'n Echte Dali voor iedereen boven het bankstel De grote verleider" dr. Louis Gans Stripkaarten Tijdsbeelden „Er staan nog heel wat mensen argwanend tegen over officiële culturele in stituten, zoals musea en galeries. Het is mgn bedoe ling juist die mensen te be reiken. Natuurlijk doen bij voorbeeld de educatieve diensten van de musea ook wel iets aan publieksbena- dering. Maar daar zit meestal zo'n ondertoon in van ,de mensen bij de hand nemen". Ik wil af van het lagere - school - standpunt: Kunst is goed voor u. Gans (40) galmt geen nieuw- en bewogen kunst-credo uit, maar zit uiterlijk onbewo gen en zakelijk te praten in een zo mogelijk nog za kelijker omgeving van een eethuis. Geen tranen in zijn ogen bij Alechinsky of fanatieke bewogenheid bij Salvador Dali. Hij wil juist van die exclusieve stand jesmakerij af en zorgt dat hun originden even na tuurlijk een plaats thuis kunnen krijgen als de tv of de wasmachine. Kunst als koopwaar, als consump tie-artikel. Op onze vraag of het niet benauwend is, dat je mo menteel bijna niets meer kunt ondernemen (cultureel, wetenschappelijk, maat schappelijk etc.) zonder je op te hangen aan het kapi taalkrachtige bedrijfsleven is zijn antwoord: „Niet be nauwend, zolang dit bedrijfs leven het beleid maar over laat aan deskundigen. Ik heb zeer goede ervaringen bij het inschakelen van het bedrijfs leven als sponsor voor de verspreiding van kunstvoor werpen. Ik blijf me op de eerste plaats op het publiek richten en maak daarbij ge bruik van het bedrijfsleven. Voor de bedrijven is het een leuke vorm van public rela tions. Ja, je kunt voor mijn part, die kunstvoorwerpen „de nieuwe asbakken" van het bedrijf noemen, maar 't leuke verschil is dat ze hier mee wèl „goede sier" ma ken. Het idee werkt door. Er ko men steeds meer bedrijven, die zich kunstcollecties aan schaffen (met adviezen van Gans), om deze uit te lenen aan geïnteresseerden. De bekende Breda-collectie van de Breda Brouwerij rouleert als bruikleen met grote voortvarendheid over alle mogelijke studentenkamers in Nederland. De Coöp. heeft een soortgelijke collectie, waarvan op de eerste plaats het personeel profiteert en die een grotere achterban in spireerde tot amateur-schil derwedstrijden. Voor de Bij enkorf legde Gans een Kunstkoop-kollektie aan, waardoor het galerie-publiek werd uitgebreid tot het wa- renhuispubliek, dat nu voor redelijke prijzen zich grafiek van Koornstra, Vasarély, Peter Vos, Westerik, Appel etc. aanschaft. Er ontstond o.l.v. Gans en gesponsord door Bruna een kring van verzamelaars van heden daagse grafiek „Prent 190". Voor f 290 per jaar tien prenten. Er is een „Grafiek in Groningen"-club, gespon sord door uitgeverij Wolters. Gans runt de Jacobus Boe len-collectie, die vanuit deze Amsterdamse wijnhandelaar in bruikleen door de Horeca bedrijven gaat. De jongste loot aan deze kunststam is de Artoteek, gevestigd aan de Heren gracht 124-128 te Amster dam. Daar zetelt de nv. Le vensverzekering Mij De Ne derlanden van 1870. Voor de ze maatschappij legden Gans en Wim Crouwel, een collectie aan van houtsne- ■den, etsen, litho's en zeef drukken uit de Cobra, neo realisme, nieuwe landschap kunst, abstract expressionis me en nieuwe abstractie. Zo maar een greep uit de namen: Sugai, Alechinsky, Appel, Cassée, César, Con stant, Dali, Diederen, Fon- tana, Heyboer, Lucebert, Zadkine, Mavignier, Postma DOMvnli "adzaadl M de koekjestres ssssl sa Van Gogh ap ds k ■lender gaal langremsrham 1 ia la aa- i op ori- I Mn da «and la hafc- Appal, Ctlagal, Dali. Ravaai, Rost hoog om aan tlonata an Mar* grootheden la Toch Is hal mo mogeUjk deze an kasteloos In huis la krij gen. Dr. Louis Cans (kunst historicus) Is al aan zestal jaren bazig aUeriei tna- nlaran la hsdsnkan om dn mogelijk la makan; ent Hij schakaM daarbij hal bedrijfsleven ris spanaar in. Mal succaa. Da Arta- taak Is zijn laatsta inMa- tlsf van aan risks. Hij var- tatt arovar. etc. De collectie wordt 'ieder jaar uitgebreid. Bij genoemd adres kan ie dereen zonder verzekerd te zjjn bij de mij. een ca talogus en aanvraagformu lier krijgen. Aan de hand van deze catalogus kunnen 5 voorkeur-titels worden op gegeven. De eerste bruik leentermijn gaat in op 1 april a.s. en duurt een half jaar. Daarna moet je er weer afstand van doen en is nieuwe bruikleen van een an der werk mogelijk. Er zijn geen kosten aan verbonden. Het werk wordt ingelijst en achter glas gebracht en ge haald. De districtsvertegen woordigers van de verzeke ringsmaatschappij worden daarbij ingeschakeld. Ze mo gen daarbij op geen enkele wijze over verzekeringen en aanverwante zaken praten, verzekert Gans ons, zodat men niet bevreest hoeft te zijn verplichtingen te krijgen ten aanzien van deze maat schappij. „Je leert op deze wijze de mensen met echte kunstpro- dukten omgaan. Ik merk 't bij de bedrijven waar ik voor werk", vertelt Gans. „De di recties en het personeel staan er aanvankelijk vaak vreemd tegenaan te kijken, maar worden steeds enthou siaster. Je moet daarbij de smaak en het inzicht van de mees.te mensen de zoge naamde niet-kunstkenners niet onderschatten. Het is opvallend hoe ze de goede stukken eruit pikken. Na tuurlijk kan ook een stuk snobisme meespelen. Beleg ging is ook een motief. Maar dat vind ik allemaal niet zo erg. Dat komt ook voor bij minder interessante zaken. Steeds meer mensen leren op deze manier om gaan met levende en actuele kunstuitingen. De reproduk- ties, die de meeste mensen nu in hun huizen hebben hangen zijn geijkte zaken. In deze collecties brengen wij juist geen geijkte zaken bijeen. Ik ben juist bij de musea weggegaan (was van '54-'60 conservator van het Kröller- Müller-museum en van '60- '64 'conservator van het Ste delijk te Amsterdam), om dat daar de kunst dat ge balsemde en opgebaarde ka rakter heeft. Ik help het idee doorbreken dat moder ne kunst museum-kunst is. In plaats van „behoeder" van kunst te zijn, zie ik het als taak zoveel mogelijk mensen actief bij de moder ne kunst te betrekken". Ge noemde projecten ziet hij als een bescheiden bijdrage en voegt eraan toe: „Zoals in de Verenigde Staten zouden ook onze musea veel meer als schakel moeten fungeren tussen kunstenaar en publiek bij het verkrijgen van kunst werken". Hoe is het verschil in ge voelswaarde tussen de f100 voor een grafische prent en de f 500 voor een wasma chine te overbruggen? Gans meent, dat de omgang met al deze tijdelijk geleende kunstwerken de bezitsdrang bij de mensen zich op den duur ook zal richten op de ze goederen. Hij zegt op recht dat hij zich een „ver borgen verleider" voelt. Hij maakt niet alleen gebruik van het bedrijfsleven als sponsor, maar leert ook van hun publiciteits- en afzetor ganisatie-methodes. „Het be drijf kan (dat zeg ik met na druk) de mensen nuchterder en functioneler benaderen dan dikwijls in de kunst wereld het geval is. Bovendien beschikt het over kontaktpunten, die vaak vanuit de culturele sector niet te leggen zijn". Ik geloof wel in het free- enterprise princiep". Hij gelooft niet dat nu mor gen jan- en alleman aan de telefoon zal hangen of een brief zal schrijven om een ets van Salvador Dali of 'n htho van Chagal of Appel boven het bankstel thuis te krijgen. „Zeker is dat steeds meer mensen er zich voor openstellen, maar bij een groot publiek heeft toch ze ker nog wel een angst voor het vreemde", zegt hij. Maar vreemd is tegenwoor dig maar een betrekkelijk kortstondig begrip. Lady Godiva van Salvador Dali. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Hoe 4 onze root vaders door BER CROUZEN museerder! Prentebriefkaarten ver dwijnen meestal al snel in de prullebak. Wat er ge beurt als je dat nu eens niet doet, zag ik op een koude wintermiddag in Wassenaar. Vergrijsde kaarten waar het hoofd van koningin Wilhelmina benauwd boven de dekens uitkiert. Of een wat re center exemplaar waar Ju liana als kleuter bij een wieg staat en vraagt: Zeg is het waar dat ik een broertje krijg Twee in het oog springende voorbeelden van een stukje volkssentiment waar jij an ders amper weet van had. Paul Citroen heeft er mas sa's voorbeelden van. Tach tig albums om precies te zijn. „Ik ben er al mee be gonnen toen ik een kleine jongen .was in Berlijn en mijn hele lange leven ben ik er mee doorgegaan". Wie in Nederland wil weten hoe het met de prentbriefkaart staat komt onherroepelijk in Wassenaar terecht. Een al wat oudere man, met onge kende vitaliteit en bruisende ideeën. Een kunstenaar, die Kokoscka goed gekend heeft, die meewerkte aan het Bau- haus, die van veel bekende Nederlanders portretten maakte. Dat is Paul Citroen. Maar hij is ook de man die een prachtige verzameling kitschkaarten heeft. Vol platvloersheid, vol overtrok ken kleuren en tierelantij nen, met een merkwaardig gevoel voor humor, die wij nu afdoen met oubolligheid. Paul Citroen wil er best over praten: „Vroeger lachte je om Kitsch. Dat was geen Kunst. Maar nu op het ogen blik zie je ai die grenzen vervagen. Hoge en lage, goe de en slechte kunst, het maakt allemaal niet zo veel meer uit. Je kunt bepaalde vormen van kunst slecht vin den, maar dat is niet meer dan een persoonlijke mening. Een ander mag er heel an ders over denken." Gelukkig maar, denk je bij jezelf. Want die hele verza meling kitsch-kaarten geeft een beeld van een cultuur die je zelden te zien krijgt. „Kitsch is heel amusant. En dat is dan niet neerbuigend bedoeld" zegt Citroen, ,,'t Is een heel menselijke uiting". Voor ons betekenen die kaar ten een stuk verleden. „Die goeie ouwe tijd" zeg je vertederd als je al die kaar ten met kunst- en vliegwerk ziet. Maar dat moet je niet hardop zeggen, wanneer Paul Citroen erbij is. „Die tijd was niet beter en niet slechter dan onze tijd". Hij haalt er gelijk bewijzen bijChinese kaarten waar in kleuren het bloed rijkelijk vloeit. Foto-kaarten die nog wat mooier gemaakt zijn om het sadistische trekje wat op Foto's overgenomen uit het boekje "Kaarten" van Geo Staad. Uitgegeven door Uit geverij Born n. v. Amsterdam. te vijzelen. Gelukkig voeren ze niet de boventoon. Die eer is weggelegd voor de zons ondergangen in snerpende kleuren, bergtoppen die je tegen het licht moet hou den waarna zeer schemerig het Nirwana opdoemt. On schuldige foppertjes die de thuisblijvers zoet moesten houden en die de terug komers stof gaven voor breedvoerige en langdra dige beschouwingen. Een heel apart soort vormen de kaarten die je terecht als huisvlijt kunt betitelen. Doe- kaarten zijn het. Je moet er mee schuiven, draaien en keren. En dan blijken beval lige rondingen overeen te komen met dikke kalende hoofden of doodgewone koeiepoten. Natuurlijk was er ook de sex-plaat. Die keu rig in een envelop verstuurd werd. Voor de lezers van Chick en Candy bieden ze weinig prikkelends: Naakte dames die verscholen wulps staan te doen en geheimzin nig lachend onze grootou ders probeerden te verleiden. Maar ze bestaan en dat moet voor velen, die de Hol lander anno 1910 voorstelde als een stastok toch een ver rassing zijn. Om de spanning nog wat op te voeren had je ook hele series. Eerste tafe reel: Een heer en een dame die elkaar schoorvoetend na deren. Tweede tafereel, dat je dan een week later kunt zien: Ze zijn een stap dich terbij gekomen. Enfin. Het procédé is bekend en de af loop zal niemand verbazen. Maar de stripkaart was des ondanks een groot succes. „Als je zo oud bent, als ik, ga je de dingen wel relati veren" zegt Paul Citroen. ,Je lacht om de onvermoede hu mor". Onvermoed want de Nederlander moet in die tijd een ernstig man geweest zijn. „Wat serieus is moet serieus opgediend worden, ernstig en decent." Pas na de oorlog zie je dat ook bloedernstige zaken wat v lichtvoetiger aangepakt wor- den. Dan zie je ook dat men- r sen kitsch gaan verzamelen omdat het kitsch is. Wie zich in de kitsch spiegelt, spiegelt zich zacht. Het is nooit zo erg als het eruit ziet. Op een heel eigen wijze is het bevrij- dend. 5 Of dat ook voor de ontvan gers van de kaarten gegolden heeft is lang niet altijd dui delijk. Want vergis u niet. Naast de pin-upgirls, de landschappen en de kerst kaarten bestond er ook een hele groep historische kaar- ten. In Nederland vierde daarbij Oranje hoogtij. Alle sombere en lichte dagen in het koningshuis werden door fotografen en tekenaars aan gegrepen om de emoties los te woelen en de portemon- nees lichter te maken. Voor al de periode toen het ko ningsschap ten ondergang gedoemd leek bij gebrek aan een troonopvolger vindt zijn weerslag in prentjes vol ge- voelerig gedoe rond ooie vaars en kraambedden. Er zijn ook tijdsbeelden die je ook nu niet zonder emotie kunt zien. Zoals de speciale kaart voor Duitse soldaten die ze met Kerstmis 1940 naar de Heimat konden stu ren. Frohe Weihnachten aus Holland. Of een afbeelding van neerdalende parachutis ten op Rotterdam in mei van datzelfde jaar. Op een heel eigen manier brachten de kaarten de gro te wereld in de huizen van de gewone burgerman. Niet al tijd de echte wereld de lucht was altijd blauw en de diepte was net iets te gefor ceerd maar het was toch een andere wereld, een wij dere wereld, hoe kneuterig ze ons ook toeschijnt. En dat alles hebben we te danken aan de heren van de Britse PTT die 'n eeuw gele den de eerste stoot gaven aan de prentebriefkaarten. Je zou zeggen dat Tante Pos een mooi stukje bewustwording en emancipatie verricht beeft. Een Dolle Mina dus. door HENK EGBERS

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 9