ORANJE VRIJSTAAT IS DOOD Kaboutervolk gaat nu paniek zaaien Liever vandaag dan morgen. Proces tegen ontvoerders Bensdorp begonnen binnenland buitenland NIEUW LEVEN UNIVERSITEIT papier oor uw pan Wegenbelasting De drie verdachten in vals-geldaffaire naar Engeland uitgeleid Franse Pax Christi dringt bij regering op ontwapening aan Wbwwtag 1 december 1971 is (Van onze correspondent) AMSTERDAM In de winter van 1970 waren Amsterdam en Nederland getuigen van de geboorte van een nieuwe natie het Kaboutervolk, ludiek verenigd onder de paddestoel van Oranje Vrjjstaat. Ex-provokopstuk Roel van Duyn werd zqn ambassadeur. De volwassen politici meesmuilden vrolijk over het naïeve taal gebruik van de Kabouters (het agressief klinkende klootjesvolk van Provo werd vervangen door het goedmoedige begrip trollen") en over het volkslied van .,De uil die in de olmen zat", maar toen Oranje Vrijstaat meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen, schrokken »e zich mooi een aap. Alleen in Amsterdam al kregen de Kabouters 40.000 stemmers achter zich aan, hetgeen hun in één klap vijf raadszetels opleverde. Het is nog geen twee jaar later. Opeens komt de volgende mededeling van ambassadeur Roel van Duyn de natie verrassen: „In de ngner van 1971 b de Oranje Vrijstaat uiteengevallen. Gebrek aan spectaculair* ■accessen en onderlinge meningsverschillen hébben er toe geleid dat er aan de zuigkracht van da oude maatschappij onvoldoende weerstand kon worden geboden.* Wij praten met hem en zijn geestverwant Bart Edel im een van de kabouter-winkels waar de ge wassen des velds onbespoten maar vrü vreugdeloos erbij liggen. Aller, eerst willen we weten waaraan de snelle afgang van de Oranje Vrij staat te wijten valt. Van Duyn be gint mystiek ite murmelen over het geringe aantal kabouters dat in staat is geweest om met bloemen en dieren te praten (zelf blijkt hij in zijn panics dagboek" zeer vruchtbare gesprakken te voeren met onder meer een bruine beuk). Als hem duidelijk wordt dat. dit antwoord een alledaagse verslagge ver niet kan bevredigen, wil hij wel wat meer kwijt. „Oranje Vrijstaat", zegt hij irn vereniging met Bart Edel, „was een poging om een massale tegencultuur te vormen. De opzet was niet fout, maar onze acties konden niet de grote, concrete veranderingen be werken waarop wc hoopten. Daar om raakten er véél kabouters te leurgesteld. Kijk, veranderingen voltrekken ach in golven- Het is moeilijk om continu tegen de bier kaai te vechten. Als een belofte niet meteen wordt ingelost, knap pen de mensen af. Oranje Vrijstaat is teveel image geweest en te wei nig werkelijkheid. Het was alle maal te amateuristisch. Ik geef toe dat wijzelf tekort rijn geschoten. We hadden onze verwachtingen te hoog gesteld. Andersrijds zijn de kiezers en het volk van Oranje Vrijstaat tegenover ons ook tekort geschoten. Wij hebben kennelijk als ®en katalysator gewerkt. We hebben het geweten van de men sen vertoafc. Wij hebben ze de kans gegeven om te redeneren: teat ons op de kabouters stemmen, dan zijn we er zelf van af. De beweging is doodgegaan omdat ze dachten: we hebben nu vijf vertegenwoordigers in de gemeenteraad - het zit ver der wel goed. Ome cultuur is ook niet geschikt voor een voortdurende strijd. Die past niet in de manier van leven van de mensen. Zelf verkeer ik in een bijzondere posi tie omdat ik kan leven van mijn boeken. Maar in het algemeen is het moeilijk om een full-time re volutionair te zijn". De vraag is: wat nu? Hij wordt precies zo gesteld op de voorpagi na van het nieuwe maandblad „De paniekzaader" dat de kabouterge- dachte a raison van een gulden per exemplaar in een oplaag van 15.000 nieuw leven moet inblazen. Roei van Duyn geeft er zelf het volgende antwoord op: „Zie, een zaaier ging uit om te zaaien (Ma theus 4). Nu is het de paniekzaader die uitgaat om in de harten van kabouters, ex-kabouters en anti- kabouters het zaad van de bevrij dende paniek te zaaien. Het einde van onze Westerse cultuur is in zicht- Ons resten nog vijf, mis schien nog tien jaren om voor het te laat is ingrijpende veranderin gen in de aard van onze samenl e ving door te voeren. Zo niet, dan zullen milieuverontreiniging, hon ger, overbevolking, delfstoffente- korten en oorlog in een serie van katastrofes de wereld wegvagen. De kabouters hebben er hun laat ste hoop op gevestigd dat in deze jaren die de laatste van welvaart en betrekkelijke rust voor de rijke landen zullen zijn, een massale en tijdige paniek de mensen sal door dringen. Daarom ia het zaad van een heilzame, witte paniek dat de kabouters zaaien". Het een doodernstige gedachte, maar niet bijster origineel. Zelfs Alverman (is in kabouter-jargon gelijk aan anti-kabouter) Prins Claus heeft zich herhaaldelijk voor de televisie en in redevoeringen aldus uitgelaten. Geen krant, geen uitzending van radio of tv, geen weekblad en zelfs geen familie tijdschrift die zich met breed heeft uitgemeten over het milieubederf. „Miaar al dat ge-praat en geschrijf helpt niets," zegt vervolgens Roel van Duyn. „Je moet van onder af aan beginnen, bij de basis. Je moet elk individu afzonderlijk er van weten te overtuigen dat hij verant woordelijk is voor het milieu. Je moet gaan praten met de arbeiders zoals wij kabouter» zijn gaan pra ten bij Philips Duphar - en we hebben een hele lijst van chemi sche bedrijven in petto. Je moet ze duidelijk maken boe het anders kan, hoe er andere produktieme- thoden en protdiukten denkbaar zijn dan de huidige",. Kramen we van de kabouters nog politieke activiteiten verwach ten na het fiasco van de Oranje Vrijstaat...? Zullen ze de „trollen" onder de politici opnieuw de stui pen op het lijf jagen? In ons ge sprek doet Roel van Duyn op die glimlachende manier van hem erg onzeker. Het kam best zijn dat hij nog terugkeert in de gemeente raad, zegt hij. Kabouters hebben nu eenmaal een roulatie-systeem. De volgende verkiezingen? Ach, hij vindt de PSP voor iedereen die kabouter heeft gestemd, eigenlijk beat een goed alternatief. In rijn boek „Panies dagboek" - dat naast beschouwingen over maatschappij structuren en wat dies meer rij ook verrukkelijke prozapassages bevat - is hij duidelijker- „Het zal niet zoveel verschil uitmaken", schrijft hij, „of de topposities van de politieke mocht door links of redhits, door Kabouters of gevestig de machtshebber» worden ingeno men zolang de mensen buiten de machtspositie» passief afwachten. De problemen waar we nu in be slissende strijd mee verwikkeld zijn, hebben zo'n onwamg dat ze ook door een hiërarchisch systeem waarbij alle verantwoordelijkheid aan de top i» getrokken, eenvoudig niet opgekwt kunnen worden. Juist dit inzicht brengt met zich mee, Roel van Duyn (rechts) en Bart Edel: „Niet alle Kabouters hunnen met bloemen en dieren praten." dat Kabouters, zo tong de mensen aan de basis niet uit hun onver schilligheid ontwaken, niet naar de topposities in de gevestigde struk- tuur van de politieke macht hutók- ren". Het ziet er naar uit dat de vijf Kabouterzetels in de Amsterdamse raad bij ontstentenis van het stem- menlokkertje dat Oranje Vrijstaat kortstondig was, wel aan een an dere paBitike partij zullen toeval len. De nieuwe Roel van Duyn wil zich nu liever bezig houden met het van onder af aan opbouwen van een doelbewuste tegencultuur. Letterïijk:„Nu is het onze tijd om panisch een levensvatbare tegen cultuur te creëren." Daarbij zal het maandblad „Da Paniekzaaier" slechts een der instrumenten zijn. In oprichting is een „paniese uni versiteit*' met als voorlopige pro grammapunten onder meer cursus sen in katastrofologie, de preven tieve ecologie, de geschiedenis van de autoritaire persoonlijkheid en dergelijke, het stoken van onrust Op middelbare en andere scholen en het voeren van binnen- en bui tenparlementaire acties om de heersende wetenschapsopvattingen te ondermijnen. Oranje Vrijstaat» •dood. Geen bezoek, geen bloemen. Maar het Kabouterdom leeft. Al leen ig het volkslied over de uil in de olmen vervangen door „Zou het erg zijn lieve opa, als de wind niet meer waait. (ADVERTENTIE) Wkt gaan we doen met onze wasmiddelen? E« H «t* gewt nmecr ontsta» rond ernte watmiddelen. Kranten schrijven zus, aktiegroepen soepen zo. En langzamerhand weet niemand maar hot goed of slecht of bat of boot zijn «iaën wasmiddel is. Wij willen hiesooder mm atta feiten op een rijtje zetten. Eens lcijlcen wat er deugt, eens kijken wat er niet deugt. Om dan tens te zien hoe we, met one allen, uk de sorgen kunnen komen. 09 net DCgili» Onze sorgen aijn niet van vandaag of gisteren. We hebben ze eerder gehad. We hebben er meer gehad. Eerst wae het de biologische afbreek" baarheid. We hebben als fabrikanten dé hoofden bij elkaar gestoken en bedeten alleen nog biologisch afbreekbare produkten te maken. Dat betekent al een stap in de goede richting. Sindsdien staat er als garantie en herkenningsteken dit symbooltje op al onze pakken: Toen dook het tweede probleem op: de enzymen. Enzymen zouden gevaarlijk zijn. Onze eigen wetenschapsmensen waren het hier niet mee eens, maar de beweringen hielden aan.Tot onlangs officiële rapporten van vooraanstaande autoriteiten definitief aantoonden dat enzymen in wasmiddelen ongevaarlijk zijn. En nu staan we dan ineens midden in het derde probleem: de fosfaten. Wat zijn fosfaten.' Fosfaten zijn een natuurprodufet. Aan fosfaten op zichzelf is niets griezeligs, engs of gevaarlijks. Fosfaten zijn. nodig bij alle groeiprocessen in de natuur. Ons eten bevat fosfaten, de grond bevat fosfaten. Zonder fosfaten is zelfs geen leven mogelijk. Waarom littett er fosfaten in wasmiddelen? Fosfaten hebben neg andere eigen schappen dan alleen het bevorderen van de groei. Ze ritten in wasmiddelen omdat: I.M de kalk ia het water onschadelijk maken; 2.3» devuildeeltje* vasthouden. Om deze twee redenen voegen wasmiddelenfabrikanten fosfaten toe un- fampcodukcea. komt het dat ergeregd wordt dat fosfaten het milieu "vervuilen"? bi feite dit onjuist. Fosfaten verrollen niets. Alleenals er teveel sijn in de natuur, dan wordt er iete verstoord. Er vindt dana.h.w. een „overbemesting" plaats. De natuurlijke plantengroei in het water breidt zich snel uit, algen en wieren gaan woekeren en gebruiken na het afsterven, door rotting, méér zuurstof. Daardoor wordt het andere leven in sloot en plaa door zuurstofgebrek bedreigd. Hier en daar in Nederland, waar stilstaand water is, naderen wij een dergelijke situatie. W&t gebeurt er als we de fosfaten weglaten uft onze wasmiddelen? Dat zijnd dingen: 1. om wasgoed wordt minder schoon en minder fris. Uit een oogpunt van hygiëne doen we een stap terug; 2. vele Hekken die nu verwijderd worden, blijven dan nog zichtbaar; 3. de levensduur van ome wasmachines wordt door kalkaanslag aanzienlijk bekort. (Vooral in bard-watergebieden en daaronder valt het grootste gedeelte van Nederland.) Dan maar wat minder wit... Goed. Stel dat we zeggen: laten we als Nederlanders nu eens de handen ineenslaan en al deze nadelen gewoon accepteren. Laten we zeggen dat dit de tol is die we voor ons milieu moeten betalen. Geen fosfaten meer in ons wasmiddel en in sloot en plas vaart het leven er wel bij. Is dat zo? Helaasnee. Want van al die fosfaten die de mens in onze natuur doet belanden, komt naar één-derde uit onze wasmiddelen. De rest komt uit kunstmest an uit onie eigen ontlasting. In als we even helemaal strikt nationaal gaan rekenen, dan is het wasmiddelenaandeel zelfs aanzienlijk lager. Via de Rijn stromen namelijk bij Lobith meer fosfaten ons land binnen, dan er in Nederland zelf in het water terecht komen, vast welke herkomst dan ook. Als we alleen in onze wasmiddelen de fosfaten aanpakken, zou het resultaat daar van nauwelijks merkbaar zijn. Wat moeten we dan? Sommige huisvrouwen zeggen: zachte zeep gebruiken. Dat lijkt een logische redenering. Maar helaas is het geen oplossing. Want ook zachte zeep belast ons milieu. Weliswaar bevat zachte zeep geen fosfaten, en in zacht-waterstreken, waar het Icalkgebalte lager ligt, lijkt deze zeepsoort dus een zinnige oplossing te zijn. Maar dan moeten w» ook niet uit het oog verliezen, dat zachte zeep geen was-1 middel is dat afgestemd is op de automatische wasbehandeling in moderne wasmachines. Gezamcnlqk ktmnen we wél wat doen. Dit: Wij wasmiddelenfabrikanten hebben voor onszelf het probleem van de milieuhygiëne tot probleem nr. 1 gemaakt. Dat betekent dat in al onze laboratoria over de gehele wereld absolute voorrang is gegeven aan het zoeken naar een effectief vervangingsmiddel voor fosfaten, een middel dat aan alle eisen voldoet, vooral ten aanzien van veiligheid voor mïfieu, gebruiker, wasmachine en textiel. Zoiets kost nu eenmaal tijd. Endit: We diénen terdege te beseffen dat de enig afdoende oplossing voor ons waterverontreinigingsprobleem ligt in een perfect functionerend net van water zuiveringsinstallaties, ook als er straks geen fosfaten meer in de wasmiddelen zouden zitten. Dit is een taak voor de overheid. Maar ook die overheid zijn wij allemaal. Endit: U, wij en de overheid moeten doorgaan met het probleem te stellen. Doorgaan gezamenlijk naar een oplossing toe te werken. Doorgaan met aktie-voeren, wat ons betreft. Maar wèl realistisch. Schijnoplossingen zijn geen oplossingen. Laten we ons voor een goede was nauwkeurig houden aan de wasvoorschriften op elk pak. En verder.. Iedereen die denkt dat hij een waardevolle overweging heeft, moet het ons schrijven. Moet met ons komen praten. Moet met ons in discussie gaan. We moeten er allemaal in leven, in dat milieu van ons. Wasmiddelenfabrikanten evenzeer als elke andere Nederlander. We hebben er allemaal belang bij dat het weer recht komt. Liever vandaag nog dan morgen. Ifitvw «oor wze ruWtifc Mq» mm m *drm werdwt mxJêrttkné. 9tf big bog* pHtowdabiB dèn «fgtwehu. Hm» mn «drw iH* du» néf 4m fdfctfa b»k**d. PwbHeafc ai bbu (verkort el owvukortï btlalwnf dU de redactie het gurette» heed, c.e. Aangezien ondergetekende tot da categorie van autobezitters behoort, met alle lusten en lasten van dien, heeft hij normale, interesse in de t.v.-gesprekken, radio-uitzendingen en verhalen in de krant hierover. Men zoekt het links en rechts en in alle hoeken en gaten, maar, volgens mij, is de oplossing veel eenvoudiger. Men heeft bijvoorbeeld de mond vol over zwartkijkers. Wanneer die alle maal zouden betalen was het tekort zo aangevuld. Welnu: men gooit met een overgangsperiode van zo'n drie tot zes maanden het hele plan we genbelasting overboord. In plaats daarvan verhoogt men de benzine prijs zodat uit de meerprijs het ont stane gat kan worden aangevuld. Op de huidige manier kan iedereen zwart rijden. Maar omdat iedere auto brandstof nodig heefit moet er getankt worden en betaalt iedere automobilist op deze manier auto matisch wegenbelasting. OOSTERHOUT C. MATOH AMSTERDAM (ANP) De S Engel sen die vorige week op verdenking van medeplichtigheid aan het in om loop brengen van een grote partij valse Engelse vijfpondsMjetten werden aangehouden rijn in vrijheid gesteld. Het onderzoek heeft, aldus een recherchewoordvoerder, geen vol doende gronden voor een vervolging opgeleverd. Het drietal is inmiddels tot ongewenste vreemdeling ver klaard en naar Engeland uitgeleid. U kunt ons bereiken via de NVZ, de \emtiging vim alk Nederia«tkr waemtidkbntibtflbmien. Adres: Scheroningsewes 62,DenHaa^Td.O7t)-J5J2J0O RENNES (KNP) De president van de Franse Pax Christi-bewe- gtalg, kardinaal Gouyon van Rennes, heeft verklaard, dat de regering van Frankrijk onder permanente druk moet worden gezet om zich positief op te stellen ten aanzien van da ontwapening. De kardinaal legde zijn verklaring af in een interview in het dagblad „France Ouest". Deze verklaring ondersteunt de actie van de Franse Fax Christi- beweging, die van 6 tot 12 december in Frankrijk een vredesweek orga niseert. Een van de concrete eisen is, dat Frankrijk zijn wapenleverantiea stopzet aan landen, die in oorlog rijn of rassendiscriminatie plegen. (Van onze redactie buitenland) WENEN Op beschuldiging van de ontvoering van de zoon van de Nederlandse chocoladefamilie Bens dorp, zijn gisteren voor de recht bank te Wenen de Oostenrijker Adalbert Bilek en de Wtstduitser Peter Doerschl verschenen. Men verwacht, dat het proces vier dagen zal duren. Het tweetal wordt ervan beschul digd, dat zij Michael Bensdorp (25) twintig uur hebben vastgehouden, terwijl zij kriskras door Oostenrijk trokken. Zij haddien Bensdorp sr. een losgeld van 250.500 shilling (35.000 gulden) gevraagd. Op 3 ja nuari werd het geld aan de twee overhandigd en werd Michael vrij gelaten. Het duo vluchtte, maar werd kort daarop gearresteerd. Beide beklaagden, die al een strafblad hebben, zeiden niet schul dig te zijn aan de ontvoering. Zij hadden naar hun zeggen wel het plan in te breken in de dure huizen in de Doebldng-wijk in Wenen. Doenschl zat al boven op een muur, toen Michael Bensdorp eraan kwam. Zij waren bang dat de jongeman hen zou aangeven bij de politie en „zonder veel geweld te gebruiken", namen zij Michael mee. Toen zij hoorden wie hij was. eisten zij een losgeld. -V

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 11