Indiase troepen zeker niet in overwinningsroes
WELZIJNSEXPERIMENT IN ZWOLLE:
Stuk onrust
wegnemen
Gepensioneerde leraar (71) werd drs.
De Lachende Derde
onder de computers.
Oppositie boos op
rijkspolitiechef
Atoomkopbewakers
kregen f 100,- boete
Jonge Balie wil haast achter milieurecht
COMPUTER 010-149866
Paus Paulus zegt
paradoxale jeugd
niet te begrijpen
binnenland
buitenland
Honden
Kiesdrempel van drie
zetels, houden twee
KVP'ers vol
Gesprek met commissies uit
Kamer gaat niet door
Twee doden en vijf
gewonden bij ongeluk
in Rotterdam
Donderdag 16 december 1971
19
(Van onze correspondent
HILLI Tijdens de aanval op
Hilli eerder deze week, werden
twee Pakistaanse kapiteins gevan
gen genomen. De een schoot zichzelf
dood. De ander zat tot tot twee uur
de volgende morgen in de officiers
mess te drinken en te kletsen met
de Indiase militairen die hem ge
vangen genomen hadden.
De dode kapitein „zal wel zeer
neerslachtig zijn geweest". „Zij heb
ben zware dagen achter de rug. Zij
hebben hard moeten vechten", zei
brigadier Farhet Bhatti. „Ziet u, wij
zijn eigenlijk hetzelfde volk. We
doen hard ons best om er maar snel
een iende aan de maken, zodat we
ze niet hoeven te doden".
We zaten met een glas rum met
heet water in het hoofdkwartier van
de brigadier, dat net in een verlaten
Pakistaanse politiepost was geves
tigd. Het was de dag na de grote
Indiase doorbraak bij Hilli en we
bevonden ons vijftig kilometer- bin
nen Bangla Desj. De frontlinie be
woog zich snel naar het zuidoosten,
naar Bogra, naar Dacca.
De brigadier is een minzaam en
filosofisch man. Liefst herinnert hij
zich dat hij en de brigadier tegen
wie hij nu vocht, Atta Mohammed
Malik, 26 jaar geleden samen op de
militaire academie in Terradhon na
bij Nieuw Delhi hadden gezeten.
„Alles wat hij doet zou ik in zijn
plaats ook hebben gedaan. We vech
ten deze oorlog uit omdat ons dat is
opgedragen. Het was niet onze
keus".
De doorbraak bij Hilli is naar nu
blijkt beslissend geweest. Deze sjo
fele spoorwegstad, waarvan de huis
jes en afgebrokkelde stenen winkels
er al bouwvallig moeten hebben uit
gezien voordat ze werden verlaten
en beschoten, lag voor de helft in
India en voor de helft in Oost-
Pakistan. Ze vormde een natuurlij
ke, vooruitstekende wig in vijandig
grondgebied en India had gedreigd
Oost-Pakistan van daaruit in tweeën
te delen. Daarom verdedigden de
Pakistani haar zo fel. Maar na de
val hoefde het allemaal niet meer.
Voor beide partijen leiden alle we
gen daarna naar Dacca.
„Hoe zwaar het was kun je wel
zien aan de verliezen", zegt een
majoor. Hij is een beetje indiscreet,
want over de verliezen wordt wei
nig gepraat. Misschien overdrijft hij.
In het dorp Dangbara, dat juist in
de vuurlijn lag, hadden de Indiërs
36 Pakistaanse lichamen gevonden
en die waren al begraven, op één
na: een jonge, magere, nette en be
snorde man. Hij lag op zijn rug met
een nadenkende uitdrukking op zijn
gezicht. Zijn kaki-hemd lag openge
slagen om een net rond gat te laten
zien, gevormd door een kogel die
misschien recht door zijn hart is
gegaan.
Dat de twee partijen „hetzelfde
volk" zijn is een simplificatie die
nergens op slaat. De brigadier had
niet de mensen in gedachten, maar
de officieren. Zij vechten een ortho
doxe, methodische oorlog uit. Bij
Hilli vochten de Pakistani door tot
ze bijna omsingeld waren. Toen ze
besloten om terug te trekken verlo
ren ze geen moment. Ze lieten geen
voertuigen achter, behalve vier lich
te Amerikaanse tanks die waren ge
raakt of vast zaten. Maar ze lieten
wel hun munitie achter en de hoe
veelheid gaf aan dat ze er zich op
voorbereid hadden om veel langer
stand te houden.
Voor mij is drie dagen met de
troepen lang genoeg om diep onder
de indruk te raken. Zoals je aan het
front misschien kunt verwachten,
bestaat er geen behaaglijke over
winningsroes. Dat schijnt zich te
beperken tot de officieren en hoge
functionarissen in Nieuw-Delhi (in
Calcutta zitten ze kennelijk dicht
genoeg bij het vuur om een meer
sobere toon aan te nemen). Er
heerst een gladde en ontspannen
discipline. De bevelen worden kalm
gegeven en zonder onderdanigheid
ontvangen. De troepenbewegingen
voltrekken zich rustig.
Er bestaat geen twijfel over dat
de Indiërs welkom zijn in Bangla
Desj. De bruine, nietige Bengali's
druppelen uit hun kleine dorpjes en
ze wuiven en glimlachen naar de
passerende voertuigen. Kleine kin
deren groeten en jongemannen roe
pen „Joy Bangla". De brigadier ver
telde me dat de dorpelingen zich als
vrijwilligers hadden opgegeven om
tijdens de aanval wegen tussen de
mijnenvelden te vinden.
Sommige Indiase soldaten hadden
al verhalen over gruweldaden door
de Pakistani verzameld. In een won
derlijk vredig katholiek kerkje in
een afgelegen dorp plaatst pater Pes-
ce uit Italië dit alles in enig per
spectief. De tijden van de „bezet
ting" zijn zwaar geweest de peri
ode tussen de noodtoestand in april
en nu. Maar de werkelijke excessen
waren niet het werk van soldaten,
maar van wetteloze burgerbendes,
vooral degenen die tot politieke par
tijen behoorden, en de „Razakars".
Dit waren de huisbewakers die in
hoofdzaak waren aangeworven door
moslems die zelf in 1947 uit India
zijn gevlucht.
Als ik naar Calcutta terugrijdt,
kom ik tientallen ossenwagens bela
den met allerlei spullen en verge
zeld door gezinnen te voet tegen:
langzaam aan beginnen er vluchte
lingen uit India terug te keren.
Het is nog maar een fractie van
de enorme aantallen vluchtelingen
die langs de weg in tenten verblij
ven. In Hilli waren nog helemaal
geen burgers teruggekeerd. Maar de
trek is begonnen.
In Calcutta zegt kolonel Lutra van
de rehabilitatieraad dat „verscheide
ne duizenden" vluchtelingen reeds
gebruik hebben gemaakt van het
aanbod van de raad voor proviand
en kleren voor de thuisreis. Geen
van hen bevestigde de Indiase vrees
dat sommige vluchtelingen mis
schien helemaal niet willen terugke
ren.
(Copyright De Stem - The Guardi
an).
Brieven voor aeze rubriek moefin met vol
ledig* naam in adres worden ondertekend. Bij
publicatie zullen deze vermeld worden. Slechts
bij hoge uitzondering zei van deze regel wor
den afgeweken- Naam en adres zl)n dan bij
de redactie bekend. Publicatie van brieven
(verkort of onverkort) betekent niet def de
redactie het in alle gevallen eens Is met in
houd, e.g. strekking.
(Van een onzer verslaggevers)
ZWOLLE Dertig jaar. Kersvers doctorandus politi
cologie. Geboren Zwollenaar, maar woonde geruime tijd in
een saneringsbuurt in Amsterdam. Was journalist bij Het
Vrije Volk. Dit is in het kort het signalement van Zwolles
krotopruimingsambtenaar J. Wijnhoud.
Maar een krotopruimingsambtenaar bestaat natuurlijk niet, zegt de heer
Wijnhoud. 't Is wel een mooie kreet, maar dekt de functie allerminst. Nee,
het moet meer een coördinerende figuur worden, die zich bezig gaat
houden met de sociale gevolgen van krotopruiming en stadssanering.
Allereerst moet hij dan natuurlijk een inventarisatie maken van hoeveel
krotten er zijn, welke moeten worden afgebroken, hoeveel mensen ver
vangende woonruimte moeten hebben, en hoeveel vervangende woonruimte
er is. Tot nu toe werd daar in Zwolle te hooi en te gras wat aan gedaan,
maar nog niemand heeft zich hier systematisch mee beziggehouden.
De hang naar een systematischer
aanpak van krotopruiming en
stadssanering is trouwens niet het
enige waarmee de gemeente Zwol
le voorop loopt, en de „krotoprui-
ming'samibtenaar" is maar één van
de nieuwe functionarissen in
Zwolle. In het kader van het nau
wer bij het bestuur betrekken van
de burgerij is er in Zwolle een
gemeentelijke afdeling welzijns
zorg aan het groeien. Hoofd van
deze afdeling is drs. H.B. Reinders,
die zich bezig gaat houden met
maatschappelijke dienstverlening
en samenlevingsopbouw. Verder
vallen onder deze afdeling de kro
topruimingsambtenaar, een ambte
naar die zich bezig gaat houden
met de culturele zaken, en een
ambtenaar voor jeugd en sportza
ken.
Het wordt een experiment na
tuurlijk, zegt de 'heer Reinders,
„waarvan wij hoge verwachtingen
hebben. We zullen geen resultaten
op korte termijn bereiken, dat is
duidelijk, het is een kwestie van
lange adem. Maar we willen pro
beren een stuk onrust weg te ne
men, en voorlichting is daarbij een
belangrijke factor. Verder willen
we veel samenwerken met Het
Refter, een stichting die over veel
beroepskrachten beschikt en ook
een soort platform wil zijn tussen
gemeentebestuur en bevolking.
Maar terug naar de krotten. De
heer Reinders: „Tot nu toe was er
geen vast beleid ten aanzien van
de verplaatsing. De gezinnen wer
den her en der over de stad ver
spreid. De mensen voelden zich
geïsoleerd, pasten eigenlijk niet
tussen de andere bewoners, en het
niveau van de wijk zakte. En wan
neer je de gezinnen die weggesa
neerd worden, verspreidt over de
hele stad, dan voer je geen be
leid.
Waar we naar toe willen is dit:
als je een hele wijk opruimt, dan
moet je ervoor zorgen dat er een
hele wijk voor deze mensen ter
beschikking staat. Dan houdt je ze
bij elkaar en kun je ook een be
leid voeren. Je kunt er dan voor
zorgen dat er maatschappelijke be
geleiding plaaitsivindit, zoidait ook
dat niet te hooi en te gras gebeurt.
Dat is dan ook weer een financieel
aantrekkelijk punt. Er zou dan een
wijkcentrum kunnen komen met
een dienstenpakket op vrijwillige
basis. Een instituut dat de leef
baarheid in zo'n wijk opkrikt, en
voor een prettiger leefmilieu kan
zorgen. En zo'n wijk zal dan min
der uit de toon vallen.
J. WIJNHOUD: ,JiET IS WEL EEN MOOIE KREET.
Inderdaad, op dit moment is er
weinig vervangende woonruimte.
Ook in Zwolle is er woningnood,
maar misschien is dat aan de $ne
kant juist wel een gelukkige om
standigheid. Op dit moment heb je
namelijk de gekke situatie dat er
gesaneerd wordt, er gaan huizen
tegen de vlakte en op dat moment
realiseert men zich dat er in die
hCfizen mensen woonden. Tja, en
wat moet daar dan mee gebeuren,
er is geen vervangende woonruim
te. En nu bedenkt men zich wel
even voordat er gesaneerd
wordt.
Wij hebben op het ogenblik de
tijd, nu er weinig gesaneerd wordt
(omdat er geen vervangende
woonruimte is) om een inventari
satie te maken, om de zaak te
systematiseren, en daarna te ko
men melt een visie, met eein beleids
plan, dait zeker toagespits zal zijn
op de verplaatsing. Op het ogen
blik zijn vele instellingen, afdelin
gen en organisaties hiermee bezig
en wij willen nu deze zaken in
één hand brengen, coördineren.
Het wordt een experiment, dat
door een sociale bril het samenle
vingsproces moet bekijken.
Als we voorzichtig opperen, dat
het misschien wel vreemd is dat
juist Zwolle met iets dergelijks
gaat beginnen, omdat Zwolle toch
bekend staat als gemeente waar
nogal „kaalgeslagen" wordt springt
de heer Wijnhoud in touw. We
hebben eigenlijk de voorsprong
van de achterstand, zegt hij. „Het
is waar, tot nu toe is er niet veel
gebeurd ten aanzien van een goed
plaatsingsbeleid, vandaar dat we
fris kunnen beginnen, en we kun
nen direct beginnen." „Een specu
latieve gedachte misschien", maar
zo valt de heer Reinders bij, „we
willen een stuk beleidsvoorberei
ding dichter bij de bevolking
brengen."
(Van een onzer verslaggevers)
NIJMEGEN. „J. P. van der Lin
den, leeraar Fransch MO A-B" staat
er ai 41 jaar op een huisdeur in de
stille Nijmeegse Vermeerstraat.
Vanaf vandaag zou er kunnen staan
drs. J. P. van der Linden, want de
71-jarige heer des huizes studeerde
vanmorgen aan de Nijmeegse uni
versiteit af in de Spaanse taal- en
letterkunde.
Toen de kersverse doctorandus m
1965 bij zijn afscheid als leraar aan
het St. Canisiuseollege te horen
kreeg nu maar rustig van zijn „wel
verdiende pensioen" te gaan genie
ten voelde hij daar, bar weinig voor.
„Ik voelde me diep ongelukkig en
liep met mijn ziel onder de arm. Ik
was nog veel te levenslustig om
niets te gaan doen." 1
En omdat hij zich altijd al aange
trokken had gevoeld tot de „glorie
tijd van de Spaanse literatuur (Cer
vantes, Lope de Vega, Calderon, San
Juan de la Cruz)" besloot hij maar
Spaans te gaan studeren. Waar nog
bij kwam dat hij zelf ook wel eens
wilde zien wat er op de universiteit
te doen was.
Een studie (doctoraalscriptie: De in
vloed van Montaigne en Anatole
France op Azorine), die de eerste
twee jaar gedaan werd naast het
les-geven op het Canisiuseollege, dat
hem gevraagd had nog even „als
invaller in te springen".
Een studie die nu na zes jaar afge
sloten is.
De heer van der Linden is een man
van uitgesproken meningen, zoals
bijv. blijkt over zijn oordeel over
zijn jonge medestudenten: „Er wa
ren er waarmee ik kon praten. Maar
bij sommigen is dit onmogelijk. Ze
verkondigen een hele partij menin
gen die ze na 10 jaar verloochenen.
De tegenwoordige jeugd draaft wat
meer door dan die van vroeger."
Over het hedendaagse Spanje merkt
hij op dat „bij Franco de tegenpartij
te weinig te zeggen heeft, maar dat
hij verder veel gedaan heeft met de
middelen die hij had. Spanje is
vooruit gegaan".
Na het feest vandaag (met vrouw
en zeven kinderen) gaat de heer
van der Linden eersit „goed uitrus
ten. Na Kerstmis vertrék ik naar
Spanje en dan ga ik m'n doctoraals
criptie nog wat uitwerken. De pro
fessor heeft gezegd dat sommige ge
deelten daarvan voor publicatie in
aanmerking komen."
(ADVERTENTIE)
Vraag nu wat dat voor uw bedrijfswelzijn
kan betekenen aan
Nixdorf in Rotterdam.
n —m n Nixdorf Computer N.V.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG. De KVP-Tweede-
Kamerleden Andriessen en Van
Schaik zetten hun plannen door voor
invoering van een kiesdrempel van
drie zetels voor de Tweede Kamer.
Zij zijn niet afgeschrikt door de kri
tiek die er van verschillende kanten
is geuit in het voorlopig verslag op
hun destijds ingediende initiatiefvoor
stel.
Op het ogenblik telt de Tweede
Kamer verschillende fracties die
geen drie zetels bezitten. GPV, PSP
en PPR hebben ieder twee zetels, de
Boerenpartij heeft een zetel en ook
de heren Te Pas (Middenstandspar
tij) en de heer Jong vormen een
mansfracties.
(Van onze pari. redactie)
DEN HAAG Het gesprek dat
de inspecteur-generaal van de
rijkspolitie, de heer W. de Gast,
zou hebben met de commissies
voor Justitie en Binnenlandse Za
ken van de Tweede Kamer gaat
niet door.
Op uitnodiging van de Tweede-
Kamerleden, de heren Geurtsen
(VVD) en Fievez (KVP), zou de
heer De Gast z(jn visie komen ge
ven over de reorganisatie van het
gehele politieapparaat.
De inspecteur-generaal, die een uit
gesproken voorstander is van het in
districten onder de verantwoordelijk
heid van de minister van Justitie in
delen van de politie, had voor dit ge
sprek met de kamerleden toestem
ming gekregen van zijn hoogste baas,
justitieminister Van Agt.
Over de herziening van de politie
wetgeving zal uiterlijk op 1 januari
1972 een regeringsnota aan de Twee
de Kamer moeten worden aangebo
den van de hand van de speciale re
geringscommissaris belast met deze
zaak, prof. J. M. Polak.
Vooral mej. Anneke Goudsmit
(D '66) is boos over het initiatief voor
dit gesprek. Volgens haar zou de in
specteur-generaal zich op deze manier
mengen in dé politek en aan bod ko
men om .zijn zegje te doen, nog voor
dat alle bij de politie betrokken in
stanties op een speciale hearing ge
hoord zouden kunnen worden.
De heer De Gast zal nu een persoon
lijk gesprek hebben met de beide ka
merleden.
Mr. Geurtsen begrijpt de deining die
over de uitnodiging tot dit gesprek is
ontstaan niet erg' goed. „De hoofd
commissarissen van de gemeentepoli
tie hebben anderhalf jaar geleden in
een rapport hun mening ook al ken
baar mogen maken. Mag deze man
dat alsjeblieft ook. Bovendien is hij
een deskundige", aldus deze liberaal.
De heer Geurtsen wijt de hele gang
van zaken aan partij-politieke belan
gen, waarbij de kwestie van de ge
westvorming op de achtergrond speelt.
Als de VVD haar zin krijgt, wordt
de politie namelijk onder centraal
toezicht gesteld, met bijvoorbeeld een
aparte sta-alteseerieitainils of minislter als
hoogste verantwoordelijke. Deze par
tij wil af van het systeem, waarbij
nu twee bewindslieden, die van Bin
nenlandse Zaken en Justitie, verant
woordelijk zijn voor de politie. Naar
het WD-model komen de gemeenten
(Van onze redactie binnenland)
ROTTERDAM Op een kruising
in Rotterdam-Zuid (Vondelingen-
wegSlotsedijk) kwamen drie au
to's met elkaar in botsing. Twee
mensen werden gedood, de 19-jarige
havenarbeider T. van der Wal en zijn
16-jarige verloofde Johanna de Rui
ter, beiden uit Rotterdam- Drie per
sonen raakten ernstig en zes anderen
lichter gewond.
en straks de gewesten dus niet meer
aan de politietaak te pas.
De oppositie wil deze centralisatie
van de politietaak niet. Ook de
ARPIer Schakel zou daar niet veel
voor voelen.
VATIKAANSTAD (KNP). Paus
Paulus heeft er gisteren in zijn we
kelijkse algemene audiëntie op ge
wezen, dat de jeugd tegenwoordig
steeds meer interesse gaat tonen voor
Christus. Als voorbeeld noemde hij
de Jezusbeweging onder de hippies,
alhoewel hij zei, deze belangstelling
moeilijk te kunnen begrijpen. „Zoals
trouwens zoveel dingen van de para
doxale jeugd niet te begrijpen zijn
voegde hij er aan toe.
De paus verzette zich tijdens zijn
toespraak tegen bepaalde stromingen
in de kerk. Hij stelde dat er geen kerk
kan bestaan zonder de historische
authentieke en vitale bron van Chris
tus zelf.
DE STAATSOLIE-maatschappij van
Frankrijk en Algerije, Elf-Erap en
Sonatraoh, Ihlebhien in Algiers een
overeenkomst ondertekend, die de
beëndiging van het oliegesehil tussen
de twee landen formeel bezegelt.
VOOR DE PRIJS van f1600,- kan
men zich in het bezit stellen van de
nieuwe, uit negen delen bestaande,
editie „P'ieter Cornelisz. Hooft, alle
gedrukte werken 1611 - 1738". Aan
leiding: 300 jaar geleden verscheen
de heerste grote additie van Hoofts
zoon, Aernout Hellemans Hjooft. Uit
gever is University Press in Am
sterdam.
Hartelijke dank meneer Van der
Velden. Betere anti-reclame voor
uzelf kunt u niet maken dan door
dergelijke reacties te geven.
Geen mens die dr. Smit kent ge
looft wat u daar zegt. En dat zijn er
heel wat.
En dan nog dit. Als dr. Smit niet
zo goed was geweest deze dieren op
te nemen, waar hadden ze dan heen
gemoeten. Misschien tio.ch het Turf
schip.
BREDA
MEVR. W. HOEKSTRA
(ADVERTENTIE)
WENNEKER-ROOSENDAAL
DEN BOSCH (ANP) Twee dienstplichtige militairen van het iucht-
machtbewakingskorps, die in juni j.l. bij het bewaken van atoomkoppen op
de luchtmachtbasis Vörden in West-Duitsland twee schijnwerpers met stenen
kapot gooiden, zijn gisteren door de krijgsraad in Den Bosch veroordeeld tot
100 boete. De auditeur-militair had behalve deze boete twee weken voor
waardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar geëist.
De raadsman had vrijspraak gevraagd.
De soldaten, B. E. en P. B., verklaarden dat de bewakingsdiensten die
zij in Duitsland moeten verrichten, zenuwslopend en geestdodend zijn.
Urenlang moet men in een wachthokje staan, 's avonds onder het licht van
felle schijnwerpers. Dat gaat op den duur op de zenuwen werken, zo moti
veerden de soldaten hun daad.
De auditeur-militair, mr. H. J. A. M. Beaumont, meende dat hier sprake
was van zinloze vernieling. Hij constateerde dat de bewakingsdiensten re
centelijk aanzienlijk zijn verbeterd, zodat het dienstdoen redelijk te dragen
is. De raadsman, mr. G. P. J. Cammelbeeck, stelde daarentegen, dat er al
leen op ondergeschikte punten verbeteringen zijn aangebracht. Wachthokjes
zijn vernieuwd en gebouwen werden wat opgeverfd. Men sleutelt slechts in
de marge van het probleem, zo zei hij.
Mr. Cammelbeeck verwees naar het rapport van de Groningse hoog
leraar prof. dr. H. A. Hutte, waarin de bewakingsdiensten mensonwaardig
en uit een oogpunt van volksgezondheid ongezond worden genoemd. De
raadsman vond dat zaken als deze niet vervolgd dienen te worden, omdat
men daarmee een onjuist vervolgingsbeleid zou bevorderen.
De twee soldaten gaan waarschijnlijk in hoger beroep. Mr. Cammel
beeck: „Dit is een zeer principiële zaak. Het gepleegde feit is op zich straf
baar, maar de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, zijn van dien
aard dat van strafvervolging geen sprake zou moeten zijn".
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM Vandaag is in
Amsterdam een driedaags congres
begonnen, dat wordt georganiseerd
door de „Jonge Balie" en gewijd is
aan het onderwerp „Recht en mi
lieuverontreiniging".
In sommige delen van Nederland,
aldus de organisatoren, heeft de
burger langzamerhand de uiterste
grens van zijn incasseringsvermogen
bereikt en staat hij op het punt om
het recht d.w.z.: zijn recht op een
leefbare omgeving in eigen hand
te nemen.
Geen wonder: het milieurecht dat
het milieu moet beheren en de bur
ger moet beschermen, verkeert pas
in staat van wording en men moet
zich afvragen of en zo ja op welke
wijze het de feitelijke ontwikkeling
escalatie van verontreiniging en
verontwaardiging nog zal kunnen
achterhalen en in goede banen lei
den.
De Jonge Balie acht het de hoog
ste tijd voor een congres. Terwijl er
in juni 1972 in Stockholm een we
reldmilieuconferentie wordt gehou
den, is het Nederland nationaal nog
niet gelukt om de wet op de lucht
verontreiniging van kracht te krij
gen- HetzeÖde geldt in de praktijk
voor de wet verontreiniging opper
vlaktewater en de wet op de bo
demverontreiniging is nog steeds in
ontwerp. Aan de geluidshinder is de
wetgever tot dusverre helemaal
voorbijgegaan, terwijl de bestrij
dingsmiddelenwet nauwelijks effek-
tief kan zijn. De hinderwet biedt in
incidentele gevallen slechts uitkomst
voor mensen die eigendommen heb
ben, grenzend aan de bron van mi
lieubederf, of die direct aantoonbaar
schade lijden.
Volgens de initiatiefnemers tot het
Amsterdamse congres heeft Neder
land momenteel drie systemen om
de bestaande voorschriften betref
fende het milieu te doen nako
men:
1. De vaak kostbare prooedure van
het civielrecht;
2. Het ondoorgrondelijke administra
tief recht;
3. Het strafrecht dat slechts wille
keurig kan worden toegepast en de
werkelijke schuldigen aan het mi
lieubederf buiten schot laat.
De zogenaamde welzijnscriminali-
teit krijgt veel te weinig aandaent.
De Jonge Balie vindt, dat er een
stelsel van regels' moet komen die
het milieu al bij voorbaat schoon
houden en wel op internationale
schaal. Voorts is een strafwet mi
lieudelicten nodig zoals er reeds
lang een wet economische delicten
bestaat. De gedachte dat er een
mogelijkheid moet zijn voor het toe
voegen van advocaten aan actieco-
mité's, verdient aanbeveling. Ten
slotte zal er een bij de wet geregeld
centraal apparaat dienen te komen,
dat milieu-informatie in de breedst
mogelijke zin geeft, waarmee men
verplicht is rekening te houden.