Indiase troepen zeker niet in overwinningsroes WELZIJNSEXPERIMENT IN ZWOLLE: Stuk onrust wegnemen Gepensioneerde leraar (71) werd drs. De Lachende Derde onder de computers. Oppositie boos op rijkspolitiechef Atoomkopbewakers kregen f 100,- boete Jonge Balie wil haast achter milieurecht COMPUTER 010-149866 Paus Paulus zegt paradoxale jeugd niet te begrijpen binnenland buitenland Honden Kiesdrempel van drie zetels, houden twee KVP'ers vol Gesprek met commissies uit Kamer gaat niet door Twee doden en vijf gewonden bij ongeluk in Rotterdam Donderdag 16 december 1971 19 (Van onze correspondent HILLI Tijdens de aanval op Hilli eerder deze week, werden twee Pakistaanse kapiteins gevan gen genomen. De een schoot zichzelf dood. De ander zat tot tot twee uur de volgende morgen in de officiers mess te drinken en te kletsen met de Indiase militairen die hem ge vangen genomen hadden. De dode kapitein „zal wel zeer neerslachtig zijn geweest". „Zij heb ben zware dagen achter de rug. Zij hebben hard moeten vechten", zei brigadier Farhet Bhatti. „Ziet u, wij zijn eigenlijk hetzelfde volk. We doen hard ons best om er maar snel een iende aan de maken, zodat we ze niet hoeven te doden". We zaten met een glas rum met heet water in het hoofdkwartier van de brigadier, dat net in een verlaten Pakistaanse politiepost was geves tigd. Het was de dag na de grote Indiase doorbraak bij Hilli en we bevonden ons vijftig kilometer- bin nen Bangla Desj. De frontlinie be woog zich snel naar het zuidoosten, naar Bogra, naar Dacca. De brigadier is een minzaam en filosofisch man. Liefst herinnert hij zich dat hij en de brigadier tegen wie hij nu vocht, Atta Mohammed Malik, 26 jaar geleden samen op de militaire academie in Terradhon na bij Nieuw Delhi hadden gezeten. „Alles wat hij doet zou ik in zijn plaats ook hebben gedaan. We vech ten deze oorlog uit omdat ons dat is opgedragen. Het was niet onze keus". De doorbraak bij Hilli is naar nu blijkt beslissend geweest. Deze sjo fele spoorwegstad, waarvan de huis jes en afgebrokkelde stenen winkels er al bouwvallig moeten hebben uit gezien voordat ze werden verlaten en beschoten, lag voor de helft in India en voor de helft in Oost- Pakistan. Ze vormde een natuurlij ke, vooruitstekende wig in vijandig grondgebied en India had gedreigd Oost-Pakistan van daaruit in tweeën te delen. Daarom verdedigden de Pakistani haar zo fel. Maar na de val hoefde het allemaal niet meer. Voor beide partijen leiden alle we gen daarna naar Dacca. „Hoe zwaar het was kun je wel zien aan de verliezen", zegt een majoor. Hij is een beetje indiscreet, want over de verliezen wordt wei nig gepraat. Misschien overdrijft hij. In het dorp Dangbara, dat juist in de vuurlijn lag, hadden de Indiërs 36 Pakistaanse lichamen gevonden en die waren al begraven, op één na: een jonge, magere, nette en be snorde man. Hij lag op zijn rug met een nadenkende uitdrukking op zijn gezicht. Zijn kaki-hemd lag openge slagen om een net rond gat te laten zien, gevormd door een kogel die misschien recht door zijn hart is gegaan. Dat de twee partijen „hetzelfde volk" zijn is een simplificatie die nergens op slaat. De brigadier had niet de mensen in gedachten, maar de officieren. Zij vechten een ortho doxe, methodische oorlog uit. Bij Hilli vochten de Pakistani door tot ze bijna omsingeld waren. Toen ze besloten om terug te trekken verlo ren ze geen moment. Ze lieten geen voertuigen achter, behalve vier lich te Amerikaanse tanks die waren ge raakt of vast zaten. Maar ze lieten wel hun munitie achter en de hoe veelheid gaf aan dat ze er zich op voorbereid hadden om veel langer stand te houden. Voor mij is drie dagen met de troepen lang genoeg om diep onder de indruk te raken. Zoals je aan het front misschien kunt verwachten, bestaat er geen behaaglijke over winningsroes. Dat schijnt zich te beperken tot de officieren en hoge functionarissen in Nieuw-Delhi (in Calcutta zitten ze kennelijk dicht genoeg bij het vuur om een meer sobere toon aan te nemen). Er heerst een gladde en ontspannen discipline. De bevelen worden kalm gegeven en zonder onderdanigheid ontvangen. De troepenbewegingen voltrekken zich rustig. Er bestaat geen twijfel over dat de Indiërs welkom zijn in Bangla Desj. De bruine, nietige Bengali's druppelen uit hun kleine dorpjes en ze wuiven en glimlachen naar de passerende voertuigen. Kleine kin deren groeten en jongemannen roe pen „Joy Bangla". De brigadier ver telde me dat de dorpelingen zich als vrijwilligers hadden opgegeven om tijdens de aanval wegen tussen de mijnenvelden te vinden. Sommige Indiase soldaten hadden al verhalen over gruweldaden door de Pakistani verzameld. In een won derlijk vredig katholiek kerkje in een afgelegen dorp plaatst pater Pes- ce uit Italië dit alles in enig per spectief. De tijden van de „bezet ting" zijn zwaar geweest de peri ode tussen de noodtoestand in april en nu. Maar de werkelijke excessen waren niet het werk van soldaten, maar van wetteloze burgerbendes, vooral degenen die tot politieke par tijen behoorden, en de „Razakars". Dit waren de huisbewakers die in hoofdzaak waren aangeworven door moslems die zelf in 1947 uit India zijn gevlucht. Als ik naar Calcutta terugrijdt, kom ik tientallen ossenwagens bela den met allerlei spullen en verge zeld door gezinnen te voet tegen: langzaam aan beginnen er vluchte lingen uit India terug te keren. Het is nog maar een fractie van de enorme aantallen vluchtelingen die langs de weg in tenten verblij ven. In Hilli waren nog helemaal geen burgers teruggekeerd. Maar de trek is begonnen. In Calcutta zegt kolonel Lutra van de rehabilitatieraad dat „verscheide ne duizenden" vluchtelingen reeds gebruik hebben gemaakt van het aanbod van de raad voor proviand en kleren voor de thuisreis. Geen van hen bevestigde de Indiase vrees dat sommige vluchtelingen mis schien helemaal niet willen terugke ren. (Copyright De Stem - The Guardi an). Brieven voor aeze rubriek moefin met vol ledig* naam in adres worden ondertekend. Bij publicatie zullen deze vermeld worden. Slechts bij hoge uitzondering zei van deze regel wor den afgeweken- Naam en adres zl)n dan bij de redactie bekend. Publicatie van brieven (verkort of onverkort) betekent niet def de redactie het in alle gevallen eens Is met in houd, e.g. strekking. (Van een onzer verslaggevers) ZWOLLE Dertig jaar. Kersvers doctorandus politi cologie. Geboren Zwollenaar, maar woonde geruime tijd in een saneringsbuurt in Amsterdam. Was journalist bij Het Vrije Volk. Dit is in het kort het signalement van Zwolles krotopruimingsambtenaar J. Wijnhoud. Maar een krotopruimingsambtenaar bestaat natuurlijk niet, zegt de heer Wijnhoud. 't Is wel een mooie kreet, maar dekt de functie allerminst. Nee, het moet meer een coördinerende figuur worden, die zich bezig gaat houden met de sociale gevolgen van krotopruiming en stadssanering. Allereerst moet hij dan natuurlijk een inventarisatie maken van hoeveel krotten er zijn, welke moeten worden afgebroken, hoeveel mensen ver vangende woonruimte moeten hebben, en hoeveel vervangende woonruimte er is. Tot nu toe werd daar in Zwolle te hooi en te gras wat aan gedaan, maar nog niemand heeft zich hier systematisch mee beziggehouden. De hang naar een systematischer aanpak van krotopruiming en stadssanering is trouwens niet het enige waarmee de gemeente Zwol le voorop loopt, en de „krotoprui- ming'samibtenaar" is maar één van de nieuwe functionarissen in Zwolle. In het kader van het nau wer bij het bestuur betrekken van de burgerij is er in Zwolle een gemeentelijke afdeling welzijns zorg aan het groeien. Hoofd van deze afdeling is drs. H.B. Reinders, die zich bezig gaat houden met maatschappelijke dienstverlening en samenlevingsopbouw. Verder vallen onder deze afdeling de kro topruimingsambtenaar, een ambte naar die zich bezig gaat houden met de culturele zaken, en een ambtenaar voor jeugd en sportza ken. Het wordt een experiment na tuurlijk, zegt de 'heer Reinders, „waarvan wij hoge verwachtingen hebben. We zullen geen resultaten op korte termijn bereiken, dat is duidelijk, het is een kwestie van lange adem. Maar we willen pro beren een stuk onrust weg te ne men, en voorlichting is daarbij een belangrijke factor. Verder willen we veel samenwerken met Het Refter, een stichting die over veel beroepskrachten beschikt en ook een soort platform wil zijn tussen gemeentebestuur en bevolking. Maar terug naar de krotten. De heer Reinders: „Tot nu toe was er geen vast beleid ten aanzien van de verplaatsing. De gezinnen wer den her en der over de stad ver spreid. De mensen voelden zich geïsoleerd, pasten eigenlijk niet tussen de andere bewoners, en het niveau van de wijk zakte. En wan neer je de gezinnen die weggesa neerd worden, verspreidt over de hele stad, dan voer je geen be leid. Waar we naar toe willen is dit: als je een hele wijk opruimt, dan moet je ervoor zorgen dat er een hele wijk voor deze mensen ter beschikking staat. Dan houdt je ze bij elkaar en kun je ook een be leid voeren. Je kunt er dan voor zorgen dat er maatschappelijke be geleiding plaaitsivindit, zoidait ook dat niet te hooi en te gras gebeurt. Dat is dan ook weer een financieel aantrekkelijk punt. Er zou dan een wijkcentrum kunnen komen met een dienstenpakket op vrijwillige basis. Een instituut dat de leef baarheid in zo'n wijk opkrikt, en voor een prettiger leefmilieu kan zorgen. En zo'n wijk zal dan min der uit de toon vallen. J. WIJNHOUD: ,JiET IS WEL EEN MOOIE KREET. Inderdaad, op dit moment is er weinig vervangende woonruimte. Ook in Zwolle is er woningnood, maar misschien is dat aan de $ne kant juist wel een gelukkige om standigheid. Op dit moment heb je namelijk de gekke situatie dat er gesaneerd wordt, er gaan huizen tegen de vlakte en op dat moment realiseert men zich dat er in die hCfizen mensen woonden. Tja, en wat moet daar dan mee gebeuren, er is geen vervangende woonruim te. En nu bedenkt men zich wel even voordat er gesaneerd wordt. Wij hebben op het ogenblik de tijd, nu er weinig gesaneerd wordt (omdat er geen vervangende woonruimte is) om een inventari satie te maken, om de zaak te systematiseren, en daarna te ko men melt een visie, met eein beleids plan, dait zeker toagespits zal zijn op de verplaatsing. Op het ogen blik zijn vele instellingen, afdelin gen en organisaties hiermee bezig en wij willen nu deze zaken in één hand brengen, coördineren. Het wordt een experiment, dat door een sociale bril het samenle vingsproces moet bekijken. Als we voorzichtig opperen, dat het misschien wel vreemd is dat juist Zwolle met iets dergelijks gaat beginnen, omdat Zwolle toch bekend staat als gemeente waar nogal „kaalgeslagen" wordt springt de heer Wijnhoud in touw. We hebben eigenlijk de voorsprong van de achterstand, zegt hij. „Het is waar, tot nu toe is er niet veel gebeurd ten aanzien van een goed plaatsingsbeleid, vandaar dat we fris kunnen beginnen, en we kun nen direct beginnen." „Een specu latieve gedachte misschien", maar zo valt de heer Reinders bij, „we willen een stuk beleidsvoorberei ding dichter bij de bevolking brengen." (Van een onzer verslaggevers) NIJMEGEN. „J. P. van der Lin den, leeraar Fransch MO A-B" staat er ai 41 jaar op een huisdeur in de stille Nijmeegse Vermeerstraat. Vanaf vandaag zou er kunnen staan drs. J. P. van der Linden, want de 71-jarige heer des huizes studeerde vanmorgen aan de Nijmeegse uni versiteit af in de Spaanse taal- en letterkunde. Toen de kersverse doctorandus m 1965 bij zijn afscheid als leraar aan het St. Canisiuseollege te horen kreeg nu maar rustig van zijn „wel verdiende pensioen" te gaan genie ten voelde hij daar, bar weinig voor. „Ik voelde me diep ongelukkig en liep met mijn ziel onder de arm. Ik was nog veel te levenslustig om niets te gaan doen." 1 En omdat hij zich altijd al aange trokken had gevoeld tot de „glorie tijd van de Spaanse literatuur (Cer vantes, Lope de Vega, Calderon, San Juan de la Cruz)" besloot hij maar Spaans te gaan studeren. Waar nog bij kwam dat hij zelf ook wel eens wilde zien wat er op de universiteit te doen was. Een studie (doctoraalscriptie: De in vloed van Montaigne en Anatole France op Azorine), die de eerste twee jaar gedaan werd naast het les-geven op het Canisiuseollege, dat hem gevraagd had nog even „als invaller in te springen". Een studie die nu na zes jaar afge sloten is. De heer van der Linden is een man van uitgesproken meningen, zoals bijv. blijkt over zijn oordeel over zijn jonge medestudenten: „Er wa ren er waarmee ik kon praten. Maar bij sommigen is dit onmogelijk. Ze verkondigen een hele partij menin gen die ze na 10 jaar verloochenen. De tegenwoordige jeugd draaft wat meer door dan die van vroeger." Over het hedendaagse Spanje merkt hij op dat „bij Franco de tegenpartij te weinig te zeggen heeft, maar dat hij verder veel gedaan heeft met de middelen die hij had. Spanje is vooruit gegaan". Na het feest vandaag (met vrouw en zeven kinderen) gaat de heer van der Linden eersit „goed uitrus ten. Na Kerstmis vertrék ik naar Spanje en dan ga ik m'n doctoraals criptie nog wat uitwerken. De pro fessor heeft gezegd dat sommige ge deelten daarvan voor publicatie in aanmerking komen." (ADVERTENTIE) Vraag nu wat dat voor uw bedrijfswelzijn kan betekenen aan Nixdorf in Rotterdam. n —m n Nixdorf Computer N.V. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG. De KVP-Tweede- Kamerleden Andriessen en Van Schaik zetten hun plannen door voor invoering van een kiesdrempel van drie zetels voor de Tweede Kamer. Zij zijn niet afgeschrikt door de kri tiek die er van verschillende kanten is geuit in het voorlopig verslag op hun destijds ingediende initiatiefvoor stel. Op het ogenblik telt de Tweede Kamer verschillende fracties die geen drie zetels bezitten. GPV, PSP en PPR hebben ieder twee zetels, de Boerenpartij heeft een zetel en ook de heren Te Pas (Middenstandspar tij) en de heer Jong vormen een mansfracties. (Van onze pari. redactie) DEN HAAG Het gesprek dat de inspecteur-generaal van de rijkspolitie, de heer W. de Gast, zou hebben met de commissies voor Justitie en Binnenlandse Za ken van de Tweede Kamer gaat niet door. Op uitnodiging van de Tweede- Kamerleden, de heren Geurtsen (VVD) en Fievez (KVP), zou de heer De Gast z(jn visie komen ge ven over de reorganisatie van het gehele politieapparaat. De inspecteur-generaal, die een uit gesproken voorstander is van het in districten onder de verantwoordelijk heid van de minister van Justitie in delen van de politie, had voor dit ge sprek met de kamerleden toestem ming gekregen van zijn hoogste baas, justitieminister Van Agt. Over de herziening van de politie wetgeving zal uiterlijk op 1 januari 1972 een regeringsnota aan de Twee de Kamer moeten worden aangebo den van de hand van de speciale re geringscommissaris belast met deze zaak, prof. J. M. Polak. Vooral mej. Anneke Goudsmit (D '66) is boos over het initiatief voor dit gesprek. Volgens haar zou de in specteur-generaal zich op deze manier mengen in dé politek en aan bod ko men om .zijn zegje te doen, nog voor dat alle bij de politie betrokken in stanties op een speciale hearing ge hoord zouden kunnen worden. De heer De Gast zal nu een persoon lijk gesprek hebben met de beide ka merleden. Mr. Geurtsen begrijpt de deining die over de uitnodiging tot dit gesprek is ontstaan niet erg' goed. „De hoofd commissarissen van de gemeentepoli tie hebben anderhalf jaar geleden in een rapport hun mening ook al ken baar mogen maken. Mag deze man dat alsjeblieft ook. Bovendien is hij een deskundige", aldus deze liberaal. De heer Geurtsen wijt de hele gang van zaken aan partij-politieke belan gen, waarbij de kwestie van de ge westvorming op de achtergrond speelt. Als de VVD haar zin krijgt, wordt de politie namelijk onder centraal toezicht gesteld, met bijvoorbeeld een aparte sta-alteseerieitainils of minislter als hoogste verantwoordelijke. Deze par tij wil af van het systeem, waarbij nu twee bewindslieden, die van Bin nenlandse Zaken en Justitie, verant woordelijk zijn voor de politie. Naar het WD-model komen de gemeenten (Van onze redactie binnenland) ROTTERDAM Op een kruising in Rotterdam-Zuid (Vondelingen- wegSlotsedijk) kwamen drie au to's met elkaar in botsing. Twee mensen werden gedood, de 19-jarige havenarbeider T. van der Wal en zijn 16-jarige verloofde Johanna de Rui ter, beiden uit Rotterdam- Drie per sonen raakten ernstig en zes anderen lichter gewond. en straks de gewesten dus niet meer aan de politietaak te pas. De oppositie wil deze centralisatie van de politietaak niet. Ook de ARPIer Schakel zou daar niet veel voor voelen. VATIKAANSTAD (KNP). Paus Paulus heeft er gisteren in zijn we kelijkse algemene audiëntie op ge wezen, dat de jeugd tegenwoordig steeds meer interesse gaat tonen voor Christus. Als voorbeeld noemde hij de Jezusbeweging onder de hippies, alhoewel hij zei, deze belangstelling moeilijk te kunnen begrijpen. „Zoals trouwens zoveel dingen van de para doxale jeugd niet te begrijpen zijn voegde hij er aan toe. De paus verzette zich tijdens zijn toespraak tegen bepaalde stromingen in de kerk. Hij stelde dat er geen kerk kan bestaan zonder de historische authentieke en vitale bron van Chris tus zelf. DE STAATSOLIE-maatschappij van Frankrijk en Algerije, Elf-Erap en Sonatraoh, Ihlebhien in Algiers een overeenkomst ondertekend, die de beëndiging van het oliegesehil tussen de twee landen formeel bezegelt. VOOR DE PRIJS van f1600,- kan men zich in het bezit stellen van de nieuwe, uit negen delen bestaande, editie „P'ieter Cornelisz. Hooft, alle gedrukte werken 1611 - 1738". Aan leiding: 300 jaar geleden verscheen de heerste grote additie van Hoofts zoon, Aernout Hellemans Hjooft. Uit gever is University Press in Am sterdam. Hartelijke dank meneer Van der Velden. Betere anti-reclame voor uzelf kunt u niet maken dan door dergelijke reacties te geven. Geen mens die dr. Smit kent ge looft wat u daar zegt. En dat zijn er heel wat. En dan nog dit. Als dr. Smit niet zo goed was geweest deze dieren op te nemen, waar hadden ze dan heen gemoeten. Misschien tio.ch het Turf schip. BREDA MEVR. W. HOEKSTRA (ADVERTENTIE) WENNEKER-ROOSENDAAL DEN BOSCH (ANP) Twee dienstplichtige militairen van het iucht- machtbewakingskorps, die in juni j.l. bij het bewaken van atoomkoppen op de luchtmachtbasis Vörden in West-Duitsland twee schijnwerpers met stenen kapot gooiden, zijn gisteren door de krijgsraad in Den Bosch veroordeeld tot 100 boete. De auditeur-militair had behalve deze boete twee weken voor waardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar geëist. De raadsman had vrijspraak gevraagd. De soldaten, B. E. en P. B., verklaarden dat de bewakingsdiensten die zij in Duitsland moeten verrichten, zenuwslopend en geestdodend zijn. Urenlang moet men in een wachthokje staan, 's avonds onder het licht van felle schijnwerpers. Dat gaat op den duur op de zenuwen werken, zo moti veerden de soldaten hun daad. De auditeur-militair, mr. H. J. A. M. Beaumont, meende dat hier sprake was van zinloze vernieling. Hij constateerde dat de bewakingsdiensten re centelijk aanzienlijk zijn verbeterd, zodat het dienstdoen redelijk te dragen is. De raadsman, mr. G. P. J. Cammelbeeck, stelde daarentegen, dat er al leen op ondergeschikte punten verbeteringen zijn aangebracht. Wachthokjes zijn vernieuwd en gebouwen werden wat opgeverfd. Men sleutelt slechts in de marge van het probleem, zo zei hij. Mr. Cammelbeeck verwees naar het rapport van de Groningse hoog leraar prof. dr. H. A. Hutte, waarin de bewakingsdiensten mensonwaardig en uit een oogpunt van volksgezondheid ongezond worden genoemd. De raadsman vond dat zaken als deze niet vervolgd dienen te worden, omdat men daarmee een onjuist vervolgingsbeleid zou bevorderen. De twee soldaten gaan waarschijnlijk in hoger beroep. Mr. Cammel beeck: „Dit is een zeer principiële zaak. Het gepleegde feit is op zich straf baar, maar de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, zijn van dien aard dat van strafvervolging geen sprake zou moeten zijn". (Van onze correspondent) AMSTERDAM Vandaag is in Amsterdam een driedaags congres begonnen, dat wordt georganiseerd door de „Jonge Balie" en gewijd is aan het onderwerp „Recht en mi lieuverontreiniging". In sommige delen van Nederland, aldus de organisatoren, heeft de burger langzamerhand de uiterste grens van zijn incasseringsvermogen bereikt en staat hij op het punt om het recht d.w.z.: zijn recht op een leefbare omgeving in eigen hand te nemen. Geen wonder: het milieurecht dat het milieu moet beheren en de bur ger moet beschermen, verkeert pas in staat van wording en men moet zich afvragen of en zo ja op welke wijze het de feitelijke ontwikkeling escalatie van verontreiniging en verontwaardiging nog zal kunnen achterhalen en in goede banen lei den. De Jonge Balie acht het de hoog ste tijd voor een congres. Terwijl er in juni 1972 in Stockholm een we reldmilieuconferentie wordt gehou den, is het Nederland nationaal nog niet gelukt om de wet op de lucht verontreiniging van kracht te krij gen- HetzeÖde geldt in de praktijk voor de wet verontreiniging opper vlaktewater en de wet op de bo demverontreiniging is nog steeds in ontwerp. Aan de geluidshinder is de wetgever tot dusverre helemaal voorbijgegaan, terwijl de bestrij dingsmiddelenwet nauwelijks effek- tief kan zijn. De hinderwet biedt in incidentele gevallen slechts uitkomst voor mensen die eigendommen heb ben, grenzend aan de bron van mi lieubederf, of die direct aantoonbaar schade lijden. Volgens de initiatiefnemers tot het Amsterdamse congres heeft Neder land momenteel drie systemen om de bestaande voorschriften betref fende het milieu te doen nako men: 1. De vaak kostbare prooedure van het civielrecht; 2. Het ondoorgrondelijke administra tief recht; 3. Het strafrecht dat slechts wille keurig kan worden toegepast en de werkelijke schuldigen aan het mi lieubederf buiten schot laat. De zogenaamde welzijnscriminali- teit krijgt veel te weinig aandaent. De Jonge Balie vindt, dat er een stelsel van regels' moet komen die het milieu al bij voorbaat schoon houden en wel op internationale schaal. Voorts is een strafwet mi lieudelicten nodig zoals er reeds lang een wet economische delicten bestaat. De gedachte dat er een mogelijkheid moet zijn voor het toe voegen van advocaten aan actieco- mité's, verdient aanbeveling. Ten slotte zal er een bij de wet geregeld centraal apparaat dienen te komen, dat milieu-informatie in de breedst mogelijke zin geeft, waarmee men verplicht is rekening te houden.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 15