Rusland heeft eigen soort inflatie 125 jaar geleden geboren, nu nog omstreden ER IS WEL GELD MAAR TE WEINIG TE KOOP binnenland buitenland Anarchisme Proletariërs Recht voor allen Splijtzwam NIEUWENHUIS DOMELA FERDINAND die hij op weg heeft geholpen tot een stuk zelfbewustzijn. Toch, zijn talrijke vrienden laten hem niet in de steek. Hij heeft alles, zijn vermo gen, zijn bezittingen, vrijwel alles geofferd in de strijd. Een fonds voorkomt dat hij in bittere armoe zal moeten sterven. Vreugde beleeft hij aan zijn zoons, die de voetsporen van hun vader betreden. Met intense belangstelling hij het is nog wat eerder de grote spoorwegstaking, welks fing hij als verrraad aan de ervoer. Maar als dan later, bij de „machtsgreep" van Troelstra, grijze, Domela in Amsterdam schijnt om een vergadering toe spreken samen met andere socialis ten van het eerste uur, dan dreunt Amsterdam op zijn grondvesten. De oude Lutherse predikant, de vecht jas voor een betere, rechtvaardiger wereld, krijgt een minutenlange ovatie van de mannen en vrouwen die hij in een jarenlange strijd is voorgegaan. Als ten slotte Ferdinand Domela Nieuwenhuis ten grave wordt gedragen, begeleiden tiendui zenden hem naar zijn laatste rust plaats. Een hoofdstuk in de sociale geschiedenis van ons land werd daarmee afgesloten. Dit boek van Evert Zandstra is een postume hulde aan deze wak kere, eerlijke, bezeten man. Immers, Domela Nieuwenhuis kan met een gerust geweten de eerste socialist genoemd worden, die dit slapende land tot actie bewoog. Die talrijken de ogen opende voor de afschuwelij ke misstanden in fabrieken en be drijven. Die de onderworpenheid van de arbeider ontdekte en er een anti-christelijke houding in ontdek te. En, Zandstra laat dat verschillen de malen duidelijk merken, door alles heen schijnt het beelid van Christus bij deze strijder hein voor ogen. Zoals hij was, zoals hij het zei, zo moest, zo behoorde het te zijn. Dat hij als het ware vanzelf af gleed naar het anarchisme is niet zo verwonderlijk als men zijn maat schappijbeschouwing in die omstan digheden nader beziet. De samenle ving van toen was geen ordelijke samenleving. Het was een wanorde, een chaos vol onrecht, wreedheid en liefdeloosheid, waarvan in het bij zonder de duizenden proletariërs het slachtoffer waren. Welnu, wilde men orde in de wanorde scheppen, dan was het noodzakelijk een ande re maatschappij te creëren. Wonder lijk daarbij is zijn vriendschap met Multatuli die er totaal andere ideeën een soort verlicht despotisme op na hield en het heil verwachtte van een of andere vroime, sociale vorst of weldoener. Wel hadden bei de mannen gemeen hun liefde voor de onderdrukte en machteloze massa arbeiders. Ferdinand Domela Nieuwenhuis Evert Zandstra bewijst het met die werkelijk uitstekende boek verdient een ereplaats in de sociale geschiedenis van ons volk en niet de plaats, waar hij zo vaak wordt ge zet: in de rij van oproerkraaiers en revolutionaire godloochenaars. Fer dinand Domela Nieuwenhuis, hon derd vijfentwintig jaar geleden gebo ren. heeft onschatbare betekenis ge had voor de sociale ontwikkeling van land en volk. Het boek van Zandstra wensen wij in vele banden, omdat na zovele jaren het beeld van Domela zuiver der, eerlijker en op-rechter overkomt dan totnogtoe het geval is geweest. DICK HOUWAART MOSKOU (AP) Alex en Loedmila hebben de laatste acht jaar in dezelfde Moskouse flat gewoond. Zij betalen dezelfde huur als acht jaar geleden. Loedmila betaalt hetzelfde als tien jaar geleden voor brood en aardappelen en voor, alsze er zijn, eieren en vlees. Sokken, kousen en nylon hemden zijn in prqs gedaald, kostuums en jassen zijn ongeveer hetzelfde gebleven. Betekent dit dat Alex en Loedmila vrij zijn gebleven van de kwaad aardige inflatiekwaal welke in zovele westelijke landen om zich heen grijpt? Het antwoord is ten dele ja en ten dele neen. Er is een Sovjet stijl van inflatie, maar die werkt anders dan die in het westen. Dit is nauwelijks verrassend, gegeven het grondverschil tussen de vrije onderneming van het westen en het centraal geplande en streng gecontroleerde Sovjet-systeem, tussen de rijkdom aan beschikbare consumptiegoederen in het westen en de Russische tekorteneconomie. Reeds sinds lang volgt de Sovjet-Unie de politiek dat de enige rich- ting waarin de prijzen zich kunnen bewegen omlaag is. Op een paar uitzonderingen na heeft die politiek tot nu toe stand gehouden. De prijzen voor de meest primaire levensbehoeften zijn stabiel, maar die voor auto's, wodka en cognac en een aantal weelde-artikelen zijn scherp gestegen. En de betrekkelijk kleine hoeveelheid ingevoerde westelijke artikelen zijn hier vijf keer zo duur als normaal in het buitenland. Het feit dat deze hooggeprijsde artikelen vrijwel onmiddellijk nadat zij in de winkels komen uitverkocht zijn, is een bewijs voor de Sovjet stijl van inflatie. Economen noemen dit „beteugelde inflatie" een overmaat aan koopkracht voor beschikbare goederen. Het betekent dat de Russen geld in hun zakken hebben, maar dat er niets is om dit geld aan uit te geven. De roebels behouden hun waarde voor de dagelijkse behoeften, maar roebels die daarna overblijven verliezen snel hun waarde. De meu belen, de huishoudelijke voorwerpen, de stereo-sets, de auto welke een familie zich graag zou aanschaffen, ze zjjn herhaaldelijk niet beschik baar. Wat doen de Sovjets met dat overschot aan roebels? Sommige worden gebruikt voor luxe-artikelen tegen hoge prijzen, maar daar zijn er niet genoeg van om het overschot te absorberen. Sommige Russen kopen wodka en drinken overmatig, maar dat zint niet iedereen. Grote bedragen aan roebels gaan daarom naar spaarrekeningen en dit is de voornaamste maatstaf voor de beteugelde inflatie. Midden 1970 bedroegen de spaargelden In totaal 43,8 miljard roebels <175 mil jard gulden). Sinds 1967 zijn de spaargelden jaarlijks met 50 procent toegenomen en de laatste twee jaar met nog meer. In de eerste zes maanden van 1970 hebben de Sovjet-burgers volgens de officiële cijfers 5,4 miljard roebel op spaarrekeningen gezet. Aangezien er overschotroebels in omloop zijn en de Sovjet-economie niet alle goederen produceert die de mensen willen, bereiken de prijzen voor schaarse artikelen fantastische hoogten. Toeristen uit het westen bemerken dit als zij benaderd worden door jongens die kieren van hen willen kopen tegen vele malen de normale prijs. Op de vrije markt van de boeren kost een roos vijf roebel (27 gulden) en tomaten gaan des winters van de hand voor vijf roebel per kiio. Naar westelijke maatstaven gemeten zijn dit onrealistische prijzen in een land waar het gemiddelde loon in de steden 125 roebel <500 gulden) per maand bedraagt. De Sovjet-inkomens zijn ongeveer met vijf procent per jaar gestegen. Behalve door hen in de allerlaagste inkomensklasse, die de roebels kunnen gebruiken om meer te kopen aan noodzakelijke levens behoeften, is er weinig te doen met de meer verdiensten. Veel daarvan gaat naar de spaarbank in de hoop dat het geld uiteindelijk besteed kan worden aan een auto of een datsja, het zomerhuis van stads, bewoners, of aan dure kwaliteitsartikelen welke beschikbaar komen. Hoewel het officieel de politiek is om de prijzen in bedwang te houden, heeft men voor bepaalde artikelen de prijzen laten stijgen. Maar die stijgingen worden berekend en gaan eerder sprongsgewijs dan geleidelijk over een breed front zoals bij de inflatie van het westen. Die stijgingen staan op zich zelf en spruiten soms eerder voort uit maatschappelijke of politieke motieven dan uit zuiver economische. Dit is het geval met wodka. De betere soort kost 3.62 roebel (14,50 gulden) per fles, 30 procent meer dan vorig jaar. De cognac is in prijs verdubbeld en de champagne is 50 procent omhoog gegaan. Het effect is dat de koopkracht wordt weggezogen en de winsten die de staat op die artikelen maakt toenemen. De hogere prijs past ook in de officiële campagne om het alcoholisme af te remmen. De invoering dit jaar van een nieuw model van de Volga bood de gelegenheid om de prijs van deze auto met 60 procent te verhogen tot 9200 roebel (36.800 gulden). Onbelangrijke veranderingen in de kleinere Moskovitsj deden de prijs stijgen met 400 roebel tot 4900 roebel (19.600 gulden). Niettemin zijn er zelfs bij deze prijzen meer kopers dan beschikbare wagens en de grote prijsstijgingen zijn niet te vergelijken met de sluipende westelijke inflatie. De economische plannen voor dit jaar houden grote stijgingen in van de produktie van consumptiegoederen, ten dele ingegeven door de eenvoudige economische noodzakelijkheid; een uitlaat te bieden voor consumptieroebels. Luxe artikelen gijn in Rusland vrijwel niet te koop, hoewel de Rus er best geld voor heeft. De laats te snufjes op modegebied zijn er wel, maar in geer beperkte voorraad. Twee generaties anarchisten: Roel van Duijn bij het standbeeld van Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Aan het einde van dit jaar is het honderd vijfentwintig jaar geleden, dat Ferdinand Domela Nieuwenhuis in een Amster dams grachtenhuis werd geboren. Ferdinand Domela Nieuwenhuis is een naam, die nu nog bij velen huiveringwekkende herinneringen oproept. Als het al niet uit eigen herinnering is dan toch wel zeker van horen zeggen of van lezen. De christen, die anarchist werd. De man, die in het o zo burgerlijke Nederland de gemoederen wist op te zwepen, de man ook, die zijn familie van zich vervreemdde, die de politie en de regering in verlegenheid en in moeilijkheden bracht, de man ten slotte die nu meer dan vijftig jaar geleden een bijna nationale begrafenis kreeg toen zijn arbeiders hem ten grave droegen in zjjn geliefde Amsterdam. Ferdinand' Domela Nieuwenhuis heeft in een voortreffelijk en onge meen boeiend boek van F.vert Zand stra, uitgegeven bij Contact te Am sterdam postuum eerherstel gekre gen voor het brave burgerdom, dat nog steeds rilt en beeft bij de ge dachte, dat de geest van Nieuwen huis nog eens levend zou kunnen worden. Ferdinand Domela Nieuwenhuis Evert Zandstra heeft een roman van dit leven geschreven. Een ro man, vol historische feiten, maar dan zo, dart er een mens uit tevoor schijn komt, die even sympathiek is als boeiend en meelijwekkend. In diit boek, getiteld „Vrijheid", proeft men de emoties van dit leven, er vaart men de diepe haart, die Dome la Nieuwenhuis moest dragen, on dergaat men ais het ware zelf het leed, dat deze moedige man, chris ten, socialist, anarchist, idealist heeft moeten verwerken. Ferdinand Domela Ndeuiwenhuis werd geboren als zoon van een Lu thers predikant in een vroom, dege lijk en liefdevol gezin. Zijn hele leven lang, door alle moeilijkheden, verguizing en bewondering heen, blijft hij een diepe verering en gro te liefde koesteren voor zijn vader en moeder. Heel dit roerige en op standige leven door blijft die chris telijke opvoeding hem parten spelen en steeds opnieuw komt het hem voor ogen hoezeer christendom en naastenliefde van elkaar zijn afge dreven en hoe in feite die begrippen in het maatschappelijk leven elkaar zouden moeten dekken. De jonge Ferdinand groeit in dit fijne gezin op en is voorbestemd als predikant van de Lutherse kerk door hert leven te gaan. Hij huwt een vrolijke jonge dochter en komt in Harlingen terecht. Tussen haak jes: Evert Zandstra beschrijft op een bijna Hildebrandtachtige wijze de huiselijke toneeltjes van Ferdinands ouderlijke huis en roept daarmee beelden op, die zo echt 19e eeuws zijn als maar mogelijk is. In Harlingen en later in Bever wijk en Den Haag ontdekt Ferdi nand dart er nog andere groepen in de samenleving zijn dan die welke hij heeft leren kennen: armoedzaai ers, proletariërs, arbeiders, die geen droog brood te eten hebben. Hij wordt eigenlijk een vreemde domi nee. Hij krijgt de bijnaam van de .Sociale dominee". Ferdinand Dome la Nieuwenhuis heeft wel belang stelling voor de geestelijke waarden in deze wereld, meer zelfs hij leeft er bij. maar langzaam maar zeker ontdekt hij dat die geestelijke waar den meer betekenis hebben naarma te men het in dit leven gemakkelij ker heeft. Als hij op huisbezoek gaat, vraagt hij niet naar het geestelijk welzijn van zijn wijkbewoners, maar naar hun lichamelijk en menselijk wel zijn en hij komt tot ontstellende ontdekkingen. Zijn sociale preken trekken de aandacht. Een daardoor trekt hij ook volle kerken met alle rancuneuze en rampzalige gevolgen van dien. De jonge, enthousiaste predikant slaat aan de studie. Een andere studie dan totnogtoe. Hij ont dekt dat anderen de „sociale kwes tie" hebben, gesteld en er oplossin gen voor hebben bedacht. Domela Nieuwenhuis is nog lang niet zo ver, dart hij die oplossingen aanvaardt, maar wel worstelt hij er mee. De situatie in het deftige Den Haag wordt onhoudbaar. Materieel en geestelijk dwaalt hij van zijn geboortekerk af en onvermijdelijk komt de breuk. Hij preekt afscheid. Het begin van het einde van zijn conventionele christendom, om een bekende theoloog te citeren. Maar niet alleen maatschappelijk staat Domela Nieuwenhuis bij de wrakstukken van zijn carrière. Ook in huiselijke kring blijft het leed hem niet gespaard. Zijn grote liefde Johanna sterft in het kraambed. Zijn héle verdere leven zou Ferdi- nand zich deze sublieme vrouw her inneren en haar liefhebben, ondanks het feit, dat hij nog twee Johanna's in het kraambed zou verliezen. Intussen hadden de arbeiders de proletariërs de „lucht-mensen", zoals Meyer Sluyser dat eenmaal zo tref fend uitdrukte, Domela Nieuwenhuis ontdekt. Ze kwamen al bij hem in de kerk om naar hem te luisteren, maar toen hij eenmaal los —m die kerk zich helemaal kon 'ten voor het werk ten behoeve van dit arbeidersproletariaat, werd de aan trekkingskracht sterker. Zijn forse, rijzige gestalte, zijn wapperende manen, zijn indrukwekkende stem, zijn enorme gezag en bovenal zijn liefde voor deze maatschappelijke underdog, hadden geen aanbeveling nodig. Hij richtte het blad „Recht voor allen" op. Hij bereisde stad en land en, hoewel aanvankelijk toch niet overal met evenveel vriendelijkheid ontvangen, slaagde hij er als een echte volkstribuun de stem van het machteloze volk te worden. Hij ver tolkte wat die machtelozen voelden, dachten, wilden. De kreet „Domela komt" was enkele jaren later vol doende om honderden, ja duizenden naar de zalen en velden te lokken om hem te horen spreken. Domela werkte als een bezetene. Hij vrees de tijd te kort te komen om zijn werk af te maken. Hij stichtte cur sussen, regelde volksopvoedings werk. kortom, dag na dag, en uur na uur werd in dienst gesteld van het proletariaat. Domela Nieuwenhuis werd niet alleen een geliefd man, hij werd ook een gevreesd man en meermalen werden politietroepen ingezet om de orde te bewaken. Ondanks die ar beid, vond hij tijd om te studeren, om grotere reizen te maken en ken nis te maken met andere revolutio nairen uit het Europa van die dagen. Marx heeft hij gekend, David Frie- drich Strausz, Cesar de Paepe, naar wie hij een zoon noemde, Wilhelm Liebknecht, Kropotkine, Lasalle, La- farque, Bakunine, Ferrer en zovele anderen, die een belangrijke rol speelden in de soeialistisch-anarehis- tische wereld van die tijd. Aan de lopende band schreef hij, in verschillende talen, brochures, schotschriften, strijdschriften en ar tikelen over de „sociale kwestie". En steeds opnieuw drong het door, dat deze man bewogen was met het lot van de tienduizenden pau pers, die werden uitgebuit door een meedogenloos kapitalisme en libera lisme. Nieuwenhuis draaide op voor een soort majesteitschennis. Achit maan den lang werd de energieke, strijd bare man cellulair opgesloten, maai de verbittering en de bewondering van zijn aanhangers, vele duizenden, werd er niet minder om. Hij werd gekozen in de Tweede Kamer om van daaruit de strijd enige jaren voort te zetten. Van toen af evenwel beginit de splijtzwam in zijn beweging te ge dijen. De parlementairisten en de anti-parlementaristen strijden om het hardst. Domela zelf glijdt af naar het anti-parlementarisme. Het zal zijn eerste grote botsing worden met de toen nog jonge Pieter Jelle Trdelstra. Pikante bijzonderheid daarbij is, althans Evert Zandstra vermeldt ze, dat Troelstra als jong advocaat solliciteerde naar de func tie van redacteur van „Recht voor allen". Het salaris dat hem daarbij werd aangeboden was te weinig en Troelstra bedankte voor de eer. De splijtzwam is er en van die datum af scheiden zich de wegen van de eerste Nederlandse socialist en zij, die na hem kwamen. Domela wordt oud. geteisterd door persoon lijk verdriet, verlaten door de velen, 1 Domeia Nieuwenhuis in hit „redo&iikmloe?' w» mjn W«4 HRecht voor allen".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 13