muziekkenms
overdragen
aan de jeugd
kraamverzorgster:
het is ook een
beetje jouw kind
werken aan de toekomst
werken aan de toekomst
vragen
koffie
vader
niet veel
MAATSCHAPPELIJK WER
KER
Sociale Academie, onder meer
in Breda, Eindhoven, Enschede
en Sittard.
MACHINAAL HOUTBEWER
KER
Vakopleiding in het Houtbe
drijf, Vondelstraat 154, Am
sterdam, tel. 020-163987.
MACHINAAL METAALBE
WERKER
„Bemetel", Van Stolkweg 34,
Den Haag, tel. 070-512391 en
„Smecoma" Amsterdamsestraat
weg 40 Baarn, tel. 02154-5051.
MACHINIST NS
Dienst Personeelszaken NS 2e
afd., Moreelsepark, Utrecht, tel.
030-15871, toestel 4763 of 4598.
MAKELAAR
Stichting Opleiding Makelaar
dij in Onroerende Goederen
(SOM), Soestdijkseweg 247 Z,
Bilthoven, tel. 030-785941.
MONDHYGIëNISTE
Stichting Opleiding Mondhy
giënistes, Lomanlaan 103,
Utrecht, tel. 030-885341.
Het is voor Harry Stalpers niet altijd
een uitgemaakte zaak geweest dat hij
muziek zou gaan studeren. Hij had ook
altijd veel belangstelling voor bouwkun
de en pas na zijn eindexamen h.b.s.
heeft hij definitief voor muziek geko
zen. Achteraf bezien heeft hij, zoals hij
zelf zegt, nooit spijt van zijn keuze
gehad. Harry Stalpers: „De muziek en
speciaal het overdragen van mijn mu-
ziekkennis aan de jeugd is mijn ideaal.
Daarom bewaar ik nu nog de prettigste
herinneringen aan de periode dat ik
voor de stichting „Jeugd en muziek"
veel jeugdconcerten in de provincie heb
gegeven".
Als men de prestaties van de leerlingen
van de stedelijke muziekschool bekijkt
is hij er goed in geslaagd zijn enorme
enthousiasme op de jeugd over te bren
gen. Het jeugdorkest van de school, dat
nen. Na deze successenreeks volgde ook
nog een geslaagd tv-optreden. Op de
vraag waarom hij nooit concertviolist is
geworden antwoordt Harry Stalpers:
„Zelf initiatief en verantwoordelijkheid
zijn twee eigenschappen die bij mijn
karakter passen".
Met het directeurschap van een muziek
school benader ik naar mijn gevoel,
mijn ideaal het meest. Om echter niet
teveel met de bureaustoel te vergroeien
heb ik naar een middel gezocht om
mijn muzikale ambities ook in praktisch
opzicht te kunnen uitoefenen. Een en
ander heeft geleid tot oprichting van een
barok-ensemble dat, behalve mijzelf, be
staat uit: Piet Kats, blokfluit, Ron Dur,
clavecimbel en Helga Bühler cello. Het
hoogtepunt uit het bestaan van ons en
semble was een geslaagd vierdaags con
cert dat wij vorig jaar in Abbingdon
hebben gegeven". Alhoewel hij met veel
genoegen terugdenkt aan dit concert cij
fert hij gewoonlijk zijn persoonlijke
successen weg voor het belang van zijn
stedelijke muziekschool en van dat van
muziekm innend West-Brabant.
elsa hernacly-van bueren
Harry Stalpers, geboren te Ber
gen op Zoom op 3 januari
1926. Na zijn hbs-tijd gaat hij
naar het Brabants Conservato
rium en studeert daar, onder
leiding van Oscar van Hemel
viool. Hierna volgen er nog
enkele jaren vioolstudie bij
Simon Kooke (sinds kort
hoofdleraar viool op het Am-
sterdamsConservatorium). Hij
is nu elf jaar directeur van de
gemeentelijke muziekschool
in Bergen op Zoom, is lid van
de provinciale culturele raad
en heeft tevens zitting in de
provinciale muziek- advies
commissie.
elke week veel uurtjes opoffert voor
vrijwillige repetitie, heeft onlangs op
een Europees muziekfestival voor de
jeugd een eerste prijs behaald, met bij
zondere felicitaties van de jury. Het or
kest wist ook twee keer de medaille
van het ministerie van cultuur te win-
montessori
de oudste vorm van
onderwijsvernieuwing in ons
land. Omstreeks 1925 ontstonden
bij ons de eerste
Montessori-scholen. In dit
systeem werd al gebroken met
het zittenblijven en men besteedde
aandacht aan de overgangen van
kleuter- naar lagere school en
van lagere school naar
voortgezet onderwijs.
Mom. -«teel werken zo'n kleine
250 kleuterscholen, 60 lagere
scholen, twee ma.v.o.'s en vier
lycea volgens deze methode. De
ideeën van Maria Montessori
hebben bij ons altijd, vooral in
de katholieke kring, weerklank
gevonden. In heel Nederland is
slechts één christelijke
Montessori-school.
Op drie opleidingsscholen
(Nijmegen, Rotterdam,
Amsterdam) worden
Montessori-kleuterleidsters
opgeleid en er is maar één
Pedagogische Academie met een
Montessori-afdeling (A'dam).
multiple
choice of meerkeuzetoets is een
nieuwe techniek om snel en
objectief te meten, of bepaalde
zaken gekend worden. Bij de
eindexamens volgens de
Mammoet wordt er al gebruik
van gemaakt, vooral bij de talen.
Men gaat het tekstbegrip dan na,
door vragen te stellen,
waaronder vier antwoorden
(eveneens in de vreemde taal)
staan. Het goede antwoord moet
worden aangestreept. De
betrouwbaarheid van deze vorm
van examineren kan gewoon met
een formule worden berekend.
Bij 50 items heeft men, als men
In het wilde weg zou
aankruisen, 13 tot 15 goed. Het
grote probleem is vooralsnog,
het construeren van goede
toetsen.
m.a.v.o.
staat voor middelbaar algemeen
voortgezet onderwijs en is de
Mammoet-opvolger van het
vroegere ulo. Er zijn trouwens
wel enige belangrijke
verschillen: de ulo was eigenlijk
een verlengstuk van de lagere
school, de mavo-school behoort
duidelijk bij het voortgezet
onderwijs en de
ulo-onderwijzers zijn daardoor
leraren geworden, het hoofd
directeur.
De mavo-school heeft wen
cursusduur van 4 jaar. Er kan
aan de school echter ook een
afdeling met 3-jarige cursus
verbonden zijn, waarvan het
eindniveau lager ligt.
De voorzitter van de Vereniging
voor r.!;. m.a.v.o., frater M.
Gerlach Versteeg, heeft
overigens het vorig jaar gezegd,
dat de ontwikkeling van het
driejarigeNn.a.v.o. hem benauwt
en hij vroeg zich af, of deze
onderwijsvorm niet beter
geschrapt kon worden.
mok-school
is een school voor moeilijk
opvoedbare kinderen. Wie naar
een mok-school wordt
verwezen, heeft doorga- ,s al
een zeker schoolverleden,
waarn de schoolprestaties door
het onaangepaste gedrag
(spijbelen en zo) duidelijk op de
achtergrond zijn geraakt. De
basis van dit onderwijs is: hét
scheppen van vertrouwen.
mammoet
is de door mr. Roosjen bedachte
naam voor de wet op het
voortgezet onderwijs, die op 1
augustus 1968 van kracht is
geworden. Vanaf dat moment
sterven de vglo-, ulo-scholen, de
hbs'en en mms'en een zachte
dood en zijn we gestart met een
eerste klas van nieuwe
schooltypen, als m.a.v.o., h.a.v o.
en atheneum. Elk volgend jaar
komt er een klas bij.
De Mammoet maakte van een
stel scholen een scholenstelsel
en regelt al het onderwijs tussen
lagere school en universiteit.
Sinds 1878 heeft men aan een
dergelijke regeling zitten
knutselen en toen de Mammoet
in 1968 eindelijk wet werd,
was hij al bijna verouderd.
Niettemin heeft de komst van de
Mammoet binnen h^t
onderwijs voor een
geweldige ontwikkeling
gezorgd.
De structuur is zeer eenvoudig,
er is algemeen voortgezet
onderwijs en beroepsonderwijs.
Nagenoeg elke tak heeft daarbij
drie niveaus: lager, middelbaar
en hoger.
middenschool
hét grote discussiepunt binnen
het onderwijs. Er zijn
gelukkig steeds meer warme
voorstanders en er zijn forse
tegenstanders. Natuurlijk komt
die middenschool er, hét is
alleen de vraag hoe lang het zal
duren, tien j^ar, meer of minder.
Dit jaar beginnen er heel
aarzelend enkele experimenten.
Eén van de grootste problemen
van de huidige
onderwijsstructuur is, dat de
kinderen ai op 12-jarige leeftijd
moeten kiezen tussen meer dan
tien verschillende scholen. De
helft van al die kinderen gaat na
de lagere school naar het lager
beroepsonderwijs (l.t.s.,
huishoudschool etc.) en zit
daardoor min of meer op dood
spoor. De schoolkeuze houdt
voor hen goeddèels al een
beroepskeuze in en dat is yeel te
vroeg.
De middenschool nu is een 3- of
4-jarige school voor alle kinderen
die het basisonderwijs verlaten.
Enkele voordelen zijn:
dé~ beroepskeuze wordt voor
een grote groep kinderen
uitgesteld;
het lager beroepsonderwijs
wordt ook algemeen
voortgezet onderwijs (een
tendens, die al op gang is);
in het algemeen voortgezet
onderwijs krijgt iedereen ook
technische vakken, men leert
bijv. een haardroger monteren
en demonteren.
Er zijn al verschillende modellen
voor *»en middenschool
uitgewerkt. Tegenstanders zijn
herkenbaar aan hun opmerking,
dat we bij het voord
middenschool nog niet weten,
waar we het over hebben.
m.t.s.
zie onder de T bij technisch
onderwijs.
m.e.a.o.
zie onder de E bij economisch
en administratief onderwijs.
mel-school
is een school met een eenvoudig
leerprogram, de pendant van de
ito- en de inom-school in de
agrarische sector.
Deze 3-jarige scholen zijn
bedoeld voor leerlingen, die met
het "ewone programma van de
land- of tuinbouwschool te veel
moeite hebben. Tot deze
mel-scholen kunnen worden
toegelaten, leerlingen uit de
vijfde klas van de lagere schoof,
die al zes jaar op school hebben
gezeten en leerlingen, die een
blo-school hebben doorlopen.
m.d.s. i
zie onder de D bij
detailhandelsschooL
Wil Reiters is nu drie jaar ge
diplomeerd kraamverzorgster.
Woont in Maastricht en werkt
bij het kraamcentrum .voor
stad en omgeving. Ze kreeg
haar opleiding (drie maanden
plus een jaar stage) in Huize
Erica te Bunde. Na een dag
werken (van acht tot zeven)
zit ze met haar collega's in het
kraamcentrum nog wat na te
praten.
„Als kraamverzorgster heb je eigenlijk
geen vijfdaagse werkweek. Je blijft tien
dagen bij een gezin en dan heb je twee
dagen rust. De eerste keren kneep ik 'm"
ontzettend: Wat zal ik nu weer voor
gezin krijgen. Want eerlijk hoor, je
komt overal en elk gezin is anders. Dat
is ook meteen het leuke van ons be
roep. Je maakt ontzettend veel mee. Het
hele gezin drijft op jou. Jij moet overal
voor zorgen.
Meestal zie je ze voor het eerst tijdens
de bevalling. De moeder heeft zich dan
al vijf maanden geleden opgegeven via
de kruisvereniging en die zijn dan al
een paar keer wezen kijken. Als je dan
zelf komt, weet je ongeveer wat voor
huisly>uden je krijgt.
Bij de bevalling help je de vroedvrouw
of de dokter. Je zorgt dat alles klaar ligt
en je geeft ze de spullen aan. Ik zou
niet graag zelf een bevalling leiden. Dat
is toch een enorme verantwoordelijk
heid. Nou en dan ga je tien dagen het
huishouden doen en voor moeder en
kind zorgen. Je bent dus een soort
moeder en meestal moet je ontzettend
veel koffie zetten voor buurvrouwen en
kennissen die naar de baby komen kij
ken. Vooral als het de eerste is kom je
amper aan je andere werk toe.
Gek, maar een heleboel vrouwen denken
dat ze iets extra's moeten doen omdat
jij er bent. Elke dag biefstuk of kotelet
ten. Dan zeg ik altijd: Mevrouw, voor
mij hoeft het niet hoor. Doe maar ge
woon zoals u gewend bent. En als ze
alleen maar met een vork eten, hoeven
ze voor mij- niet ineens hun mes te ge
bruiken. Ik bedoel maar: ze moeten ge
woon doen zoals altijd. Soms gaan ze
commanderen. Dan denken ze dat je een
poetsmeisje bent. Ik heb het een paar
keer meegemaakt dat een mevrouw de
laatste dagen voor de bevalling voor
ze „uitgeteld" is alles laat liggen tot
de zuster komt.
Maar je hebt er ook die het hele huis
van kant willen hebben, voor de baby
komt.
Over het algemeen valt het allemaal best
mee hoor. Ik vind het ontzettend leuk
werk. Meestal hangt er een blije sfeer
in huis, er is een baby. De mensen zijn
opgeruimd. Dat werkt prettig.
Je bent ook echt een vertrouwensper
soon voor de moeder. Ze vertellen je
van alles. Hoe ze aan hun man kwa
men. En hoe het verder gaat. Je moet
altijd hele stapels foto's bekijken. Ze
vragen je ook om raad. Over voorbe
hoedsmiddelen bijvoorbeeld. Dan leg ik
ze dat een beetje uit, maar ik zeg er
altijd bij dat ze ook naar de dokter
moeten gaan. Je helpt zo'n mevrouw al
leen maar een beetje over de schroom
heen.
En dan heb je natuurlijk de kinderen.
Die vragen dan: zuster, waar komt het
nieuwe kindje nou vandaan Nou dat
verschilt in de diverse huishoudens nog
al hè? Ik zeg in zo'n geval altijd: Laten
we het samen aan mama gaan vragen.
Als die zegt: van de ooievaar, dan weet
ik hoe ik verder moet praten. Dat komt
overigens steeds minder voor. De meeste
kinderen weten dat het kindje uit mama
d'r buik komt. Maar ik heb het nog een
keer meegemaakt dat de kinderen dach
ten dat ik de ooievaar was. Dan heb je
wel even moeite om ernstig te blijven.
De vaders zijn altijd een hoofdstuk
apart. Eén van de eerste dingen die ik
doe is, de vader leren hoe hij de baby
in z'n armen moet nemen en hoe ie een
luier om moet doen. Soms durven ze
het wicht niet eens aan te pakken. Dan
zeg ik: Hoor es, als het kind vannacht
huilt moet u het ook doen. Dan grijpen
ze ijlings naar de baby. Soms willen ze
het niet eens meer loslaten.
En als je na een paar dagen 's morgens
komt, zegt mevrouw meestal: Wat ik
nou meegemaakt heb, zuster. Heb ik gis
teravond de baby in mijn armen en wat
zegt m'n man: Dat mag je helemaal zo
niet doen. De zuster heeft het zelf ge
zegd. En hij pakte zomaar het kind uit
m'n handen. Ik bedoel maar: mannen
zijn een heel dankbaar publiek.
Soms gaat dat wel eens te ver. Ik heb
het in die drie jaar twee keer meege
maakt dat de man wat met me wilde
doen. Dat is natuurlijk schofterig. Ter
wijl z'n vrouw boven op bed ligt denkt me
neer z'n gang te kunnen gaan. De sfeer
is daarna meestal behoorlijk verpest.
Maar je kunt het gezin toch niet in de
steek laten.
I
Maar dat zijn uitzonderingen. Ik vind
het heerlijk werk. Ik hou van kinderen
en ik werk graag in het huishouden. Ik
zou nooit op kantoor willen zitten. Je
moet nu ongeveer twintig dagen per
maand werken en je verdient zo'n 450
gulden schoon in de maand, nog afge
zien van de toeslagen bij bevallingen.
Dat is niet zo bar veel. Het vervelende
is ook dat je je niet kunt specialiseren.
Je blijft op hetzelfde vlak. En als je
gaat trouwen is het afgelopen. Je kunt
het niet combineren zeggen ze. Je zou
wel kunnen proberen wijkkraamver-
zorgster te worden of in het ziekenhuis
te gaan werken. Maar bij dat laatste
krijg je altijd iemand boven je. En dat
wil ik niet. Je bent nu juist zo lekker
zelfstandig.
Je moet het wel kunnen hoor, iedere
keer je op nieuw instellen op het andere
gezin Dat valt niet mee. Want het is
ook een beetje jouw kind hè
ber crouzen
KLINISCH ANALISTE
Stichting ter behartiging- van
de Vorming tot Assisterend
Laboratoriumpersoneel Laan
van Nieuw Oost-Indië 4, Den
Haag. tel. 070-858160.
KRAAMVERZORGSTER
Inlichtingen bij de provinciale
Geneeskundige Inspecteurs van
de Volksgezondheid en bij de
Kruisverenigingen.
KRUIDENIER
COL Vakschool, Minkade 6,
Utrecht, tel. 030-513797.
KAPPER
Inl.: Stichting Vakopleiding
&appersbedrijf, Prins Hendrik
laan 87a, Utrecht, tel. 030-
515444.
KELNER
Aan een aantal l.t.s.-en is een
afdeling kok en kelner: Boule
vard Heuvelink 48, Arnhem,
van Coothplein 39, Breda en le
l.t.s. Schoolplein 9, Utrecht. De
opleiding kan vervolgd worden
via het leerlingstelsel Stichting
Leerlingwezen Horecabedrij
ven.
KINDERVERZORGSTER
Inl.: Centrale Raad voor Kin
deruitzending, Laan van Meer-
dervoort 1568, Den Haag, tel.
070-254471 (na 18.00 uur) en
aan scholen voor middelbaar
huishoud- en nijverheidson
derwijs.
KLEUTERLEIDSTER
Opleidingsschool voor kleuter
leidster o.m. in Amersfoort,
Arnhem, Breda, Eindhoven,
Enschede, Maastricht, Nijme
gen, Tilburg en Utrecht.
kleuteronderwijs
Op 1 januari 1970 bezochten
493.000 kleuters 6145
kleuterscholen en aan die
scholen waren 15.300 leidsters
verbonden. Het kleuteronderwijs
wordt zo langzamerhand
gelukkig door nagenoeg alle
kinderen bezocht.
Het belang van de kleuterschool
is de laatste tien jaar steeds
opnieuw benadrukt. Eén van de
grootste problemen is evenwel
het grote aantal kleuters per
leidster. Een actiegroep in Oss
heeft het vorig jaar uitgerekend,
dat een leidster per dag zes
minuten aan elke kleuter kan
besteden.
De belangrijkste reden voor die
grote groepen, is op dit moment
het tekort aan leidsters en daar
is het ministerie van onderwijs
bepaald sch ildig aan. Een paar
jaar geleden dreigde namelijk
een overcompleet aan leidsters.
In plaats van gepaste vreugde
men zou de groepen immers
kunnen verkleinen ontstond er
enige paniek en mr. Grosheide
wees in een tv-programma
terloops op een te groot aantal
leidsters. Het effect was
denderend: de aanmelding viel
meteen tot bijna de helft terug en
vanaf dat moment konden we
ons weer zorgen gaan maken
over een tekort.
Er is dus alle reden om nu
weer reclame te maken voor het
beroep van kleuterleidster 1). In
het ontwerp van mr. Grosheide
voor een nieuwe basisschool
krijgt de kleuterleidster ook meer
waardering: de hoofdleidster zal
na een aanvullende opleiding
ook bevoegd worden voor de
eerste klassen van de
basisschool. Van allerlei kanten
wordt er overigens druk op het
departement uitgeoefend, om nu
maar meteen met een nieuwe
wet voor kleuter- en
basisonderwijs tegelijk te
komen. Daarmee zou ook de nog
altijd moeilijke overgang tussen
deze beide takken van onderwijs
geslecht kunnen worden.
1) Eén van de meest
fundamentele zaken daarbij
zal een betere honorering
moeten zijn. Het salaris van
een kleuterleidster A ligt
beneden het minimumloon en
dat na vier jaar m.a.v.o., drie
jaar beroepsopleiding en vier
of vijf jaar praktijk.
klassikaal
onderwijs is een systeem,
waarbij men er vanuit gaat, dat
30 of 40 kinderen in precies
dezelfde tijd precies hetzelfde
werk kunnen maken, na precies
dezelfde uitleg. De belangrijkste
winst van het ontwerp van mr.
Grosheide is dan ook de
doorbreking van het starre
klassikale systeem. Het
onvermijdelijke kenmerk van dat
klassikale systeem is: het
zittenblijven. Wie de klassen te
lijf qaat, kan ook het zittenblijven
gaan afschaffen. Zie ook bij de
Z.
keuzevakken
hebben we aan de Mammoet te
danken. Het is nu zo, dat men
van m.a.v.o. tot en met
gymnasium, slechts in vijf of zes
vakken eindexamen hoeft te
doen. Van die vijf of zes vakken
is alleen Nederlands en één
vreemde taal verplicht. De
resterende vakken kunnen min of
meer vrij gekozen worden.
kleine klassen
Er is de laatste jaren zoveel te
doen over de verkleining der
klassen, dat sommige mensen
het vervelend gaan vinden. Toch
is deze kwestie belangrijk
genoeg, om er eindeloos over
door te blijvén „emmeren". Op
papier zijn namelijk alle
mogelijke verbeteringen
beschikbaar, maar met de
huidige grote klassen, is het
nauwelijks doenlijk, om aan dat
soort vernieuwingen te
beginnen. In 1959 is reeds
besloten, de klassen in drie fasen
te verkleinen en ondanks alle
goede bedoelingen is de derde
fase nog steeds niet
gerealiseerd. Het vorig jaar heeft
mr. Grosheide nog moeten
toegeven, dat in liefst 4000
klassen van lagere scholen meer
dan 40 kinderen zitten.
Benadering per kind of per
groepje kinderen, is in dergelijke
grote klassen ondoenlijk.
We zitten momenteel op de
37-schaal (dat wil zeggen, dat
men er een onderwijzer bij
krijgt, als men er weer 37
kinderen bij heeft) en we mikken
nu op de 36-schaal. Maar ook
dan zullen er nog altijd 250.000
kinderen in klassen zitten van 35
of meer leerlingen.
Het NVV heeft in een rapport al
gezegd, dat 25 kinderen per klas
meer dan genoeg is en prof. van
Gelder heeft voor scholen in
arbeidersbuurten en in
achtergebleven gebieden
(Oost-Groningen) een aantal van
15 kinderen per klas genoemd.
We zijn nog lang niet, waar we
wezen moeten en dat betekent,
dat tal van kinderen niet die
aandacht kunnen krijgen, waar
ze recht op hebben.
S