ORANJES OPGEVOLGD DOOR SLOTVOOGD TON KOOT Geruisloze revolutie binnen de hekken van paleis 't Loo BoekenBoekenMoeken.MoekenMoeken.Moeken.Boeken. Laatste Eunuch bewaart geheimen van de harem binnenland buitenland BROMMER LELIJK TOEWIJDING In ongenade Gods wil (Van een onzer verslaggevers) APELDOORN Voor het eerst in de geschiedenis heeft zich op paleis 't Loo een machtsovername voltrokken. Het ging geruisloos, maar toch is de omwenteling compleet. De Oranjes hebben bijna niets meer te vertellen. Zij zijn opgevolgd door een rasechte Amsterdammer, niet van adel en niet schat rijk. Het is de 63-jarige Ton Koot die onder meer bekendheid geniet als slotvoogd van het Muiderslot. Begin deze maand is het ge beurd. Toen ging 't Loo van het konigshuis over naar het minis terie voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. dat er een rijksmuseum van maakte. Ton Koot moet zorgen dat het om vangrijke werk op gang komt dat aan de opening van 't Loo als museum vooraf moet gaan. Want van een paleis maak je niet in een vloek en een zucht een museum. Paleis 't Loo verkeert op het ogenblik in een overgangstijd. Het is te merken aan de marechaussees die wat onwennig salueren als Ton Koot voorbij komt. Bezoekers die nen ze volgens militair gebruik bij de directeur aan Ze passen zich verder goed bij de nieuwe situatie aan. Alleen als iemand zijn brom mer voor het paleis neerzet, dan hebben ze wat moeite met de revo lutie. Het is allemaal begonnen, toen de koningin met geldzorgen zat. Het kabinet besloot toen wat dure zaken van het hof over te nemen. Zo ook 't Loo, waarvan Ton Koot iets voor de gemeenschap zal proberen te ma ken. Hij zegt: „We gaan het paleis zijn oorspronkelijke karakter terugge ven. Het moet er net zo gaan uit zien, als in het eind van de zeven tiende eeuw, toen was 't Loo het jachtslot van de koning-stadhouder Willem in. Als we ermee klaar zijn en dat duurt nog wel even, want het is een soort tienjarenplan dan gaat dit paleis open voor het pu bliek. Het nieuwe rijksmuseum zal dan volledig gebaseerd zijn op het leven van de Oranjes. Het wordt een echt Oranje-Nassau-museum Het is de bedoeling dat alles wat met de Oranjes te maken heeft en bijvoorbeeld in Den Haag staat, hier naar toe wordt gebracht". De nieuwe slotvoogd Ton Koot. Paleis *t Loo van nu is volgens Ton Koot een lelijk gebouw en in zekere zin een monstrum, doordat er in de jaren twintig door de toenma lige rijksbouwmeester van alles te genaan is geplakt. Als voorbeeld noemt hij de balzaal, waarvoor een prachtige bibliotheek werd opgeof ferd. „Het paleis is uit balans", zegt Ton Koot. „Het is niet meer symme trisch, doordat er misvormingen hebben plaatsgevonden. Waarom dat is gebeurd, is mij een compleet raadsel". Ton Koot is er niet bang voor dat paleis 't Loo, dat voor veel Neder landers de residentie van koningin Wilhelmina is, in de ogen van het publiek zal devalueren, als het weer volledig herinnert aan de koning- stadhouder. In de paar dagen dat hij er werkt, heeft hij al uitgevist dat koningin Wilhelmina helemaal niet blij was met de architectonische veranderin gen die in het begin van deze eeuw tot stand kwamen. „We handelen Paleis 't Loo, vroeger residentie van koningin Wilhelmina, in de toekomst dus in haar geest door onze manier van restaureren". 't Loo is aan het eind van de 17e eeuw gebouwd door Daniël Marot, de bouwmeester van de koning-stad houder. Prinses Mary (Stuart) legde in 1686 de eerste steen. De restaura tie van nu is opgezet door de be faamde architect Rooyaards. die on langs overleed. Ton Koot: „Ir. J. Baron van As- beck heeft zijn werk nu overgeno men. Hij is de man die het Zeister slot zo fraai gerestaureerd heeft". Zijn eerste werk is het afmaken van de restauratie van het oude Loo, een kasteel dat bezit van de Oranjes is gebleven. Hiervoor denkt hij nog anderhalf jaar nodig te hebben. Daarna komt het hoofdgebouw van 't Loo aan de beurt „Er zal hier jarenlang gebroken en gebouwd worden", verklaart Ton Koot, die nog niet weet hoeveel dit allemaal zal gaan kosten. Daar is hij ook niet benieuwd naar. Het gaat hem er alleen om 't Loo zijn grootsheid terug te geven. „Ik ben ervan overtuigd, dat de mensen hier met duizenden naar toe komen, als alles klaar is. Denk bij voorbeeld eens aan al die toeristen die in de zomer op de Veluwe zijn". Voorlopig zal prinses Margriet en haar gezin een vleugel van 't Loo blijven bewonen. Ton Koot vindt dat geen bezwaar. „Die vleugel kun nen we toch pas later restaureren. Bovendien houdt het museum dan een levendig karakter". Op de vraag of Ton Koot nu de huisbaas is van het gezin Van Vol lenhoven geeft hij als antwoord: „Ik ben een museum-man en geen huis baas die huur ophaalt. Trouwens er wonen hier een twintig gezinnen. Dat zijn personeelsleden die daartoe gerechtigd zijn. Kwesties als huur betaling lopen via de Dienst der Domeinen". Over de inspraakprocedure bij de restauratie van 't Loo hebben de leden van het koninklijk fyiis niet te klagen. „Prinses Beatrix "is lid Van de bestemmingscommissie", ver telt Ton Koot. „Zij vergadert regel matig mee en dan brengt zij heel interessante dingen naar voren. Het is volkomen duidelijk dat de Oran jes in dit hele gebeuren een stem moeten hebben". Natuurlijk verloopt een revolutie als in 't Loo niet helemaal zonder rimpels. Moeilijk is bijvoorbeeld de situatie voor het personeel Er is naar een perfecte regeling gezocht, samen met de vakbonden. Het per soneel werd in staat gesteld in dienst van het rijk te treden. Niet iedereen heeft daar gebruik van ge- een museum. maakt om de doodeenvoudige reden dat het heel wat anders is om lakei te zijn bij de koninklijke familie dan suppoost in een rijksmuseum. In deze ex-hofkringen is Ton Koot nog een vreemde snuiter. Dat kan niet anders. Hij zegt daar zelf van: „Ik ben een Amsterdammer en ik ben tempo gewend en zakelijke af doening. Hier valt mij het rustige tempo op en ook de grote toewijding van de mensen die nu bij ons wer ken. Daar zijn mensen bij die van vader op zoon in dienst zijn geweest van de Oranjes. Ons streven is aan te sluiten op de bestaande, vriende lijke sfeer". Ton Koot is niet van plan het rijksmuseum paleis 't Loo voor lopig een besloten burcht te laten. „Het publiek," vindt hü, „heeft er recht op wat te zien. Daarom begint hij al direct met het orga' niseren van een tentoonstelling in de stallen van het paleis. In mei zal deze tentoonstelling van rijtuigen, livreien en ander mate riaal geopend worden." ISTANBOEL (AP) Selim Cafer Aga Abdoelrahman Ersan is de laatste van zijn soort en als hij dood gaat sterft met hem een stuk van de wereldgeschiedenis. Cafer Aga is een Eunuch de laatste in Turkije, waar ontmande negers zoals hij bijna 2000 jaar in de paleizen van de Byzantijnse keizers en de harems van de Turkse sultans werden gebruikt om op de vrouwen te passen. Hij is nu 85 en bedlegerig in een bejaardentehuis te Istanboel. Met honderden zoals hij placht hij de vrouwen te bewaken in haar pa leizen, die voor normale mannen niet toegankelijk waren. Op het toppunt van hun macht hebben de zwarte Eunuchen een beslissende rol gespeeld in de intriges van het Turkse keizerrijk. Thans zijn de paleizen, musea en de sultans dood. De stem van Cafer is van ouder dom gebroken maar zijn taal is wel sprekend en vol bloemrijke zinnen en hoffelijkheid. Hij is een zwakke oudie man, maar de gebaren van zijn handen zijn nog altijd elegant en overdreven Hij bewaart de gehei men van de harem. Vijftig jaar na dat deze werd opigeiheven en de laatste sultan werd gedwongen het land te ontvluchten, ontwijkt hij beleefd vragen over het leven in het Ottomaanse paleis. „Uw dienaar vraagt vergeving", zei hij tot een bezoeker. ,Jlij was zo onbelangrijk. Hij herinnert zich niets". Al wat hij wilde zeggen was, dat hij van zijn twaalfde tot zijn 25ste jaar dienst heeft gedaan in het Ciragan-paleis. Hij droeg het zwarte uniform en de speciale vierkante fez van de Eunu chen van de sultan, maar was „zeer onbelangrijk". Het Ciragan-paleis was de weel derige gevangenis waar Moerat 30 jaar lang gevangen werd gehouden door zijn oudere broer, Abdoel Ha- mid tot 1908, toen Abdoel Hamid werd afgezet en Moerat, toen een zenuwachtige oude man, uit de ge vangenis werd gehaald en tot sultan verheven. Twee jaar later brandde het paleis tot de grond toe af en er is geen spoor van overgebleven. Iii de negentiger jaren van de vorige eeuw waren de Ottomaanse paleizen nog exotische instituten, ongetwijfeld was de tijd voorbij toen in ongen'adë gevallen concubi nes in zakken genaaid in de Bospo rus werden geworpen, maar Abdoel Hamid had nog altijd 396 vrouwen in zijn harem toen hij ten val werd gebracht. Cafer Aga herinnerde zich, dat Moerat elk jaar zijn paleis mocht verlaten om zijn broer een officieel bezoek te brengen in diens Dolmabahce-paleis. Moerat's Eunu chen plachten hem te vergezellen in een stoet rijtuigen, vertelde hij „Wij gingen elk jaar op de 15e Ramazan", zei hij. „Het was een eer voor uw dienaar". „Het Ciragan-pa leis uw hoogheid zal dat beter begrijpen dan uw dienaar was een gevangenis. Lord Moerat was een groot man, een bewonderens waardig man, maar hij was natuur lijk niet vrij, hij was een gevange ne. Wat kon hij doen?" „Uw dienaar was erbij, toen men hem kwam vertellen dat zijn broe der de stad had verlaten en dat hij sultan zou worden. „Ze wilden dat hij het paleis heimelijk via een riool zou verlaten maar dat weigerde hij, zeggende dat zijn mensen meer waard waren". Geschiedschrijvers vertellen dat Moerat per boot naar het Dolmabah ce-paleis werd gebracht en flauw viel toen het kanon met de 100 saluutschoten begon omdat hij dacht dat het een aanval op de boot was. Toen Moerat in 1918 was overle den verliet Cafer het paleis en werkte als concierge in een rege ringsbureau. De volgende sultan, Moerat schijnt genoeg eigen Eunu chen gehad te hebben. Cafer ver blijft sinds 1966 in het bejaarden tehuis Daroelaceze te Istanboel. Hij woont met vier andere oude mannen in een propere maar overvolle ka mer, die hij slechts een of tweemaal per jaar verlaat om naar de moskee te gaan. Hij krijgt bijna nooit bezoek en zeker niet van faimilie. Hij vertelt dat hij toen hij zes was aan zijn familie in Ethiopië is „ontstolen" en naar Arable gebracht, waar een Turkse pasja hem kocht ais een gesahenk voor de keizerlijke fami lie. Sindsdien heeft hij nooit iets over zijn familie of zijn land ge hoord. Voor ik hem verliet aldus de schrijver van dit artikel be dankte hij me omdat ik hem niets had gevraagd over zijn lichamelijke toestand". „Andere mensen vragen uw die naar hoe het is te zijn zoals hij is", zei hij. „Wat zou hij hun moeten vertellen. Zij kennen zijn toestand. Zij moeten het begrijpen. God heeft het gewild. Het was zijn wil, uw dienaar beschuldigt niemand". KARL MAY: WINNETOU EN OLD SHATERHAND: De romantiek der Indianen blijkt nog onverwoest baar. De beide hoofdpersonen ont moeten in deze aflevering de scout Old Death. Samen met Old Firehand beleven zij avonturen die jong en oud, die nog kunnen zwelgen in Bonanza en High Chaperal-avontu- ren op de huid zijn geschreven. Onverkorte editie. (Uitg. - Skarabee - f 7.90). KARL MAY: WINNETOU, HET OPPERHOOFD DER APACHEN: Het wilde westen, bevolkt met vrije Indianen en avontuurlijke blanken wordt door May in dit boek (één van de 70 die hij schreef) opgehan gen aan Old Shaterhand Ook me: dit boek zullen vader (jeugd-senti ment) en zoon kunnen kruipen in de huid van wilde avonturen. (Uitg Skarabee - f 7.901 ROSEMARY SUTCL1FF: DE ROEMRUCHTE DADEN VAN RO BIN HOOD: Deze bekende Engelsp schrijver, voor de wat oudere jeugd, vertelt de legendarische geschiede nis van deze gentleman-dief, die de rijken besteelt om de armen te hel pen. Bijna actueel, al speelt dit ver haal in de 13e eeuw Voorzien van goede tekeningen een boek, dat tot het onverwoestbare jeugdrepertoire behoort. (Uitg. Leopold f 16.901 ROSEMARY SCTCLIFF: DE KRIJGSGEVANGENE: Een klein, fijn uitgegeven kinderboek (boven (0 jaar) daarin uiterst precieus de harde realiteit van het magische le ven van een Keltische volksstam wordt getekend. De vertaling is niet altijd gelukkig. De kinderfantasie zal erdoor gevoed worden en waar schijnlijk de Kelten bij huis oo' ontdekken (Uitg. Leopold f 6.901. OATALIJN CLAES: DE SPEEL DOOS: In een wat wijsneuzerige taal geschreven verhaal waarin twee jongens en twee meisjes via de speeldoos van oma sprookjes met dieren beleven. Aardige fantasietjes, die wel hier en daar ontsierd wor den door een wat moralistisch ge praat: niet door de tekeningen (Uitg. West-Friesland) ROBERT WIELAND: DE SCHEEPSJONGEN EN HET GOUD VAN TORTUGA: In een niet al te beste stijl geschreven jongensboek. Volgens het oude recept (zegt u dat wel meneer de uitgever). Verder: vol actie en heldenmoed in de West- Indische Compagnie. Scheepsjongen Jan Hoek speelt de hoofdrol. Best mogelijk, dat jongens, die van zee- avonturen houden er nog in sprin gen. Komplotten en vreemde ont dekkingen achter blauwe (maar wel beslagen) ruitjes etc. (Uitg. West- Friesland). MARTEN TOONDER SR.: KLEI EN ZOUT WATER: De vijfde druk van een boek, dat tot, de beste maritieme verhalen gerekend wordt. Via 350 dun-bedrukte pagina's ver rit de auteur zijn leven als matroos op de wereldzeeën. Misschien wat omslachtig voor de meeste lezers van nu, maar toch vertelt hij beel dend een stuk sociale geschiedenis, toen de zeevaart van het zeil op stoom overging. Vijftien jaar keihar de biografie op milde toon overge bracht. Voor liefhebbers nog wel de moeite waard (Uitg. C. de Boer f 14.90). W. VAN DRIMMELEN: DIEREN: Erg „lief" uitgegeven boekje met hoogglanzende dierenfoto's, voorzien van dierenversjes. De bijeengezochte gedichten zijn o.a. van Van Alphen, Vasalis, De Schoolmeester, Koss- mann. Donker, Vroman, Buddingh, Morriën, Gorter, literair vaak wel aardig, maar groen en rijp dooreen, uitgegeven als een soort zoetelijke dierenbijbel. Voor al te lieve dieren vrienden (uitg. Zomer en Keuning f '0.50). T. HILLE: LINEAIRE VERSTER KERS IN GEÏNTEGREERDE SCHAKELINGEN: Een nuttige bij drage tot kennisvergroting rond de systeemgedachte. De elektronicus- vaknian of hobbyist- kan hiermee zijn kennis rond de begrensde cir cuitgedachte verder uitbouwen in de richting van de lineaire en digitale IC. (Uitg. Kluwer f 9.10). J. JANSEN: SCHEMABOEK LI NEAIRE GEÏNTEGREERDE SCHA KELINGEN: In dit boekje is een aantal schakelingen met IC's verza meld. De tekst en de aard der scha kelingen is zo samengesteld dat ook de amateur er iets aan heeft. (Uitg. Kluwer f 10.75). J. VAN OORT: HOOGFREQUENTE AFSTANDSBESTURING: (deel 1). De afstandsbesturing van modellen komt steeds meer in de belangstel ling. Het boek geeft inzicht in de niet eenvoudige techniek ervan. Theorie met praktische voorbeelden. Dit deel gaat over zenders (paar schema's van volledige zenders wor den uitgewerkt); deel twee gaat over ontvangers. (Uitg. Kluwer f 15.75). P. VIJZELAAR: TV EN FM AN TENNES: Zesde en verbeterde druk van dit bekende boekje, waarvan vaklieden en amateurs al veel pro fijt trokken. In deze druk wordt vooral aandacht besteed aan de im- pendantie en de bandbreedte (UKG antennes tot en met band V), ter wijl ook de yagi-antenne veel aan dacht krijgt. Extra hoofdstuk „Breedband-antennes" werd toege voegd. (Uitg, Kluwer f 13.50). R. LOHBERG-TH. LUTZ: WAT IS CYBERNETICA?: Een term, die veel gebezigd wordt zonder dat men exact kan aangeven waarover het gaat. Dat pretenderen de schrijvers ook niet, maar aan de hand van voorbeelden „uit het leven gegre pen" (met tekeningen) geven ze ons enige notie om te weten waarover we praten. We komen in ver staanbare taal daarin iets aan de weet over modellen, structuren, net werken, regelkringen, overgangsma- trices en logische schakelingen. Deze schrijvers uit de computersfeer ver staan de kunst ons te introduceren in een zeer systematisch denken. (Uitg. Kluwer f 24.50). G. WERKMAN: HOE BETAAL IK MIJN HUIS?: Wie een huis wil kopen voelt zich in de wereld van makelaars, kapitaalmarkt, notarissen meestal als een kat in een vreemd pakhuis. Dit is een praktische intro ductie om te voorkomen zichzelf daarbij in de vingers te snijden. Het maakt ons vertrouwd met adverten ties, structuur van woning- en kapi taalmarkt, sparen, hypotheek, polis, kopen zonder contanten, fiscus en vele andere zaken, die de daarbij benodigde „open ogen" helpen vor men. (Uitg. Kluwer f 8.50). J. VIERSTRA: OVER VLOERBE DEKKING GESPROKEN: Keuze tussen o.a. tapijt, parket, rubber, steen wordt hierdoor vergemakke lijkt. Systematisch worden 'voor- en nadelen opgesomd. Ook voor de doe- het-zelver handige aanwijzingen. Een deeltje uit de nieuwe CASA- reeks evenals het boekje hoe betaal ik mijn huis? waar het Bouwcentrum achter staat. Foto's en tekeningen verlevendigen het in zicht. Praktisch en handig. (Uitg. Kluwer f 7,50). G. HASPELS: HUIZEN KIJKEN, HUIZEN KOPEN: Derde druk van dit boek in de CASA-reeks. Deze koophandleiding is vooral bedoeld voor jonge mensen om zowel letter lijk als figuurlijk kapitale blunders te voorkomen. Veel informatie over uiteenlopende punten waar je naar moet kijken bij het kopen, bouwen, huren van een huis. Het kan helpen om de verzuchting „had ik het maar geweten" te voorkomen. (Uitg. Klu wer f 9,75). EDMUND COOPER: UNIVER SEEL EXPERIMENT: Twee mannen en twee vrouwen op expeditie naar een schijnbaar onbewoonde planeet. Een scheutje prekerige menselijk heid, erotiek en jungle-achtige avon turen verpakt in zogenaamde science fiction. Niet au sérieux genomen een boekje om tussendoor te lezen voor SF-liefhebbers. Dat het boek ver filmd wordt is nog geen bewijs voor grote kwaliteiten. (Uitg. Luitingh f 3.50). HELEN IIOOVER: HERTEN OP BEZOEK: Een eenvoudig, sympa thiek en wat romantisch verhaal, waarin een echtpaar hun ervaringen met dieren (vooral herten) in de winterse bossen van Minnesota volgt. Gedurende een viertal jaren beschouwen en volgen zij de herten als hun mede-familie in de natuur Interessant materiaal over het leven der dieren in het wild. Voor dieren liefhebbers en oudere jeugd waar schijnlijk een prettig verhaal om te lezen. (Uitg. Leopold f 16.90) CARL LANS: WERELDEN ON DER DE HORIZON: De auteur-amb tenaar bij de afd. sociale zaken van het ministerie van defensie beschikt over een waaierende fantasie. Daar van getuigt deze bundel oorspronke lijke Nederlandse SF-verhalen. Vlot pretentieloos en lekker gek of opge blazen toestandjes (met veel hoofd letters). Boek voor op het nacht kastje. (Uitg. Luitingh f 3.95) CATALIJN CLAES: HET SCHREIENDE RIET: Een in „het eeuwig fluisterende riet"-stijl ge schreven streekroman. In het uit stervende milieu der rietdekkers (ter infromatie er zijn er nog 500 in ons land) staan zoon en pa Goosen centraal, waarbij een zekere Jolijn een rol (niet zonder gevolgen1 speelt. Traditioneel „hard-mense- lijk" genoteerd, waarbij „zelfs oom Ale. die jarenlang om die zotte praat van sommige dorpelingen heeft moeten lachen, peinzend zijn hoofd schudt". Spanning met een zilte traan. (Uitg. Westfriesland). JAC BROERSEN: VROUW VAN VERRE: Streekroman in de Holland se polders met de Aries en de Guurtjes. Mislukt huwelijk, ongeval, roddel, een knappe boerendochter, dorpspolitiek en liefde op de wol kenliefje wat wil je nog meer? Stijl: „De stormwind heeft zich al eens aangediend en raasde door de kalende bomen" etc. (Uitg. West- friesland). HARRISON: BILL, DE HELD VAN DE MELKWEG: Stompzinnig voor lezers, aantrekkelijk voor ver- slinders van SF. Afgejaagd en afge peigerd door Eerste klas Galspuwer, Grote Plons, Doordouwer Drijver en andere „fantastische" figuren, be leeft Bill avonturen op de Melkweg, ruimteslagschip Christine Keeler etc. En wat dacht u: vrouwen en drank. Voor spiritus-drinkers in de literatuur, (Meulenhoff-SF 40 f 2.50), VANCE: DE DIRDIR: Derde boekje over Adam Reith (voor be kenden) De auteur-zeeman transfor meert zijn zeebenen naar zwevender toestanden, waarbij ruimteschepen een rol spelen bij een zenuwslopen de gelddelverij in de Carabas-woes- tijn. Een sadistisch „genoegen" (uitg Meulenhoff-SF f 3.50). F. HERBERT: DE BLIK VAN HEISENBERG: Sinister boekje, waarbij wat Huxley-achtig ge knoeid wordt met menselijke em bryo's. Wrange SF, waarbij de we tenschap verborgen (weer) de schuld krijgt. SF blijkt meestal een projectie van eigen angst en on macht. Het bevordert alleen de nachtmerries, (uitg. Meulenhoff-SF 42 f 3,50). LENI SAR1S: MAAR MENSEN GAAN VOORBIJ: Burgerlijke fami lieroman over een meisje dat uit een zogenaamd lager milieu opldiml naar het intelligentere milieu. Bot singen blijven niet uit; in beidt leefsferen. Natuurlijk een happy end: „...en ze had haar hand ver trouwend in de zijne gelegd". Hoera (uitg. Westfrieslandl NEL VAN DER ZEE: HET MEIS JE VAN HIERNAAST: Een wat dullige meisjesroman, vol romantiek en liefde. „Ik ben een probleem voor mijn ouders", dacht Lot terwij] ze het onkruid tussen de afrikaan- tjes wegschoffelde, en wat doe ik eraan?" Etc. Leesvoer voor oudere meisjes (uitg. Westfrieslandl J. EPPENS-VAN VEEN: EMAIL LEREN: Tweede druk van een boekje over deze boeiende (hobby) techniek. Vanuit eigen ervaring met de eerste druk kunnen we het ten zeerste aanbevelen, (uitg. Van Die hoeck - f 8.901 ELSIE SVENNAS: 200 BOR DULRSTEKEN: Praktisch boekje bedoeld voor school- en thuisgebruik met 'n groot aantal nogal ouderwet se borduursteken (behoudens enkele uitschieters). Wel duidelijk en geïl lustreerd. (uitg. Zomer en Keuninr - f 5.90). ELSIE SVENNAS: LETTERS IN KRUISSTEEK: Voor degenen, dit het nog leuk vinden hun linnengoed te merken door middel van kruis- stik- steel- feston-, flanel- en tam boersteken. Alfabetten en motiefjes om te borduren op aftelbare stof. (uitg. Zomer en Keuning - f 5.90). ERICH MÖLLER: HANDBOEK VOOR DE DIEETKEUKEN: De we reld van vandaag: Maag-, darm-, gal-, lever-, nier-, hart- en vaat-, suiker-, jicht- e.a patiënten. De meesten zijn op dieet gezet. In dit boek staan talrij ke dieetmenu's, basisdiëten, kuren, gegevens over eiwitvrij en eiwitarm voedsel, iets over ideaalgewichten etc. Een calorieëntabel en talrijke foto's geven een waardevolle aan vul1'.ig Ei zijn nog talrijke smake lijke mogelijkheden voor welke pa tiënt dan ook Een boek, dat speciaal diensten wil (en kan) verlenen aan horeca-bedrijven, bejaardenhuizen, ziekenhuizen, sanatoria etc, maar ook voor de keuken thuis kan het praktisch zijn. (uitg. Veen - f 79.50). BETTY VAN DER PLAATS: DE MAN OP DE ACHTERGROND: Tuttig geschreven boek over een meisje dat op vakantie naar Italië gaat. Louche figuren dreigen, maar gelukkig is er „de man op de ach tergrond". Alle „spanning en narig heid vloeit tenslotte weg"... Tja... (uitg Westfriesland). HENRIETTE VAN EYK: SIN TERKLAAS BLIJFT EEN ZOMER OVER: De 6e druk van een bekend boekje van een even bekend schrijf ster. Lekker gek verhaal, met even fijne gekke tekeningen van Fie Wes""'F Een "izonder geestig boek waaraan veel kinderen genoe gen zullen beleven. De Sint in een zomers pension als „Mijnheer Car los met straffe leden. (uitg. West- friesland) JONGENS TRANSISTORBOEK: Het feit dat dit de vijfde (bewerk te) druk is zegt dat dit boekje een dienst bewijst, wanneer jongens - zo rond dt 12 jaar een eigen kristal- ontvanger willen gaan bouwen. Over transistors, ontvangers, afre geling en andere experimenten wordt aan de hand van duidelijke tekeningen informatie verstrekt, (uitg. Kiuwei - f 4.75),

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 9