden zonder toestemming van het hoofd van de faculteit. En die durfde vaak geen toestemming te geven. Toen het le ger en de politie het gebouw vorig jaar zomer bestormden, troffen ze een arsenaal geweren, munitie en zelfgemaakte granaten aan. Turkije stond ook op het punt om plattelandsguerrilla's te krijgen. Het oosten is het achtergebleven, ver- waarlosde deel van Turkije, het land van ruim vijf miljoen lange tijd onderdrukte Koerden. Gezmis en verscheidene van zijn collega's zijn Koerden. Hun tegenhangers op het platteland kregen geen kans om in actie te komen. Kennelijk waren zij nog bezig him organisatie od te bouwen, te trainen en wapens te vergaren. Het oosten heeft een tradtitie van die probeert „de fundamentele eco nomische en sociale orde te versto ren" door „op enige manier propa ganda te maken voor de vestiging van de heerschappij van een benaal- de sociale klasse over een andere" voor maximaal tien jaar in de ge vangenis belanden. Jarenlang heeft dit als een zwaard van Damocles boven de hoofden van linkse schrij vers gehangen - en voor sommigen is het zwaard nu gevallen. De professoren Tuncai en Ozan- kaya zullen terechtstaan voor het vertalen van een selectie Marx's werken. Suleiman Ege, een linkse uitgever die 7,5 ja-ar heeft gekregen voor het uitgeven van Lenins „Sxaat en revolutie", heeft nog drie proces sen voor de boeg voor het uitgeven van het communistische manifest en twee andere werken. Professor Sav- di staat terecht wegens het geven van een college over het recht van ongehoorzaamheid op de dag dat de staat van beleg werd afgekondigd. En van Nazim Hikmet, die nostalgi sche Turkse gedichten heeft ge schreven in zijn ballingschap in Oost-Europa, zijn de meeste werken verboden. Het is moeilijk vast te stellen, in hoeverre deze intellectuelen, die zeggen te behoren tot de democrati sche linkerzijde in Turkije, mede verantwoordelijk zijn voor de guer rilla's-excessen waarvoor ze nu allen de prijs betalen. zo drukken ook de moderne_ Angel saksen, Germanen en Galliërs zich tegen de nauwe strook langs de waterkant aan. Voor hen die weg willen van de drukte is een ontsnap ping gemakkelijk. Ec zijn ade quate busdiensten naar de meeste punten op het eiland, maar een auto is een flinke steun. De Spaanse versie van de Fiat 600 laat zich huren voor 300 pesetas (ongeveer 15 gulden) voor een dag, zonder kilo metertarief, of voor maar 200 pese tas per dag als je haar voor vijf of meer dagen neemt. Een woord van waarschuwing: controleer de rem men voor u de haarspeldbochten in de bergwegen attaqueert. De begra fenissen op Majorca zijn heel kleu rig, maar de lijkkist verschaduwt het uitzicht enigszins. Een rit westwaarts vanuit Palma, naar Andraitx en de haven die daar achter ligt, door olijf- en amandel bosjes, levert het bewijs dat het binnenland nog grotendeels onveran derd is. Met een beetje zoeken vind je hier ook nog verscheidene onder- bevolkte stranden. Voor degenen die grootse landschappen wensen, is er een fraaie rit over de kustweg van Andraitx naar Estallenchs en verder, langs steile rotswanden, die honder den meters hoog uit zee oprijzen. Sommige mensen vinden grootsheid - schoonheid - charme een aflopend rijtje, maar in feite houden ze een kwalitatief verschil in. Hoe klein Majorca ook is, voor elk van deze beschrijvingen kun je er een ge schikte plaats vinden. Kleine stadjes als Soller dat zich onder de ruige piek van de Puig Mayor heeft genesteld, Banalbufar, waar water in stenen geulen door de straten murmelt, en Pollensa zijn het waard om ieders reisplan te wor den opgenomen. Hetzelfde geldt voor het 14e eeuwse klooster van Valldemosa, dat bekend staat om zijn banden met Chopin en Georges Sand. Zij die zich even van de zon kunnen wegrukken, voelen er mis schien iets voor om en bezoekje te brengen aan de meest indrukwek kende stalactietgrotten van Europa rond Manacor. Hoewel een hoop zaken Falma zelf minder aantrekkelijk maken, verdient de stad toch een zorgvuldi ge inspectie. Bezoekers, die op ga stronomisch avontuur uit zijn, mo gen de zaakjes in de nauwe zijstra ten van het centrum niet missen. Ze vinden er een verbijsterende ver scheidenheid aan zeevoedsel en ook uitstekende zuurgereehtjes met groene peper en artisjokken. De ke babs, geroosterde sardientjes en de plaatselijke ham (die doet denken aan de parmasoort) zijn het even eens waard om geprobeerd te wor den en je kunt alles royaal doorspoe len met goedkope, maar goede Spaanse wijn. Als je dan 'n maag hebt die dat zon der protesten aanvaardt, kun je je iets verder van huis wagen. In het binnenland bevinden zich herbergen die alleen door de plaatselijke be volking worden bezocht en uitste kende, goedkope en werkelijk Spaanse kost te bieden hebben. Een van die herbergen staat aan de weg van Palma naar Manacor en ze is gemakkelijk te herkennen aan een eenvoudige afbeelding van een dui- velsgezicht op de buitenmuur. De duivel komt uit een legende (een onverkwikkelijke herinnering aan de dagen van de pest) en de her berg lijkt wel zo uit een andere eeuw te zijn gestapt. De spinneweb- ben boven de deur zouden er al hebben kunnen zitten toen Jacobus I voet op het eiland zette. Van de dakspanten hangen worsten neer en in een hoek smeult een halve olijf boom, omringd door een wal van sputterend vlees. Men gebruikt het olijfhout om aan het geroosterd vlees een uniek aroma mee te ge ven. Je eet er van vurenhouten, tafel- kleedloze tafels en je kunt beginnen met olijven en pepers uit het zuur, gevolgd door een verscheidenheid aan uitstekende gebaken worstjes. De varkens- en lamscoteletten met olijf aroma zijn zeker het proberen waard en dat geldt ook voor de paella, die je in een aardewerk bord opgediend krijgt en die je met een houten lepel nuttigt. Om aan alles recht te doen zal niet meevallen, maar er is altijd de dag van mor gen. Voor de meesten onder ons is de goedkoopte een van de voornaamste aantrekkelijkheden van Majorca. Nu reisbureaus vakanties kunnen aan bieden tegen minder dan de tarieven van geregelde vluchten, gaan veel mensen belang stellen in korte win- tervakanties. Ik heb een paar van de hotels gezien die voor deze goedkope va kanties worden gebruikt. Alle had den ze plezierig gemeubileerde ka mers met toilet en bad of douche. Verscheidene hotels bezitten kinder bewaarplaatsen en nachtclubs, waar van de prijzen redelijk zijn. Je vraagt je op een gegeven mo ment wel af, hoe het zo goedkoop kan. Het antwoord is, dat veel hotel houders er de voorkeur aan geven om hun personeel het gehele jaar aan te houden en slechts een geringe winst maken, terwijl de reisbureaus zo rekenen, dat de vliegtuigen bijna geheel vol zitten. Hoe je ook bij kas mag zijn, die korte vakanties op Majorca zijn zeker een koopje zelfs als je in overweging neemt dat het er op het eiland 's winters soms bepaald kil kan zijn.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 7