4* ENGELAND: DE ZIEKE MAN VAN EUROPA Henry Ford II tikt Britten op de vingers Ver kade-kassier had tien jaar vrij spel EIS 4 JAAR IN MILJOENENFRAUDE binnenland buitenlan Onzin Zelfmoord Onmogelijk Nieuwe fabriek Moeilijk Gebrek Een miljoen „Is die gouden broche van jou al tien jaar oud? Waanzinnig, zeg. Lijkt me een goed idee om es een nieuwe te kopen." Schade ingehaald. Rondgekeken bij de j uwelier. Modieuze broche gekocht. Kostte f 110.-. Echt goud natuurlijk. De juweliers Tan Nederland. Geniaal VRIJDAG 19 MAART 1971 (Van onze Londense correspondent) LONDEN De Amerikaanse aitipkopiug Hcij^y Ford IJ, die deze week met premier Edward Heath kwam lunchen, heeft het de Britten allemaal netjes in hun gezicht gezegd. „Er scheelt niets aan Ford van Groot-Brittannië," verklaarde hij, „maar wel aan jullie land. Wij zijn niet van plan om nieuwe investeringen te doen in een land dat voortdurend met arbeidsproblemen worstelt." Ford zei bovendien, dat de Britse afdeling van zijn auto-imperium wagens van inferieure kwaliteit produceert. Bij wijze van voorbeeld noem de hij de Brits Capri. „De Duitse versie van dit model is stukken beter afgewerkt," zei Henry Ford. „Amerikaanse dealers willen zelfs geen Britse Capri's meer verkopen." brieken van centraal Engeland. „Ónze strijd is een late poging om industriële rechtvaardigheid tot stand te brengen", beweren de sta kers van Dagenham, een Londense voorstad die leeft van Ford's grootste fabriek. Henry Ford II blameerde irn dit verband niet alleen de Britse ar beiders. „Slechte kwaliteit is niet enkel een gevolg van slecht werk", zei hij. „Ze wordt ook ver oorzaakt door gebrek aan kennis, slechte machinebouw, slechte ge reedschappen, slechte ontwerpen en slecht bestuur". De waarheid doet vaak pijn en de Britten zijn een veel te trots volk om zich nederig op de vin gers te laten tikken. „Henry Ford H is een arrogante kerel", reageer den ze. „Iedereen weet, dat Britse wagens de beste ter wereld zijn. Bovendien werkt niemand zo hard en zo goed als wij". De feiten bewijzen echter, dat Henry Ford H de industriële situa tie van Groot-Brittannië volkomen door heeft. In regeringskringen geeft men trouwens toe, dat hij de zaken niet overdrijft. Tory-premier Heath gaf Henry Ford II deze week persoonlijk de verzekering, dat zijn regering alles in het werk zou stellen om van de zieke man van Europa", zoals Groot-Brittan nië tegenwoordig vaak genoemd wordt, weer gauw een gezonde knaap te maken. Toen Ford uit Londen vertrok, was het tiem evenwel met aan te zien, dat hij in deze stunt geloofde. De 22 Blitse Fordfabrieken lig gen nu al zeven weken stil- Vijf tigduizend arbeiders staken voor hogere lonen. Dit conflict heeft Ford al ruim 500 miljoen gulden gekost. Iedere dag komt daar nog 17. miljoen gulden venlies bij. De stilstand veroorzaakte tot nu toe een productieverlies van ruim 94.000 wagens. „Ford of Great Bri tain" wordt voortdurend geplaagd door arbeidsgeschillen. Vorig jaar hebben de arbeiders in de 22 fa brieken hun werk 155 keer neer gelegd. Het totale produktieverliës bedroeg toen naar schatting 20 miljoen pond. In 1969 leed de maatschappij eveneens wegens sta kingen een verlies van tenminste 39 miljoen pond. Ford's directie noemt de huidige looneisen „een aanwijzing om com merciële zelfmoord te plegen". De arbeiders en hun 15 vakbonden zijn het daar echter niet mee eens. Ze eisen „pariteit met hun betere betaalde collega's van de autofa- De stakende arbeiders eisen loonsverhoging van 12 tot 16 pond per week, die de bedrijfskosten met 43 miljoen pond zouden doen toenemen. De directie beweert, dat zij zich dergelijke uitgaven onmogelijk kan veroorloven. Vol gens de stakers is dit onzin. Zij wijzen op het feit, dat de arbei ders van Chrysler in Coventry meer dan 38 pond per werkweek van 40 uur verdienen, terwijl het basisloon van Morris' arbeiders in Oxford 42 pond voor 40 uur be draagt. Bij Ford bedraagt het gemiddel de weekloon omstreeks 38 pond. Voor dat geld mo-eten de arbeiders van Dagenham en de overige Ford fabrieken echter veel langer wer ken. De gemiddelde werkweek van Ford's arbeiders komt op 47.2 uur. De directie is van oordeel, dat zij haar 'personeel goed betaalt- Zij is bereid om een gemiddelde loons verhoging van 4.10 pond toe te kennen en zweert, dat zij dit aan bod in geen geval zal verbeteren. De vakbondsleiders van de stakers geloven echter, dat Ford na ver loop van tijd wel zal inbinden. „Het is een kwestie van volhou den", beweerden zij. En de staking duurt voort. De Britse Fordfabrieken worden de laatste tijd vrijwel rechtstreeks bestuurd door het Amerikaanse hoofdkwartier in Detroit, waar men uiteraard niet té spreken is over de industriële toestanden in Engeland. Ford heeft in dit land enorm veel geld geïnvesteerd. Hamry Ford I stichtte 60 jaar geleden een assemblagefabriek in Manchester. In 1924 had de Engel se Fond 2.600 arbeidskrachten in dienst. Vandaag de dag bestaat Ford's personeel in Groot-Brittan nië uit 68.000 arbeiders en bedien den. rassige grond aan de Theems te ,,Dageniham de eerste spade in de gfloild stak om er een nieuwe auto- -mobielfabïiek te -bouwen. Dagen ham was in die tijd maar een dorp, doch het lag aan een belang rijke zeerouite. Henry Ford I be schouwde het als een geschikte plaats vo:or een belangrijk Europees automobielbedrijf. Als hij de moei lijkheden, die later in Dagenham zouden ontstaan, had kunnen voor zien, zou Ford wellicht een terrein uitgekozen hebben op het Europese vaste land. Zijn zoon is in ieder geval niet langer van plan de nieu we motorenfabriek van 30 miljoen pond, die Ford wil stichten, in Engeland te bouwen. Bedoeld be drijf zou ieder jaar tenminste een miljoen motoren bouwen voor ont wikkelingslanden. Hendry Ford II beseft natuurlijk volkomen, dat het dwaas zou zijn daarmee in Engeland te beginnen. De talrijke arbeidsgeschillen in de Britse Fordfabrieken worden vaak veroorzaakt door het feit, dat het personeel aangesloten is bij 15 vakbonden, die hun leden niet in toom kunnen houden. Conflicten worden niet zelden uitgelokt door zogenaamde „shop stewards" of woordvoerders van de arbeiders, die in iedere Britse fabriek almachtig en door sommigen als een „ware plaag" worden beschouwd- „Shop Stewards" kunnen op kor te tijd een bedrijf volledig stilleg gen. Zij spelen vaak een zeer on dermijnende rol en hebben meer macht dan het bestuur van de vakbonden. Ook de huidige staking in de Fordfabriek-en was oorspron kelijk een zogenaamd wild con flict. Na een dag of tien hebben de vakbonden het met veel tegenzin officieel gemaakt, omdat er niets anders op zat. De staking was volledig en de arbeiders zouden toch niet gehoorzamen als de vak bonden hen de raad gaven om weer aan het werk te gaan volkomen onbruikbaar. He aan brengen van de nodige correcties nam zoveel 'kostbare tijd in beslag, dat in oktober 1970, toen de Lon dense motorshow geopend werd, slechts 2000 nieuwe Cortdna's be schikbaar waren. In normale om standigheden wordt een nieuwe wagen met een contingent van 15.000 exemplaren gelanceerd. Henry Ford II was 11 jaar toen zijn vader in mei 1929 in de moe- De werkweigering, waardoor Ford van Groot-Brittannië volledig verlamd wordt, werd in de hefst van vorig jaar vooraf gegaan door allerlei krankzinnige geschillen. Een daarvan speelde zich af in het gigantische bedrijf van Dagenham. Duizenden arbeiders staken er ze ven weken lamig geen hand uiit. De mannen deden urenlange dutjes. Tussendoor zaten ze te kaarten of te gokken. Hun vrouwelijke colle ga's deden breiwerk of naaiden kleren voor hun kinderen. Dit was geen staking en evenmin een lang- zaamaanactie. Deze arbeiders wa ren niet ontslagenl Zij konden ge woon niet werken, bij gebrek aan wagens. De directie had zich na melijk verplicht gezien de dage lijkse produktie volledig stil te leggen, omdat ten gevolge van een reeks geschillen tijdens de ontwik keling van de nieuwe Cortina's, slecht ingestelde werktuigen en machines carrosserieonderdelen bouwden, die niet in en bij elkaar pasten. Het was een ramp. Al wat van de lopende band kwam, was De arbeiders van Ford ontken nen, dat zij de produkti-e opzette lijk in de war brengen en dat hun werk kwalitatief te wensen over laat- Zij maken hun beklag over het feit, dat Detroit de laatste ja ren meer investeert in Duitsland en in België dan in Engeland. De jaarlijkse produktie van de Duitse en Belgische Fordfabrieken bedraagt nu ongeveer 681.000 wa gens, tgen 650.000 in Groot-Brit tannië, waar het aantal trouwens terugloopt. Bovendien schijnt het voor de directie van de Britse Fordfabrieken voortdurend moei lijker te worden om eigen beslis singen te nemen. Detroit beoogt een bijna totale integratie van zijn internationele bedrijven. Voor ie dere beslissing zijn er tientallen telexboodschappen nodig tussen Warley en Detroit, Detroit en Keu len, Keulen en Dagenham. Net zoals dit vroeger met de Capri het geval was, is de produk tie van de niieuwe Cortina geïnte greerd tussen Dagenham en Keu len. Beide fabrieken wisselen on derdelen uit en in de twee steden komen identieke wagens van de lopende band. De arbeiders stellen dit „wisselsysteem" in de eerste plaats aansprakelijk voor de pro blemen van vorig jaar. Zij verkla ren, dat talrijke buitenlandse onder delen niet behoorlijk pasten en dat deze tekortkomingen de produktie ontredderden. Dagenham is ingericht om 47 wagens per uur te ma-ken, maar uit - de assemblageafdeling komen slechts ongeveer 30 rompen per uur, met het gevolg dat op de lopende band altijd gapingen ont staan. Deze toestand wordt nog ernstiger, als de arbeiders knoeien om met ongeschikte onderdelen toch auto's in elkaar te zetten. Internationale integratie is niet al tijd economisch, vooral als er Brit ten aan te pas komen. De oplossing van Ford's inge wikkelde problemen hangt echter niet alleen van een vlottere samen werking tussen internationale zus- terfabrieken af. In Groot-Brittan nië moeten eerste de industriële betrekkingen en heel de vakbewe ging gezond gemaakt worden Pre mier Heath heeft Henry Ford II op het hart gedrukt, dat de conserva tieve aniti-stakingswet veel wanor de en misbruiken uit de wereld zal helpen. Maar toen Henry Ford Londen verliet, koesterde hij weinig opti misme. Het was hem aan te zien, dat hij die eerste spadesteek van zijn vader in Dagenham nu diep betreurde. KOGER SIMONS (ADVERTENTIE) DEN BOSCH De rechtbank van Den Bosch staat er zichtbaar van te kijken. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk geweest, dat Henk L. uit Nieuwkuijk in tien jaar tijd bijna drie miljoen gulden achterover heeft gedrukt bij zijn werkgeefster, de Bossche vestiging van de Ko ninklijke Verkadefabrieken n.v., zonder dat Verkade er ooit lucht van kreeg? Het antwoord op die vraag van Henk L. zelf, die bij Verkade-Den Bosch chef van de administratie én kassier was: „De controle deugde niet. Bij Verkade hebben ze trou wens alleen maar belangstelling voor het product. Alle andere din gen zijn bijzaak". En dat van de heer S. Ilandgraaf van de Fiscale Opsporongs- en Inlichtingendienst (FIOD): „Er kan nooit een doelma tige controle geweest zijn. Zoals ik de administratie heb aangetroffen was er zeer gemakkelijk in te ont dekken, dat er gefraudeerd was." De raadsman van L.. mr. H. Bergé uit Den Bosch vat het allemaal bon dig samen: „Verkade heeft mijn cliënt absurde mogelijkheden tot frauderen gegeven". En daarom staat.- naast Henk L.. ook Verkaae een bettje terecht. Maar alleen L. gaat de klappen krijgen. De officier van justitie, mr. J. van Mierlo. eist 4 jaar gevangenisstraf met aftrek van de duur van het voorarrest (bijna één jaar). Hij heeft het gebrek aan controle bij Verkade als een ver zachtende omstandigheid willen aan merken. De raadsman voert nog vele ande re verzachtende omstandigheden aan. De belangrijkste: „L. was een moderne Iv-anhoe. Hij nam geld van de rijken en gaf het aan de armen. Hij smeet het geilid niet over de balk, maar investeerde het in aller lei ondernemingen, die tien jaar lang tachtig man aan werk hielpen". Maar als afgezien daarvan conclu deert hij, L. moet worden vrijge sproken van het achterhouden van de drie miljoen gulden. Zijn redene ring is, dat L. „verduistering uit hoofde van zijn dienstbetrekking ten laste gelegd is, maar dat hij zich in feite schuldig heeft gemaakt aan oplichting. De strafmaat voor L. het óók ten laste gelegde knoeien in de boeken (vlasheid in geschrifte) mag naar de mening van mi-. Bergé niet opgehangen worden aan die drie miljoen gulden. Een enigszins verrassende ontwik keling dus aan het slot van een zitting, waarin de rechtbank onder presidium van mr. Th Geense zich uitvoerig bezighoudt met de vraag wat voor man L. eigenlijk is. Henk L. is een geniaal man. Vroeger al was hij de beste van de klas. Hij heeft een intelligentiequotiënt van 144, waarvoor volgens mr. Geene zelfs hoogleraren zich niet hoeven schamen. Maar na de middelbare handelsschool kon hij niet verder studeren, omdat de oorlog uitbrak. Hij kwam bij Verkade-Zaandam te recht. In 1960 werd hij overgeplaatsb naar de Bossche vestiging. Daar werd hij administrateur en kassier. „Een onmogelijke combinatie van functies. Daar komen altiid moei lijkheden van", oordelen zowel de president als de officier. J. zette de administratie van het toen 60 man personeel tellende be drijf in no-time zo goed op poten, dat hij zichzelf overbodig maakte. „Hij had er geen dagtaak meer aan en dus verdween zijn job-satisfacti- on", signaleert het psychiatrisch rapport. In de tijd, die L. over had, gaf hij zich over aan fantasieën. Over geld met name en wat je daarmee alle maal kunt doen. Zo begonnen de moeilijkheden. Hij begon zich kleine bedragen toe te eigenen volgens een systeem, dat hij zou blijven hante ren tót begin 1970, toen Verkade overschakelde op computeradmini stratie. Hij verhoogde de cheques, die bij de bank ingewisseld moesten worden in verband met de uitbeta ling van de salarissen De „opge hoogde" cheques werden tien jaar lang blindelings getekend door de bedrijfsleider, de heer A.J. Verkade. Deze verklaart: „Ik vertrouwde er gewoon op, dat het allemaal klopte en dat de controle vanuit Zaandam afdoende was". L. begon voorzichtig. Hij zette het geld eerst op de bank. Later waagde hij zich aan de overname van een tuincentrum en weer even later bouwde hij in Nieuw-Kuijk zijn ri ante villa, compleet met biljartzaal en zwembad. Tenslotte begon hij te investeren in allerlei zaken: van ho recabedrijven tot "een assurantiebu reau. „Naarmate hij in meer onder nemingen investeerde werd de be hoefte aan geld groter. Niet zelden maakte hij Verkade een bedrag van f. 40.000,- per maand - dat was een kwart van de loonsom - afhandig; zonder dat het opviel. Als men bij L., die bij Verkade een jaarsalaris van 22.000 gulden genoot, informeerde naar het hoe en wat van zijn welstand was zijn steevaste antwoord: „Ik heb eer paar hoofdprijzen gewonnen in de Lotto en ik heb een gelukkige hand van zakendoen". Zijn welstand en geluk waren overigens toch maar betrekkelijk. In feite heeft L. „tien jaar lang in de hel gezeten", zoals hij het zelf uit drukt. „Zo lang in angst zitten om dat je elke dag ontmaskerd kunt worden, dat is verschrikkelijk". On der die spanning werd hij nog intró- verter en werd zijn huwelijksleven er ook niet beter op. De zaken gingen eigenlijk ook niet al te best: zijn hele „imperium" werd vrij kort na zijn arrestatie failliet verklaard. Daarom was het voor hem mis schien wel een opluchting, toen hij begin vorig jaar werd „gepakt" door de FIOD. die niet zoveel geloof meer wenste te hechten aan al dit vette Lottoprijzen. Hij bood, toen het hoge woord er eenmaal uit was. alle mogelijke medewerking bij hei onderzoek. Rest de vraag, wanneer L. ziin plaats in de maatschappij weer mag innemen. Een vraag, waaraan voora de officier nogal zwaar tilt. In hel psychiatrisch rapport staat, dat het niet helemaal uitgesloten is. dat L. een reprise van zijn stuntwerk zaJ geven, maar dan op nog groter schaal. Dan gaat het misschien in de miljarden lopen", aldus de officier. Hij heeft het voorts over de „gren zeloze brutaliteit" van verdachte. Raadsman mr. Bergé voorziet de rechtbank van een pleitnota, die bol staat van de jurisprudence, waaruit moet blijken, dat L. geen verduiste ring maar oplichting heeft gepleegd. Hij heeft op nog indere - maar minder essentiële - punten beden kingen tegen de tenlastelegging en het requisitoir van de officier en voert tenslotte die hele reeks ver zachtende omstandigheden aan. In zijn „laatste woord" verzekert L. de rechtbank niet in herhaling te zullen vallen. „Ik wil niet nog eens door die hel". Hij gaat :n de gevan genis studeren om straks een nieuw bestaan te kunnen opbouwen mét zijn vrouw en hun twee geadopteer de kinderen. Henk L. wil belasting consulent worden. De president: „U zult dan wel het vertrouwen van de belastingdienst moeten genieten..." willer.i wolters ii

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 15