JACHTOPZIENER EN UIT VINDER C. VAN VELTHUTZEN i Is veel humaner dan een klem WM Beperken binnenland buitenland MISHANDELING VOSSEN (Van een onzer verslaggevers) DE STEEG „Ik werd bij een boer geroepen, die last had van een vos die zijn een den roofde. Met een collega ging ik zoeken, en uiteinde lijk vonden we zijn hol. Ik nam mijn geweer, en toen zag ik lioe die vos een merel in zijn bek aan zijn vijf jongen voerde. Het was gek, maar ik kon niet schieten. Een paar dagen later komen we te rug, en weer hetzelfde. Toen zegt mijn collega: „Weet je wat? Ik weet nog een dood zwijn te liggen in hel bos" en hij weg. We legden dat zwijn voor het hol van de vos. Sinds die tijd had die boer geen last meer van die eenden-dief. Kijk, weet u wat ik nu zeggen wil? Je hoeft niet altijd zo'n dier kapot te schieten als hij schadelijk is. Je kunt hem ook bijvoeren". Aan het woord een man in het groen. Juchtleren laarzen. Gerim peld gezicht. Om zich het aureool van de buitenmens. Voor de burge- lijke stand G. van Velthuizen, 58 jaar, van beroep: jachtopziener. Reden van het interview: de heer Van Velthuizen is de uitvinder van een serie kooien om schadelijk wild te vangen. Zijn boodschap: weg met „Een buizerd, „bevroren" in pijn. Vaak zitten ze dagen in zo'n klem." Bij de foto's: links jachtopzie ner Van Velthuizen; onder: Reintje de vos, het slimste dier, gevangen, maar onge deerd. die smerige klemmen die dieren vr- minken. Het schadelijk wild moet bestreden worden, maar op een .hu mane manier, en zonder die middel eeuwse martelwerktuigen die nog veel en veel te veel worden gebruikt. Zijn simpele machine is doorge drongen tot in de Tweede Kamer, waar momenteel een commissie zich bezighoudtmet een wijziging van de jachtwet. En is het de minister bekend dat er kastvallen zijn ont wikkeld, die evengoed werken als klemmen? Promotor van de kastval van jacht opziener Van Veldhuizen is de foto graaf Wim K. Steffen, wonend in De Steeg aan de rand van een woud waarvan de naam ontleend lijkt aan een Tom Poes verhaal: de Onzalige Bossen. In Steffens huis, waar de natuur een even belangrijke plaats inneerpt als de cultuur, vertellen hij en Van Velthuizen van de kooi en de klem. Zij hebben een brochure het licht doen zien, waarin Steffens foto's nog beter hun verhaal vertellen dan de cijfers. Een foto van klemmen die een sieraad zouden zijn voor een beul die in zijn vak gelooft. Een foto van een buizerd, verstard, be vroren in pijn, door een klem die zijn rechterpoot bijna heeft afge- kneld. Een foto van een eekhoorntje, overdwars geliquideerd. Maar ook een foto van een das, onbeschadigd, levend in een kooi waaruit hij zal worden vrijgelaten omdat hij een beschermd dier is. En een foto van een buizerd, arrogant, gezond, een koninklijke verschijning. Van Velthuizen:,, Ik heb een beet je zitten te experimenteren. In de kooi doe ik aas, bijvoorbeeld een dooie kip. Aan die kip hangt een (Van een onzer verslaggevers) Minister Lardinois (Land bouw) heeft enige tijd geleden aan de Tweede Kamer meege deeld, dat hij het gebruik van wildklemmen zoveel mogelijk wil beperken. Hij heeft een wij ziging in de jachtwet toegezegd, waarin het gebruik van klem men verboden wordt. Jachtopziener G. van Velt huizen uit De Steeg is het hele maal met de minister eens, „Die renmishandeling" noemt hij het jagen met klemmen. Hij heeft er wat op gevonden. Hij maakt ge bruik van kooien, waarin aas is opgehangen. Als een dier de kooi binnenkomt en van het aas eet, sluit de kooi zich en het dier is gevangen. Pijnloos. Jan Koesen had een gesprek met jachtopziener-dierenvriend Van Velthuizen. zitten. Veel wild is er op die manier verloren gegaan. Ook beschermde dieren, zoals marters, dassen en bui zerds. Wat we nou willen is een klemmenverbod". Steffen: „Minister Lardinois heeft onlangs een wetsvoorstel ingediend om de jachtwet te wijzigen. Hij wil het gebruik van klemmen beperken. En weet u dat bunzings en vossen als ze in een klem zitten, hun ge wonde poot eraf knagen. Konijnen draaien hun poot eraf'. Van Velthuizen: „Eigenlijk is het opzettelijke dierenmishandeling, want als je zo'n klem stelt, dan weet j,e dat het een ontzettende marteling voor het dier betekent. We hebben nu een stuk of tien soorten kooien. Allerlei instanties staan achter ons, de dierenbescher- soorten iets over te hebben". We lopen door het bos dat stil ligt onder een dunne laag van mist. In een meterslange kooi ligt een dood zwijn. Van Velthuizen: „Ik ben van morgen al geweest. We zullen dus waarschijnlijk niets zien". Hij wijst op het gevaarte. „We proberen de kooien steeds kleiner te maken. Je leert elke keer. Eerst gebruikten we vissnoer aan het aas. Maar wat deed Reintje de vos. Die beet eerst dat snoer kapot en ging er toen met de kip vandoor". Hij zegt het met be wondering, een stil applaus voor het symbool van dierlijke sluwheid. „Nu hebben we staaldraad". De tweede kooi is een moderner uitvoering en onttrokken aan het oog door takken. Hier schuift het deksel horizontaal over een ondiepe kuil. Van Velthuizen keurt de situa tie. „Hij heeft er aan gezeten, maar dunne draad. Als het dier aan de kip vreet, trekt hij aan dat draadje en dan slaat de deur van de kooi diicht". „Kijk, weet u wat het voordeel is van een kooi. Hij is' niet wreed, en het dier wordt niet beschadigd zodat het niet hoeft te worden afgemaakt. Men kan selectie toepassen. Als je een ree vangt, of een das, of een roofvogel, dan is er nog niets aan de hand. Je doet de deur open en laat hem gaan". „Maar een klem is niet selectief. Totnogtoe is en klem de normale manier om schadelijk wild te van gen. Ik heb ook veel met de klem gewerkt. Ik zit al 35 jaar in dit vak. Op een goeide dag had ik een klem uitgezet met aas. Dat aas kreeg ma den en daar komen ook vogels op af. Toen ik ging kijken lag een fazant in de klem en om de fazant liepen kuikentjes. Ik had er kotsge- noeg van. Ik moest de hen afmaken en ook de kuikentjes, want die kon-- den nog niet zonder hun moeder Dat mag je die dieren niet aan doen". „Er zijn jagers die zeggen dat je met mijn kooi niets vangt. Maar het vorig jaar heb ik gevangen 24 vos sen, twee dassen, een bunzing, een eekhoorn, tien buizerds, vier kraaien en drie eksters, Dat is toch niet gek, hè: 24 vossen. Want een vos is het moeilijkste dier om te vangen". „Die klemmen worden gezet om de jacht te beschermen. In de herfst worden er ik weet niet hoeveel klemmen gezet. Maar wil je een goede jacht hebben, dan moet je het schadelijk wild weghalen. Als je een klem gebruikt, dan sla je in negen van de tien gevallen de poot jes- eraf. Ik weet waar ik het over heb, ik heb het zelf gedaan met een paar collega's ben ik anderhalf jaar geleden met die kooien begonnen. Ik had genoeg van die dierenmishande ling. Ik trof er allerlei dieren aan. De mooiste dieren heb ik als een hoopje ellende in zo'n klem zien Dit is niet het gereedschap van een beul, maar een serie klemmen om schadelijk wild te vangen. ming, de antivivisectiebond enzo voorts. Het is alleen jammer dat de Nederlandse Jagersvereniging nog niet de voordelen van de kooi heeft ingezien. Dat komt omdat die jagers hun hele leven met die klemmen gewerkt hebben en daar willen ze niet van afstappen. Zij zijn nog niet helemaal overtuigd". We stappen op, in een Volkswa genbusje dat ons ploeterend brengt naar de verste hoeken van de Onza lige Bossen. Van Velthuizen, achte loos sturend: „We hebben tegen woordig zo weinig dieren. Neem nou de dassen. Die zijn wel schadelijk,, maar we zijn toch blij dat we ze hebben. Ze waren aan het uitster- TTi-.nr.Tr, ven. Het zijn nachtdieren. Ze kwa- MLSxtllE men onder de au-to of de trein. En als ze" nu ook nog geklemd worden, dan zou- het er helemaal slecht voor ze uitzien". hij trapt er niet in. Vooruit dan maar. Een kip voor Reintje". Hij maakt het staaldraad los. De derde kooi is een evolutie. Het is een rond geraamte, artistiek afge dekt met d-ennebomen, een harmo nisch geheel met het landschap. Van Velthuizen: „Die kooi was eerst los. Maar toen kwam er een keer een wild zwijn in. En wat deed ie. Die nam de kooi op zijn rug, en ging net zo lang rennen totdat de kooi om viel. We hebben hem nu maar met een stevige haak vastgemaakt aan een tak". ,En neem de buizerds. Ze zeggen da,t ie schadelijk is, maar even goed vreet hij muizen en zieke dieren. We gaan elke dag na,ar onze kooien kijken. Soms duurt het weken eer er een vos bijkomt. De vos is het slimste en veruit het scbuwste dier dat hier leeft. Als we een schadelijk dier gevan gen hebben, dan schieten we hem dood van dichtbij met een zuiver schot. Daar voelt ie niks van. Hij is in een keer morsdood. En dat is heel wat beter dan dat hij dagen in zo'n klem zit. Dieren met jongen laten we los. We proberen van alle dier- Terug in de auto zegi hij. „We willen geen herrie, echt niet. We willen alleen dat er een eind kom-t aan die dierenmishandeling. De meeste jagers willen nog niet aan onze kooien. Toen wij ze de dieren lieten zien die we met de kooi gevangen hadden, zeiden ze dat wij die uit een dierentuin gehaald had den. Daarom ben ik zo blij dat meneer Steffen foto's heeft gemaakt die als bewijs kunnen dienen. Je moet de dieren geen pijn doen. Zelfs geen vos, meneer. Want die doodt alleen maar dit zelfbehoud, en dat kun je van de jagers niet zeg gen".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 17