UT VAN ITTE- ËE/V: MILJARD Netto-lonen stijgen in 1972 meer dan dit jaar 'ndanks forse bezuinigingen: +io%mf +mct „SCHEEFGROEI'' BIJ HOGER ONDERWIJS WORDT AANGEPAKT Volgend jaar vijftienhonderd huizen meer Bejaardenpremie ziekenfonds 15% hoger \4 Aantal studenten beperkt binnenland buitenland 1 Verzekeringen Bedrijfsleven rijgt let moei Elektrische stroom Benzine ct pm liter Frisdranken liter Wegenbelasting Verdergaand (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG - De rijksbegroting 1972 sluit met een nadelig saldo van ruim 2,3 miljard gul den. Wiebeltax van drie naar vijf procent BOUWPROGRAMMA OPGEVOERD SUBSIDIES Zelfstandigen kunnen meer aftrekken Ontwikkelings hulp krijgt 80 min. meer (*sdag 22 september 1971 VERWACHTING VOOR 1972 -1 (Van ome parlementaire redactie) DEN HAAG. Minister Lang- man (Economische Zaken) is pessi mistisch over het verloop van de prezen in 1972. Evenals dit jaar zul len volgend jaar de prijzen met rond 7 procent stijgen. Tegenover dit sombere vooruitzicht staat, dat het netto-inkomen van de gemid delde werknemer iets meer zal stij gen dan dit jaar. Verwacht wordt namelijk dat de loonstijgingen vol gend jaar zo hoog zullen zijn dat met aftrek van de prijsstijgingen de werknemer er gemiddeU vier procent in welvaart op vooruit gaat. Dit valt te lezen in de toelichting van de minister op zijn begroting en in de macro-economische ver kenning van het Centraal Plan bureau. De economische situatie blijft volgend jaar onevenwichtig. De loon- en prijsstijgingen blijven sterk. De arbeidsmarkt zal wat min der spanning vertonen. In het lo pende jaar zal het gemiddelde werkloosheidspeil oplopen tot 65.000. Volgend jaar zullen naar verwachting 80.000 werkzoekenden ingeschreven staan. De sterke inflatie blijft aanhou den. Behalve door de hoge loon- en prijsstijgingen wordt de gespannen Nederlandse economie gekenmerkt door een voortdurende omvangrijke overbesteding. Aan de toeneming van de particuliere consumptie komt nog geen eind. Ook volgend jaar zullen de Nederlanders ver moedelijk 4,5 procent meer uitge ven. Daar staat tegenover dat de in vesteringen in bedrijven zich on gunstig ontwikkelen. Op de lange ermijn kan dit ongunstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid. De produktie van de bedrijven ertoont een verminderde groei. Zij zal volgend jaar duidelijk ten ach- er blijven bij de groei in de afge- onen jaren. Over het verdere verloop van de economische toestand in ons land bestaat een groot aantal onzeker heden. De ontwikkeling in het bui tenland, waar de inflatie ook groot blijft, is daarvoor sterk bepalend. Van groot belang voor het even wichtiger maken van de Nederland se economie is de bedwinging van de binnenlandse inflatie. Matiging van lonen en prijzen kan belangrijk bijdragen tot een evenwichtiger ont wikkeling, aldus het Centraal Plan- ureau. Minister Langman voegt daaraan oe dat werkgevers en werknemers aan de inflatiebestrijding zullen meewerken door lonen en prijzen ie drukken. Lukt dit niet dan blijft de vrees bestaan dat ook na 1972 de arbeidskosten in het bedrijfsleven sterk toenemen. Moeilijk valt nog e voorspellen wat hiervan de ge volgen voor het bedrijfsleven zul len zijn (bedrijfssluitingen, sane ring, verslechtering internationale oncurrentiepositie) In zijn toelichting op de rijksbe groting schrijft minister Nelissen Financiën) van de strijd tegen de inflatie de beste resultaten te mo gen verwachten, door het bedrijfs leven het vertrouwen te schenken dat dit de loon- en prijsstijgingen binnen aanvaardbare grenzen zal weten te brengen. Daarbij past een zo groot mogelijke terughoudend- leid van de overheid ten aanzien van direct ingrijpen in de loon- en prflsvorming. Minister Langman noemt de ster ke toeneming van de arbeidskosten buitengewoon verontrustend. Stijgt de loonsom in bedrijven dit jaar met 14 en volgend jaar met 13,5 procent, de arbeidsproduktiviteit neemt min der toe, in 1972 met 3 procent tegen 5 procent in 1971. De verhoging van de arbeidskos ten stuwt de prijzen in de particu- iere consumptiesector omhoog. Ook de sterke verhoging van de invoer prijzen in 1971 (5 procent) de ver hoging van de omzetbelasting en de huurverhoging dragen er toe bij dat -'e particuliere prijzen in het lopen de en komende jaar met 7 procent -hoog gaan. Gelet op de vele onzekerheden blijkt beoordeling van de economi sche vooruitzichten uiterst moeilijk. Wel is duidelijk dat de afremming van de inflatie veel minder gunstig verloopt dan was gehoopt. Voorlo pig is nauwelijks te verwachten dat het tempo van de inflatie sterk zal verminderen. Dat geldt zowel voor het internationale als het binnen landse inflatiebeeld. De economisch zwakkeren zijn van deze ontwikkeling vooral de dupe, aldus minister Langman. De anderen hebben zich tegen de nare gevolgen ingedekt. Meer en meer blijkt dat de baten en lasten" van de inflatie ook op andere wijze on evenwichtiger zijn verdeeld. De overheid wordt ook extra gevoelig door de inflatie getroffen, waardoor zij dreigt achter te raken. Ook bin nen het bedrijfsleven doet zich dit proces voor. De normale dynamiek van het economische leven dreigt ernstig te worden verstoord, aldus de minister. Onder deze omstandigheden dient voor de toekomst met twee moge lijkheden rekening te worden ge houden. Enerzijds een ontwikkeling waarbij de verslechterde bedrijfs omstandigheden leiden tot onaan vaardbaar lage investeringen, en anderzijds een bewuste beperking van de investeringsgroei. In het eerste geval staat echter een stag natie van de economische groei met voortgaande inflatie voor de deur, en zo'n ontwikkeling dient te wor den voorkomen. Een bewuste beperking van de in vesteringen wordt wel bepleit, om dat groei van de investeringen bij- Het prijspeil van de particuliere consumptie stijgt 77. Dejoonsom per werk- j nemer in de berkijven Stijgt 13,57. I De produktie in bedrijvén stijgt met 3 ,7. De arbeidspro- duktiviteit stijgt met 3 De goederenuitvoer 'zalQ.S stijgen. De goedereninwxrnl 57. stijgen. draagt tot de overbesteding en over spanning van de arbeidsmarkt. Deze zaak is bij de Sociaal-Economische Raad in studie. Gezocht moet o.a. worden naar arbeidsbesparende in vesteringen. Een vergunningenstel sel verdient slechts onder bepaalde omstandigheden aanbeveling. EKORT NOG RUIM TWEE MILJARD |je macro-economische voorspel lingen van het Centraal Plan- jureau over 1972 bevatten voor het Jedrijfsieven weinig goed nieuws, let de onduidelijke wereldconjunc- |vr, een voortdurende loon- en rijsinflatie, onzekerheid met be- lekking tot de wisselkoersen en een «wglopen van het winstinkomen (het nationaal inkomen, zullen ve- vooral de kleinere, minder ka- Itealkrachtige en marginale be- lijven, het moeilijk krijgen in de [tijd om het voortbestaan. De zwa- internationale concurrentie, die fcrder zal toenemen dan verminde- l#i, noopt vele bedrijven tot prijs- «isessies. Deze hebben op hun kirt lage winst tot gevolg. Dit zal fc financieringscapaciteit voor nieu- i investeringen bij menig bedrijf kmakkelijk in gevaar kunnen bren- Rn. I Een tweede factor die een deel bi het bedrijfsleven in een moei- ]<e positie kan brengen, betreft de f gingen van de loonkosten, die »r het komende jaar ongekend zullen toenemen. Voor 1972 lordt verwacht dat de loonkosten p eenheid produkt gemiddeld met procent stijgen. In 1971 zal dit 7 pocent zijn en in 1969 en 1970 was t respectievelijk 3,5 en 5 pet. Een |fergeiijke stijging zal vooral de ar- Kidsintensieve bedrijven in grote eilijkheden kunnen brengen. Het Weid van de regering-Biesheuvel is (thcht op non-interventie in de ion- en prijsontwikkeling, zodat deze zijde niets mag worden Jsrwacht op het vlak van enige sonstabilisatie. De sterk gestegen Hen hebben het arbeidsinkomens- Ucie vanaf 1969 doen stijgen met '5,5 tot 83 pet. in 1972. Óp grond |»n deze verkenningen kunnen we kwachten dat in 1972 een groot pntal minimaal renderende bedrij- met sluiting of overname 'ordt bedreigd. De financieel sterkere bedrijver Plen nog meer dan tot nu toe he' liwal is geweest, samenwerking Iseken. Het een en ander heeft tot Isevolg dat de economische machts- l&ncentratie wordt versterkt. Df Pjsconcurrentie zal nog groter ■'orden, terwijl het achterblijver. I'M het winstinkomen de macro l'-onomische besparingen zal aantas I'M. Deze belopen voor dit jaar l'-intig procent van het nationaa' I '-omen, voor 1972 wordt slechts Iprocent verwacht. Wanneer door Ilage besparingen de investerin p in het gedrang komen, dan reeft dit nadelige gevolgen voor de 1'oderniteit van ons produktie-appa- pt. De onzekerheid met betrekking I:t de wisselkoersen kan de export I Positie van het Nederlandse be- pfsleven opnieuw bemoeilijken i eventuele revaluatie van de gul- van meer dan 5 procent, zal pnig exportbedrijf een gevoelige pp geven. Alleen een gezamen- aanpak door ondernemers, vak- I 'nden en overheid van de loon- en I nrijsinflatie, die volgens het Cen- ,'aal Planbureau onverminderd in '72 zal voortduren als er niets 'Ordt gedaan, kan het bedrijfsleven ;stere berichten opleveren. A« L f (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Minister de Brauw (wetenschappelijk onderwijs en we tenschapsbeleid) gaat de onbeheer ste uitgroei en de scheefgroei bij het hoger onderwijs aanpakken. In de toelichting op de onderwijsbegroting kondigt hij een omvangrijk pakket wetgevende arbeid aan. Scheefgroei vindt de minister de sterke getalsmatige uitbreiding van het universitair onderwijs vergele ken met de veel bescheidener ont wikkeling bij het hoger beroepson derwijs. Eenheid van het tertiair on derwijs wetenschappelijk onder wijs en hibo ziet hij als voor waarde voor herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs. Wat dat laatste betreft neemt hij in gro te lijnen het wetsontwerp over van zijn voorganger Veringa volgens de ideeën van prof. Posthumus (studie duurverkorting In ieder geval totdat de herstruc turering effect neeft zal niet zijn te ontk en aan tijdelijke beperking van het aantal studenten dat tot de universiteiten wordt toegelaten, schrijft De Brauw. In april j.l. waren er ruim 106.000 studenten. In 1960 waren dat er nog maar ongeveer 40.000. Voor het volgend studiejaar '72 - '73 wordt een aantal van rond 120.000 verwacht. Vooral geneeskun de. biologie, diergeneeskunde en so ciale wetenschappen zitten moeilijk met hun capaciteit. Over de samenhang tussen wo en hbo zullen de ministers Van Veen en De Brauw nog dit parlementaire jaar een aparte nota opstellen. Daar in zal het wetsontwerp dat de vorige regeling hierover indiende, ter sprake komen. Uit een en ander blijkt dat de nieuwe bewindslieden verder wil len gaan dan hun voorganger» De basis van de voorstellen van het organisatiebureau McKinsey zal een nieuw planningsysteem voor het hele tertiaire onderwijs worden ont worpen, bestaande uit een lange ter- mijniplan, een middenlange tiermijn- plan en een begrotingsplan. Intussen studeren ambtenaren van 0 en w op de voorstellen die de commissie-Andriessen heeft uitge bracht over een nieuw systeem van studiefinanciering en studietoelagen voor het hoger onderwijs. De ver hoging van examen-, inschrijf- en collegegelden hangt hiermee samen, aldus De Brauw. I-n het nieuwe sy steem zal de wetenschappelijke op leiding mede gezien worden als een investering waaraan later voordelen worden ontleend, zoals een hoger in komen. „Inkomensoverhevelin-g naar de financieel sterkeren wordt inge perkt". kondigt de minister aan. Op korte termijn dwingt de fi- nancieel-economische situatie tot ver. sobering van de gelden voor univer sitair onderwijs en onderzoek. De Brauw ziet hierin een stimulans om nog sneller een al te wilde uitgroei te snoeien. Onder meer worden per 1 januari aanstaande de tarieven van de academische ziekenhuizen ver hoogd. De verpleegtarieven zullen volledig worden doorberekend. Al bekend zijn de afremming van nieuwbouw en inrichtingsinvesterin- gen („bouwstop") en de beperkte uitbreiding van het personeelsbe stand dan in het algemeen finan cieel schema voor 1972 voor de uni versiteiten was voorzien. Ook van de uitgavenstijging voor wetenschappe lijk onderzoek is wat afgeknabbeld. Voor het wetenschappelijk onder zoek aan universiteiten en gesubsi dieerde instelling gaat minister De Brauw een landelijk wetenschapsbe leid opzetten. Binnen de ministerraad is een onderraad ingesteld waarin De Brauw een coördinerende taais haeit. De sterke groei van de uitgaven maakt het noodzakelijk, al dus minister Nelissen in de toelichting op de miljoenennota, een aantal bezuinigingen tot stand te brengen. Het kabinet legt het accent op: Versobering van bepaalde voorzie ningen, matiging van investeringen en ruimere toepassing van de profijtgedachte (betaling van de werkelijke kosten der overheids diensten). De rijksbegroting 1972 vertoont het volgende beeld Uitgaven 37.741 miljoen Ontvangsten 35.429 miljoen Tekort 2.312 miljoen De totale uitgaven voor 1972 geven een zeer forse stijging met 15.5 procent te zien. Alleen al de uitgaven als gevolg van algemene salaris- en pensioen maatregelen nemen met ongeveer 2.7 miljard toe. Het sombere begrotingsbeleid voor 1972 wordt nog versterkt door de uiterst ongunstige ontwikkeling van de begroting in 1971. De uitgaven zijn in de lopende jaren belangrijk hoger dan werd geraamd, mede door de kostenontwikkeling in het onderwijs en de stijging der salarissen. Hier komt bij dat de opbrengsten van de belastingen lager zijn dan werd verwacht Het veelbesproken „gat van Witteveen" de erfenis die de vorige minis ter van Financiën, Witteveen, achterliet is veel groter dan aanvankelijk werd meegedeeld. Het tekort op de begroting 1971 is namelijk toegenomen van 2.1 miljard tot 3.9 miljard. Door de opbrengst van de wiebeltax en de daarmee verband houdende beperking van de uitgaven blijft er een tekort van 3.4 miljard gulden. Minister Nelissen beschrijft in een toelichting op de rijksbegroting 1972 dat een krachtige inflatiebestrijding mede nodig is, om te voorkomen dat bij een voortgaande vertraging in de economische groei de collectieve voorzie ningen dreigen te worden aangetast. De rijksbegroting, aldus de minister, is opgezet met inachtneming van de grenzen die het trendmatige begrotings beleid stelt. Het betreft hier de norm dat de rijksuitgaven afgezien van de salarisverhogingen met maximaal zes procent kunnen stijgen. Deze norm kon niet helemaal worden gehandhaafd, want in feite nemen de netto uit gaven van het rijk met zeven procent toe. Ondanks een zo sober mogelijk beleid, zag het er naar uit dat het tekort voor 1972 zou oplopen tot 3.2 miljard, omdat de belastingopbrengsten achter blijven bij de veronderstelde groei. Zou dat tekort via leningen moeten wor den gefinancierd, dan zou de kapitaalvoorziening van de gemeenten en de woningbouw daardoor in de knel kunnen komen. Minister Nelissen meent daarom dat ook voor 1972 de wiebeltax moet worden toegepast, waarbij het percentage van deze tijdelijke extra belasting wordt verhoogd van drie tot vijf. In samenhang daarmee zullen op de be groting verdere bezuinigingen worden aangebracht tot een totaal van 90 miljoen gulden. Het te financieren tekort van ruim 2.3 miljard gulden zal worden ver minderd door een versnelde inning van de inkomsten- en vermogensbelasting. Er moet nog een compensatie worden gevonden voor enkele belasting voordelen, zoals een verdere verruiming van de aftrek voor de werkende gehuwde vrouw. Als compensatie wordt voorgesteld: verdubbeling assuran tiebelasting, verhoging benzine-accijns, invoering accijns op frisdranken en mineraalwater en overbrenging van elektriciteit naar het algemene tarief van de omzetbelasting (14 procent). Volgend jaar zal de automatische inflatiecorrectie van de loon- en in komstenbelasting voor het eerst worden toegepast. Echter niet helemaal. De correctie zal tot 80 procent worden beperkt. Het kabinet geeft hieraan de voorkeur boven bijvoorbeeld verhoging van indirecte belastingen. Gezien de verhoging van de wiebeltax tot vijf procent, is het effect van de inflatiecorrectie voor de belastingbetaler niet zo groot. Het effect van in flatiecorrectie en wiebeltax samen levert volgend jaar voor een gehuwde met twee kinderen bij een inkomen van 12.000,een voordeel van 53, over het hele jaar op. De versnelde invordering van de inkomsten- en vermogensbelasting brengt het begrotingstekort in 1972 terug met 300 miljoen. De groei van de uitgaven is in 1972 mede zo groot door de aanpak van nieuwe taken. Hiervoor moesten beleidsombuigingen tot stand worden ge bracht door onder andere matiging van de investeringen, versobering en doorberekening van de kosten der overheidsdiensten. Doordat deze beleidsombuigingen al in de begroting zijn verwerkt, zijn er verder weinig mogelijkheden om verdere beperkingen in de uitgaven aan te brengen. Minister Nelissen noemt als nieuwe taken en uitbreiding van bestaande voorzieningen Verlaging leerlingenschaal kleuteronderwijs Onderwijsmaatregelen voor werkende jongeren. Uitbreiding woningbouw en aanvullende huursubsidies. De ontwikkelingshulp. Opvoering defensielasten. Stimulering openbaar vervoer. Rente-overbruggingsregeling scheepsbouw. Verzorging en ziekenfondsverzekering bejaarden. In liet kabinetsbeleid wordt een belangrijker plaats ingeruimd voor de profijtgedachte. De toepassing hiervan vindt haar grenzen in de draag kracht van de mensen. Lang niet alle overheidsmaatregelen komen de burgers in gelijke mate ten goede. Uit een oogpunt van een rechtvaardige verdeling van lasten, kan er aanleiding zijn door toepassing van de profijtgedachte de ongelijkheid te corrigeren. Toepassing van de profijtgedachte bevordert verder een optimale toedeling van goederen en diensten doordat de burger in zijn afweging van nut en offer tot een meer bewuste keuze komt. (Van onz« parlementaire redactie) DEN HAAG Het woningbouw programma zal voor volgend jaar 1500 huizen hoger liggen dan voor 197L Er kunnen 132.000 wonin gen worden gebouwd, waarvan 109.500 met rijkssubsidie. Er wordt vanuit gegaan dat 22.500 woningen in de ongesusidieerde sector worden neergezet. Dit jaar omvatte het bouwprogram in to taal 130.500 woningen. In 1972 zuilen vergunningen voor 49.450 woningwetwoningen, waarvan tenminste 6.000 bejaar denwoningen. Bij de 60.050 parti culiere gesubsidieerde woningen zullen er eveneens 6.000 voor be jaarden zijn. Het rijk stelt verder subsidies beschikbaar ten behoeve van verzorgingstehuizen voor be jaarden tot een totaal van 5.000 bedden. Bij de verdeling van de rijks- steun voor de woningbouw, zullen de stedelijke gebieden in het wes ten van het land voorrang krijgen. Zo nodig zal dit ook gebeuren voor andere gebieden in het land DEW0NINGI Voor aanvullende huursubsidies wordt volgend jaar 61,6 miljoen beschikbaar gesteld. In de periode van 1 juli 1970-1 juni 1971 zijn 30.376 aanvullende huursubsidies toegekend aan mensen die gezien hun inkomen te duur wonen. On geveer 85 procent van de subsi dies is ten goede gekomen aan huurders met een inkomen bene den 10.000 gulden per jaar. Op de rijksgebouwendienst wordt volgend jaar sterk bezuinigd. On danks de grote stijging van de bouwkosten zullen de uitgaven vrijwel op hetzelfde niveau van 1971 worden gehandhaafd. Hier door zal een belangrijk deel van het programma voor 1971 en waarschijnlijk het hele program voor 1972 moeten worden opge schoven tot na dit jaar. Hierdoor kon voor 163 miljoen gulden wor den bezuinigd. Het opschorten van een groot aantal projecten houdt in dat voor een lange tijd niet zal kunnen wor den voldaan aan de bouwwensen van ministeries, rijksdiensten enz. Het totale pakket van werken en aankopen dat in 1971 en 1972 moet worden opgeschort bedraagt rond 400 miljoen. In 1973 zal moeten worden afgewogen wat het eerst moet worden uitgevoerd. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Bij de Tweede Ka mer is een wetsvoorstel ingediend tot verruiming van de zelfstandigen aftrek in de inkomstenbelasting met ingang van 1 januari 1972. De zelf standigenaftrek is een vermindering van de winst met een bepaald per centage van de investeringen in be drijsmiddelen. Deze investeringen moeten tenmiste 2000 gulden bedra gen. De nieuwe regeling zal inhouden: iedere ondernemer mag ten minste 300 gulden atrekken, ook al investeert hij niets of weinig; de thans geldende aftrekpercen tages worden een kwart hoger: 2 wordt 2,5; 4 wordt 5; 6 wordt 7,5; 10 wordt 12,5. De percen tages variëren met de omvang van de winst. De voorgestelde verruiming geldt al leen voor 1972. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Op de Begroting van 1972 is een bedrag van 1050 mil joen gulden voor ontwikkelingshulp uitgetrokken. Dat is 80 miljoen meer dan de raming van dit jaar bedroeg. In totaal is voor de nieuwe kabi netsperiode van vier jaar voor ont wikkelingssamenwerking ruim 5 mil jard uitgetrokken, t.w. 1972: 1050 miljoen, 1973: 1150 miljoen, 1974: 1325 miljoen, en 1975: 1525 miljoen. Aan de Tweede Kamer zal een vier- jarenprogramma voor de Nederland se hulpverlening worden voorgelegd. Binnen het bedrag van 1050 mil joen van 1972 is voor de ontwikke ling van Suriname en de Nederlandse Antillen 228 miljoen beschikbaar. Boven het plafond van 1050 miljoen is nog 61 miljoen .uitgetrokken voor betalingen op grond van verplich tingen aan Turkije en aan het Euro pees Ontwikkelingsfonds. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG De premie voor de ziekenfondsverzekering voor bejaar den zal het komende jaar 15 pet om hoog gaan. Dc premiestijging aMt Mg aanzienlijker zijn geweest, als minis ter Boersma (Sociale Zaken) in zijn begroting niet twee bijzondere maat regelen tot dekking van de koeten had getroffen. Hij heeft de bijdrage ulf d« aan deze ziekenfonds verzekering met bijna 20 miljoen verhoogd en hij hevelt eenzelfde ex- tra-bijdrage over uit de algemene kas van de verplichte verzekering. Ook voor de minder draagkrachti ge vrijwillig verzekerden, die in aan merking komen voor een reductie op de premie ligt een overeenkomstige beperking van dt stijging van de zogenaamde bodempremie in het voornemen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 7