trein machinist trots op zijn loc data communicatie onjuiste term voor enorme mogelijkheden 12 werken aan de toekomst broekie 3000 treinen behoefte kaf J Henk de Kunder (51) en Cor Manders (28) vertegenwoor digen twee generaties machi nisten bij de Nederlandse Spoorwegen. Henk de Kunder woont in Maastricht en rijdt op locomotieven van treinen tussen Maastricht en Amster dam. Cor Manders woont in Heerlen en is rangeerder elek trische tractie op het spoor wegemplacement te Maas tricht. Om machinist te kun nen worden, moet je de lagere school hebben afgemaakt, aangevuld met volledige (of enkele jaren) l.t.s., mavo of wel enkele jaren technische praktijkervaring. ]e moet ver der geestelijk evenwichtig zijn, een goede gezondheid hebben, je mag niet kleuren blind zijn, een goed gezichts vermogen hebben en een goe de gehoorscherpte van beide oren. Je moet minstens 160 centimeter lang zijn, maar ook weer niet langer dan 190 cen timeter (zonder schoenen). Na zijn militaire dienst (pantserwagens in Den Haag) en krijgsgevangenschap, kwam Henk de Kunder in 1940 bij de N.S. Hoe hij er kwam „Mijn hele familie is een spoorfamilie. Het is een soort traditie. Ik heb eerst aan de schuif van de stoomlocs gestaan. Eerst als rangeerder en in 1949 kwam ik op de lijn. Na bijna twee jaar nog met stoomlocs te hebben gereden, kwam ik in de win ter 1950 op de elektrische treinen. Voor dat ik in dienst ging en bij de N.S. kwam was ik automonteur. Ik heb vier jaar ra.u.l.o. en daarna drie jaar avond ambachtsschool afgemaakt. Als ik niet bij het spoor was gekomen, zou ik waarschijnlijk een garage of een auto verhuurbedrijf hebben opgezet. Maar ik heb er geen spijt van. Ik heb altijd goed verdiend en heb nou een heel goede boterham. Of hij wel eens een ongeluk heeft meegemaakt? „Ja, verschillende malen was het raak. Je kan er zo weinig aan doen als er wat voor de wielen komt. Met een trein achter je, heb je een remweg nodig van driehonderd meter, wat wil je? Ik ben er steeds goed afge komen. Soms was het wel op het nip pertje zoals in Sterksel, waar ik terecht kwam boven op zo'n vierhonderd gevul de gasflessen. Na zo'n gebeuren ging ik wel steeds direct er na weer rijden". Cor Manders is vergeleken bij Henk de Kunder nog een broekje. Hij is „ret-ma- chinist". Dat betekent „rangeerder elek trische tractie". Hij is ingedeeld in taak groep vijf. Dat wil zeggen, dat hij zijn eerste promotie erop heeft zitten. Hij is gehuwd en vader van twee kinderen. Hij kwam bij de N.S. in november 1968. „Ik kwam bij het spoor via een adver tentie. Voordien was ik chauffeur op een grote vrachtwagen op de internationale routes. Fruitexport en zo, weet Je wel. Ik heb de l.t.s. afgemaakt en later was ik op de Bovengrondse Vakschool van de Oranje Nassaumijnen. Ik ben in Heerlen blijven wonen. Als ik vroege dienst heb, kom ik met de auto naar het werk." Hoe laat „Wel, dan moet ik om half vijf 's mor gens beginnen. Dat is om half vier van huis wegrijden, maar dat heb je ook niet iedere week. Of ik nu meer verdien dan op de vrachtwagen? Inderdaad, zeker als je rekent met het aantal uren, dat Je op een vrachtwagen maakt, vergeleken met de uren, die je hier moet draaien. Ja, het bevalt me hier best. Als dat niet zo was ging ik toch zeker weg. Als je wilt werken, kan je overal terecht, maar ik voel mij hier best op mijn plaats". Cor Manders volgt nog bedrijfscursus- sen: „Als je er interesse voor hebt, zijn die best interessant", is zijn mening. Na zijn „ret-periode" wordt hij dieselma- cEinist op de z.g. „blauwe engelen". Daarna neemt hij een overstapje naar de elektrische tractie op de grote lijn. „Natuurlijk moet ik voor die tijd nog heel wat studeren, maar dat gaat lek ker mérkt hij nog op. In totaal werken er nu ongeveer 2600 machinisten bij de N.S. In de nabije „Spoor naar 75"-toekomst zal dat aantal nog met circa 200 worden uitgebreid. Al le machinisten zijn verdeeld over 29 standplaatsen. Iedere dag zwermen ze uit het de 3000 treinen over een railnet van 3250 kilometer en het interessante is, dat zij aan het einde van hun dienst steeds weer op hun standplaats terug zijn. En evenals de eerste Nederlandse ma chinist in 1839 trots was op „zijn" Arend, die pufte tussen Amsterdam en Haarlem, zo zijn de tegenwoordige ma chinisten trots op „hun" locs, waarvan loc type 1200 wel hun bijzondere liefde heeft. bèr sondeijker TANDARTSASSISTENTE InL: Nederl. Mij. tot bevorde ring der tandheelkunde, JLo- manlaan 103, Utreeht, tel. 030- 885411. TEGELZETTER Stichting Vakopleiding Bouw bedrijf, Binckhorstlaan 149, Den Haag, tel. 070-852306. TIMMERMAN Zie hier bovenstaand adres. TOERISME Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme (NWIT), Haagweg 31, Breda en de School voor Toeristische Vorming, Boschstraat 32, Bre da. TOLK H. W. Methorst, Van Boshui- zenstraat 13, Amsterdam, tel. 020-426294 (voor inl. over con- grestolk, buitenlandse oplei dingsadressen en tolk)Ge nootschap van Vertalers, Van Eeghenstraat 86, Amsterdam, tel. voorlopig: 620-7S9551, TONEELSPELER Onder meer: Stichting Arn hemse toneelschool, Parkstraat 43, Arnhem, tel. 085-423130 en Conservatorium voor Muziek en Toneelacademie, Lenculen- straat 33, Maastricht, tel. 04400- 13484. taaiarmoed* M oorzaak van veel ellende op «obool. Sommige feiten waren at lang bekend: een kind uit een welgesteld milieu bleek 13 maal zoveel kans te maken de hoogste klas van een middelbare achool te halen dan een kind uit een arbeidersgezin. Tot Ir da zestiger jaren dacht men dit probleem wel op te lossen door het verbeteren van het beunensysteem. Mam het was geen kwestie van geld. Een beter inzicht danken we in eerste instantie aan een zevenjarig onderzoek v«i een groep deskundigen geconcentreerd rond het eocioiogisch instituut in Leiden onder leiding van prof. dr. F. van Heek. Het resultaat van een vijftiental deelonderzoeken werd in juni '66 gepubliceerd onder de titel „Het verborgen talent". Tegen de algemene verwachting in bleek er op het eind van de lagere school nauwelijks nog verborgen talent te zijn. Hat wee al oorder mis gegaan. Onderzoekers als dr. Grandia en dr. Co van Calcar gingen verder en we weten nu dat het milieu veel invloed heeft op het schoolsucces. Leerprestaties op school worden in hoge mate bepaald door de taalontwikkeling en de taaibekwaamheid van het kind. Simpel gezegd: kinderen uit bepaalde milieus verstaan de juf van de eerste klas niet omdat ze allerlei gewoon geachte woorden (beneden, achter enz.) niet kennen. Ze raken daardoor steeds meer achter. De school begint kennis over te dragen in {«en taal die voor die kinderen I voor een dool Chinees ie. technisch onderwijs, een zee*- belangrijke tak van het beroepsonderwijs. In het afgelopen schooljaar volgden 315.750 leerlingen technisch onderwijs, bijna 200.000 leerlingen kregen volledig dagonderwijs en ruim 115.000 partieel onderwijs. Het onderwijs wordt op drie niveaus gegeven: lager, middelbaar en hoger: l.t.s., m.t.s. en h.t.e. De l.t.s. Is de moderne opvolger van de vroegere ambachtsschool an vangt veruit de meeste jongens op: ongeveer 44 procent Dr. Tan9 heeft deze l.t.s. (eigenlijk het hele lager beroepsonderwijs) eens een fuik genoemd: wie er eenmaal in zit komt er haast niet meer uit. Doorstroming naar een hogere vorm van technisch onderwijs is vrij moeilijk, al kan een jongen in theorie via l.t.s., m.ts., h.t.s. en TH Ingenieur woeden. Het hele lager beroepsonderwijs zou eigenlijk moeten opgaan in c'e middenschool (zie hiervoor onder de letter M). Anderzijds is er overigens een enorme onderwaardering voor de l.t.s., door Joost van Roon treffend getypeerd met het lelijke eendje. Maar die l.t.s. toch maar 154.000 leerlingen. Het eerste jaar Yan de l.t.s. is het brugjaar met algemeen onderwijs, in het tweede jaar komt een keuze tot stand, maar vaak zeer globaal, bijvoorbeeld tussen oe richtingen hout- of metaalbewerken. Voor sommige vakrichtingen volgt in het derde jaar de afsluitingvoor andere in het vierde. Er is ook nog onderscheid tussen de T-stroom (voor de meer theoretisch ingestelden) en een P-stroom (voor de leerlingen met een meer praktische inslag). Het accent van de l.te. verschuift steeds meer van beroepsopleiding neer baroepsvoorbereldlng. Een dool ven de jongens ven de T-richting (ik heb het over jongene, maar ook meisjes kunnen op de Lts. terecht, het gebeurt alteen neg weinig; stroomt door naar do m.t.s. waar men ook vla het m.e.v.e. terecht kan komen. Duur van de m.Le. vier jaar, waarvan één jaar praktijk. Daar bovan zit da H.t.e. «et een cursusduur van 4 of 5 jaar an tosgankelijk vanuit h a.v.o., m.a.v.e. en m.te. talenpracticum •en hulpmiddel dat de afgelopen jaren door enkele honderden scholen voer voortgezet onderwijs Ie aangeschaft. Die aanschaffing betekent vaak niet alleen een verbetering van het onderwijs in de vreemde talen, zij maakt ook een verandering van dat onderwijs mogelijk. Lag voorheen het accent duidelijk op schrijven en lezen, nu gaan spreken en luisteren een steeds belangrijker plaats innemen. Het is daarbij al aanvaard dat gebruik gemaakt dient te worden van uit het land zelf afkomstig gesproken woerd (native speakers). De leerlingen volgen de les via hun koptelefoon. De leraar heeft de beschikking over twee of drie recorders. Op één daarvan worden de oefeningen afgespeeld. Voor deze oefeningen en voor de mondelinge opdrachten ven de leraar hebben de leerlingen een microfoon ter beschikking die in verbinding staat met een tweede recorder. Het derde kaneel zsri meestal gereserveerd blijven veer contacten tuisen leraar en individuele leerlingen. Die tw-1 eerste recorders maken het al mogelijk dat de klas in twee groepen werkt, meer het practicum kan ook nog varder worden uitgebouwd (iedere leerling bijvoorbeeld een eigen recorder) wsardoor er nog meer gedifferentieerd ken worden. toelating tot een vorm van voortgezet onderwijs werd vroeger geregeld vie een toelatingsexamen, ongeveer de slechtste manier die men kon bedenken. (Zie ook bij de C onder cijfers en bij de E onder examen). Tegenwoordig kan men naast het altijd zeer belangrijke advies van het hoofd der school kiezen uit een aantal methodieken: een proefklas (de leerlingen van de zesde klas lagere school gaan een week naar de school waarvoor men ze geschikt acht en op die h.a.v.o. of v.w.o. kan men dan zelf zien wat voor vlees men in de kuip heeft), een psychologisch onderzoek (waarbij men te weten komt wat de leerling kan, niet wat hij toevallig van buiten heeft geleerd). of een schoolvorderingentest, die de leerstof van de zesde klas bestrijkt. Overigens kan men voor de toelating tot een m.a.v.o. volsteen met het oordeel van het hoofd van de school en dat geldt pok voor al die scholengemeenschappen waarin een m.e.v.e. is opgenomen. Men kan den zelf tijdens het brugjaar of de brugperiede altijd nog zien hoe de leerling zich ontwikkelt. Ook het advies van het schoolhoofd blijft natuurlijk een subjectieve zaak: het ene hoofd mikt te hoog omdat hij het «jiek vindt staan ale veel van zjjn leerlingen naar het gymnasium gaan, da andere mikt to laag omdat hij erg bang Is voor telourstolllngen. Dan zijn or natuurlijk ook altijd nog do oudera en do leerlingen zelf die een woo.dje meesproken. Uiteindelijk heeft iedereen eok het recht om te mislukken en kent Iedereen het fenomeen veo do laatbloeiers. Al deze problemen worden goeddeel# opgeheven bij de kornet van do middenschool. R totaliteit! onderwijs wH zeggen dat alle lesstof gegroepeerd wordt rond een centraal onderwerp dat bij de leefwereld van het kind aansluit Deze week bijvoorbet ld de boerderij sn dan lezen en schrijven we over do boerderij, rekenen we met zaken die de boer ook tot rekenen brengt en praten we ook bij aardrijkskunde over df situatie kt de landbouw. 11 1 imr,W> mnrrrtirr - O datacommunicatie is een term die vaak gebruikt wordt om de automatisering aan te duiden, maar die niets met computers te maken heeft; da tacommunicatie is een term uit de wereld van de telex en de telefonie, voor de automa tisering e.d. gebruikt men de term automatische informatie verwerking. de toekomst van de auto matische informatieverwer king is niet te schatten, zo enorm is de behoefte. IBM ver wacht dat binnen 10 jaar de computerindustrie de groot ste industrie ter wereld zal zijn. de toekomstmogelijkheden in de computerindustrie zijn enorm, het studiecentrum au tomatisering heeft berekend dat voor elke operateur die nu nodig is er in 1975 twee nodig zijn, hetzelfde geldt voor de programmeurs en bij de hoge re functies zal de behoefte waarschijnlijk nog sterker toe nemen. De automatische informatieverwerking gaat een gouden toekomst tegemoet Binnen afzienbare tijd zal er nauwelijks nog een sector in onze maatschappij zijn waarin de computer niet ls doorge drongen want de automatisering blijkt bijna overal bruikbaar. Enkele toekom stige ontwikkelingen: het onderwijs kan op dit moment al overgaan Op gepro grammeerde instructie via TV-toestellen, zelfs examens kunnen via een computer worden afgenomen. In hel grootwinkel bedrijf zal men in de toekomst 2onder geld kunnen kopen, via een computer zal worden nagegaan of de klant nog voldoende tegoed heeft en via dezelfde computer kan bovendien worden nage gaan of de voorraad voldoende is. IBM verwacht ook dat binnen afzienbare tijd de saldi op banken via een computer gecontroleerd zullen worden en dat boe kingen bij vliegtuig- en scheepvaart maatschappijen eveneens geheel automa tisch verricht zullen worden. Op iets langere termijn maar ook nog in de nabije toekomst zien de computerspe cialisten een systeem van kaarten bij het openbaar vervoer waarbij men aan het begin en het einde van een rit z'n kaart in een computer stopt waardoor automa tisch de kosten van de rit van het te goed worden afgeschreven. Kortom: de computer heeft een enorm aantal moge lijkheden. Datacommunicatie een term die ten onrechte regelmatig wordt gebruikt om het automatisch verwerken van ge gevens aan te duiden omdat ze alleen slaat op het vervoer van gegevens is een techniek die momenteel in sterke ontwikkeling is. Op de foto een nieuw ontwikkelde apparatuur om meer ge- sprekken tegelijkertijd overeen (stads-) lijn te laten lopen. Voor interlocale ge sprekken werd het ruimtegebrek op de telefoonlijnen reeds eerder opgelost door de draag golflelefonie. zitten. Ook indirect bevordert de auto matisering de werkgelegenheid. In de computerindustrie en in de bedrij ven die de computers gaan gebruiken zal mede daardoor in de toekomst steeds meer behoefte bestaan aan mensen di£ met computers kunnen omgaan. Volgens het studiecentrum voor automatisering zullen er in 1975 450 hoofdsysteemana listen nodig zijn per jaar (tegen 200 op het ogenblik) voor de systeem-analisten is de jaarlijkse behoefte in de beide ja ren geschat op 950 en 400. In 1975 zul len we per jaar 350 programmatuurdes- kundigen nodig hebben (tegenover 150 per jaar op het ogenblik) en de behoef te aan overige programmeurs zal in die jaren stijgen van 800 naar 1600 per jaar. Operateurs zullen ook in 1975 nog ge makkelijk werk kunnen vinden want te gen de 550 die we er momenteel per jaar nodig hebben zullen er in 1975 1000 staan. En deze schattingen zijn volgens het centrum de laagste redelijke ramingen. De bewering dat de automati sering slechts mensen brodeloos maakt kan dus niet zonder meer worden ge handhaafd, sterker: volgens IBM heeft het westen de automatisering nodig om efficient te kunnen werken en die effi ciency ia noodzakelijk om te kunnen blijven concurreren met landen die bij voorbeeld goedkope arbeidskrachten be- Om in de computerindustrie een toe komst te vinden hoeft men geen enkele vooropleiding te hebben, d.w.z. dat ook voor mensen met alleen lagere school binnen de computerindustrie plaats is. Om tot programmeur te worden opgeleid eist de industrie (die kosteloos en zon der verplichtingen en met salaris men sen opleidt) tenminste h.a.v.o., maar in de bedrijven waar computers wórden gebruikt is m.a.v.o. vaak al voldoende. Bij IBM verklaart men dit verschil in eisendoor er op te wijzen dat de pro grammeurs van een computerindustrie ook moeten kunnen instrueren. Buiten de bedrijven wordt de programmeurop- ieiding verzorgd door een groot aantal instituten en instellingen die een grote verscheidenheid in terminologie gebrui ken en waarvan een groot deel de toets der kritiek eigenlijk niet kan doorstaan. De Consumentenbond heeft onlangs een onderzoek naar de kwaliteit van de ver schillende programmeuropleidingen in gesteld en kwam tot de conclusie dat er nogal wat kaf onder het koren zit. De duur van de opleiding tot operateur, programmeur of syateemanalist is moei lijk vast te stellen omdat ze in fasen verloopt. Na een eerste cursus van drie maanden kan men zich specialiseren en via een aantal opleidingen een steeds hoger niveau bereiken, een soort diplo ma's verzamelen dus. De top ligt bij wetenschappelijk programmeur en voor deze positie is een academische oplei ding vereist jaap willems DAMESKAfSib». Stichting Vakopleiding in het Kappersbedrijf, Prins Hendrik laan 87a, Utrecht, tel. 030- 515444. DANSLERAAR Secr. van de Federatie van Dansleraren Organisaties, Al- denhof 14-47, Nijmegen, tel. 08800-23017 b.g.g. 37583. DEURWAARDER Bond van personeel werkzaam in de rechtspraktijk en van kandidaat-deurwaarders, p/a S. Nicolai, Paramaribostraat 98-1, Amstcrdam-17, tel. 026- 187483 (na 18.00 unr). DIëTISTE School voor Beroepsonderwijs „De Schutse", St. Stephanus- straat 88, Nijmegen, tel. 08800- 25627. DIE It VERZORGER Directie van het Centraal Die renlaboratorium, Geert Groote plein Noord 29, Nijmegen, tel. 08800-58585; Institunt voor Zootechniek, Universiteitscen trum De Uithof, Yalelaan, Utrecht, tel. 030-539111. D OKTERS ASSISTENTE Inlichtingen bij de Permanente Commissie Doktersassistenten van de Kon. Mij. tot Bevorde ring der Geneeskunst, Lehman- lean 103, Utrecht, tel. 030- 885411. DROGIST Stichting Vakonderwijs veer Drogisten, Nachtegaailaan 9, Bilthoven, tel. 630-787217. democratisering is ssn woord dat in verband met hst onderwijs voor veel verwarring en ergernis hseft gezorgd. Er moet in elk gsvai onderscheid worden gemaakt tussen interne en externa democratisering. De interna democratisering, het verlangen naar meer inspraak, past In oen veel groter maatschappelijk procet. Externe democratisering beoogt gelijke kansen voor iedereen en daar is nog altijd niet veel van terecht gekoman; een kind uit een welgesteld milieu blijkt 13 maal zoveel kansen te maken om de hoogste klas van een middelbare school ta halen dan een kind uit een arbeidersgezin. Dr. Veringa heeft in het begin van zijn loopbaan als onderwijsminister eens verteld hoe zeer werkelijke democratisering ons hele onderwijs overhoop zou halen: het lager beroepsonderwijs (waar nu 40 procent van de kinderen die de lagere school vertalen terecht komt) zou dan maar ién-derds van het aantal leerlingen overhouden en de universiteiten zouden met een zes maal zo grote besetting (nu over do 100.000 studenten) rekening moeten houden. In ons huidige systeem hebbtn kinderen uk welgestelde milieus echter veel meer kansen dan kinderen van handarbeidersgezinnen. Dat komt vooral omdat ons lagar onderwijs zo is ingericht dat milieu-achterstanden (vooral op het gebied van taalgebruik) nog verergerd worden. Do school heeft altijd schoolrijpe kinderen geëist, wij moeten eisen dat de school zelf kindrijp wordt, aansluit bij datgene wat kinderen weten en kennen. detailhandelsschool een vrij jonge vorm van onderwijs voor jongens en meisjes met handelsgeest. De lagere detailhandelsschool heeft een cursusduur van vier |aar, de middelbare van drie jaar, decaan heeft volgen* de Nederlandse Verenigtog van Schooldecanen onder meer de volgende taak: hij stimuleert en begeleidt het denken van zijn Teerlingen (en hun oudere) over de keuze van latere studie en beroep. Hij streeft ernaar alle informatie en hulp te verschaffen die men wenst en behoeft opdat de leerlingen worden gebracht tot een zelfstandige keuze, waarvan zij de consequenties en risico's redelijk kunnen voorzien (de samensteller van deze bijlage speelt dus een beetje voor decaan). doubleren een sjiek woord voor zittenblijven, git daarom bij do letter Z, daltonschool een vernieuwingspoging daterend al van voor 1940. Men tracht in het Daltonsysteem door het geven van taken het onderwijs te Individualiseren, zodat de leerlingen toch hun eigen tempo kunnen volgen. Het Daltonsysteem aldus het fraaie boek „Het basisonderwijs op alle fronten in beweging" van het ministerie van Onderwijs is in feite echter nlst meer dan een raamwerk, in de uitvoering kan de onderwijzer zo traditioneel blijven als hij wIL differentiatie ts een toverwoord uit het vernieuwde onderwijs, de tegenhanger van het bepreefde klassikale systeem. Ons onderwijs ging (en gedeeltelijk; gaat) er vanuit dat er 30 of 40 - eenheidsworstjes In de klas zaten. Alle kinderen kregen dezelfde stof voorgeschoteld en moesten dat in dezelfde tijd verwerken. Kinderen zijn echter gelukkig individuen en het ene kind is ten bolleboos in taal en het volgende ie enorm achter in rekenen. Wie daar in zijn onderwijs rekening mee wil houden gaat differentiëren en dat is nou net bij onze overvolle klassen in het basisonderwijs nagenoeg onmogelijk. In het voortgezet onderwijs heeft de Mammoet al differentiatie ingevoerd, ki zoverre dat er op den duur een beperkt aantal examenvakken kan worden gekozen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 23