I
I
PARIJS
EEN GEKKE
STAD I
Een derde vlieg
veld
voor
Parijs
Parijs anno 71: van het ene uiterste in het andere
I
I
I
DE GAULLE BIJGEZET IN HET RIJK DER LEGENDEN
I
I
I
I
I
I
I
I
I
binnenland
buitenland
Lichtreclames
BOS
Loos
Liftkooien
m
0
- i
I
„De Gaulle pour tous": De Gaul
le voor allen, staat er levensgroot
op de Parijse bussen. Geen recla
me uit een vervlogen verkiezings
tijd, maar een nogal kostbare pu
bliciteit voor een nieuwe wekelijk
se uitgave: En ce temps-la, De
Gaulle: Toen, De Gaulle. Een soort
Bericht van de Tweede Wereldoor
log of Boek van de Mens dus,
maar dan geheel geënt op leven en
streven van de een jaar geleden
gestorven Franse Vader des vader
lands.
Patriottisme, Gaullisme en gezon
de commercie gaan dus hand in
hand. De uitgever weet, zich van
een breed publiek verzekerd, want
alle Fransen zijn Gaullist geweest,
alleen nooit allemaal tegelijk en
nooit om dezelfde reden. De man
die al bij zijn leven zijn eigen
legende schiep, maakte dat zijn
woonplaats Colomby - les - deux -
Eglises na zijn dood een tweede
loze getrouwen bij mochten zijn,
terwijl de groten van deze wereld
slechts een figurantenrol kregen
toebedeeld in een officiële uit
vaartdienst die het meest wezenlij
ke ontbeerde: het stoffelijk over-
ren het schouwtoneel verlaten. De
politiek wordt voortaan bedreven
door lieden die zich wel op De
Gaulle beroepen, maar die nimmer
door hem werden geïnstitutionali
seerd. En die dan ook een heel
Koninkrijk in de Euromarkt?
Plaatsbekleder Pompidou blijkt
toch niet overmatig rechtzinnig in
de leer te zijn, al is één ding
gebleven: de harde klappen welke
de Franse politie uitdeelt als er
onaantastbare historische waarden.
Bij Jeanne d'Arc, bij Napoleon.
Mensen met zwakheden en fouten
en met veel onbewezen verdien
sten, maar wee de scepticus die
Lourdes werd, bedevaartsoord voor
Francofonen en Francofielen. Twee
miljoen zijn er geweest, sinds de
met de driekleur bedekte kist op
het simpele kerkhof aan de schoot
der aarde werd toevertrouwd. Een
plechtigheid waar alleen de naam
schot van degene voor wie het
Requiem werd gezonden.
Het was overigens de iaatste
poets die een Uilenspiegel vriend
en vijand kon bakken. Hij had
immers al vijftien maanden tevo
eind 'van de rechte weg zijn afge
weken. Wie praat er in Frankrijk
nog over de dollar-oorlog met de
Verenigde Staten? En wie maakt
er nog, met een verwijzing naar de
honderdjarige oorlog, bezwaar te
gen de intrede van het Verenigd
niet snel genoeg wordt doorgelo
pen naar haar smaak en het koele
formalisme waarmee klachten
daarover worden beantwoord.
De Gaulle is hard op weg bijge
zet te worden in de reeks van
een vinger naar het beeld durft uit
te steken. Hij vindt de kanseliers
van de Orde der Bevrijding tegen
over zich, de wakers over de Are
de Triomphe en de Mont-Valérien,
de prefecten en de procureurs van
de vijfde republiek, maar ook de
souvenirhandelaars, de herbergiers
van de florerende hotels en restau
rant van Colomby-les-deux-Eglises
zo goed als de uitgever van de
serie „En ce temps-la, De Gaulle".
De Gaulle voldoet immers aan alle
eisen die men aan het Ideale Sym
bool kan stellen: hij heeft voldoen
de wonderen verricht die door do
cumenten worden gestaafd om het
aanzijn te geven aan tal van ver
dichtselen die zelfs geen kern van
waarheid bevatten. Iedereen kan
zich op hem beroepen, want nie
mand kan door de generaal wor
den weersproken. De contestatie is
nu voorgoed aan de anderen.
JOOP BARTMAN
I
I
(Van een onzer redacteuren)
PARIJS Parjjs is een hele gekke stad, maar ook een hele fyne
itad. Hef is een gekke stad, omdat je als nuchtere Hollander overrom
peld wordt door het bruisende, het chaotische van Parijs. Fjjn, omdat
het, ja, gewoon zo fijn is, zo sfeervol, omdat je er blij wordt.
lipp 14, <H NsSfif- U 1»
'-stof v-i i t
PPgj
Er r'tnen nu ongeveer zo'n 16
miljoen mensen in de stad, die ooit
eens hèt cultureel, militair, politiek
en revolutionair centrum van heel
Europa was. 16 Miljoen mensen,
opeengepakt in de „région Parisien-
ne", de stad met zijn oude en nieu
we voorsteden op een oppervlakte
van ongeveer de provincie Drente.
In de eigenlijke oude stad zelf,
leven nog zo'n miljoen mensen.
Het worden er daar steeds minder,
dat wel, want zoals in zoveel grote
steden trekken ook de Parijzenaars
naar de rand van de stad, om daar
nog een beetje lucht en een beetje
ruimte en rust te proeven. En net
als in al die andere steden levert
dat ook in Parijs twee keer per dag
een complete chaos op: honderddui
zenden automobilisten beginnen aan
de grote dagelijkse in- of uittocht.
Bumper aan bumper schuiven zij
verder. Stoplichten zijn zeldzaam en
als ze er zijn, lijken ze op groot
scheepse wijze te worden gesabo
teerd. Als er een gaatje in de file
valt, proberen de heren automobilis
ten met zijn allen juist dat gaatje
weer te vullen. Alleen de kleine
bromfietsjes trekken zich niets aan
van die chaos. Ze zwieren tussen
alle smokende auto's door en win
nen het dn snelheid op alle fronten.
Deukjes, krassen - In Nederland
voor het mêrendeel der automobilis
ten toch altijd nog een nachtmerrie
- zijn dan ook op iedere Parijse auto
te vinden. En de Fransen doen er
niets aan, want een dag later, of een
paar dagen later, zou het weer net
zo zijn.
Wie Parijs een paar jaar met ge
zien heeft, heeft wel reden om zich
te verbazen. Meneer de Gaulié heeft
enige jaren geleden het sein gege
ven voor een groot karwei: het mo-
demlseréh van Frankrijk en zijn
tentoonstellingsgebouw Parijs. Het
leek of „La douce France" en „de
lichtstad" een beetje ingesluimerd
waren. Terend op de oude roem,
raakte men langzamerhand achterop
bij andere wereldsteden; Nu lijkt
het of datzelfde Parijs bezig is die
achterstand in Concorde-tempo in te
halen.
Half Parijs lijkt te zijn opgebro
ken, vrijwel iedere boulevard wordt
wél ontsierd door rood-witte hek
ken, die aangeven dat er in de buurt
ergens een tiental meters onder de
grond iets aan de hand is. Parijs is
bijvoorbeeld bezig zijn parkeerpro
bleem drastisch uit de wereld te
helpen (voor hoelang zal de tijd
leren). Ieder plein krijgt zo onge
veer een kelder, een ondergrondse
parkeerplaats. Als die klaar zijn,
hoopt men een beetje straffer te
kunnen gaan optreden tegen het
langparkeren, het dubbelparkeren
en het driedubbelparkeren. Ook het
metronet wordt sterk uitgebreid,
vooral lijnen die de voorsteden gaan
verbinden met het hartje van de
stad.
Als men op de Are de Triomphe
gaat staan en men kijkt dan niet in
de richting van de Chairtps Elysees,
maar de andere kant op, dan ziet
men, net aan de overzijde van de
Seine, een gigantisch nieuw Parijs.
Grijze torenhoge wolkenkrabbers,
voor het merendeel kantoren, een
gigantisch tentoonstellingsgebouw en
een transportcentrum, waar bussen,
autowegen en een metrolijn bij el
kaar komen: La Defense.
Het metrostation is een koel, grijs
zakelijk geheel, met roltrappen, te
levisiecamera's, neonlicht en veel,
heel veel grauw beton. Overdag is
het er geweldig druk, op de spitsu
ren, als de kantoren open- of dicht
gaan. De tientallen tourniquets heb
ben moeite om de duizenden zwij
gende, witteboorden-Parijzenaars
geoomputeriseerd toegang te verle
nen tot de natuurstenen onderaardse
gewelven.
's Avonds is het er uitgestorven.
De boetiekjes zijn gesloten, de rol-
.rappen staan uren stil, tot een ver
dwaald wezen, meestal een toerist,
door.de lichtbaan van een foto-elek
trische cel loopt en de hele appara
tuur geruisloos in beweging komt.
Nergens komt het verschil tussen
het oude en het nieuwe Parijs dui
delijker tot uiting dan hier.
Want in het oude Parijs is het
nooit stil. Daar leeft Parijs dag en
nacht. Tot laat op de avond zijn de
winkels nog open, en de cafeetjes,
de bistro's. Op veie hoeken staan
SEberë IhaHnen met grote voorschot
ten 'oesffers schoon te maken. En als
de winkels dichtgaan, gaan de
nachtclubs weer open. En dan zijn
er natuurlijk altijd ook nog de licht
reclames.
Nee, dat Parijs is niet zoveel
veranderd. Op het Place du Tertre
staan de schilderijtjes nog steeds
allemaal keurig op een rijtje. De
MoulinRouge is er ook nog steeds,
al draait in het oorspronkelijke the
ater nu een James-Bond-Hlm en
moet men voor het cabaret een deur
verderop. En Montpamasse, en het
Quartier Latin, het is er allemaal
nog. Alleen, de restaurantjes serve
ren nu Grieks, Japans of Italiaans
eten, maar een udensoepje is er ook
nog wel te krijgen. Ze zijn ook nog
net zo klein en net zo gezellig.
Nee, Parijs blijft gelukkig een
fijne stad, waar van alles te beleven
valt. De clochards liggen nog steeds
op straat of onder de bruggen. De
Eiffeltoren wordt elke zeven jaar
opnieuw geschilderd en de roze
meisjes staan nog steeds in St. De-
nis, waar ooit ook Irma la Douce
eens opereerde.
Er was misschien wat meer politie
(op belangrijke kruispunten staan
een paar overvalwagens, met daarin
slapende, puzzelende of kaartende
politiemensen) en waarschijnlijk
ook nog wat meer toeristen. De
winkels hadden andere - meestal
Engelse - namen en moderne voor
gevels, maar dat was het dan wel.
Aleen...de Hallen zijn er niet
meer. Waar het een paar jaar terug
nog bruiste van het leven, waar
.slagers met complete varkens op
hun rug liepen, herinneren alleen
een paar slordige staketsels nog aan
die tijd. Ook de Hallen moesten
wijken voor het verkeer, de effi
ciency. En met de Hallen verdwenen
de bistro's, de cafeetjes uit dit hart
van Parijs. De hqizen zijn dichtge
timmerd, de muren bekalkt met leu
zen tegen de verdwijning. Het
mocht niet baten. Een enkele bull
dozer is bezig het terrein te effenen
voor weer een parkeerterrein. Dat is
ook Parijs, jammer genoeg.
TON IN 'T VELD
(Van eer. onzer verslaggevers)
PARIJS Parijs is ais eerste
wereldstad bezig aan de bouw van
een vliegveld voor supervliegtuigen
als Concorde en Jumbo Jets. Terwijl
in Amerika en in Nederland nog
wordt gesproken over een nieuw
vliegveld en men in Engeland pas
een besluit heeft genomen tot de
bouw van zo'n mammoetvliegveld is
het werk in Frankrijk ai volop aan
de gang.
De plaats die men heeft uitgeko
zen is Roissy, enige tientallen kilo
meters ten noorden van Parijs vlak
langs de autoroute du Nord, de
autoweg Lille-Parijs. Het vliegveld
wordt genoemd naar Roissy, name
lijk Roissy-en-Francé.
De situering van dit nieuwe vlieg
veld heeft lang niet zoveel proble
men opgeleverd als bijvoorbeeld de
plaats van een tweede nationale
luchthaven in Nederland. Immers,
de streek ten Noorden van Parijs, is
een tamelijk dun bevolkt gebied en
het terrein ligt op zo'n afstand van
Parijs, dat toekomstige stadsuit
breidingen ver genoeg uit de buurt
zullen blijven. Het derde vliegveld
is. noodzakelijk geworden, omdat de
twee andere Parijse vliegvelden, Le
Bourget (voor het Europese vlieg
verkeer) en Orly (allen voor inter
continentale vluchten), nu al hun
volledige capaciteit moeten benutten
om de stromen passagiers en vracht
te kunnen verwerken. Grote aantal
len Jumbo's en Concordes, die per
vlucht enige honderden passagiers
tegelijk aanvoeren, zouden deze
vliegvelden niet meer aankunnen.
In 1976 moet Roissy-en-France
klaar zijn. Wie over de autoroute
rijdt, ziet al twee torens staan, een
watertoren en de verkeerstoren.
Midden daartussen ligt een kolossale
ronde bouwput, waaromheen een
tros torenkranen staat. Die bouwput
is de plaats waar over een jaar of
wat het grote, ronde hoofdgebouw
van RoisSy-en-France moet komen,
Inderdaad een rond verkeersgebouw,
elf verdiepingen hoog. De weg naar
dit gebouw slingert zich aan de
buitenkant van het gebouw omhoog
naar de bovenste twee etages, waar
de parkeerterreinen van het vlieg
veld liggen.
Drieduizend auto's kunnen er in
totaal op het dak. Men bespaart er
een fikse oppervlakte mee, door de
auto's boven op het gebouw te zet
ten in plaats van de onmiddellijke
omgeving. Een tweede voordeel is
dat de passagiers slechts een geringe
afstand hoeven af te leggen tussen
hun vliegtuigstoel en hun autostoel,
een afstam) die bovendien op een
kunstmatige manier, namelijk door
middel van roltrappen en rollende
trottoirs, overbrugd kan worden.
De hele opzet van Roissy- en
France getuigt trouwens van een
gevoel voor efficiency en een oog
voor de toekomst. De vliegtuigen
zullen niet rond het hoofdgebouw
parkeren, maar rond zeven of acht
„satellieten", die met onderaardse
gangen verbonden zijn met het
hoofdgebouw. De „satellieten" zijn
kleine kopieën van het hoofdge
bouw zelf, ronde gebouwtjes, waarin
de wachtkamers liggen. Door de
ronde vorm en de onderaardse ver
binding met het hoofdgebouw kun
nen er meer vliegtuigen parkeren op
een kleiner oppervlak dan op andere
vliegvelden.
Ook één van de startbanen is al
gereed. Er is ook ai één vliegtuig
geland: een klein sportvliegtuigje
met de Franse minister van Ver
keer. Hij deed een onthutsende me
dedeling, Roissy-en-Franoe is waar
schijnlijk binnen enkele jaren al
weer te klein. Ondanks de enorme
uitbreidingsmogelijkheden die nu al
zijn gepland. Er kunnen totaal vijf
hoofdgebouwen met ieder hun „ei
gen" satellieten gebouwd worden op
het terrein van Roissy-en-France. En
dat zal nog niet voldoende zijn om
de toekomstige passagiersstromen op
te kunnen vangen. Uiterlijk 1975 zal
er daarom een beslissing genomen
moeten worden overeen vierde
vliegveld.
(Van een onzer redacteuren)
PARIJS Op donderdag 18 no
vember opent de president van de
Franse Republiek in Parijs een J/001'llOede
ondergronds station, Auber, gren
zende aan het bestaande metro
knooppunt Opera. Daarmee be
reikt de toekomstige ondergrond
se oost-west-verbinding vast het
hart van de Franse hoofdstad.
heden eerder sinister dan verkwik
kend. Cineast Jacques Tati, hekelaar
van eigen tijd, behoeft zijn volgend»
onderwerp niet ver te zoeken.
declameert een gelegenheidsge
dicht van een kwartier.
Deze RER, afkorting voor Réseau
Express Régional of Streek-sneltrei-
nen-net, onderscheidt zich van de
traditionele metro door een grotere
snelheid, meer vervoerscapaciteit en
minder stations. Buiten Parijs rijdt
ze voornamelijk bovengronds op ge
moderniseerde buurtspoorwegen.
Het oostelijk deel is al klaar, aan
het westelijk deel wordt nog ge
werkt en van het ondergrondse stuk
is alleen het traject Défense (waar
zich een nieuwe wolkenkrabberwijk
ontwikkelt die meer op Manhattan
dan op Parijs lijkt) Etoile
Auber (Opéra) in exploitatie. Maar
tussen Opera en Nation in het oos
ten versperren overal de bouwplaat
sen voor de toekomstige lijn de weg
en het uitzicht. De nadruk ligt
daarbij op het terrein van de voor
malige markthallen, waar een nieuw
station zo'n dertig meter diep wordt
uitgegraven.
Hoe klinisch, hoe efficiënt dat
nieuwe ondergrondse Parijs eruit
gaat zien, kan men nu al waarne
men in het RER-station Défense,
waar op de spitsuren de massa's in
gesloten colonnes hun kaartje in de
gleuf van het daarop prompt open-
klikkend tourniquet schuiven om
zich dan zwijgend en gedwee via
een batterij roestvrijstalen roltrap
pen naar het perron en de glanzende
trein te laten voeren. Een melodieus
achtergrondmuziekje, per band cen
traal gedistribueerd over tientallen
stations, werkt onder die omstandig-
De officiële ceremoniemeesters en
hun publiciteitspaladijoen zullen op
18 november wel weei vertellen dat
Frankrijk met dit nieuwe transport
systeem waarvan de kosten niet
met miljoenen maar met miljarden
worden geteld zich weer eens in
de voorhoede van de vooruitgang
heeft geschaard.
Het is een veel voorkomende mis
vatting dat men het beschavingspeil
van een land zou moeten afmeten
aan een of ander pronkjuweel van
technische vooruitgang. In Frankrijk
is men daartoe des te gereder ge
neigd omdat het de ai dan niet
vermeende voorsprong op de terrei
nen van kunst en letteren, geestes
wetenschappen en politiek heeft moe
ten prijsgeven. Dat kan zeker mede
op rekening worden geschreven van
de autoritaire structuur van de
Franse samenleving die op behoud
en niet op vernieuwing is gericht
Wie 't rijkst en wie 't knapst is, die
krijgt het voor 't zeggen. De ande
ren moeten hun mond houden.
Deense lyceïsten die dezer dagen in
Parijs een kijkje kwamen nemen in
Franse scholen, werden vooral ge
troffen door het feit dat de leraar
alleen aan het woord is, de leerlin
gen hebben slechts te luisteren.
Verbalisme, woordenpraal, is dan
ook een wezenstrek van de Franse
cultuur. Politieke redevoeringen du
ren er nog steeds een uur of langer.
Ais de 75-jarige secretaris-generaal
van de Franse communistische partij,
Jacques Duclos, de 90-jarige par
tijgenoot Pablo Picasso ten over
staan van vijfduizend sympathisan
ten feliciteert, heeft hij een half uur
van eindeloze herhalingen nodig. De
eveneens hoogbejaarde dichter Louis
Aragon jeugd komt er bij de
Franse communisten niet aan te pas
Naar het aantal theaters, niet naar
de stukken, te, oordelen bloeit het
toneel dan ook volop. En als de
geestelijke bagage van een stuk niet
evenredig is aan de lengte der
woordenstroom wordt er gewoon
vlugger gesproken, zoals in een loos
produkt als „Les poissons rouges"
van Jean Anouilh dat toch goed
bleek voor vijfhonderd opvoeringen
in een theater dat alleen al om zijn
versleten accommodatie bij ons voor
de bijl zou gaan. Maarwat dat
betreft neemt de Parijzenaar blijk
baar alles voor lief met als toppunt
de opera, waar men grif een uur in
de rij mag staan voor een plaats van
veertig frank vanwaar men slechts
met halsverrekking iets kan waarne
men.
De opera kan trouwens als een
symbool van culturele aderverkal
king gelden. Na een jaar gesloten te
zijn geweest om de toneeloutillage
te moderniseren en een eindeloze
reeks arbeidsconflicten op te lossen,
werd het Palais Garnier dit seizoen
heropend met een Duitser achter de
lessenaar en Wagner op het toneel.
Half oktober volgde de eerste bal
letvoorstelling waarvan alle recen
senten éénstemmig de slordigheden
signaleerden, nota bene in een werk
dat voor de 144ste keer ging. Le
Monde merkte terloops op dat men
van de sluiting toch ook wel ge
bruik had kunnen maken om het
gebouw eens een schoonmaakbeurt
te geven; de Figaro stelde de voos
heid van een modern geheten effect
stuk dat in wereldpremière ging aan
de kaak. Maar het in rok en bloot
gestoken invitatiepubliek klapte
gretig voor die oude wijn in nieuwe
zakken.
Natuurlijk doen zich in een veel
zijdige wereldstad, die er bovendien
heel wat belastinggeld voor over
heeft om zich mooi te maken, oök
andere verschijnselen voor, Er zijn
een Strawinski- en eèn Stockhau-
senfestival gehouden - met onder
meer een gratis concert door het
Residentie-orkest - er zijn model
opvoeringen met een overwegend,
jeugdig publiek als van „L'histoire
du soldat" en er zijn indrukwekken
de tentoonstellingen als die van Fer
dinand Léger in een zo fraaie ruim
te ais van het Grand Palais. En
jongeren kan men ook vinden bij
een oudere artiest als de auteur
chansonnier Serge Reggiani met z'n
gevoileerde stem en zijn nostalgisch
répertoire.
En allicht dat een oprecht kunste
naar slechts mismoedig' kan worden
in een metropool, die weliswaar be
zig is met de auto's met man en
macht onder de grond te stoppen,
maar tegelijkertijd de mensen naar
de liftkooien verwijst. In de gereno
veerde arrondissementen, waar een
vierkante meter flatruimte al gauw
duizend en soms tweeduizend frank
kost, en in de chaos van de voorste
den, van oudsher toonbeelden van
verpaupering zonder weerga, verrij
zen de kille torenfiats aan de lopen
de band. Het is te hopen dat er aan
afwerking van het interieur meer
aandacht wordt besteed dan aan de
omgeving. Onooglijke schuttingen en
krotresten blijven jarenlang staan.
En ook de wegenaanleg blijft op het
niveau van de kronkelige landwe
gen, die eertijds de hutten van Vil-
letaneuse of Sannois toegankelijk
maakten. Parijs 1971: een mengvorm
van vergane glorie en futurisme,
waar de sfeerloze zelfbediening de
bistro en de broodfabriek he bou-
langerie heeft verdreven.
De tijd dat de EiffeUoien net onoetwiste hoogtepunt van Parijs was U
voorbij. De regel dat er in de Franse hoofdstad niet hoger dan 37 meter mi
worden gebouwd en in de buurt van historische monumenten niet meer dan
mag
---vw,.. nament en niet meer dan
i *Jl 'if,4 ver3eetb°ek geraakt. Alleen al in het le saneren woongebied
rond. de Place d ltahe zijn 58 torengebouwen van tachtig tot honderd
meter geprojecteerd rond een centraal bouwwerk dat zelfs 230 meter de
lucht m zal steken. Intussen komt er tegen dat soort veramerikanisering
steeds meer verzet. De tegenstanders van de torenbouw wijzen erop dat al
die hoge woon- en kantoorgebouwen het aantal inwoners per vierkante kilo-
x, meter sterk doen toenemen, met weer alle gevolgen voor het verkeer. En dal
JOOP BARTMAN op een moment dat de stad wat begint te ontvolken