jeugdleider
narcosebroeder:
verantwoording
drukt erg zwaar
werken aan de toekomst
werken aan de toekomst
samenwerking
wanverhouding
HARRY STERENBERG en RENéE
GRUYTERS zaten al enkele jaren
in het jeugdwerk, voordat zij tot
de bevinding kwamen dat zij
zichzelf toch wel een beetje be
hoorden bij te spijkerenDat op
theoretisch vlak. Zij gingen daar
voor naar het opleidingscentrum
(voor jeugdleiders) „Kopsehof"
te Nijmegen. Met de andere drie
hier aan het woord zijnden vol
gen zij nu de drie jaar durende
dagcursus. Allen zijn tweede
jaars.
HARRY STERENBERG (23) ging
na een seminarie-opleiding wer
ken in het club- en buurthuis
werk te Enschede. Daar kwam
hij tot de ontdekking dat het be
zig zijn met mensen meer vraagt
dan zo-maar-wat-aanklooien. „Ik
moest gewoon meer theorie om
verantwoord te kunnen werken.
Dat vind ik geloof ik wel op
Kopsehof. Ik ben van 'plan na
mijn opleiding hier, verder te
gaan. Naar een academie bij
voorbeeld. Woord en expressie
trekken me. Ik zie mezelf vooral
in .de meer ludische-of expressie
vakken".
RENéE GRUYTERS (20), u.l.o. en
m.m.s. 'Twee jaar gewerkt in het
club- en buurthuiswerk te Hen
gelo. „Ik zag het gewoon niet
meer. Ik had van mezelf geen
Impulsen om verder te gaan.
Toen ben ik naar Kopsehof geko
men om mijn theoretische onder
grond te verstevigen. Ik wil me
nu specialiseren op terreinen als
muziek, handenarbeid, sport en
spel. Het zijn dingen die mezelf
erg aanspreken en het is goed
dat ik een richting kies die me
zelf het meest ligt. Dan zal ik
ook met veel plezier werken".
HENK BEKKER (21) „sneuvelde"
(„ik werd eruit getrapt") in de
vierde h.b.s. Daarna een jaar
h.t.s., maar ook daar wees men
hem de deur. „Ik heb op de
h.b.s. leren inzien dat er hier een
redelijk aantal mogelijkheden
voor mij zouden liggen. Op de
h.t.s. was ik technisch bezigi ge
weest en dat kon hier worden
voortgezet in vakken als handen
arbeid en zo. Bovendien zag ik
in deze opleiding een diepere
motivatie-mogelijkheid. Ik geloof
dat je je moet afvragen waarom
je zoiets doet en waarom je met
mensen wilt werken en hoe.
Dat kun je natuurlijk niet leren.
Maar hier worden stoffen aan
gedragen die je kunnen helpen
op die weg naar een nader con
tact, naar een soort communica
tie met de ander".
ANNEKE BOUWMEESTER (19).
na de m.m.s. meteen naar Kopse
hof. „Het werken met kinderen
had me al altijd aangetrokken.
Tijdens de anderhalf jaar dat ik
nu hier ben heb ik leren zien
hoe men mensen de ruimte moet
geven, ruimte waarin ze hun ei
gen mogelijkheden zo goed mo
gelijk kunnen ontplooien. Een
voordeel van deze opleiding is
dat je niet een pasklare mening
krijgt voorgeschoteld. Men zal
hier niet zeggen bijvoorbeeld:
drugs daar zijn we voor of daar
zijn we tegen. We krijgen een
dusdanige voorlichting op dit ge
bied dat we zelf kunnen uitma
ken hoe we daar tegenover zou
den kunnen staan".
SJANINE VAN DEN BROEK (19),
na h.b.s.-a naar Kopsehof. „Ja,
werken met kinderen dat trekt
me wel. Bovendien zit ik in de
positie dat bij ons in de Noord
oostpolder nog niets is eigenlijk
op dit gebied. Jeugdleiders zijn
er onbekend in ieder geval. In te
genstelling tot de andere vier,
die het meer zoeken in de ex
pressiekant, voel ik me meer
aangetrokken tot de sociaal-psy
chologische vakken. Ik geloof
dat het een meer bewust willen
worden is. Bij mezelf. Maar dat
ik dat ook wil overdragen aan
anderen. Daarom ben ik hier".
frits stommels
inas-opleiding
een tweejarige opleiding voor
Snrichtingsassistente, behorende
tot het middelbaar huishoud- en
nijverheidsonderwijs. De
opleiding bestaat uit 9 maanden
school, 1 jaar stage en dan nog
eens 3 maanden school. Inas
geeft aansluiting op de
verpleegstersopleiding.
i.q.
de magische afkorting van
intelligentie-quotiënt. I.Q. is lang
gehanteerd als een
onveranderbare grootheid, je
hebt een i.q. van 120 of je hebt
het niet. Niets aan te doen. Maar
ook het i.q. wordt aan verbale
vermogens gemeten. Dr. Co van
Calcar toonde aan, dat de school
niet machteloos hoeft te staan
tegenover de achterstand, die
veel arbeiderskinderen vertonen.
Een activeringsproqramma van
slechts acht weken bij eerste
klassertjes in Enschede, leidde
tot een stijging van het gemelen
i.q.
Bovendien zegt een hoog of laag
i.q. lang niet alles, factoren als
doorzettings- en
concentratievermogen spelen ook
een grote rol, als men iets wil
bereiken. En ténslotte hangt de
waardering voor iemand
gelukkig niet (alleen) af, van
datgene wat hij of zij op de
maatschappelijke ladder heefj
bereikt.
individueel
onderwijs zou de gewoonste
zaak van de wereld moeten zijn.
Een kind is een individu en daar
heeft het onderwijs tientallen
jaren lang niet aan gedacht. Een
willekeurig samengestelde groep
kinderen moest in precies
dezelfde tijd precies hetzelfde
doen, nadat hun op precies
dezelfde wijze verteld was,
waar het om ging. Want zo
werkt het klassikale systeem nu
eenmaal. Gelukkig hoort men nu
overal, dat het onderwijs meer
rekening moet gaan houden met
elk kind afzonderlijk. De school
is bezig kindrijp te worden.
Voor de theoretisch wat minder
begaafde kinderen bestaan er
gelukkig al schooltypen, die het
woord „individueel" in de naam
voeren:
Het i.t.o. (is individueel technisch
onderwijs) is een school voor
die kinderen, waarvoor het
gewone l.t.s.-programma te
zwaar is. Leerlingen, die wel al
zeven jaar op de Jagere school
hebben doorgebracht, maar nog
maar tot de vijfde klas gevorderd
zijn/kunnen op het i.t.o. terecht.
Het i.n.o.m. (individueel
nijverheidsonderwijs voor
meisjes) is het zusje van het
i.to.
I.V.O.
staat voor individueel voortgezet
onderwijs: een mavo-school met
een individueel systeem. In plaats
van het bekende examensysteem
heeft de i.v.o.-school een stelsel
van proeven, die in de loop van
de cursus worden afgenomen.
Het i.v.o.-diploma is
gelijkwaardici aan het
mavo-diploma.
inspectie
past, volgens prof. Idenburg, in
een verouderd systeem van
denken. Bovendien heeft de
inspecteur over het bijzonder
onderwijs (en dat betekent: over
de overgrote meerderheid van de
scholen) nauwelijks iets te
zeggen. Idenburg schreef
bovendien een jaar geleden in
een geruchtmakend artikel, dat
het onderwijsministers wel
juristen en ambtenaren bezit,
maar geen echte
onderwijsdeskundigen. Hij wil
daarom de inspectie de
onderwijskundige sector van het
ministerie laten worden. Minister
Veringa schrok daar niet zo erg
van, hij zei een dag na die
publikatie: „Met de inspectie
worden al allerlei problemen
doorgesproken, het is niet meer
het zuiver controlerend orgaan".
journalistiek
is sinds kort een vak, waarvoor
men officieel kan worden
opgeleid. In Utrecht bevindt zich
namelijk de school voor de
journalistiek, één van de
allernieuwste vormen van hoger
beroepsonderwijs.
jenaplanschool
volgens de ideeën van Peter
Petersen, destijds hoogleraar in
Jena, vandaar die naam. De Jena
planschool (er zijn er een goeie
60 in ons land) is de school met
het laagste aantal zittenbfijvers:
tegenover het gemiddelde aantal
zittenblijvers van 8,7 procent in
de eerste klas van een
„normale" lagere school, slechts
1,3 procent op een
Jenaplanschool.
De Jenaplanschool heeft
gebroken met het beruchte-,
leerstofjaarklassensysteem en
lijkt in vele opzichten model te
hebben gestaan voor het
ontwerp van mr. Grosheide.
De Jenaplanschool gaat er
vanuit, dat de kinderen qua
aanleg en qua niveau verschillen.
Deze vorm van onderwijs vraagt
een bijzonder grote inzet van de
leerkrachten.
INFORMATRICE
School voor Toeristische Vor
ming, Bosschstraat 32, Breda,
teL 01600-48300; Instituut voor
het reiswezen, Kwartellaan 38,
Den Haag, tel. 070-257446.
INRICHTINGSASSISTENTE
School voor middelbaar huis-
houd- en nijverheidsonderwijs
(in alle delen van het land)
INSTRUMENTMAKER
Stichting „Bemetel", Van Stolk-
weg 34, Den Haag, tel. 070-
512391.
JEUGDLEIDER
Katholiek Opleidingscentrum
„De Kopse Hof", Ubbergse-
veldweg 201, Nijmegen, tel.
08800-28404.
JOURNALIST
School voor journalistiek,
Palmstraat 22, Utrecht, tel. 630-
715391.
JUWELIER
Vakschool „Schoonhoven", Jan
Kortlandstraat 1, Schoonhoven,
tel. 01823-2476.
n
De 30-jarige A. J. Linders (ge
trouwd, 2 kinderen) uit het
Gelderse Groenlo is sinds acht
maanden hoofd van de Opera
tie Kamer (OK) in het Sint
Vincentiusziekenhuis in die
plaats. De heer Linders, die in
Apeldoorn is geboren, behaal
de daar dertien jaar geleden
het mulo-a diploma. Aan de
Psychiatrische Kliniek te Apel
doorn volgde hij daarna b-op-
leiding voor verpleger. Drie
jaar later ging hij naar Deven
ter, om aan het ziekenhuis in
die plaats de a-opleiding voor
verpleger te volgen. Toen de
heer Linders deze studie ach
ter de rug had (na ongeveer
twee en een half jaar) ging hij
twee jaar assisteren op de
Operatie Kamer. Na die twee
jaar kwam hij in dienst van
een anesthesist, om bij hem in
drie jaar tijds opgeleid te wor
den tot narcosebroeder. Op 1
juli 1970 werd A. J. Linders
aangesteld als hoofd van de
Operatie Kamer in het Groen-
lose ziekenhuis.
„Het is eigenlijk min of meer toeval,
dat ik in de verpleging terecht ben ge
komen", zegt A. J. Linders. „Ik slaagde
voor mijn mulo en zat er toen echt tegen
aan te kijken wat ik nu wel zou moe
ten gaan doen. Een paar vrienden van
mij zaten in de b-opleiding voor ver
pleger en door een aantal gesprekken
met hen ben ik er toe gekomen om ook
die opleiding te gaan volgen. Ik geloof,
dat ik ergens ook wel een beetje uit ide-
ele overwegingen de verpleging ben in
gegaan. Je hebt een mooie taak, als hel
per van een zieke en dat is iets wat me
aantrekt. Ik heb er tenminste absoluut
geen spijt van, dat ik het ben gaan doen.
Toen ik nog in de a-opleiding zat was
ik al bij diverse operaties aanwezig om
te instrumenteren en te assisteren. Men
heeft mij toen %gevraagd, of ik niet he
lemaal op de Operatie Kamer wilde ko
men werken. Dat was de reden, waarom
ik de OK-opleiding ben gaan volgen.
Als je daar mee klaar bent, moet je
voor drie jaar de praktijk in bij een
anesthesist. Het laatste jaar werk je
zelfstandig, hoewel die zelfstandigheid
natuurlijk afhangt van de vrijheid die
de arts je geeft, of liever gezegd: toe
vertrouwt. Tijdens deze periode leer je
uiteraard het meeste van de narcose.
Op een dag belde een kennis die nar
cose deed op het Vincentiusziekenhuis
in Groenlo me op, oim me te vragen
of ik daar niet kon komen, want ze
hadden dringend een narcosebroeder no
dig. Iemand moest daar hoofd van de
Operatie Kamer worden. Ik heb toen ge
solliciteerd en ben aangenomen.
In ons werk komt het vooral op een
goede samenwerking aan. Als hoofd van
de OK ben je in eerste instantie een
programmeur. Je stelt het hele operatie
programma op en dat kun je niet zon
der een goede samenwerking met de chi
rurg, die op zijn beurt weer ten nauw
ste moet samenwerken met de internist.
Als leek zijnde, vind ik dat ik hoog
staand werk doe. Je draagt een enorme
verantwoordelijkheid en het doen van
narcose brengt natuurlijk altijd een ze
ker risico met zich mee voor de pa
tiënt. Die verantwoordelijkheid vergt
wel veel van je. Het besef dat een zie
ke zich op een gegeven moment volledig
overlevert aan iemand, die hij niet kent
en die hem door middel van narcose in
een toestand brengt dat hij volkomen
machteloos is, dat drukt erg zwaar op
je. Ik zie dit niet als een nadeel, maar
als iets dat je werk op „niveau" brengt.
Wel een nadeel vind ik de wanverhou
ding tussen datgene wat je presteert en
wat daar financieel tegenover staat. Ons
salaris ligt bedroevend laagt Je hebt als
leek een toch niet geringe functie. En
tegenwoordig wordt er ook steeds meer
van een leek gevraagd. Alleen wordt de
waardering nooit in geld uitgedrukt.
Wat dat betreft is de verpleging een
vergeten groep."
bert stoutmeijer
NARCOSEBROEDER
Opleiding vindt plaats in de
ziekenhuizen.
NATUURSTEENBEWERKER
Bedrijfschap voor het Natuur-
steenbedrijf, Burg. Elsenlaan
241, Rijswijk, tel. 070-984740.
N.S.
NV Nederlandse Spoorwegen
Dienst Personeelszaken 2e afd.,
Moreelsepark, Utrecht, teL
030-15871, toestel 4763 of 4598.
NOTARIS
Broederschap der kandidaat
notarissen, 't Hoenstraat 5,
Den Haag, tel. 070-182350. (De
gemiddelde wachttijd om nota
ris te worden bedraagt 15-16
jaar). Opleidingen aan de fa
culteit der rechtsgeleerdheid te
Leiden, Utrecht, Groningen,
GU en VU Amsterdam en Nij
megen.
NAAISTER
Stichting Vakopleiding Textiel
industrie BETEX, Reitseplein 1,
Tilburg, tel. 04250-78000.
l
fixus of clausus zijn volgens
velen vieze woorden. De kamer
heeft tijdens het bewind van
minister Diepenhorst eens
besloten, dat er geen beperking
van het aantal medische
studenten mocht komen, ook al
konden de opleidingen de grote
toeloop niet verwerken en moest
er later met wachtlijsten
worden gewerkt.
Intussen is het bekend, dat
bijvoorbeeld voor de h.t.s. en
vooral voor de sociale academie,
helemaal geen vrije keuze
bestaat. Voor de sociale
academies meldden zich het
vorig jaar tweemaal zoveel
liefhebbers aan ais werden
toegelaten.
nationale
onderwijsraad, kortweg NOR
genoemd. Hef onderwijs is in
vele opzichten een speelbal van
de partijpolitiek en daarom
pleiten allerlei prominenten voor
een Nationale Onderwijsraad.
Die NOR zou dan tot taak
hebben:
1) op te treden als een nationaal
„clearing house" voor alle
vernieuwingen, plannen en
projecten, die waar dan ook
ondernomen wprden, in ons
land of daar buiten.
2) De minister van onderwijs te
adviseren met betrekking tot
het toestaan van
experimenten en indien
noodzakelijk voorstellen tot
wetswijziging in te dienen.
3) studie- en researchopdrachten
te formuleren.
ii
In oktober 1969 heeft prof. van
Gelder geprobeerd zo'n NOR op
poten te krijgen. In Amersfoort
kwamen toen allerlei experts
bijeen maar helaas bleek dat de
200 van Amersfoort nog niet
eens in staat waren met elkaar
te praten, laat staan samen iets
op te 'zetten. Eén van de grootste
moeilijkheden was dat allerlei
deskundigen nauwelijks
overzicht hadden over de
totaliteit van het onderwijs. Een
groepje geleerde heren draaide
bijvoorbeeld een motie in elkaar
om bij de regering iets met de
grootst mogelijke nadruk te
bepleiten en vernam dan van een
langs komende
onderwijsjournalist, dat het door
hen verlangde al gerealiseerd
was. (20 doctorandussen vonden
namelijk, dat er een
experimenteerwet moest komen
en die wet was toen al
ingediend). Er kwam dus geen
NOR, maar men kreeg wel in de
gaten, dnt er aan de
communicatie binnen het
onderwijs nog wel iets schort
numerus