ZOETEMELK MAANT
TABAK TOT RUST
WAGTMANS: „AL LANG
HAD IK ER RECHT OP'
ZOETEMELK ZAL
ZICH WAT
MOETEN INTOMEN
ipl
Seizoen
voor mij
Pellenaarsaanval onmogelijk
„ZE ZIJN TE SLOOM EN
ZE HEBBEN GEEN LEF"
Jan Janssens visie op de Tour
Janssen antwoordt lezers
RECTIFICATIE
Steun
VAN KM TOT KM
1
sport
..uensdag 30 juni
(Van
ver).
onze speciale verslagge-
NANCY Tino Tabak had giste
ren van zijn kopman Zoetemelk op
dracht gekregen zich erg rustig te
houden en geen krachten meer te
verspillen. Zoetemelk verklaarde: „Ik
heb Tino tot voorzichtigheid ge
maand. Er komen nog zoveel zware
dagen en daarom heb ik er een
beetje op gelet dat hij vandaag tus
sen de wielen bleef. Ik weet wat
het is als je jong bent en je goed
rijdt, dan wil je er wel eens invlie
gen als dat weinig zin heeft. In een
tour telt elke krachtsinspanning, doe
je een dag iets te veel dan kom je
dat op een andere dag weer te
gen".
De Belg Ferdinand Bracke, win
naar van de Vuelta, kreeg gisteren
de prijs van de beminnelijkste ren
ner.
Rini Wagtmans gaat zegevierend
over de eindstreep.
Voor de dopingcontrole moesten
zich gisteren melden: De nummers 1
en 2 van de uitslag, Rini Wagtmans
en Barry Hoban, gele trui-drager
Eddy Merckx en de bij loting aan
gewezen Luciano Armani en de
Duitser Albert Fritz.
Een sprintje leverde Jos van der
Vleuten gisteren een winst op van
24 plaatsen in het algemeen klasse
ment. Bij de „Point Chaud" van de
dag waren twee renners ontsnapt:
Spruyt en Genty. Van der Vleuten
won de spurt van het peloton, kreeg
1 seconde bonificatie en steeg daar
door van de 64ste naar de 40ste
plaats in het algemeen klassement.
De Italiaan Simonetti maakte
echter een nog grotere sprong in de
rangschikking. Hij schoof van de
90ste plaats op naar de 25ste en
kreeg daardoor de premie voor de
„tijgersprong", de grootste winst in
het algemeen klassement.
De rennerskaravaan is gisteren
weer een collega kwijt geraakt. De-
lenine kwarm na het sluiten van de
controle binnen en mag vandaag
niet meer vertrekken. Er zijn nu
nog 127 renners in de Tour-
2
Het is duidelijk: de grote
M azen houden elkaar nu alle-
maal in de gaten. Ik geloof
niet dat er de eerste dagen
weer zo'n ontsnapping als maan
dag zal plaatsvinden. En daar ligt
de kans voor de mannen, die als
kansloos in het klassement staan.
Wagtmans heeft er handig gebruik
van gemaakt. Dat hij een rit ging
winnen, stond voor mij vast. Toch
is het voor Inij als een verrassing
gekomen, dat het nu al is gebeurd.
Hij liet het immers in het begin
wat afweten. Zijn seizoen is nu ge
slaagd. Als je een rit in de Tour
wint, kun je altijd rekenen op een
groot aantal criteriums. Je moet de
Tour dan natuurlijk wel uitrijden.
Als ik er zeker van was geweest
dat ik een etappe had kunnen win
nen, had ik ook nog een Tour ge
daan.
Dat Goudsmit-Hoff er weer niet
bij zat, valt me erg tegen. Ik vraag
me af waar die jongens op zitten
te wachten. De bergen toch zeker
niet. Ze moeten het juist van dit
soort ritten hebben. Die mannen
zitten gewoon te slapen. Nu gaat
de waarde van de ploegleider een
grote rol spelen. Pellenaans mag
dan steeds zeggen dat hij zijn ren
ners wel weet op te jutten; ik be
gin er aan te twijfelen. Na twee
zulke slechte dagen begin ik toch te
geloven dat hij niet zoveel invloed
op zijn renners heef»
Karstens gokt duidelijk op de
groene trui. Dat hij mannen als
Roger de Vlaeminck, Godefroot en
Guimard in de psrint van het pelo
ton verslaat, is natuurlijk een fraaie
prestatie, maar die is wel betrekke
lijk. Bij een spurt voor een tiende
of elfde plaats krijg je lang niet al
tijd een zuiver beeld. Er zijn be
slist mannen bij die dan minder
snel zijn dan voor de eerste plaats.
Dat had ik in mijn tijd ook. Nee,
vo.or.Karstens.was het pas een goe
de dag geweest als hij bij de eerste
tien had gezeten. Hij moet punten
pakken als de anderen er niet bij
zijn.
Van Joop Zoetemelk vind ik dat
hij wat te veel met zijn krachten
omspringt. Hij rijdt natuurlijk ver
schrikkelijk sterk en met een uit
stekende moraal, maar voor mijn
gevoel trekt hij er toch wat te hard
aan. Hü zal zich moeten intomen.
Hij zal zijn krachten in de bergen
nodig hebben. Als hij zo doorgaat
als nu, zou het me niet verbazen
als hij een dag krijgt dat het hem
JAN JANSSEN
zwaar op de maag valt. In de Tour
moet je uitgekookt rijden, je
energie wat verdelen. Het
zijn tenslotte geen vijf dagen,
maar dik twintig.
Redactie
Hein Groothuis
(Van onze speciale verslaggever)
NANCY Rini Wagtmans is gekomen waar h(j wilde: op het ere
podium van de Tour. „Als ik in de Ronde van Frankrijk een rit kan
winnen", redeneerde hij na het kampoenschap van Nederland, „dan is
voor mij het seizoen geslaagd". Aan het vertrek van de derde etappe,
op een immens groot plein aan de rand van Straatsburg, was hij gis
terochtend positiever. „Ik grijp mijn kans", kondigde hij daar aan. Het
was de vinnige reactie op de confrontatie met de tweede dag, toen
hij tot de groep behoorde, die op 9 minuten achterstand kwam. „Nee",
hoonde Wagtmans in Straatsburg, „dat was geen onkunde. Ik deed
gewoon mijn werk als knecht voor Merckx". Toen een felle uitval:
„Van mij zul je nog horen". Precies vier uur, veertien minuten en een
entwintig seconden later gebeurde dat. Rini Wagtmans trapte toen
negen renners uit het wiel alsof ze stilstonden. Hij was waar hij wilde:
naast de rondemiss, met bloemen en een beker. Op hetjiodium.
v>
Eric de Vlaeminck verloor er een
weddenschap (zonder inzet overi
gens) mee van Eddy Merckx, wamt
die profeteerde de avond tevoren in
hotel Carlton, dat de Molteni's en de
Mars-Plandrta's samen deelden, dat
Rini Wagtmans fhrvg winnen. Toen
de wedstrijd naar Nancy een
uiterst monotone rit, zonder noe
menswaardige ontsnappingen 135
km. oud was (en 30 km. verwijderd
van finishplaots) dirigeerde Eddy
Merckx hraogst persoonlijk Rini
Wagtmiains naar voren. Hij zei:
„Vooruit Riinus, je eigen kans gaan.
Nou". Zo hard als hij kon, en dat
bleek ontzettend snel, sprong Rini
Wagjtmiains naar het wiel van de
gedeclareerde Wüfrjed Daivid. Ach
ter Wagtmans gingen Jimenez en
Genet mee in de aanval. De beslis
sing was gevallen.
door
peter
heerkens
De vorm is beter dan-ie ooit was.
Maar ik maak geen grote uitslag.
Als die nou maar eens wilde ko
men".
Op de sintelbaan van Nancy, waar
hij zich taktisch als eerste opwerkte,
brak dat vreugdevolle moment
aan.
Nadat een eerdere poging van Vic
van Schil mislukt was (Wagtmans:
„Ik zei in de laatste kilometers te
gen Vic dat hij het ma-ar moest
proberen, dan zou ik me tevreden
stellen met een tweede plaats"),
moest Rini Wagtmans zijn eer en
die van Molteni veilig gaan stellen.
Hij deed het indrukwekkend. De
demarrage, waarmee hij zijn naaste
concurrent Barry Hoban losschudde,
was zo hard dat zijn tubes sporen
trokken in het zwart van de baan.
Enkele seconden later stond hij mi
neraalwater lurkend te genieten van
het fijnste wat een coureur kan
meemaken. „Vandaag", stelde Rini
Wagtmans dankbaar vast, „kreeg ik
waar ik al het hele seizoen recht op
heb". In de mallemolen van de
ceremonies draaide hij toen een
kwartier lang rond als een intens
gelukkig man. Hij was gekomen
waar hij wilde.
G. Hense, Dahliastraat 14, Wem-
hout: „Wat denkt u van de ruzie tus
sen Pellenaars en Karstens?"
JAN JANSSEN: „Volgens mij is
het meer een publiciteitsstunt ge
weest dan werkelijkheid. Zowel Kars
tens en Pellenaars hebben 'n moeilijk
karakter. En dat botst natuurlijk wel
eens. De soep wordt echter nooit zo
heet gegeten als hij wordt opgediend.
En dat geldt naar mijn mening voor
dit geval ook."
A. v. d. Hoek, Wilhelminaplein 32,
Oudenbosch: ,,De beeldverslagen van
de Tour lijken meer op een tamelijk
lang uitgevallen STER-reclame dan
op een verslag van een sportevene
ment. Bent u niet van mening dat
daardoor langzaam maar zeker het
sportieve karakter verloren gaat?"
JAN JANSSEN: „De Tour de Fran
ce is gewoon een reclame-object, een
commerciële aangelegenheid. Zonder
dat zou de hele wielersport verloren
gaan. Wij zijn zakenmensen op de
fiets. Zo moet je het zien. En een
Tour wordt door middel van de spor
tieve prestaties verkocht. Ik zie dus
niet in waarom het sportieve karakter
verloren zou gaan."
B. en T. Voesenek, Oudlandstraat
15, Breda: Wat vindt u van de do
pingcontrole in de Tour de France en
is deze wel waterdicht?"
JAN JANSSEN: „Wij moeten wel
aannemen dat hij waterdicht is, maar
voor mij blijft het altijd een vraag
teken. Ik vind het goed dat er do
pingcontrole is. Het moet echter se
rieus gebeuren of helemaal niet. Niet
half. Trouwens voor het toestaan van
het gebruik van stimulerende is ook
wel wat te zeggen, als het tenminste
onder goede medische begeleiding ge
beurt."
A. v. d. Veeken, Ruysdaelstraat 8,
Rijen: „Is het geen zenuwachtige
aangelegenheid een afdaling met zo'n
tachtig kilometer per uur te doen?"
JAN JANSSEN: „Ja, dat is ver
schrikkelijk. Het houdt een ontzet
tend groot risico in. Er kan van alles
gebeuren. Vooral bij regen en met
smalle wegen. Als je daarbij dan nog
denkt aan een klapband voor, wat
mij een keer is overkomen
Maar ja, het is het risico van het
vak."
In het antwoord van Jan Jans
sen op de gisteren gepubliceerde
vraag („Wat prefereert u in de
Tour, een merkenploeg of een lan
denploeg geformeerd om één ren
ner"?) van B. Adema, Wisserskade
44 Hank, zijn enkele storende
fouten geslopen. Het antwoord
moet luiden: „Ik prefereer een
merkenploeg, ondanks het feit dat
ik in een landenploeg de Tour heb
gewonnen. De saamhorigheid in
een merkenploeg is veel beter. In
een merkenploeg rij je het hele
jaar met elkaar".
Wanneer II Jan Janssen een vraag wilt stellen over Tour-zaken die D
bezighouden, kunt IJ dat vanavond doen tussen 18.30 en 19.30 uur. Men
dient daarvoor onze sportredactie te bellen, telefoon Breda (01600) -
22341, toestel 215 of toestel 143.
De demarrage van Rini Wagtmans in de slotfase kon niemand beantwoorden en leverde hem de overwinning op.
FOTO: JOHAN VAN GURP.
Harry Steevens klom gisteroch
tend voor de zoveelste keer in de
ambulance van de Tourartsen om
opnieuw een spuitje in de linker
knie te krijgen. Steevens: „Het is
toch waardeloos als ze je met spui
ten in de Tour moeten houden. Kijk
eens naar mijn knie, aan de buiten
kant zit een verdikking, die niet
weg gaat. 's Avonds is de spuit
uitgewerkt en dan barst ik van de
pijn".
Rini
„Ik heb toen", vertelde
Wagtmans, „zitten wachten op steun,
want die kon ik natuurlijk best
gebruiken".
De hulp daagde op in d'e persoon
vain Vic vara Schi'l in wiens gezel
schap Vanneste, Genty, Simonetti,
Hobain en Guerraa meekwamen. Op-
Vallende afwezige in de kopgroep:
de Goudismit-Hoff renners. De man
nen, die Kees Peüleniaars een rebel-
lerarott had toebedacht, want dat is
zijn ikraüht: avonturieren. Bij het
vallen vara de slag ontbraken alle
■tien zijn renners. „Ze missen de lef.
Er is ndiemamd, die initiatief durft te
nemen", veroordeelde Pellenaars
zijn discipelen. Gerben Karstens
viel hem bij: „In de koers ben ik
verschillende keren naar ze toegere-
den om ze op te peppen, maair op
Wim Prinsen en Maitthijs de Koning
na, reageerde niemand".
De vrijbuiters van Kees Pelle
naars faalden op het moment dat
hun landgenoot Rini Wagtmans naar
een voor hem belangrijk succes op
weg was. „Het hele jaar", klaagde
Wagtmans in de dagen, die aan d'e
Tour vooraf gingen, „rijd ik goed.
(Van
ver)
onze speciale verslagge-
NANCY Aan het eind van de
derde etappe, toen zijn renners zich
moesten schamen over hun achter
blijven in een rit, die hun op het lijf
was geschreven, oordeelde Kees
Pellenaars hard over zijn Goudsmit-
Hoff. „Met deze ploeg", viel hij bits
uit, „kan ik niet aanvallen. Daarvoor
zitten er teveel slomen in".
Op de rand van zijn bed in Hotel
Excelsior aan de drukke Rue Maza-
gran, zat „de Pel", die zo onwankel
baar kan doen, droeg te zijn. „Je
mag gerust weten", sprak hij mat,
„,dat ik er down van ben. Mensen
nog aan toe, hoe is dit mogelijk!
Hoe bestaat het dat ze twee dagen
zo de slag missen!" Zijn houding en
woorden verraden heimwee naar
vroegere dagen en het was ook zo.
„Toen", zei hij over zijn gouden tijd
van de vijftiger jaren, „kon je met
een donderderspeeéh het hele spul
in beweging zetten, maar datis er
tegenwoordig niet meer bij. Het
heeft geen effect meer. Ik weet niet
wat het is. Daarom ben ik hier maar
op bed gaan zitten. Ik zoek naar de
manier, waarop ik ze straks aan
tafel moeit aanpakken".
beklimmingen, dat ze denken:
hoef vandaag nergens meer aan
beginnen".
Ineens vlamde weer het felle in
Pellenaars en het zou tijdens de
maaltijd „van onder uit de zak"
worden, dat stond vast.
„Natuurlijk pak ik ze goed aan.
Wat denk je!. Dit kan toch zeker
niet. Gisteren en vandaag hadden er
mannen van ons bij moeten zitten.
In de etappe naar Straatsburg mis
schien minder dan nu naar Nancy,
maar ze mochten die slagen nooit zó
missen". Zoekend naar de oorzaken,
komt Kees Pellenaars dan tot het
vonnis: „Ze zijn te sloom, verdom
me. Ze hebben geen lef in d'r don-
derd". Aanvullend: „En ik denk dat
ze teveel tegen Karstens opkijken.
Volgens mij wachten ze tot hij wat
doet en blijven ze zitten als hij niet
gaat. Dat idee heb ik. Ze gaan er
misschien vanuit, dat hij kopman is
en dat ze hun koers naar hem moe
ten regelen, maar dat zal ik ze eens
effe uit hun hoofd gaan praten".
Gerben Karstens valt zijn ploeg
leider hartstochtelijk bij, maar
waagt zich niet aan vernietigende
oordelen ofschoon hij eerder aan de
streep het woord „luilakken" had
laten vallen. „Ik heb er geen be
hoefte aan om op anderen te schel
den. Straks ben ik weer de gebeten
hond. Maar Pellenaars heeft wel ge
lijk. Absoluut. Het ontbreekt aan
courage. Ik ben vandaag wel tien
keer naar die mannen van ons toege
gaan om ze naar voren te jagen en
ik heb het voorbeeld gegeven door
enkele keren te springen". Pelle
naars echter: „Karstens had er van
daag zonder meer bij moeten zit
ten". Tegenwerping van Gerben
Karstens: „Dat is makkelijker ge
zegd dan gedaan, want mij laten ze
zo maar niet ontsnappen als tweede
in het klassement voor de groene
trui. Ik heb het genoeg geprobeerd,
maar ik kwam niet weg. Hoe dan
ook, er hadden renners van ons bij
moeten zitten en dat het niet ge
beurde, valt op geen enkele manier
goed te praten. De wil om af te zien
zal groter moeten worden. Zelf heb
ik daar niet zo'n moeite mee, maar
er zijn er, die zo'n medelijden krij
gen met zichzelf ais het pijn doet in
Kees Pellenaas weer: „Misschien
is het een kwestie van gebrek aan
verantwoordelijkheidsgevoel. Neem
nou zo'n Wim Prinsen. Die heb ik
het hele jaar begeleid om hem in
perfecte condidite naar de Tour te
brengen.
Ik stippelde zijn programma zorg
vuldig uit en ik praatte met hem
over hoe hij zich het best kan voor
bereiden. En wat gebeurt er? Na het
kampioenschap van Nederland laat
ie zich door zijn supporters zo gek
maken met die tweede plaats, dat
hij bijna geen avond op tijd in bed
lag. „Ja maar", zei hij, „ik kan die
mensen toch niet telurstellen" Kijk,
en dat had hij wél gemoeten. Dan
was hij uitgerust aan .de start geko
men. Nou rijdt hij al zowat op zijn
reserves. Ik snap het alemaa] niet".
Een diepe zucht en een greep
naar het pakje filtersigaretten op
het nachtkastje. „Als ze er nou eens
één dag met zijn allen invlogen, en
het zou lukken.joh, dan zijn we
er weer. Als ze maar zien, dat ze
het kunnen".
23 km Demarrage van Letort en
Spruyt.
25 km Leiders ingehaald.
50 km Gesloten peloton aan de voet
van de Col du Donon (3e catego
rie).
55 km Cees Rentmeester lost uit
peloton maar komt later weer
bij.
58 km Doorkomst op de Col du Do-
non. 1 Zoetemelk, 2 Van Impe, 3
Fuente, op 5 sec. Bruyére, Fari-
sato, op 10 sec. het peloton geleid
door Ocana, Merckx en Gösta
Pettersson.
60 km Peloton weer compleet.
67 km Demarrage van Karstens,
Catieau en Spruyt. In de beklim
ming van de Col de la Chapelot-
te (3e categorie). Erbij Van
Schil, Eduard Janssens, Huys-
mans en Francioni.
67 km Kopgroep ingelopen.
75,5 km Doorkomst op Col de la
Chapelotte: 1 Zoetemelk, 2 Bru
yére, 3 Van Impe en vervolgens
het hele peloton.
108 km Genty, Galdos en Vanneste
ontsnappen.
110 km Kopgroep ingelopen.
116 km Vluchtpoging van Genty en
Spruyt.
125 km Leiders hebben 20 seconden
voorsprong.
129 km Kopgroep ingelopen.
130 km Prinsen, Schleck en Mint-
jems demarreren, maar worden
snel achterhaald.
135 km Kopgroep: Wagtmans, David,
Jiminez en Genet. Na een ach
tervolging komen bij: Vanneste,
Genty, Simonetti, Hoban, Guerra
en Van Schil.
140 km Peloton ligt 40 seconden
achter.
165,5 km Rini Wagtmans wint de
derde etappe.