„EEN DOLKSTEEK
IN MIJN RUG"
„Ik wilde De Pel
niet kwetsen'5
WAGTMANS: „IK KREEG
GEEN MEDEWERKING"
Nieuw gevoel
te koop-
RESULTATEN VAN VALKENBURG
De Pel kwaad
over kritiek
GERBEN KARSTENS:
KARSTENS:
„PLICHT TE
STOPPEN"
Rentmeester bijt door pijn heen
Keetie Hage:
derde titel
PHILIPS
sport
Philishave 90 Super
met 90 sleuven méér.
Je moet m voelen.
DERDE SPORTPAGINA VAN MAANDAG 21 JUNI 1971
(Van onze sportredactie)
VALKENBUR GKeetie Hage is
zaterdag op de Cauberg in Valken
burg voor de derde achtereenvolgen
de keer kampioene van Nederland
op de weg geworden. Ondanks een
zeer geringe voorbcrieding - zij
trainde bijna niet, doordat zij voor
haar examen naailerares zat - had
de 24-jarige St. Maartendijkse wei
nig moeite haar rivales de baas te
blijven.
Het lastige parcours was er de
oorzaak van dat het contingent da
mes al vrij snel uiteen sloeg. De
sterksten, Keetie Haage, Henny Fa-
ber, Truus Smulders en Truus van
der Blaat, die later nog van de
vierde plaats werd gedrongen door
Keeties zusje Bella, kwamen op
kop. De eerste drie bleven lang bij
elkaar. In de voorlaatste ronde ont
snapte Keetie Hage moeiteloos aan
haar concurrentes, die over aanzien
lijk minder klimkwaliteiten be
schikten dan de Zeeuwse. Met bijna
een minuut voorsprong op Henny
Faber bereikte Keetie Hage de fi
nish, waar zij verklaarde elke dag
hard te willen trainen voor het we
reldkampioenschap. Truus Smulders
legde beslag op het brons.Kees Pellenaars (links) en Gerben Karstens, in tijden dat het betertussen hen boterde.
(Van onze sportredacteur)
VALKENBURG Gerben Kar
stens is door Kees Pellenaars uit de
Tour de France-ploeg van Goudsmit-
Hoff gezet. Hij moet thuis blijven
omdat hij afgelopen week in een
landelijk ochtenblad kritiek leverde
op Kees Pellenaars die daar zo ver
bolgen over raakte dat hij Gerben
Karstens buiten de Tour-ploeg zette.
Een ingreep waar de Goudsmit-Hoff
directie volledig achterstaat. De eni
ge kans dat Kerstens gratie krijgt
ligt vandaag in de middaguren als
Kees Pellenaars in Breda zijn Tour-
ploeg aan de sportpers voorstelt.
Wanneer dan zowel Gerben Kar
stens als de journalist die hem in
terviewde openlijk verklaren dat
het artikel geen juiste weergave
was van het gevolgde gesprek, is
Kees Pellenaars bereid om Karstens
weer in genade aan te menen.
Van de in het artikel gebezigde
uitspraken, is Pellenaars vooral ver
ontwaardigd over de opmerking dat
hij niet met zijn tijd zou zijn mee
gegaan. Aanvullende uitlatingen in
de sfeer van Pellenaars gaat nogal
eens te keer" en „het is nooit
goed.
Pellenaars: „Dat Karstens kritiek
op me heeft, is zijn goed recht.
Maar hij moet daar eerst met mij
over praten, zodat ik over zijn grie
ven kan denken, en mijn houding
eventueel kan corrigeren. Dat is niet
gebeurd. Karstens kletst het zo in
de krant en dat is voor de firma bij
wie hij in dienst is en voor mij niet
te accepteren. Dit is een laffe dolk
steek in de rug van iemand die in
m'n gezicht niet durft te zeggen wat
hij van me denkt. En zo'n jongen
hoef in niet in mijn Tour-ploeg.
Trouwens, ik heb hem al een paar
keer thuis willen laten, want hij
verpest de sfeer in de ploeg. Dat
komt er nog bij. Die krantenpublica
tie is in feite de klap die de deur
dichtdoet. Karstens is een naar ven
tje".
Voor Kees Pellenaars staat het
dan ook al vast dat Gerben Karstens
onder geen enkele voorwaarde een
nieuw contract krijgt in 1972. „Ik
peins er niet over". Kees Pellenaars
zegt verder zeker te weten dat de
stemming, de kameraadschap, in
zijn ploeg zal stijgen nu Karstens
eruit is. „Hij verziekte het hele
spul. Op alle mogelijke manieren
zette hij renners tegen elkaar op en
probeerde linke spelletjes te spelen.
Dat heb ik natuurlijk al lang door
en hij is er ook voor gewaarschuwd.
Tot drie keer toe. Eigenlijk wilde ik
hem al niet mee naar Zwitserland
nemen, maar ja, toen kwam ie bij
me thuis zitten bidden en smeken of
ie toch meemocht. Nou ja, wat doe
je dan?! Achteraf heb ik er spijt
van".
Kees Pellenaars is de eerste om
toe te geven dat na het wegvallen
van Wim Schepers (zoals bekend,
geschorst voor doping) het verlies
van Gerben Karstens voor de Tour
de France groot is. „Karstens rijdt
geweldig. Echt. In feite heb ik hem
hard nodig. Dat weet ik. En ik vind
het voor Karstens persoonlijk rot
dat deze beslissing genomen moest
worden, maar het kon niet anders.
Het is zijn eigen schuld".
JOOP ZOETEMELK KLOPT GIGANT
Prinsen„Ik
schakelde
te groot"
(Van onze sportredacteur)
VALKENBURG Op de Cauberg, die verschrikkelijke bult in Val
kenburg, brak Joop Zoetemelk de macht van een gigant. Hij velde
er de reus van het peloton, want dat was Goudsmit-Hoff met precies
een derde van het aantal deelnemers aan het prof-kampioenschap.
Dat was Goudsmit-Hoff ook met een vertegenwoordiging van zes
renners in de kopgroep van twaalf. Maar daar waar het asfalt van
de Cauberg vriendelijk buigt, greep Joop Zoetemelk naar de macht
waarom gestreden werd en die naar Goudsmit-Hoff leek te gaan. Hij
versloeg er Wim Prinsen voor, Goudsmit-Hoffs naar voren geschoven
pion.
Bij Wim Prinsen, klein miaiax dap
per, lag de zware opgave om waar
te maken wat heit koersverloop be
loofde: een kampioen in de ploeg
van Pellenaars. Niet dat Joop Zoete
melk geen kans kon worden toebe
dacht, hij reed er siterk genoeg voor.
Alleen leek de mogelijkheid dat
Joop Zoetemelk in goede uitgangs
positie zou komen zo klein. „Daar
om", had Zoetemelk zeer verstandig
berekend, „moest ik met elke ont
snapping mee- Wie het ook was en
van welke ploeg hij ook was. Ik
moest gewoon. Dat was m'n enige
kans. Zouden we in een groep zijn
aangekomen, dan had Gerben Kar
stens me geklopt. Hij reed het beste
vain allemaal'.'
Tot vier keer toe, - probeerde Ger
ben Karstens weg te springen uit de
kopgroep (met Wagtmans, Vianen
en een Gazelle-vertegemwoordiger
als opvallende afwezigen) die al na
40 kilometer op zijn initiatief ont
stond: Bravenboer, Harrie Jansen,
De Koning, Steevens, Pijnen, Dol
man, Rentmeester, Stam (later de
enige die moest lossen), Janbroers,
Duyndam, Zoetemelk en Prinsen.
Steeds dook Zoetemelk aan zijn
wiel. „Dat verbaasde me niks", zei
Karstens, „ik kon moeilijk anders
verwachten. Maar het was me meer
te doen om een stel mannen op de
knieën te krijgen en dus een nog
selectere groep over te houden,
dam om meteen weg te raken. Er
werd eigenlijk te weinig gedemar
reerd en dat zei ik op een gegeven
motmeint ook tegen die mannen van
ons".
(Van onze sportredacteur)
VALKENBURG Gerben Kar
stens is bereid om vandaag te vol
doen aan het verzoek van Kees Pel
lenaars: verklaren dat het artikel
waardoor zijn ploegleider hem af
voerde voor de Tour de France, een
onjuiste afspiegeling was van het
interview. De journalist echter die
Karstens' woorden optekende zal die
eis niet inwilligen. Hij blijft erbij
dat de mening van Karstens juist is
weergegeven.
En Gerben Karstens wacht nu
maar af of Pellenaars een deel van
die tweeledige verklaring wil laten
vallen. Uiterlijk lijkt hij nauwelijks
aangedaan door het vonnis dat zijn
ploegleider uitsprak. „Geen mens
die mijn moraal breekt". Wat niet
wegneemt, dat Karstens ongelukkig
is met de situatie. „Want", erkent
hij, „ik heb Pellenaars niet willen
kwetsen. Dat is bij dat interview
absoluut mijn uitgangspunt geweest.
Ik ging gewoon zitten filosoferen
over Pel en mij. Daarbij zijn wat
uitspraken verdraaid en kritische
opmerkingen, die ik echt wel ge
maakt heb, zo aangedikt en verwe
ven met een persoonlijke mening
van die verslaggever, dat ze me niet
meer letterlijk kunnen worden aan
gewreven".
Gerbens Karstens is het absoluut
oneens met Kees Pellenaars, als die
stelt dat hij de ploeg heeft onder
mijnd. „Dat ziet Pellenaars fout. Ik
demoraliseer niets en niemand. Ster
ker nog, ik geef de mannen in de
koers moraal. Vraag ze het maar.
Allemaal. Er zal er niet een zeggen
dat het niet waar is. Ik geloof dat
het grote knelpunt in mijn aard zit.
Ik ben nou eenmaal een jongen die
graag gekheid maakt en dolt. Ik
maak geintjes. Maar dat moeten ze
niet letterlijk nemen en denken dat
ik dat allemaal meen. En als ik zo
eens hoor welke kritiek het is, dan
geloof ik dat zé die gekheid veel te
serieus opvatten".
Over zijn toekomst, waarin Pelle
naars het zonder hem wil doen,
maakt Karstens zich geen enkele
zorg. „Ik zit daar niks mee. Als Pel
me geen contract geeft in 1972. kom
ik heus wel onderdak. Dara rijd ik
momenteel te goed voor. Mijn uit
slagen zijn nog noiot zo constant en
goed geweest als nu. Ik mis alleen
een grote uitslag. Dat is de ellen
de".
PETER HEERKENS
(ADVERTENTIE)
Gevolg: een rateling van demarra
ges, waaruit plotseling (drie ronden
voor het einde) ineens Wim Prinsen
tevoorschijn kwam als de man van
wie Goudsmit-Hoff het moest gaan
krijgen. „Ik zette bij het begin van
de Cauberg aan en pas toen ik
boven kwam keek ik om. Ik zag dat
alleen Zoetemelk bij me zat". Ger
ben Karstens veroordeelde (maar
begreep het wel: „Iedereen voelt
zich kanshebber, zo is dat nu een
maal") Prinsens initiatief om door te
gaan. „Dat had hij heter niet kun
nen doen. Hij wist toch dat de
kansen 60 tegen 40 procent waren".
Maar zo bekeek Wim Prinsen, de
neo-prof van wie Pellenaars zoveel
verwacht in de Tour, omdat hij goed
klimt, het op dat moment en ook
later niet. ,Jk heb van het begin af
gedacht: die kan ik hebben. Zoete
melk, dat stond voor mij vast, versla
ik in de sprint"-
Gestaag de voorsprong opbou
wend, vormde zich achter hem en
Zoetemelk een achtervolgingsgroep
je dat het al gauw zou opgeven.
„Want", vond Gerben Karstens,
"geen mens werkte. Pijnen niet,
Dolman niet en Janbroers niet. Toen
vond ik het mijn plicht te stoppen
en Prinsen in de rug te dekken.
Echit", sprak hij in de richting van
het conflict dat zich dit weekeinde
rond hem en Kees Pellenaars open
baarde, „ik ben niet zo'n beroer
de...".
Toen dat, het stilvallen van de
jacht, gebeurde, lag voor Prinsen en
Zoetemelk de weg naar de titel vrij.
Op die tocht maakte Joop Zoete
melk de meest frisse indruk,
„maar", waarschuwde Wim Prinsen,
„je moet je op mij niet verkijken.
Ik zit meestal op m'n fiets alsof ik
er alle moment van ellende kan
afdonderen. Toch voel ik me dan
goed. Nou ook". Dat weerhield de
kleinste man van het deelnemers
veld er overigens niet van een spei-
letie te spelen met 'Zoetemelk. „Ik
dacht: laat die het maar opknappen
en ik ben naast hem gaan rijden om
te zeggen dat ik stopte. Ik fiets voor
Karstens, riep ik. Joop keek eens
over zijn schouders. Dan hou ik er
ook mee op, zei ie. Want ik koers
voor Dolman- Toen ziin we maar
weer samen doorgegaan".
Op zijn manier voerde ook Zoete
melk koude oorlog. Hij reed met zo
veel flair en bravour dat de opzet
duidelijk' was: Prinsen demoralise
ren. .Als ie overnam", zei Zoete
melk, „ging ik express met m'n
handen op het stuur zitten. Daar zal
ie van opkijken, dacht ik". Zo zeker
als Wim Prinsen zich voelde, zo
overtuigd was ook Joop Zoetemelk
van z'n kans. „Als ik geen stommi
teit bega, dacht ik, dan word ik
kampioen". Joop Zoetemelk bouwde
die theorie op het belangrijke gege
ven dat hij dit jaar het bergklasse-
ment won in de Ronde van Spanje
en de Midi Libre. „Dan moest ik od
die Cauberg zeker Prinsen aan kun
nen".
De drie renners, die in de slotfase de dienst uitmaakten bij de profs, v.l.n.r. Prinsen, Zoetemelk en Karstens.
Dat gebeurde met een paar krach
tige slagen in de laatste 200 meter.
„Ik schakelde te groot", treurde
Prinsen na. „Te paniekerig, dat was
het. Op dat moment verspeelde ik
de trui. Het zullen de zenuwen wel
zijn geweest". Achter hem finishte
Gerben Karstens <op het laatst ge
sprongen met Dolman die hij los
reed) naar de derde plaats. Ook op
het podium dus. Tweemaal Goud
smit-Hoff, de gigant, maar niet op de
hoogste tree. Daar stond Joop Zoete
melk te genieten van z'n eerste
grote overwinning bij de beroeps
renners.
PETER HEERKENS
(Van onze sportredactie)
VALKENBURG Rini Wagt
mans was bijzonder teleurgesteld.
Hij had zich tot een van de favorie
ten gerekend. „Ik dacht dat het
tussen Zoetemelk en mij zou gaan".
Maar Wagtmans kwam er niet aan
te pas. Hij miste de slag, wat hij
zelf ook ruiterlijk toegaf. De afgang
kwam voor Wagtmans ook al hard
aan. omdat hij zich een dag of drie
speciaal op het kampioenschap had
voorberied. Wagtmans: „Het lijkt
wel of ik een kampioenschapcom
plex heb. Al rij ik nog zo goed, het
gaat gewoon niet".
In het begin van de koers trok
Wagtmans er flink aan. „Ja", zegt
Wagtmans gepikeerd, ,,in het begin
heb ik veel gedemarreerd. Toen ik
er niet bij was leek het wel of
iedereen het fijn vond. Ik kreeg
allerlei opmerkingen naar mijn
hoofd, zoals: Je zit er lekker niet bij
hè mannetje en Jij bent een grote
jongen; als je naar de kopgroep
wilt, moet je het maar alleen doen".
Daar deed Wagtmains aanvankelijk
inderdaard alles aam. Met een solo
kwam hij bij de tweede groep. „In
die groep wilde echter ook niemand
meewerken", aldus Wagtmans. „Ik
probeerde het zelf een paar maab
Toen het niet lukte ben ik maar
afgestapt. En toen konden ze het
nog niel laten. Krekels zei: „Zo
manneke, ge zijt mooi in het pak
genomen". Maar ze zijn vam mij nog
niet af. In de Tour geef ik ze er van
langs"
Ook een ontevreden man was gis
teren Cees Rentmeester. De coureur
uit Ovezande is in zijn nog jonge
profcarrière nooit een hoogvlieger
geweest. En zijn negende plaats op
het zware Valkenburgse parcours
mocht er beslist zijn.
En toch was Rentmeester niet.
content. „Omdat", aldus Rentmees
ter, „er meer in had gezeten, als ik
geen last van m'n been had gehad.
Ik sukkel met een blessure aan het
been, dat ik twee jaar geleden ge
broken heb en waardoor ik een jaar
niet kon fietsen. Maandag probeerde
ik het weer in een koers in België.
Daar heb ik me denk ik wat gefor
ceerd. Het was er ook slecht weer
en dat was helemaal fout. Toen
moet ik van de dokter weer drie
dagen rusten, zodat ik eigenlijk
niets gedaan heb voor het kampi
oenschap".
Aanvankelijk leek de rust Rent
meester bijzonder goed gedaan te
hebben. „Ik voelde gisteren (zater
dag) en vanmorgen niks. Ik had
daardoor goede hoop van voren t.e
zitten, want ik had in België erg
goed gereden en mijn conditie was
ook goed". Dat gebeurde ook, maar
bepaald niet vanazelf. Rentmeester:
„Tijdens de koers kreeg ik weer
last van m'n been. En het werd elke
ronde erger. Op het vlakke stuk
ging het nog wel, maar tegen de
berg op moest ik alles op een been
doen. Zoiets demoraliseert je. En
des te meer je eraan denkt, des te
erger wordt het". Het relaas van
Rentmeester verklaart waarom hij
zich in de kopgroep moest beperken
tot meerijden. Het zich handhaven
op een dergelijk lastig parcours,
zonder specifieke klimcapaciteiten
en met een hinderlijke blessure,
verdient alle respect.
H. G.
PROFS
1- Joop Zoetemelk (Rijpwetering)
(ie 190 kilometer (20 ronden) in
4.49.04; 2. Wim Prinsen (Hank) op 6
seconden; 3. Gerben Karstens (Prin
senbeek) op 1,06; 4. Evert Dolman
('s-Gravendeel) op 1,12; 5 Harry
Jansen (Westzaan) op 3,01; 6. Ben
Janbroers (Amsterdam) z.t.; 7. Mat-
thijs de Koning (Scherpenzeel) z.t.;
8. René Pijnen (Woensdrecht) z.t.;
9. Cees Rentmeester (Ovezande) op
3,05; 10. Wim Bravenboer (Klaas
waal) op 4 minuten en 55 seconden;
11. Harrie Steevens (Elsloo) op 5,08;
12- Harrie van Leeuwen (Den Haag)
op 10,46; 13. Henk Benjamins (Hol-
landscheveld) op 10,54; 14. Wim
Wanders (Meerssen) op 10,54; i15.
Jan Serpenti (Wijk aan Zee) op
10,59; 16. Jos van der Vleuten (Hel
mond) op 11,17; 17. Daan Holst
(Amsterdam) op 17,23; 18. Matje
Gerrits (Oploo) op 22,51; 19. Gerrit
van Deene (Den Haag) op 36,49; 20
Wout van den Berg (Wateringen) op
36,49; 21 Wil Aarts (Gronsveld) od
.44.25.
AMATEURS
1. Jan Spetgens (Someren) 4 uur,
17 minuten en 6 seconden; Z. Wim
Kelleners (Born); 3. Mathieu Pust-
jens (Roosteren); op 20 sec. 4. Fedor
den Hertog (Ermelo); op 23 sec. 5.
Henk Poppe (Nij verdal); 6. Cees
van Dongen (Oud-Gastel); 7. Arie
Hassink (Neede); 8 Jo van Pol
(Montfort); 9. Frits Schür (Hooge-
zand); 10. Hennie Kuiper (Dene
kamp); 11. Arie Scheffer (Zelhem);
12. Toine van den Bunder (IJzendij-
ke); op 4,07 13. Siem Berkhout
(Schipluiden); 14. Aad van der
Hoek (Dirksland); 15. Mari van
Venrooy (Heesch); 16. Jef Langen
(Kerkrade); op 5,29 17. Jan Aling
(Bunnerveen); 18. Cees Priem
(Goes); op 6,29 19. Ben Ceulen
(Maastricht); op 6.33 20. Wim Al-
bersen (Wierden).
DAMES
1. Keetie Hage (St.-Maartens
dijk); 2 Henny Faber-Hondevelt
(Apeldoorn) op 57 sec; 3. Truus
Smulders (Gerwen) op 1,20; 4. Bella
Hage (Den Haag) op 2,07; 5- Truus
van der Plaat (Geldermalsen) op
2,31; 6. Nel Streef (Nieuw-Lekker-
land) op 2,45; 7. Nini Brinkhoff
(Zevenaar) op 5,35: 8. Anneke Lute
(Castricum) op 5.45: 9. Gré Donker
(Krommenie) op 7.17; 10. Wil
Kwantes (Zaandam) z.L
N