trein
machinist
trots op
zijn loc
data
communicatie
onjuiste term
voor enorme
mogelijkheden
12
werken aan de toekomst
broekie
3000 treinen
behoefte
kaf
J
Henk de Kunder (51) en Cor
Manders (28) vertegenwoor
digen twee generaties machi
nisten bij de Nederlandse
Spoorwegen. Henk de Kunder
woont in Maastricht en rijdt
op locomotieven van treinen
tussen Maastricht en Amster
dam. Cor Manders woont in
Heerlen en is rangeerder elek
trische tractie op het spoor
wegemplacement te Maas
tricht. Om machinist te kun
nen worden, moet je de lagere
school hebben afgemaakt,
aangevuld met volledige (of
enkele jaren) l.t.s., mavo of
wel enkele jaren technische
praktijkervaring. ]e moet ver
der geestelijk evenwichtig
zijn, een goede gezondheid
hebben, je mag niet kleuren
blind zijn, een goed gezichts
vermogen hebben en een goe
de gehoorscherpte van beide
oren. Je moet minstens 160
centimeter lang zijn, maar ook
weer niet langer dan 190 cen
timeter (zonder schoenen).
Na zijn militaire dienst (pantserwagens
in Den Haag) en krijgsgevangenschap,
kwam Henk de Kunder in 1940 bij de
N.S. Hoe hij er kwam
„Mijn hele familie is een spoorfamilie.
Het is een soort traditie. Ik heb eerst
aan de schuif van de stoomlocs gestaan.
Eerst als rangeerder en in 1949 kwam
ik op de lijn.
Na bijna twee jaar nog met stoomlocs
te hebben gereden, kwam ik in de win
ter 1950 op de elektrische treinen. Voor
dat ik in dienst ging en bij de N.S.
kwam was ik automonteur. Ik heb vier
jaar ra.u.l.o. en daarna drie jaar avond
ambachtsschool afgemaakt. Als ik niet
bij het spoor was gekomen, zou ik
waarschijnlijk een garage of een auto
verhuurbedrijf hebben opgezet. Maar ik
heb er geen spijt van. Ik heb altijd
goed verdiend en heb nou een heel
goede boterham.
Of hij wel eens een ongeluk heeft
meegemaakt? „Ja, verschillende malen
was het raak. Je kan er zo weinig aan
doen als er wat voor de wielen komt.
Met een trein achter je, heb je een
remweg nodig van driehonderd meter,
wat wil je? Ik ben er steeds goed afge
komen. Soms was het wel op het nip
pertje zoals in Sterksel, waar ik terecht
kwam boven op zo'n vierhonderd gevul
de gasflessen. Na zo'n gebeuren ging ik
wel steeds direct er na weer rijden".
Cor Manders is vergeleken bij Henk de
Kunder nog een broekje. Hij is „ret-ma-
chinist". Dat betekent „rangeerder elek
trische tractie". Hij is ingedeeld in taak
groep vijf. Dat wil zeggen, dat hij zijn
eerste promotie erop heeft zitten. Hij is
gehuwd en vader van twee kinderen. Hij
kwam bij de N.S. in november 1968.
„Ik kwam bij het spoor via een adver
tentie. Voordien was ik chauffeur op een
grote vrachtwagen op de internationale
routes. Fruitexport en zo, weet Je wel.
Ik heb de l.t.s. afgemaakt en later was
ik op de Bovengrondse Vakschool van
de Oranje Nassaumijnen. Ik ben in
Heerlen blijven wonen. Als ik vroege
dienst heb, kom ik met de auto naar
het werk." Hoe laat
„Wel, dan moet ik om half vijf 's mor
gens beginnen. Dat is om half vier van
huis wegrijden, maar dat heb je ook
niet iedere week.
Of ik nu meer verdien dan op de
vrachtwagen? Inderdaad, zeker als je
rekent met het aantal uren, dat Je op
een vrachtwagen maakt, vergeleken met
de uren, die je hier moet draaien. Ja,
het bevalt me hier best. Als dat niet zo
was ging ik toch zeker weg. Als je
wilt werken, kan je overal terecht, maar
ik voel mij hier best op mijn plaats".
Cor Manders volgt nog bedrijfscursus-
sen: „Als je er interesse voor hebt, zijn
die best interessant", is zijn mening. Na
zijn „ret-periode" wordt hij dieselma-
cEinist op de z.g. „blauwe engelen".
Daarna neemt hij een overstapje naar de
elektrische tractie op de grote lijn.
„Natuurlijk moet ik voor die tijd nog
heel wat studeren, maar dat gaat lek
ker mérkt hij nog op.
In totaal werken er nu ongeveer 2600
machinisten bij de N.S. In de nabije
„Spoor naar 75"-toekomst zal dat aantal
nog met circa 200 worden uitgebreid. Al
le machinisten zijn verdeeld over 29
standplaatsen. Iedere dag zwermen ze
uit het de 3000 treinen over een railnet
van 3250 kilometer en het interessante is,
dat zij aan het einde van hun dienst
steeds weer op hun standplaats terug
zijn.
En evenals de eerste Nederlandse ma
chinist in 1839 trots was op „zijn"
Arend, die pufte tussen Amsterdam en
Haarlem, zo zijn de tegenwoordige ma
chinisten trots op „hun" locs, waarvan
loc type 1200 wel hun bijzondere liefde
heeft.
bèr sondeijker
TANDARTSASSISTENTE
InL: Nederl. Mij. tot bevorde
ring der tandheelkunde, JLo-
manlaan 103, Utreeht, tel. 030-
885411.
TEGELZETTER
Stichting Vakopleiding Bouw
bedrijf, Binckhorstlaan 149, Den
Haag, tel. 070-852306.
TIMMERMAN
Zie hier bovenstaand adres.
TOERISME
Nederlands Wetenschappelijk
Instituut voor Toerisme
(NWIT), Haagweg 31, Breda en
de School voor Toeristische
Vorming, Boschstraat 32, Bre
da.
TOLK
H. W. Methorst, Van Boshui-
zenstraat 13, Amsterdam, tel.
020-426294 (voor inl. over con-
grestolk, buitenlandse oplei
dingsadressen en tolk)Ge
nootschap van Vertalers, Van
Eeghenstraat 86, Amsterdam,
tel. voorlopig: 620-7S9551,
TONEELSPELER
Onder meer: Stichting Arn
hemse toneelschool, Parkstraat
43, Arnhem, tel. 085-423130 en
Conservatorium voor Muziek
en Toneelacademie, Lenculen-
straat 33, Maastricht, tel. 04400-
13484.
taaiarmoed*
M oorzaak van veel ellende op
«obool. Sommige feiten waren at
lang bekend: een kind uit een
welgesteld milieu bleek 13 maal
zoveel kans te maken de
hoogste klas van een middelbare
achool te halen dan een kind uit
een arbeidersgezin. Tot Ir da
zestiger jaren dacht men dit
probleem wel op te lossen door
het verbeteren van het
beunensysteem. Mam het was
geen kwestie van geld. Een
beter inzicht danken we in
eerste instantie aan een
zevenjarig onderzoek v«i een
groep deskundigen
geconcentreerd rond het
eocioiogisch instituut in Leiden
onder leiding van prof. dr. F. van
Heek. Het resultaat van een
vijftiental deelonderzoeken werd
in juni '66 gepubliceerd onder de
titel „Het verborgen talent".
Tegen de algemene verwachting
in bleek er op het eind van de
lagere school nauwelijks nog
verborgen talent te zijn. Hat wee
al oorder mis gegaan.
Onderzoekers als dr. Grandia en
dr. Co van Calcar gingen verder
en we weten nu dat het milieu
veel invloed heeft op het
schoolsucces. Leerprestaties op
school worden in hoge mate
bepaald door de
taalontwikkeling en de
taaibekwaamheid van het kind.
Simpel gezegd: kinderen uit
bepaalde milieus verstaan de juf
van de eerste klas niet omdat ze
allerlei gewoon geachte
woorden (beneden, achter enz.)
niet kennen. Ze raken daardoor
steeds meer achter. De school
begint kennis over te dragen in
{«en taal die voor die kinderen
I voor een dool Chinees ie.
technisch
onderwijs, een zee*- belangrijke
tak van het beroepsonderwijs. In
het afgelopen schooljaar volgden
315.750 leerlingen technisch
onderwijs, bijna 200.000
leerlingen kregen volledig
dagonderwijs en ruim 115.000
partieel onderwijs. Het
onderwijs wordt op drie niveaus
gegeven: lager, middelbaar en
hoger: l.t.s., m.t.s. en h.t.e.
De l.t.s. Is de moderne opvolger
van de vroegere ambachtsschool
an vangt veruit de meeste
jongens op: ongeveer 44 procent
Dr. Tan9 heeft deze l.t.s.
(eigenlijk het hele lager
beroepsonderwijs) eens een fuik
genoemd: wie er eenmaal in zit
komt er haast niet meer uit.
Doorstroming naar een hogere
vorm van technisch onderwijs is
vrij moeilijk, al kan een jongen in
theorie via l.t.s., m.ts., h.t.s. en
TH Ingenieur woeden. Het hele
lager beroepsonderwijs zou
eigenlijk moeten opgaan in c'e
middenschool (zie hiervoor onder
de letter M). Anderzijds is er
overigens een enorme
onderwaardering voor de l.t.s.,
door Joost van Roon treffend
getypeerd met het lelijke eendje.
Maar die l.t.s. toch maar 154.000
leerlingen.
Het eerste jaar Yan de l.t.s. is
het brugjaar met algemeen
onderwijs, in het tweede jaar
komt een keuze tot stand, maar
vaak zeer globaal, bijvoorbeeld
tussen oe richtingen hout- of
metaalbewerken. Voor sommige
vakrichtingen volgt in het derde
jaar de afsluitingvoor andere in
het vierde. Er is ook nog
onderscheid tussen de T-stroom
(voor de meer theoretisch
ingestelden) en een P-stroom
(voor de leerlingen met een meer
praktische inslag). Het accent
van de l.te. verschuift steeds
meer van beroepsopleiding neer
baroepsvoorbereldlng.
Een dool ven de jongens ven de
T-richting (ik heb het over
jongene, maar ook meisjes
kunnen op de Lts. terecht, het
gebeurt alteen neg weinig;
stroomt door naar do m.t.s.
waar men ook vla het m.e.v.e.
terecht kan komen. Duur van de
m.Le. vier jaar, waarvan één
jaar praktijk. Daar bovan zit da
H.t.e. «et een cursusduur van 4
of 5 jaar an tosgankelijk vanuit
h a.v.o., m.a.v.e. en m.te.
talenpracticum
•en hulpmiddel dat de afgelopen
jaren door enkele honderden
scholen voer voortgezet
onderwijs Ie aangeschaft. Die
aanschaffing betekent vaak niet
alleen een verbetering van het
onderwijs in de vreemde talen,
zij maakt ook een verandering
van dat onderwijs mogelijk. Lag
voorheen het accent duidelijk op
schrijven en lezen, nu gaan
spreken en luisteren een steeds
belangrijker plaats innemen. Het
is daarbij al aanvaard dat
gebruik gemaakt dient te
worden van uit het land zelf
afkomstig gesproken woerd
(native speakers).
De leerlingen volgen de les via
hun koptelefoon. De leraar heeft
de beschikking over twee of
drie recorders. Op één daarvan
worden de oefeningen
afgespeeld. Voor deze
oefeningen en voor de
mondelinge opdrachten ven de
leraar hebben de leerlingen een
microfoon ter beschikking die in
verbinding staat met een tweede
recorder. Het derde kaneel zsri
meestal gereserveerd blijven
veer contacten tuisen leraar en
individuele leerlingen.
Die tw-1 eerste recorders
maken het al mogelijk dat de
klas in twee groepen werkt,
meer het practicum kan ook nog
varder worden uitgebouwd
(iedere leerling bijvoorbeeld een
eigen recorder) wsardoor er nog
meer gedifferentieerd ken
worden.
toelating
tot een vorm van voortgezet
onderwijs werd vroeger
geregeld vie een
toelatingsexamen, ongeveer de
slechtste manier die men kon
bedenken. (Zie ook bij de C
onder cijfers en bij de E onder
examen).
Tegenwoordig kan men naast
het altijd zeer belangrijke advies
van het hoofd der school kiezen
uit een aantal methodieken:
een proefklas (de leerlingen van
de zesde klas lagere school
gaan een week naar de school
waarvoor men ze geschikt acht
en op die h.a.v.o. of v.w.o. kan
men dan zelf zien wat voor
vlees men in de kuip heeft),
een psychologisch onderzoek
(waarbij men te weten komt
wat de leerling kan, niet wat hij
toevallig van buiten heeft
geleerd).
of een schoolvorderingentest, die
de leerstof van de zesde klas
bestrijkt.
Overigens kan men voor de
toelating tot een m.a.v.o. volsteen
met het oordeel van het hoofd
van de school en dat geldt pok
voor al die
scholengemeenschappen waarin
een m.e.v.e. is opgenomen. Men
kan den zelf tijdens het brugjaar
of de brugperiede altijd nog zien
hoe de leerling zich ontwikkelt.
Ook het advies van het
schoolhoofd blijft natuurlijk een
subjectieve zaak: het ene hoofd
mikt te hoog omdat hij het «jiek
vindt staan ale veel van zjjn
leerlingen naar het gymnasium
gaan, da andere mikt to laag
omdat hij erg bang Is voor
telourstolllngen. Dan zijn or
natuurlijk ook altijd nog do
oudera en do leerlingen zelf die
een woo.dje meesproken.
Uiteindelijk heeft iedereen eok
het recht om te mislukken en
kent Iedereen het fenomeen veo
do laatbloeiers. Al deze
problemen worden goeddeel#
opgeheven bij de kornet van do
middenschool.
R
totaliteit!
onderwijs wH zeggen dat alle
lesstof gegroepeerd wordt rond
een centraal onderwerp dat bij
de leefwereld van het kind
aansluit Deze week
bijvoorbet ld de boerderij sn dan
lezen en schrijven we over do
boerderij, rekenen we met zaken
die de boer ook tot rekenen
brengt en praten we ook bij
aardrijkskunde over df situatie kt
de landbouw. 11
1 imr,W> mnrrrtirr -
O datacommunicatie is een
term die vaak gebruikt wordt
om de automatisering aan te
duiden, maar die niets met
computers te maken heeft; da
tacommunicatie is een term
uit de wereld van de telex en
de telefonie, voor de automa
tisering e.d. gebruikt men de
term automatische informatie
verwerking.
de toekomst van de auto
matische informatieverwer
king is niet te schatten, zo
enorm is de behoefte. IBM ver
wacht dat binnen 10 jaar de
computerindustrie de groot
ste industrie ter wereld zal
zijn.
de toekomstmogelijkheden
in de computerindustrie zijn
enorm, het studiecentrum au
tomatisering heeft berekend
dat voor elke operateur die nu
nodig is er in 1975 twee nodig
zijn, hetzelfde geldt voor de
programmeurs en bij de hoge
re functies zal de behoefte
waarschijnlijk nog sterker toe
nemen.
De automatische informatieverwerking
gaat een gouden toekomst tegemoet
Binnen afzienbare tijd zal er nauwelijks
nog een sector in onze maatschappij
zijn waarin de computer niet ls doorge
drongen want de automatisering blijkt
bijna overal bruikbaar. Enkele toekom
stige ontwikkelingen: het onderwijs kan
op dit moment al overgaan Op gepro
grammeerde instructie via TV-toestellen,
zelfs examens kunnen via een computer
worden afgenomen. In hel grootwinkel
bedrijf zal men in de toekomst 2onder
geld kunnen kopen, via een computer
zal worden nagegaan of de klant nog
voldoende tegoed heeft en via dezelfde
computer kan bovendien worden nage
gaan of de voorraad voldoende is. IBM
verwacht ook dat binnen afzienbare tijd
de saldi op banken via een computer
gecontroleerd zullen worden en dat boe
kingen bij vliegtuig- en scheepvaart
maatschappijen eveneens geheel automa
tisch verricht zullen worden. Op iets
langere termijn maar ook nog in de
nabije toekomst zien de computerspe
cialisten een systeem van kaarten bij het
openbaar vervoer waarbij men aan het
begin en het einde van een rit z'n kaart
in een computer stopt waardoor automa
tisch de kosten van de rit van het te
goed worden afgeschreven. Kortom: de
computer heeft een enorm aantal moge
lijkheden.
Datacommunicatie een term die ten
onrechte regelmatig wordt gebruikt om
het automatisch verwerken van ge
gevens aan te duiden omdat ze alleen
slaat op het vervoer van gegevens is
een techniek die momenteel in sterke
ontwikkeling is. Op de foto een nieuw
ontwikkelde apparatuur om meer ge-
sprekken tegelijkertijd overeen (stads-)
lijn te laten lopen. Voor interlocale ge
sprekken werd het ruimtegebrek op de
telefoonlijnen reeds eerder opgelost
door de draag golflelefonie.
zitten. Ook indirect bevordert de auto
matisering de werkgelegenheid.
In de computerindustrie en in de bedrij
ven die de computers gaan gebruiken zal
mede daardoor in de toekomst steeds
meer behoefte bestaan aan mensen di£
met computers kunnen omgaan. Volgens
het studiecentrum voor automatisering
zullen er in 1975 450 hoofdsysteemana
listen nodig zijn per jaar (tegen 200 op
het ogenblik) voor de systeem-analisten
is de jaarlijkse behoefte in de beide ja
ren geschat op 950 en 400. In 1975 zul
len we per jaar 350 programmatuurdes-
kundigen nodig hebben (tegenover 150
per jaar op het ogenblik) en de behoef
te aan overige programmeurs zal in die
jaren stijgen van 800 naar 1600 per jaar.
Operateurs zullen ook in 1975 nog ge
makkelijk werk kunnen vinden want te
gen de 550 die we er momenteel per
jaar nodig hebben zullen er in 1975
1000 staan. En deze schattingen zijn
volgens het centrum de laagste redelijke
ramingen. De bewering dat de automati
sering slechts mensen brodeloos maakt
kan dus niet zonder meer worden ge
handhaafd, sterker: volgens IBM heeft
het westen de automatisering nodig om
efficient te kunnen werken en die effi
ciency ia noodzakelijk om te kunnen
blijven concurreren met landen die bij
voorbeeld goedkope arbeidskrachten be-
Om in de computerindustrie een toe
komst te vinden hoeft men geen enkele
vooropleiding te hebben, d.w.z. dat ook
voor mensen met alleen lagere school
binnen de computerindustrie plaats is.
Om tot programmeur te worden opgeleid
eist de industrie (die kosteloos en zon
der verplichtingen en met salaris men
sen opleidt) tenminste h.a.v.o., maar in
de bedrijven waar computers wórden
gebruikt is m.a.v.o. vaak al voldoende.
Bij IBM verklaart men dit verschil in
eisendoor er op te wijzen dat de pro
grammeurs van een computerindustrie
ook moeten kunnen instrueren. Buiten
de bedrijven wordt de programmeurop-
ieiding verzorgd door een groot aantal
instituten en instellingen die een grote
verscheidenheid in terminologie gebrui
ken en waarvan een groot deel de toets
der kritiek eigenlijk niet kan doorstaan.
De Consumentenbond heeft onlangs een
onderzoek naar de kwaliteit van de ver
schillende programmeuropleidingen in
gesteld en kwam tot de conclusie dat er
nogal wat kaf onder het koren zit.
De duur van de opleiding tot operateur,
programmeur of syateemanalist is moei
lijk vast te stellen omdat ze in fasen
verloopt. Na een eerste cursus van drie
maanden kan men zich specialiseren en
via een aantal opleidingen een steeds
hoger niveau bereiken, een soort diplo
ma's verzamelen dus. De top ligt bij
wetenschappelijk programmeur en voor
deze positie is een academische oplei
ding vereist
jaap willems
DAMESKAfSib».
Stichting Vakopleiding in het
Kappersbedrijf, Prins Hendrik
laan 87a, Utrecht, tel. 030-
515444.
DANSLERAAR
Secr. van de Federatie van
Dansleraren Organisaties, Al-
denhof 14-47, Nijmegen, tel.
08800-23017 b.g.g. 37583.
DEURWAARDER
Bond van personeel werkzaam
in de rechtspraktijk en van
kandidaat-deurwaarders, p/a
S. Nicolai, Paramaribostraat
98-1, Amstcrdam-17, tel. 026-
187483 (na 18.00 unr).
DIëTISTE
School voor Beroepsonderwijs
„De Schutse", St. Stephanus-
straat 88, Nijmegen, tel. 08800-
25627.
DIE It VERZORGER
Directie van het Centraal Die
renlaboratorium, Geert Groote
plein Noord 29, Nijmegen, tel.
08800-58585; Institunt voor
Zootechniek, Universiteitscen
trum De Uithof, Yalelaan,
Utrecht, tel. 030-539111.
D OKTERS ASSISTENTE
Inlichtingen bij de Permanente
Commissie Doktersassistenten
van de Kon. Mij. tot Bevorde
ring der Geneeskunst, Lehman-
lean 103, Utrecht, tel. 030-
885411.
DROGIST
Stichting Vakonderwijs veer
Drogisten, Nachtegaailaan 9,
Bilthoven, tel. 630-787217.
democratisering
is ssn woord dat in verband met
hst onderwijs voor veel
verwarring en ergernis hseft
gezorgd. Er moet in elk gsvai
onderscheid worden gemaakt
tussen interne en externa
democratisering. De interna
democratisering, het verlangen
naar meer inspraak, past In oen
veel groter maatschappelijk
procet. Externe democratisering
beoogt gelijke kansen voor
iedereen en daar is nog altijd
niet veel van terecht gekoman;
een kind uit een welgesteld
milieu blijkt 13 maal zoveel
kansen te maken om de hoogste
klas van een middelbare school
ta halen dan een kind uit een
arbeidersgezin.
Dr. Veringa heeft in het begin
van zijn loopbaan als
onderwijsminister eens verteld
hoe zeer werkelijke
democratisering ons hele
onderwijs overhoop zou halen:
het lager beroepsonderwijs
(waar nu 40 procent van de
kinderen die de lagere school
vertalen terecht komt) zou dan
maar ién-derds van het aantal
leerlingen overhouden en de
universiteiten zouden met een
zes maal zo grote besetting (nu
over do 100.000 studenten)
rekening moeten houden.
In ons huidige systeem hebbtn
kinderen uk welgestelde milieus
echter veel meer kansen dan
kinderen van
handarbeidersgezinnen. Dat komt
vooral omdat ons lagar
onderwijs zo is ingericht dat
milieu-achterstanden (vooral op
het gebied van taalgebruik) nog
verergerd worden.
Do school heeft altijd schoolrijpe
kinderen geëist, wij moeten
eisen dat de school zelf kindrijp
wordt, aansluit bij datgene wat
kinderen weten en kennen.
detailhandelsschool
een vrij jonge vorm van
onderwijs voor jongens en
meisjes met handelsgeest. De
lagere detailhandelsschool heeft
een cursusduur van vier |aar, de
middelbare van drie jaar,
decaan
heeft volgen* de Nederlandse
Verenigtog van Schooldecanen
onder meer de volgende taak: hij
stimuleert en begeleidt het
denken van zijn Teerlingen (en
hun oudere) over de keuze van
latere studie en beroep.
Hij streeft ernaar alle informatie
en hulp te verschaffen die men
wenst en behoeft opdat de
leerlingen worden gebracht tot
een zelfstandige keuze, waarvan
zij de consequenties en risico's
redelijk kunnen voorzien (de
samensteller van deze bijlage
speelt dus een beetje voor
decaan).
doubleren
een sjiek woord voor
zittenblijven, git daarom bij do
letter Z,
daltonschool
een vernieuwingspoging
daterend al van voor 1940. Men
tracht in het Daltonsysteem door
het geven van taken het
onderwijs te Individualiseren,
zodat de leerlingen toch hun
eigen tempo kunnen volgen. Het
Daltonsysteem aldus het
fraaie boek „Het basisonderwijs
op alle fronten in beweging" van
het ministerie van
Onderwijs is in feite echter
nlst meer dan een raamwerk, in
de uitvoering kan de onderwijzer
zo traditioneel blijven als hij wIL
differentiatie
ts een toverwoord uit het
vernieuwde onderwijs, de
tegenhanger van het bepreefde
klassikale systeem. Ons
onderwijs ging (en gedeeltelijk;
gaat) er vanuit dat er 30 of 40 -
eenheidsworstjes In de klas
zaten. Alle kinderen kregen
dezelfde stof voorgeschoteld en
moesten dat in dezelfde tijd
verwerken.
Kinderen zijn echter gelukkig
individuen en het ene kind is ten
bolleboos in taal en het volgende
ie enorm achter in rekenen. Wie
daar in zijn onderwijs rekening
mee wil houden gaat
differentiëren en dat is nou net
bij onze overvolle klassen in het
basisonderwijs nagenoeg
onmogelijk.
In het voortgezet onderwijs
heeft de Mammoet al
differentiatie ingevoerd, ki
zoverre dat er op den duur een
beperkt aantal examenvakken
kan worden gekozen.