DE OORLOG LIJKT VER WEG OP DE REHOV DIZENGOFF VERGANKELIJKHEID OP ISRAELS BODEM REUSACHTIGE GETTO, MAAR ONDER EIGEN BEHEER GELOOT IN DE STAAT IN PLAATS VAN OUDE GELOOT DER VADEREN .■Jim', >v W De vergankelijkheid van al het aardse is een gegeven, waarmede het in Israël niet moeilijk moet zijr te leren leven. Het land staat vol ruïnes van vroegere culturen, en ongetwijfeld zit er nog veel meer ondei de grond dan er al is opgegraven. Geen wonder dat Mosje Dayan van archeologie zijn hobby maakte en er bjjna het leven bij verloor; hij is als schatgraver een uit velen, in een vooralsnog onuitputtelijk archeo logisch paradijs. Daarin is de heuvel van Megiddo niet ver van de berg Thabor een centrum, vanouds een strategisch bolwerk aan de Via Maris die Egypte verbond met Mesopotamië en Syrië, en tegelijk de poort tot de vruchtbare vlakte van Jizreël, dok bekend als 't Dal van Esdrelon, het toneel van vele veld slagen. Megiddo geldt als een symbool van strijd en verwoesting. Bier is de plaats waar naar apocalyptische verwachting aan het einde der tij den de beslissende slag geleverd zal worden, het Harmagedon waarover de Openbaring vara Johannes spreekt. Hier is gevochten door Egyptenaren en Israëlieten, Filistij nen, Perzen, Grieken, Romeinen. Hier won Gideon en stierven Achaz en Josia. De Makfcabeeën hielden er staind, en langs deze plaats voerde in 1918 Alleraby's veldtocht tegen de Turken. In 1903 begon de Duitse Godlieb Schumacher op z'n eentje in Megid- do's heuvel te graven. Van 1925 tot 1939 werd er op grote schaal gespat door de universiteit van Chicago en fin 1958 is het werk door d!e staat Israël weer opgevat. We weten nu dat hier de resten van twimtilg tot vijfentwintig steden boven elkaar liggen, die bijna veertig eeuwen overspannen tot aan de 'vierde eeuw voor Christus. Je kunt nu weer zien waar de stadspoort en de paardestal- ■lem uit de dagen van koning Salo mon geweest zijn, maar ook een offeraltaar dat onder veertien bo venliggende lagen te voorschijn is gepeld, een graansilo uit de dagen van koning Jrroboam, en een diepe tunnel naar de bron die de water toevoer voor de belegerde stad moest verzekeren. Vergankelijkheid, maar de zon schijnt en juist hier zie ik het weergaloze schouwspel van een vlucht ooievaars, vele tientallen met trage, brede, stille vleugelslag op trektocht naar nog zuidelijker streken. En doet hoop niet leven? Gaat dit ooit voorbij? Niemand kan intussen zeggen, hor hoopvol de toekomst van Israël is. De historie leert dat in dit land vele machten zijn gekomen en onderge gaan, en dat maant tot bescheiden heid. Maar verplaats je van de heu vel des doods Megiddo naar het levendige hart van Tel Aviv, letter lijk: heuvel van de lente, en je kunt nauwelijks nog geloven dat dit codt weer voorbij zou gaan of zich in zee zou laten vegen, zoals wel gedroomd is in de Palestijnse vluchtelingen kampen, en in Cairo en Damascus van de daken is geschreeuwd. In Tel Aviv heb ik uren gezeten en gewandeld langs de Rehov M. Dizengoff en gemijmerd over het beeld van Israël'dat ik rond mij zag en over de achtergronden van dat beeld. Meir Dizengoff was in 1909 één van de stichters wan deze nu grootste Hebreeuwse stad op aarde. Zestig Joodse gezinnen trokken toen uit het Arabische Jaffa weg om in het nabije duinzand een nederzet ting te vestigen naar meer moderne ideeën van woningbouw, ongetwij feld ook geïnspireerd door het visi oen over een nieuwe mannier van wonen dat Tbeodor Herzl had be schreven in het derde hoofdstuk van „Der Judenstaat", de bijbel van het zionisme die op 14 februari 1896 in Wenen werd gepublioeerd. Vianidaag telt Tel Aviv bijna een half miljoen inwoners en is Jaffa daarin nog slechts een kleine, min of meer pittoreske Arabische stads wijk, ten dele bezet door kunste naars, voor een ander deel bezaaid met etablissementen des vermaaks en overigens gestoffeerd door nijve re ambachtslieden: schrijnwerkers, schoenmakers en zo voort. Koekoeksjong Déze ontwikkeling v-an Tel Aviv roept onweerstaanbaar het beeld op van het koekoeksjong dat de oor spronkelijke nestbewoners ver bo ven het hoofd is gegroeid. Dat beeld is trouwens symbolisch voor de ge hele ontwikkeling van de staat Is raël. In Jeruzalem is op het ogen blik, in het kader van -een betwist bare machtspolitiek van voldongen feiten, precies hetzelfde aan de gang. Joods Jeruzalem had de Ara- bisch-christelijke oude stad in aan tal al lang overvleugeld, maar de aanzet is nu ook in ontwikkeling van een ring van flatbouw daarom heen, een project waaraan, para doxaal genoeg juist Arabische bouwvakkers uit bezet gebied een goede boterham verdienen. Deze Israëlische expansie lijkt mij de harde kern van de Palestijnse kwestie, die is terug te voeren op wat Herzl in 1896 al noodzakelijk noemde voor de oplossing van de Joodse kwestie. Zijn stalling, ont wikkeld onder de sterke indruk van de Dreyfus-affaire die hij-als corres pondent van de Neue Freie Presse in Parijs van nabij had meegemaakt, luidde, dat men het antisemitisme slechts doeltreffend te lijf kon gaan door de Jood zelf, die steen des aanstoots, in groten getale maar overigens op basis van vrije wil te laten wegtrekken naar een eigen land. Dat moest dan echter geen Joodse infiltratie op bescheiden schaal zijn, schreef hij, want dat is al eens geprobeerd, maar mislukte. Noodzaak van meerderheid Een infiltratie kan ook niet anders dan mislukken, meende hij, wamt zij gaat maar goed tot het onvermijde lijke ogenblik dat de oorspronkelij ke bevolking zichzelf bedreigd voelt en haar regering dwingt een verdere immigratie van Joden stop te zetten. Daarom zal immigratie altijd vruch teloos blijven, tenzij gebaseerd op een bij voorbaat verzekerde meer derheidspositie, aldus Herzl. Een profetische visie! Want in fei- te^gtag^het in Pafestina met de cies zoals hij voorspelde: er kwam een ogenblik, dat onder het Britse fnandaat het Passfieldwitboek van 1930 eerst en het MaoDonaldwitbnek van mei 1939 later, onder druk van de Arabische bevolking aain de Joodse landverwervimg en immigra tie paal en perk wilden stellen. De meerderheidspositie die Herzl noodzakelijk noemde, is sedertdien met kracht van wapenen afgedwon- Waar op de berg Moriah eens Salomon zijn tempel bouwde, staan nu twee grote moskeeën: in beeld de koepel van de rots, de moskee van Omar, en meer naar het zuiden de moskee van Aksa, waarin brandstichting niet lang geleden golven van emotie door de Arabische wereld joeg. Want deze plaats is even heilig voor Mohammedanen als zij voor joden is: de rots is voor hen het middelpunt van de aarde, vanwaar Mohammed ten hemel zou zijn opgevaren. Het bezit vdn plaatsen als deze behoort tot'de netelige kwesties van hét Palestijnse dispuut, maar daartoe internationalisatie te eisen lijkt een overdreven oplossing als het ook redelijk anders kan zijn. gen, een reohtstreeks en niet meer te vermijden effect van de verplet terende indruk die Hitiers miljoe- nertpioord op het Jodendom heeft gemaakt. Toch heeft dat wapenge weld tegelijk Herzl's grote illusie vernietigd dat de Joodse staat op vreedzame geordende manier tot stand zou kunnen komen. En daar mee verloor het middel veel van de doeltreffendheid die heim voor ogen stond. Bolwerk tegen barbaren Als vestigingsplaats voor zijn staat liet Herzl iin 1896 nog de keuze open tussein (een deel van) Argenti nië en „ons historische tehuis" Pa lestina, toen al eeuwenlang onder Turkse heerschappij. „Als zijne ma jesteit de sultan ons Palestina wil geven, kunnen wij in ruil de sane ring van de financiën van zijn hele rijk op ons nemen", schreef Herzl. Maar ook „zouden wij daar een deel kunne-n vormen van het bolwerk van Europa tegen Azië, een voorpost van de beschaving tegenover het barbarendom". Het leidt geen twijfel dat Herzl met die barbaren de Mohammeda nen bedoelde, want alleen voor de christelijke heiligdommen b.ad hij een exterritoriale status onder be scherming van de Joodse staat voor zien. Uit zijn opstelling spreekt min achting voor de Arabieren en de Arabische cultuur, een westerse wortelvergiftiging, die helaas het zi onisme negatief is blijven belasten. Wamt ik moet vrezen, dat ook onder jonge Israëli's van vandaag die minachting leeft, nog afgezien van hun begrijpelijke weerzin tegen de sluipmoord ails onderdeel van een guerrilla. Tekenend is misschien het wrange mopje datt mijn Joodse gids mij onderweg in bezet Judea vertel de: als een Arabier mij vroeger lamigs de wieg trok, zat hij op die ezel en liet zijn vrouw er achter lopen. Tegenwoordig loopt de vrouw voor op, wamt er konden wel eens mijnen liggen.... Desondanks kan ik evenmin ver geten, dat tussen Herzl en vandaag de verschrikkelijke consequentie ligt van het aniti-semitisime (in oor sprong geen Arabisobe maar een christelijke uitvinding) in de Duitse miljoemenimoord. De tragiek van de historie Is, dat juist westerse barba ren het bolwerk van een Joodse staat tot een veel grotere noodzake lijkheid schenen te maken dan zelfs Herzl kon voorzienHeeft juist het westen niet onweerstaanbaar gedre ven tot de verovering en verdedi ging van een eigen domein, een ge waarborgde wijkplaats voor alle be dreigden, een land om Joods te le ven voor wie dn Europa vereen zaamd achterbleven, een nieuw Joods ideaal? Ik wil graag bekennen dat de aanblik van dit land mij ontroerd heeft, juist om het besef hier men sen te zien die eindelijk zichzelf kunnen zijn, eigen baas in eigen huiis, na zoveel vervoigiing en discri minatie. En men kan dan wel zeg gen dat de staat Israël als een reus achtig getto in de plaats is geko men van zovele getto's dn Europese steden, maar dit is er dan tenminste één naar eigen keuze dn eigen be heer. Waaromheen nochtans onder Arabische hypotheek de bedreiging gebleven is, een leven dat staat of valt met de steun van de Verenigde Staiten. die bijv. leidt to it hieit stilleggen bet orpenbaar vervoer, maar dat dat 'er eensigeaiind Mig wordt gedacht. De klaagmuur in Jeruzalem is-een restant van de westelijke muur die eens de hof van de tempel, in 70 na Chr hoor de Romeinen verwoest, omringde. Een heilige joodse plaatssedert 1967 in de ruimte gezet van een open ter rein waarvoor een dichte bebouwing sneuvelde. Rechts treden de vrouwen, links de mannen tot de muur met gedekte hoofden. Zij leggen hand en hoofd tegen de stenener wordt gebedener is ook veel toerisme en commerciële foto grafie, vijf pond voor twee kiekjes de het thuis goed kunnen doen. Vanaf de hoge huizen rondom houden soldaten het terrein onder schot, goedmoedige reservisten op leef tij d, maar wel van walkie-talkie voorzien. Er is ook controle bij de toegangen, speciaal op tassen en pakjes. Terzijde wordt diep onder pelgrimsniveau naarstig gegraven: daar liggen de brokstukken van de tempel van Salomon, die in 960 voor Chr. werd gebouwd en in 587 door de Babylo- niers verwoest. In 520 bouwde Jeruzalem de tweede. Kosmopolitisch Israël is een land dn oorlog. Veer tig pet. van de staatsuitgaven gaat naar defensie, 5,5 miljard gulden, een reusachtige belasting als men vergelijkt met Nederland, dat ruim viermaal zoveel inwoners telt maai nog geen 13 pet. aan defensie be hoeft te bestedein, rond' 4 maljiard. Toch laat zich in Tel Aviv deze situatie gemakkelijk vergeten. Men moet zich de Israëli niet voorstellen naar het populaire beeld van de waakzame pionier in de kibboets, de hand aan de ploeg en een machine pistool onder bereik van de andere. In de 235 kibboefzim woont maar 3 pet. van de bevolüng, rond 84.000 mensen, tegenover 82 pet. in de steden en stedelijke gebieden: 2.3 mEjoen. En de herkomst van die stedelijke .bevolking is kosmopoli tisch als nergens elders ter wereld Vanaf het vliegveld led begin ik met een Franse taxichauffeur, eet 's avonds blinrtzes uit een Roemeense keuken, de kelner komt uit Krakau, mijn gids is geboren in Egypte. De burgers van Israël komen uit alle landen, en blijven komen. Onder de nieuwsten: 223 immigranten uit Chili en de 3 miljoenste inwoner: uit Rusland. Uit heel die kosmopolitische we reld trekken de kinderen en kinds kinderen op de Rehov Dizengoff voorbij, een eindeloze, opgewekte pantoffelparade in de zwoele avond. Er bestaat hier duidelijk niet zoiets als een uniform „Joods" type, maar Ester Ofarim is er duizendvoudig in alle maten en soorten, hooggehakt, gelaarsd, maxi, mini, broeken, hem den, alle kleuren van de regenboog, al wat hip is in de wereld, de jongens ook, baarden, snorren, leren vesten. Er zijn geen brommers, geen fietsen, veel gaat in autobussen, er wordt weinig of geen alcohol ge dronken, de jeugd zit aan de zee, het militaire element is uiterst schaars, er moet een enorme reserve zijn aan miet-gemobiliseerde man kracht. Aan de Middellandse Zee zie ik ©en skyline van moderne hotels: Sheraton, Halton, Dan Samuël, zuid waarts rijst de Sbalom-Mayer-toren naar de sterren, ik tel tegelijk zeven vliegtuigen die knipperend rondcir kelen in afwachting van hun beurt op Lod. Een moderne stad, een dagelijks leven dat nauwelijks zal afwijken van dat in Nederlandse nieuwbouw- buurten, niets om op diit punt te idealiseren, behalve die ene: hier wonen wij de kinderen van een volk dat overal elders vroeg of laat verworpen en vervolgd werd. Land van belofte Nu kan men zich de vraag stellen, of het cement dat deze nieuwe Is raëlische staat bindt diezelfde kracht is waarop door de eeuwen heen naar de mening van Herzl de feitelijke samenhang va/n het Joodse volk in de verstrooiing heeft berust: het ge loof der vaderen. Dat is geen theo retische vraag, wainit op dat geloof wOTdt vaak de aanspraak gefun deerd die de Joden op bet land van Israël zouden kunnen laten gelden, een land dat hen door God zou zijn beloofd. Een aantal hedendaagse katholieke bijbelgeleerden ontkent dat Gods belofte iets te maken zou hebben gehad met een blijvend exclusief Joods reoht op bepaalde grond. Dat recht is trouwens door Herzl ook niet opgeëist, want anders zou hij niet serieus Argentinië hebben ge noemd als mogelijkheid tot vestiging van een Joodse staat. Deze dacht hij zich bovendien uitdrukkelijk niet als een theooratie. Hij stelde strikte scheiding van staat en religie voor en wijheid van levensovertuiging de rabbijnen moeten evenzeer binnen hun synagogen blijven als de solda ten binnen hun kazernes, schreef hij Israël is dan ook geenszins eer theocratie geworden, en het span ningsveld dat het geloof der vaderen ex biedt, valt te vergelijken met dt rol van de kerken in grote delen van het zogeheten christelijke Wes ten. Er is een duidelijke sabbatvie- Ik denk voorts dat veel Israëli's net zo min „kerks" zijn als veel Europeanen: het vrome gebeuren in de synagogentrekt hen niet aan, bepaalde hoogtijdagen eventueel uit gezonderd. En voor het oude geloof der vaderen lijkt vaak het nieuwe geloof in de staat Israël in de plaats gekomen. U moet ook niet vergeten, zei me een jonge Israëli, dat de strenge wetten van bet Jodendom juist in de verstrooiing zijn tot stand gekomen of ingescherpt als een middel om eigen identiteit te bewaren onder moeilijke omstandigheden. Hier en nu iis daar minder behoefte aan. Dat klonk mij redelijk, maar er speelt ook nog een ander gegeven mee: het Jood-zijn lijkt vaak min der gefundeerd op een geloofs- dan op een sotidaritedtsgemeenschap, met een juridisch criterium als basis: Jood is, wie uit een Joodse moeder geboren werd. En Jood is wie zich Jood voelt, wait hij verder ook moge geloven, ja ai is hij atheïst. Solidariteit Daarom weet ik ook niet wat in de historie het meest zal hebben bijgedragen tot haf behoud van die kern van de Joodse gemeenschap die onoverwinnelijk is gebleken, hoe afschuwelijk ook vaak de uiterlijke omstandigheden: solar idari telt of ge loof. Wellicht was het een verstren geling van die twee in trouw, aan wiet, wijsheid en tradities. Hoe dan ook: van het geloof uit gezien was de vestiging van de staat Israël niet noodzakelijk een aan tal orthodoxe Joden meent duidelijk het tegendeel maar onmiskenbaar is zij een produkt van Joodse soli dariteit en als zodanig een histori sche realiteit met een zo complexe en diepgewortelde achtergrond, dat ik niet zie hoe hij nog ongedaan gemaakt zou kunnen worden. Tenzij iemand daar een wereldoorlog voor over heeft. Men moet natuurlijk toegeven dat dit soort realiteiten in de wereld tot stand pleegt te komen op basis van het recht vam wie ter plaatse het sterkst blijkt. Vele landsgrenzen op aarde zijn oorspronkelijk in bloed getrokken, en het is met die van Israël niet anders. Dat beantwoord, niet aan de boodschap vam wede die de historische roeping van het uit verkoren volk lijkt te zijn, maar de buitenstaander heeft achteraf ge makkelijk praten: de realiteit was dat de Joodse solidariteit in 1948 een krachtiger vuist kon maken dan de Arabische. En tot nog toe lijkt dat zo te zijm gebleven. Op papier hadden de Joden destijds net zo min een kans als David tegen Goliath, maar het beslissende verschil moe wel geweest zijn dat de Arabieren g©en Auschwitz achter de rug had den en als semieten nooit onder amti-semitism© hadden geleden. Palestijnen Hoe nu echter verder? Het is uitgesloten dat de klok nog ooit kan worden teruggezet naar het Pales tijnse verdelingsplan dat op 29 no vember, 1947 door de Verenigde Na ties werd aanvaard. Er woonden toen 508.099 Joden in Palestina. Be zijn er nu vijfmaal zoveel. Zij heb ben bovendien het lamd van aan schijn veranderd en er stedelijke en agrarische ontwikkelingen van enor me omvang tot stand gebracht, al ontbreken ook de pittoreske restan ten van een primitiever verleden niet. Zoals het treintje waarmee ik van Jeruzalem naar Tel Aviv reisde een lokaalspoortje naar de beste ro mantische tradities, compleet met df kans dat onderweg in de bergen nc.; ergens voor het stationnetje van Ber Shsmesh het geslinger en het geflui plotseling zullen ophouden omdat df rails worden opgeblazen. Het verdelingplan 1947 is dus ach terhaald, maar een aantal rechten van de Arabische Palestijnen, de basisbevolkinig van de vluchtelin genkampen, is ongetwijfeld geble ven, om te beginnen oorspronkelijke eigendomsrechten op grond, huizen, zaken. Dat lost men niet op met te zeggen dat ze dan maar niet hadden moeten weglopen, ook al mist omdat daarbij in de hitte van het gevecht adviezen van Britse kant een rol schijnen te hebben gespeeld, een feit dat mij in 19S6 ook door vluch telingen in Jordanië is verteld. Moet of kan er alsnog in Palestina naast de Joodse ook een Arabische staat komen? Ik zou er niet aan willen twijfelen, dat de Arabische Palestijnen een eigen identiteit heb ben, die hen bijvoorbeeld in Jorda nië duidelijk onderscheidt van het woestijnvolk waaruit Hoessein zijn trouwste soldaten wint. De Palestij nen achten zich beter, beschaafder, boven de bedoeïnen verheven, en of dat nu al dan niet waar is: verschil lend zijn zij zeker, al hebben ze dan nooit staatkundige onafhankelijkheid gekend. Maar ik zou me kunnen voorstellen dat ze die alsnog kunnen krijgen, waarbij de Jordaanvallei de aangewezen plaats lijkt, eventueel tn de vorm van een dubbelmonar chie onder koning Hoessein, al heb ben de bloedige gevechten van de laatste maanden de kansen daarop zeer verkleind. Onzeker Hst lag m de lijn van Herzl's denken, dait de oorspronkelijke be volking van het gebied waar hij zich zijn Joodse immigratie- met voorverzekerde meerderheidspositie voorstelde, ten volle in de maat schappelijke voordelen van die im migratie zou delen. De Joodse kolo nisten zouden het land openleggen en ontwikkelen, en dat zou ook het levenspeil van de autochtone be volking omhoogbrengen, aldus Herzl, een typisch paternalistisch-koloniale visie waarmee men nu natuurlijk weinig meer kan beginnen. Zij zou immers tot «en soort Zuid-Afrika leiden, met de Arabische Palestijnen als de Banxoes van het Nabije Oos ten, al dan niet in een reservaat met eigen lokaal bestuur, een onver draaglijke gedachte, geen oplossing Maar ook een Palestijnse staat in de Jordaanvallei zou moeilijk aan zo'n situatie van (economische) afhanke lijkheid kunnen ontkomen, gegeven de achterstand waarmee hij zou mosten starten. Moet de oplossing dam toch komen van een hervorming in Israël zelf? Misschien, maar ik zie dat niet ge beuren zolang de Arabische landen de harde realiteit van de Joodse staatkundige aanwezigheid en de primaire consequenties 'daarvan niet als uitgangspunt voor eigern hande len aanvaarden. Want vruchtbare bezinning over de toekomst van het zionisme zal men van de Joden zelf pas kunnen verwachten, als hun ei gen huis niet langer van buiten af n zijn naakte bestaan wordt be dreigd. Tot dan kan ik alleen maar hopen, lat de jeugd van de Rehov Dizen goff en die uit de Palentij nse kam pen elkaar nog eens in vrede eii vriendschap zullen ontmoeten, en niet onder de schaduw van Megiddo,

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 9