UT VAN
ITTE-
ËE/V:
MILJARD
Netto-lonen stijgen in 1972 meer dan dit jaar
'ndanks forse bezuinigingen:
+io%mf
+mct
„SCHEEFGROEI'' BIJ
HOGER ONDERWIJS
WORDT
AANGEPAKT
Volgend jaar
vijftienhonderd
huizen meer
Bejaardenpremie ziekenfonds 15% hoger
\4
Aantal studenten beperkt
binnenland
buitenland
1
Verzekeringen
Bedrijfsleven
rijgt
let moei
Elektrische stroom
Benzine
ct pm liter
Frisdranken
liter
Wegenbelasting
Verdergaand
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG - De rijksbegroting 1972 sluit
met een nadelig saldo van ruim 2,3 miljard gul
den.
Wiebeltax van drie naar vijf procent
BOUWPROGRAMMA OPGEVOERD
SUBSIDIES
Zelfstandigen
kunnen meer
aftrekken
Ontwikkelings
hulp krijgt
80 min. meer
(*sdag 22 september 1971
VERWACHTING VOOR 1972
-1
(Van ome parlementaire redactie)
DEN HAAG. Minister Lang-
man (Economische Zaken) is pessi
mistisch over het verloop van de
prezen in 1972. Evenals dit jaar zul
len volgend jaar de prijzen met
rond 7 procent stijgen. Tegenover
dit sombere vooruitzicht staat, dat
het netto-inkomen van de gemid
delde werknemer iets meer zal stij
gen dan dit jaar. Verwacht wordt
namelijk dat de loonstijgingen vol
gend jaar zo hoog zullen zijn dat
met aftrek van de prijsstijgingen
de werknemer er gemiddeU vier
procent in welvaart op vooruit gaat.
Dit valt te lezen in de toelichting
van de minister op zijn begroting
en in de macro-economische ver
kenning van het Centraal Plan
bureau.
De economische situatie blijft
volgend jaar onevenwichtig. De
loon- en prijsstijgingen blijven
sterk. De arbeidsmarkt zal wat min
der spanning vertonen. In het lo
pende jaar zal het gemiddelde
werkloosheidspeil oplopen tot
65.000. Volgend jaar zullen naar
verwachting 80.000 werkzoekenden
ingeschreven staan.
De sterke inflatie blijft aanhou
den. Behalve door de hoge loon- en
prijsstijgingen wordt de gespannen
Nederlandse economie gekenmerkt
door een voortdurende omvangrijke
overbesteding. Aan de toeneming
van de particuliere consumptie
komt nog geen eind. Ook volgend
jaar zullen de Nederlanders ver
moedelijk 4,5 procent meer uitge
ven. Daar staat tegenover dat de in
vesteringen in bedrijven zich on
gunstig ontwikkelen. Op de lange
ermijn kan dit ongunstige gevolgen
hebben voor de werkgelegenheid.
De produktie van de bedrijven
ertoont een verminderde groei. Zij
zal volgend jaar duidelijk ten ach-
er blijven bij de groei in de afge-
onen jaren.
Over het verdere verloop van de
economische toestand in ons land
bestaat een groot aantal onzeker
heden. De ontwikkeling in het bui
tenland, waar de inflatie ook groot
blijft, is daarvoor sterk bepalend.
Van groot belang voor het even
wichtiger maken van de Nederland
se economie is de bedwinging van
de binnenlandse inflatie. Matiging
van lonen en prijzen kan belangrijk
bijdragen tot een evenwichtiger ont
wikkeling, aldus het Centraal Plan-
ureau.
Minister Langman voegt daaraan
oe dat werkgevers en werknemers
aan de inflatiebestrijding zullen
meewerken door lonen en prijzen
ie drukken. Lukt dit niet dan blijft
de vrees bestaan dat ook na 1972 de
arbeidskosten in het bedrijfsleven
sterk toenemen. Moeilijk valt nog
e voorspellen wat hiervan de ge
volgen voor het bedrijfsleven zul
len zijn (bedrijfssluitingen, sane
ring, verslechtering internationale
oncurrentiepositie)
In zijn toelichting op de rijksbe
groting schrijft minister Nelissen
Financiën) van de strijd tegen de
inflatie de beste resultaten te mo
gen verwachten, door het bedrijfs
leven het vertrouwen te schenken
dat dit de loon- en prijsstijgingen
binnen aanvaardbare grenzen zal
weten te brengen. Daarbij past een
zo groot mogelijke terughoudend-
leid van de overheid ten aanzien
van direct ingrijpen in de loon- en
prflsvorming.
Minister Langman noemt de ster
ke toeneming van de arbeidskosten
buitengewoon verontrustend. Stijgt
de loonsom in bedrijven dit jaar met
14 en volgend jaar met 13,5 procent,
de arbeidsproduktiviteit neemt min
der toe, in 1972 met 3 procent tegen
5 procent in 1971.
De verhoging van de arbeidskos
ten stuwt de prijzen in de particu-
iere consumptiesector omhoog. Ook
de sterke verhoging van de invoer
prijzen in 1971 (5 procent) de ver
hoging van de omzetbelasting en de
huurverhoging dragen er toe bij dat
-'e particuliere prijzen in het lopen
de en komende jaar met 7 procent
-hoog gaan.
Gelet op de vele onzekerheden
blijkt beoordeling van de economi
sche vooruitzichten uiterst moeilijk.
Wel is duidelijk dat de afremming
van de inflatie veel minder gunstig
verloopt dan was gehoopt. Voorlo
pig is nauwelijks te verwachten dat
het tempo van de inflatie sterk zal
verminderen. Dat geldt zowel voor
het internationale als het binnen
landse inflatiebeeld.
De economisch zwakkeren zijn
van deze ontwikkeling vooral de
dupe, aldus minister Langman. De
anderen hebben zich tegen de nare
gevolgen ingedekt. Meer en meer
blijkt dat de baten en lasten" van
de inflatie ook op andere wijze on
evenwichtiger zijn verdeeld. De
overheid wordt ook extra gevoelig
door de inflatie getroffen, waardoor
zij dreigt achter te raken. Ook bin
nen het bedrijfsleven doet zich dit
proces voor. De normale dynamiek
van het economische leven dreigt
ernstig te worden verstoord, aldus
de minister.
Onder deze omstandigheden dient
voor de toekomst met twee moge
lijkheden rekening te worden ge
houden. Enerzijds een ontwikkeling
waarbij de verslechterde bedrijfs
omstandigheden leiden tot onaan
vaardbaar lage investeringen, en
anderzijds een bewuste beperking
van de investeringsgroei. In het
eerste geval staat echter een stag
natie van de economische groei met
voortgaande inflatie voor de deur,
en zo'n ontwikkeling dient te wor
den voorkomen.
Een bewuste beperking van de in
vesteringen wordt wel bepleit, om
dat groei van de investeringen bij-
Het prijspeil van de
particuliere consumptie
stijgt 77.
Dejoonsom per werk- j
nemer in de berkijven
Stijgt 13,57. I
De produktie in
bedrijvén stijgt
met 3 ,7.
De arbeidspro-
duktiviteit stijgt
met 3
De goederenuitvoer
'zalQ.S stijgen.
De goedereninwxrnl
57. stijgen.
draagt tot de overbesteding en over
spanning van de arbeidsmarkt. Deze
zaak is bij de Sociaal-Economische
Raad in studie. Gezocht moet o.a.
worden naar arbeidsbesparende in
vesteringen. Een vergunningenstel
sel verdient slechts onder bepaalde
omstandigheden aanbeveling.
EKORT NOG RUIM TWEE MILJARD
|je macro-economische voorspel
lingen van het Centraal Plan-
jureau over 1972 bevatten voor het
Jedrijfsieven weinig goed nieuws,
let de onduidelijke wereldconjunc-
|vr, een voortdurende loon- en
rijsinflatie, onzekerheid met be-
lekking tot de wisselkoersen en een
«wglopen van het winstinkomen
(het nationaal inkomen, zullen ve-
vooral de kleinere, minder ka-
Itealkrachtige en marginale be-
lijven, het moeilijk krijgen in de
[tijd om het voortbestaan. De zwa-
internationale concurrentie, die
fcrder zal toenemen dan verminde-
l#i, noopt vele bedrijven tot prijs-
«isessies. Deze hebben op hun
kirt lage winst tot gevolg. Dit zal
fc financieringscapaciteit voor nieu-
i investeringen bij menig bedrijf
kmakkelijk in gevaar kunnen bren-
Rn.
I Een tweede factor die een deel
bi het bedrijfsleven in een moei-
]<e positie kan brengen, betreft de
f gingen van de loonkosten, die
»r het komende jaar ongekend
zullen toenemen. Voor 1972
lordt verwacht dat de loonkosten
p eenheid produkt gemiddeld met
procent stijgen. In 1971 zal dit 7
pocent zijn en in 1969 en 1970 was
t respectievelijk 3,5 en 5 pet. Een
|fergeiijke stijging zal vooral de ar-
Kidsintensieve bedrijven in grote
eilijkheden kunnen brengen. Het
Weid van de regering-Biesheuvel is
(thcht op non-interventie in de
ion- en prijsontwikkeling, zodat
deze zijde niets mag worden
Jsrwacht op het vlak van enige
sonstabilisatie. De sterk gestegen
Hen hebben het arbeidsinkomens-
Ucie vanaf 1969 doen stijgen met
'5,5 tot 83 pet. in 1972. Óp grond
|»n deze verkenningen kunnen we
kwachten dat in 1972 een groot
pntal minimaal renderende bedrij-
met sluiting of overname
'ordt bedreigd.
De financieel sterkere bedrijver
Plen nog meer dan tot nu toe he'
liwal is geweest, samenwerking
Iseken. Het een en ander heeft tot
Isevolg dat de economische machts-
l&ncentratie wordt versterkt. Df
Pjsconcurrentie zal nog groter
■'orden, terwijl het achterblijver.
I'M het winstinkomen de macro
l'-onomische besparingen zal aantas
I'M. Deze belopen voor dit jaar
l'-intig procent van het nationaa'
I '-omen, voor 1972 wordt slechts
Iprocent verwacht. Wanneer door
Ilage besparingen de investerin
p in het gedrang komen, dan
reeft dit nadelige gevolgen voor de
1'oderniteit van ons produktie-appa-
pt. De onzekerheid met betrekking
I:t de wisselkoersen kan de export
I Positie van het Nederlandse be-
pfsleven opnieuw bemoeilijken
i eventuele revaluatie van de gul-
van meer dan 5 procent, zal
pnig exportbedrijf een gevoelige
pp geven. Alleen een gezamen-
aanpak door ondernemers, vak-
I 'nden en overheid van de loon- en
I nrijsinflatie, die volgens het Cen-
,'aal Planbureau onverminderd in
'72 zal voortduren als er niets
'Ordt gedaan, kan het bedrijfsleven
;stere berichten opleveren.
A« L
f
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Minister de Brauw
(wetenschappelijk onderwijs en we
tenschapsbeleid) gaat de onbeheer
ste uitgroei en de scheefgroei bij het
hoger onderwijs aanpakken. In de
toelichting op de onderwijsbegroting
kondigt hij een omvangrijk pakket
wetgevende arbeid aan.
Scheefgroei vindt de minister de
sterke getalsmatige uitbreiding van
het universitair onderwijs vergele
ken met de veel bescheidener ont
wikkeling bij het hoger beroepson
derwijs. Eenheid van het tertiair on
derwijs wetenschappelijk onder
wijs en hibo ziet hij als voor
waarde voor herstructurering van
het wetenschappelijk onderwijs. Wat
dat laatste betreft neemt hij in gro
te lijnen het wetsontwerp over van
zijn voorganger Veringa volgens de
ideeën van prof. Posthumus (studie
duurverkorting
In ieder geval totdat de herstruc
turering effect neeft zal niet zijn
te ontk en aan tijdelijke beperking
van het aantal studenten dat tot de
universiteiten wordt toegelaten,
schrijft De Brauw. In april j.l. waren
er ruim 106.000 studenten. In 1960
waren dat er nog maar ongeveer
40.000. Voor het volgend studiejaar
'72 - '73 wordt een aantal van rond
120.000 verwacht. Vooral geneeskun
de. biologie, diergeneeskunde en so
ciale wetenschappen zitten moeilijk
met hun capaciteit.
Over de samenhang tussen wo en
hbo zullen de ministers Van Veen
en De Brauw nog dit parlementaire
jaar een aparte nota opstellen. Daar
in zal het wetsontwerp dat de vorige
regeling hierover indiende, ter sprake
komen. Uit een en ander blijkt dat
de nieuwe bewindslieden verder wil
len gaan dan hun voorganger»
De basis van de voorstellen van
het organisatiebureau McKinsey zal
een nieuw planningsysteem voor het
hele tertiaire onderwijs worden ont
worpen, bestaande uit een lange ter-
mijniplan, een middenlange tiermijn-
plan en een begrotingsplan.
Intussen studeren ambtenaren van
0 en w op de voorstellen die de
commissie-Andriessen heeft uitge
bracht over een nieuw systeem van
studiefinanciering en studietoelagen
voor het hoger onderwijs. De ver
hoging van examen-, inschrijf- en
collegegelden hangt hiermee samen,
aldus De Brauw. I-n het nieuwe sy
steem zal de wetenschappelijke op
leiding mede gezien worden als een
investering waaraan later voordelen
worden ontleend, zoals een hoger in
komen. „Inkomensoverhevelin-g naar
de financieel sterkeren wordt inge
perkt". kondigt de minister aan.
Op korte termijn dwingt de fi-
nancieel-economische situatie tot ver.
sobering van de gelden voor univer
sitair onderwijs en onderzoek. De
Brauw ziet hierin een stimulans om
nog sneller een al te wilde uitgroei
te snoeien. Onder meer worden per
1 januari aanstaande de tarieven van
de academische ziekenhuizen ver
hoogd. De verpleegtarieven zullen
volledig worden doorberekend.
Al bekend zijn de afremming van
nieuwbouw en inrichtingsinvesterin-
gen („bouwstop") en de beperkte
uitbreiding van het personeelsbe
stand dan in het algemeen finan
cieel schema voor 1972 voor de uni
versiteiten was voorzien. Ook van de
uitgavenstijging voor wetenschappe
lijk onderzoek is wat afgeknabbeld.
Voor het wetenschappelijk onder
zoek aan universiteiten en gesubsi
dieerde instelling gaat minister De
Brauw een landelijk wetenschapsbe
leid opzetten. Binnen de ministerraad
is een onderraad ingesteld waarin De
Brauw een coördinerende taais haeit.
De sterke groei van de uitgaven maakt het noodzakelijk, al
dus minister Nelissen in de toelichting op de miljoenennota,
een aantal bezuinigingen tot stand te brengen.
Het kabinet legt het accent op: Versobering van bepaalde voorzie
ningen, matiging van investeringen en ruimere toepassing van de
profijtgedachte (betaling van de werkelijke kosten der overheids
diensten).
De rijksbegroting 1972 vertoont het volgende beeld
Uitgaven 37.741 miljoen
Ontvangsten 35.429 miljoen
Tekort 2.312 miljoen
De totale uitgaven voor 1972 geven een zeer forse stijging met 15.5 procent
te zien. Alleen al de uitgaven als gevolg van algemene salaris- en pensioen
maatregelen nemen met ongeveer 2.7 miljard toe.
Het sombere begrotingsbeleid voor 1972 wordt nog versterkt door de
uiterst ongunstige ontwikkeling van de begroting in 1971. De uitgaven zijn
in de lopende jaren belangrijk hoger dan werd geraamd, mede door de
kostenontwikkeling in het onderwijs en de stijging der salarissen. Hier komt
bij dat de opbrengsten van de belastingen lager zijn dan werd verwacht
Het veelbesproken „gat van Witteveen" de erfenis die de vorige minis
ter van Financiën, Witteveen, achterliet is veel groter dan aanvankelijk
werd meegedeeld. Het tekort op de begroting 1971 is namelijk toegenomen
van 2.1 miljard tot 3.9 miljard. Door de opbrengst van de wiebeltax en de
daarmee verband houdende beperking van de uitgaven blijft er een tekort
van 3.4 miljard gulden.
Minister Nelissen beschrijft in een toelichting op de rijksbegroting 1972
dat een krachtige inflatiebestrijding mede nodig is, om te voorkomen dat bij
een voortgaande vertraging in de economische groei de collectieve voorzie
ningen dreigen te worden aangetast. De rijksbegroting, aldus de minister, is
opgezet met inachtneming van de grenzen die het trendmatige begrotings
beleid stelt. Het betreft hier de norm dat de rijksuitgaven afgezien van de
salarisverhogingen met maximaal zes procent kunnen stijgen. Deze norm
kon niet helemaal worden gehandhaafd, want in feite nemen de netto uit
gaven van het rijk met zeven procent toe.
Ondanks een zo sober mogelijk beleid, zag het er naar uit dat het tekort
voor 1972 zou oplopen tot 3.2 miljard, omdat de belastingopbrengsten achter
blijven bij de veronderstelde groei. Zou dat tekort via leningen moeten wor
den gefinancierd, dan zou de kapitaalvoorziening van de gemeenten en de
woningbouw daardoor in de knel kunnen komen.
Minister Nelissen meent daarom dat ook voor 1972 de wiebeltax moet
worden toegepast, waarbij het percentage van deze tijdelijke extra belasting
wordt verhoogd van drie tot vijf. In samenhang daarmee zullen op de be
groting verdere bezuinigingen worden aangebracht tot een totaal van 90
miljoen gulden.
Het te financieren tekort van ruim 2.3 miljard gulden zal worden ver
minderd door een versnelde inning van de inkomsten- en vermogensbelasting.
Er moet nog een compensatie worden gevonden voor enkele belasting
voordelen, zoals een verdere verruiming van de aftrek voor de werkende
gehuwde vrouw. Als compensatie wordt voorgesteld: verdubbeling assuran
tiebelasting, verhoging benzine-accijns, invoering accijns op frisdranken en
mineraalwater en overbrenging van elektriciteit naar het algemene tarief
van de omzetbelasting (14 procent).
Volgend jaar zal de automatische inflatiecorrectie van de loon- en in
komstenbelasting voor het eerst worden toegepast. Echter niet helemaal. De
correctie zal tot 80 procent worden beperkt. Het kabinet geeft hieraan de
voorkeur boven bijvoorbeeld verhoging van indirecte belastingen.
Gezien de verhoging van de wiebeltax tot vijf procent, is het effect van de
inflatiecorrectie voor de belastingbetaler niet zo groot. Het effect van in
flatiecorrectie en wiebeltax samen levert volgend jaar voor een gehuwde
met twee kinderen bij een inkomen van 12.000,een voordeel van 53,
over het hele jaar op.
De versnelde invordering van de inkomsten- en vermogensbelasting brengt
het begrotingstekort in 1972 terug met 300 miljoen.
De groei van de uitgaven is in 1972 mede zo groot door de aanpak van
nieuwe taken. Hiervoor moesten beleidsombuigingen tot stand worden ge
bracht door onder andere matiging van de investeringen, versobering en
doorberekening van de kosten der overheidsdiensten.
Doordat deze beleidsombuigingen al in de begroting zijn verwerkt, zijn er
verder weinig mogelijkheden om verdere beperkingen in de uitgaven aan te
brengen.
Minister Nelissen noemt als nieuwe taken en uitbreiding van bestaande
voorzieningen
Verlaging leerlingenschaal kleuteronderwijs
Onderwijsmaatregelen voor werkende jongeren.
Uitbreiding woningbouw en aanvullende huursubsidies.
De ontwikkelingshulp.
Opvoering defensielasten.
Stimulering openbaar vervoer.
Rente-overbruggingsregeling scheepsbouw.
Verzorging en ziekenfondsverzekering bejaarden.
In liet kabinetsbeleid wordt een belangrijker plaats ingeruimd voor de
profijtgedachte. De toepassing hiervan vindt haar grenzen in de draag
kracht van de mensen.
Lang niet alle overheidsmaatregelen komen de burgers in gelijke mate
ten goede. Uit een oogpunt van een rechtvaardige verdeling van lasten, kan
er aanleiding zijn door toepassing van de profijtgedachte de ongelijkheid te
corrigeren. Toepassing van de profijtgedachte bevordert verder een optimale
toedeling van goederen en diensten doordat de burger in zijn afweging van
nut en offer tot een meer bewuste keuze komt.
(Van onz« parlementaire redactie)
DEN HAAG Het woningbouw
programma zal voor volgend jaar
1500 huizen hoger liggen dan voor
197L Er kunnen 132.000 wonin
gen worden gebouwd, waarvan
109.500 met rijkssubsidie. Er
wordt vanuit gegaan dat 22.500
woningen in de ongesusidieerde
sector worden neergezet. Dit jaar
omvatte het bouwprogram in to
taal 130.500 woningen.
In 1972 zuilen vergunningen
voor 49.450 woningwetwoningen,
waarvan tenminste 6.000 bejaar
denwoningen. Bij de 60.050 parti
culiere gesubsidieerde woningen
zullen er eveneens 6.000 voor be
jaarden zijn. Het rijk stelt verder
subsidies beschikbaar ten behoeve
van verzorgingstehuizen voor be
jaarden tot een totaal van 5.000
bedden.
Bij de verdeling van de rijks-
steun voor de woningbouw, zullen
de stedelijke gebieden in het wes
ten van het land voorrang krijgen.
Zo nodig zal dit ook gebeuren
voor andere gebieden in het land
DEW0NINGI
Voor aanvullende huursubsidies
wordt volgend jaar 61,6 miljoen
beschikbaar gesteld. In de periode
van 1 juli 1970-1 juni 1971 zijn
30.376 aanvullende huursubsidies
toegekend aan mensen die gezien
hun inkomen te duur wonen. On
geveer 85 procent van de subsi
dies is ten goede gekomen aan
huurders met een inkomen bene
den 10.000 gulden per jaar.
Op de rijksgebouwendienst wordt
volgend jaar sterk bezuinigd. On
danks de grote stijging van de
bouwkosten zullen de uitgaven
vrijwel op hetzelfde niveau van
1971 worden gehandhaafd. Hier
door zal een belangrijk deel van
het programma voor 1971 en
waarschijnlijk het hele program
voor 1972 moeten worden opge
schoven tot na dit jaar. Hierdoor
kon voor 163 miljoen gulden wor
den bezuinigd.
Het opschorten van een groot
aantal projecten houdt in dat voor
een lange tijd niet zal kunnen wor
den voldaan aan de bouwwensen
van ministeries, rijksdiensten enz.
Het totale pakket van werken en
aankopen dat in 1971 en 1972 moet
worden opgeschort bedraagt rond
400 miljoen. In 1973 zal moeten
worden afgewogen wat het eerst
moet worden uitgevoerd.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Bij de Tweede Ka
mer is een wetsvoorstel ingediend
tot verruiming van de zelfstandigen
aftrek in de inkomstenbelasting met
ingang van 1 januari 1972. De zelf
standigenaftrek is een vermindering
van de winst met een bepaald per
centage van de investeringen in be
drijsmiddelen. Deze investeringen
moeten tenmiste 2000 gulden bedra
gen.
De nieuwe regeling zal inhouden:
iedere ondernemer mag ten
minste 300 gulden atrekken, ook
al investeert hij niets of weinig;
de thans geldende aftrekpercen
tages worden een kwart hoger:
2 wordt 2,5; 4 wordt 5; 6 wordt
7,5; 10 wordt 12,5. De percen
tages variëren met de omvang
van de winst.
De voorgestelde verruiming geldt al
leen voor 1972.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Op de Begroting
van 1972 is een bedrag van 1050 mil
joen gulden voor ontwikkelingshulp
uitgetrokken. Dat is 80 miljoen meer
dan de raming van dit jaar bedroeg.
In totaal is voor de nieuwe kabi
netsperiode van vier jaar voor ont
wikkelingssamenwerking ruim 5 mil
jard uitgetrokken, t.w. 1972: 1050
miljoen, 1973: 1150 miljoen, 1974:
1325 miljoen, en 1975: 1525 miljoen.
Aan de Tweede Kamer zal een vier-
jarenprogramma voor de Nederland
se hulpverlening worden voorgelegd.
Binnen het bedrag van 1050 mil
joen van 1972 is voor de ontwikke
ling van Suriname en de Nederlandse
Antillen 228 miljoen beschikbaar.
Boven het plafond van 1050 miljoen
is nog 61 miljoen .uitgetrokken voor
betalingen op grond van verplich
tingen aan Turkije en aan het Euro
pees Ontwikkelingsfonds.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De premie voor de
ziekenfondsverzekering voor bejaar
den zal het komende jaar 15 pet om
hoog gaan. Dc premiestijging aMt Mg
aanzienlijker zijn geweest, als minis
ter Boersma (Sociale Zaken) in zijn
begroting niet twee bijzondere maat
regelen tot dekking van de koeten
had getroffen. Hij heeft de bijdrage
ulf d« aan deze ziekenfonds
verzekering met bijna 20 miljoen
verhoogd en hij hevelt eenzelfde ex-
tra-bijdrage over uit de algemene
kas van de verplichte verzekering.
Ook voor de minder draagkrachti
ge vrijwillig verzekerden, die in aan
merking komen voor een reductie op
de premie ligt een overeenkomstige
beperking van dt stijging van de
zogenaamde bodempremie in het
voornemen.