OVERTUIGD MAAR BEKROMPEN MARXIST Ulbricht: boekhouder van de revo lutie 'n Onthulling over "De kleine waarheid" libelle COCO" LEEFDE TWEE KEER >9 Ontwikkelingshulp ontmoet veel wanbegrip Joden in Antwerpen met lege zakke 't Staat als vervolgverhaal in binnenland buitenland Marionet Stelligheid Zuidmolukkers aangehouden voor rel bij huis van bewaring papier /oor uw pen Dr. Simonis XIX Dr. Simonis XX Simonis XXI Simonis XXII DINDAG 12 JANUARI 1971 (Van een onzer redacteuren) WALTER ULBRICHT geen bezieler jjlbricht is niet iemand om tegenover je in de trein te hebben zitten. Zijn ogen zijn koud, zijn lippen dun tussen baard en snor. Zijn glimlach is een grimas, niets anders. Zijn schouders hangen af en zijn grootste omvang ligt duidelijk ter hoogte van maag en heupen. In de ogen van Per Sjogren, de Duitse correspondent van het Zweedse daghlad Dagens Nyheter, komt de machtigste man van Oost-Duitsland er in derdaad slecht af. Bij hem valt geen greintje sympathie te be speuren, alleen wat bewonde ring voor de Oostduitse leider. Walter Ulbricht neemt een unie ke plaats in onder de communisti sche leiders enigzins vergelijkbaar net die van Tito in Joegoslavië. 'Aj positie is onaantastbaar, gezien ijn hoge leeftijd lijkt de tijd niet rer meer dat deze markante figuur Van het politieke toneel gaat ver- Iwijnen. Hij wordt dit jaar 78. Par Sjöngen wijiclde aan hern een uitvoerige studie, dlie behalve de schijnwerper op Ulbricht gericht houdt ook een scherp beeld heeft van het ontstaan van de Duitse Democratische Republiek (DDR) en het huidige leven achter het IJzeren Gordijn Oost Duitsland kwam na de ca pitulatie van Hitier onder Russisch militair bewind. Ulbricht die uit nazi-Duitsland naar Moskou was gevlucht, keerde toen naar Oost- Berlijn terug, om de communisti sche partij nieuw leven in te bla zen. Zij moest geleidelijk de plaats in gian nemen van het militaire bewind. Het werk is grondig ge daan Oost-Berlijn is nu het cen trum van een nieuwe staat volgens LeronisMseh-Marxisitisch (Russisch) motel en nog steeds staat Ulbricht op te brug van het schip. Jijn leiderschap hing vele keren aai een zijden draadje. Soms lekte he naar het Westen uit, maar wat ziih precies allemaal achter de pirtijschermen heeft .afgespeeld, lat zich slechts raden. Dat Ulbriehts positie uiterst wain- lel is geweest kwam duidelijk tot ■iting tijdens de volksopstand in uni 1953. Ontevreden over het oonbeleid trokken de bouwvak kers in graten getale door die Stalin- ïlee in Oost-Berlijn. Overal in het land braken onlusten uit. In partij kringen staken geruchten de kop op dat Ulbriehts functie van secretaris-generaal van de Oost duitse communistische partij op het spel stond en dat in de Sovjet Unie beraadslaagd werd over een nieuwe richting in de Oostduitse politiek. Twee mensen werden met name genoemd als eventuele op volgers: de chef van de veilig heidsdienst Wilhelm Zaisser en de hoofdredacteur van het partij-or gaan Neues Deuitscbland, Rudolf Herrnstadt. Toch kwamen Russi sche tanks Ulbricht helpen. De op stand werd onderdrukt en Ulbricht wrong zich voor de zoveelste maal in allerlei bochten om de dreigen de scheuring te bezweren. Voor het oog van de Oostduitsers en de wereld was de eenheid van de partij weer hersteld. Zaisser en Hernnstadt ondergingen het lot dat nog steeds voor iedereen te wach ten staat die het niet met de par tijleiding eens is. In juli 1953 wer- dien beidien uilt huin ambt ontslagen en onmondig gemaakt door uitsto ting uit de partij. Ulbricht is een man die geen twijfel kent. Voor hem is het com munisme alleenzaligmakend. Dat was het van het begin af. Zijn onvoorwaardelijke loyaliteit met de machthebbers in Moskou vloeit re gelrecht voort uit zijn totalitaire denken. De vele jaren die hij als banneling in Moskou verbleef, ver stevigden de band. De Russen hadden precies zo'n man nodig. Het is niet toevallig dat Oost-Duitsland van de Sovjet- satallieten het meest een Russische provincie is gebleven. De west flank van het Oostblok moest vei lig worden gesteld. Moskou eiste van Oost-Duitsland onverbiddelij ke gehoorzaamheid. De rol van marionet speelde Ulbricht met gro te ijver en een slaafse volgzaam heid. „Zijn enorme ijver, zijn organi satievermogen en zijn voortreffe lijk geheugen voor details werden gedurende de eerste moeilijke ja ren in de Sovjet-zone bewezen. Men kan Ulbricht beslist geen in tellectueel noemen. Zijn grote re- redevoaritnigen zoekt men teveir- maar hij wil deze wel van te voren inzien. Zijn dialectisch taaleigen is, hoe dan ook, moeilijk te verteren voor een niet ingewijde en in Ulbriehts redevoeringen ziekt men tever geefs naar een levendige noot zoals men die bij Kroesjtsjew vond. Ul bricht is altijd even droog; of hij nu van papier spreekt of voor de vuist weg. Het is de moeite waard de geschriften van Rosa Luxem burg (grote Duitse communiste van voor de laatste wereldoorlog) en Ulbricht te vergelijken. De hare trillen van warmte en levenslust, de zijne zijn prozaïsch, doods en kleurloos. Zijn hele leven lang heeft Ulbricht zich in zovele boch ten gewrongen- en nog wel schrif telijk vastgelegd ook- dat een een voudige toeschouwer zich ail gauw afvraagt of hij soms alleen maar een cynische machtsaanbidder is, een opportunist zonder overtui ging. Zijn cynisme en onbuigzaam heid zijn vermoedelijk het onver mijdelijke gevolg van zijn werk na zoveel jaren in de voorste gelede ren, waar voortdurend een strijd om de macht is gaande geweest en tegenstanders op de loer lagen om hem ten val te brengen. Het ligt voor de hand Ulbricht te beschouwen als een overtuigend maar bekrompen Marxist. Als eerzuchtige, maar kwetsbare jongeman mét een praktisch ver stand ging een wereld voor hem open - het kleermakersgezin Ul bricht leefde in nazi-Duitsland in armoede - die op bijna alle vragen antwoord gaf. Dat was het commu nisme Hij miste echter het vermogen om de problemen britisoh te be zien en zijn stelligheid in de leer gaf hem een zeker overwicht over de zwakke broeders Sjogren die Ulbricht bij diverse gelegenheden van nabij meemaakte noemt Ul bricht ten slotte eerder de trieste boekhouder van de Oostduitse re volutie, dan de bezieler ervan. Werkelijk bezielde, kritisch den kende Oostduitse communisten die een grotere openheid voorstonden werden dan ook Ulbriehts vijan den. Hij hoefde alleen maar zichzelf te zijn om dit streven naar een menselijker maatschappij te abor teren. Er kon voor de starre, plichtma tige en onverbiddelijke Ulbricht geen toepasselijker monument worden opgericht dan de aartslelij- ke betonnen Berlijnse muur. Vele intellectuelen namen in de vijftiger jaren de vlucht naar West-Duitsland. Anderen bleven. Een van hen is Wolfgang Harich. Hij werd veroordeeld en later weer vrijgelaten. „Hij woont in Oost-Berlijn en is een gebroken man", zo meldt Sjogren. Harich was redacteur van het „Deutsche Zeitschrifit für Philosophie", toneel criticus en docent in de filosofie aan die Humbolditundversiteit in Oost-Berlijn. Hij verzamelde in het midden van de vijftiger jaren een groep intellectuelen om zich heen die een totale vernieuwing wilde van de communistische par tij in Oost-Duitsland. Wat de dogma ticus Ulbricht verprutst heeft valt af te lezen uit de nieuwe lijn die deze intellectuelen uitstippelden. Tot hen behoorde o.a. toneelschrij ver Berthold Brecht. In hun mani fest dat nimmer het Oostduitse volk bereikte stond: „Een politiek en economisch vernieuwd Oost-Eu ropa kan invloed hebben op West- Europa, maarEvenzo kan het Westen het Oosten beinvloeden en met zijn ideeën en opvattingen over democratie en vrijheid het Oosten stap voor stap dwingen dit totalitaire en despotische sys teem los te laten. Bij deze invloed naar beide zijden zien we de ver wezenlijking van een werkelijke eenheid, die het Oosten politieke vrijheid en democratie biedt en het Westen een economische struc tuur die in ieder geval als gezonde basis voor de industriële ontwik keling dienst kan doen. We willen in Oost-DuiitsJamid dit proces ver haast". Ulbricht werd er noch koud noch warm van. De wals van zijn uitstekend georganiseerde partij apparaat maaide onder het goed keurend oog van Moskou de prille Oostduitse „lente" weg. Harichs programma is nog steeds brandend actueel. Het houdt de geesten be zig die bouwen aan een minder riskant Europa. In dat perspectief is Ulbricht zeker ook geen groot man. JAN WILLEMEN (Per Sjogren, WALTER ULBRICHT Profetenserie, Uitgeversmaatschap pij INTERLAND - AALTEN) C\an onze Parijse correspondent) 'ARIJS Zondagavond om 9 uur i- in alle stilte op haar hotelkamer v n Ritz in Parijs Coco Chanel over- 1 ïen. Precies 15 dagen voor de pfesentatie van haar laatste mode- ckllictie. Zij heeft de leeftijd van 87 jjai bereikt, maar had nog dezelfde t afe wil en nog dezelfde vlammen de ogen als toen zij 17 was Toen eei van de kamermeisjes van het Paijse hotel haar vond en de fami lieeden had gewaarschuwd, was het alte laat. Coco moet zeer kalm het tiielijke met het eeuwige hebben vfwisseld. Met Coco Chanel is een van de bcoemdste mode-ontwerpsters van Fankrijk heengegaan. Zij was de dchter van een wijnkoopman en vn een boerin, maar haar vader •erdween met de noorderzon en !aar moeder stierf toen Gabrielle 6 aar oud was. Zij werd opgevoed oor twee oude tantes waar zij het aiserabel heeft gehad. Het getij ;eerde pas toen zij naar Parijs :wam en op 17-jarige leeftijd een ijke man leerde kennen die in de vandeling Rico werd genoemd. Bei- ten heebtenij bij aite vrienden voort- tan Coco-Rico. Maar toen Rico uit iet gezichtsveld verdween hield Ga- orielle haar bijnaam en bleef zich Coco noemen. Zo heeft zij tot haar d<?od geheten. Voor haar betekende liefde warm te en toegenegenheid. Maar het. vbord passie kwam in haar woor- dnboek niet voor. Passie placht zij t zeggen bezielt alleen maar men- si die zogenaamd uit liefde uit bet ram springen. Aan de vooravond van de Eerste tiereldoorlog 1914 kwam zij in ken- is met een schatrijke Engelsman, jjrthur Capel, eigenaar van steenko- COCO CHANEL lenmijinen die haar in de gelegen heid stelde een boutique in Parijs te openen. Maar de tijden waren slecht. Het werd oorlog en Coco moest zich behelpen met zeer een voudige middelen. Toch schiep zij met diezelfde eenvoudige middelen het silhouet van de moderne vrouw. Met zichzelf als mannequin werd haar boutique van het eerste ogen blik af een groot succes. Pas na de oorlog kon het grote leven voor haar beginnen. In de oorlog was veel geld verdiend dat na de oorlog gemakke lijk werd uitgegeven Coco kreeg miljonairs als klanten onder meer de prins van Wales, lord Beaver- brook, Winston Churchill, die tevens al hun vrienden meebrachten naar Parijs en naar Coco Chanel. In 1922 ontmoette zij de hertog van West minster, neef van de koning van Engeland met een fabelachtig ver mogen. Hij stelde haar voor te trou wen op voorwaarde dat zij haar boutique in de steek zou laten. Waarom zou ik dat doen, zei Coco, wij hebben het samen goed. Ieder een kent onze verhouding en geen sterveling neemt er aanstoot aan. Coco had toen voor haar zaken niet minder dan 2400 man personeel in dienst. Haar omzet in diverse soor ten parfums en 32.000 japonnen per jaair bedroeg 700 miljoen fradk. In 1938 trok zij zich in Zwitser land en Amerika terug. Haar isole ment heeft 14 jaar geduurd. Maar daarna verscheen zij andermaal in Parijs om een tweede leven te be ginnen, niet minder fantastisch dan haar vorige periode. Zij was toen 71 jaar en kon het zich permitteren in haar hotel vlak boven haar modesa lons iedereen buitenshuis te houden op wiens gezelschap zij niet gesteld was. Zij kreeg nieuwe klanten als Marlène Dietrich, Sophia Loren en Jeanne Moreau. Toen mevrouw Pompidou in oktober naar Moskou ging in gezelschap van haar man droeg zij robes van Coco. Niet alleen de groten der aarde hebben haar gekend maar ook het gewone publiek in Frankrijk kent haar, want meermalen verscheen zij onder de schijnwerpers van de tele visie. Zij was gelijk een ongekroon de vorstin als mode-ontwerpster be roemd iin die gehete wereld, ofschopin zij geen naald kon hanteren. DEN HAAG (ANP) Na een uit gebreid en intensief onderzoek in sa menwerking 'tussen de Haagse ge meentepolitie en de rijksrecherche zijn in het afgelopen weekeinde acht Zuidmolukkers aagehouden, die be trokken zijn geweest bij de ongere geldheden bij het huis van bewaring te Scheveningen op 26 september vo rig jaar. Toen raakte een grote groep Zuid molukkers slaags met de politie. Bij de gevechten werden 21 politieman nen en, voorzover bij de politie be kend, vier Zuidmolukkers gewond. De Zuidmolukse vechtersbazen be hoorden tot de ongeveer 3.000 deel nemers aan een protestdemonstratie van het Haagse Malieveld naar het huis van bewaring aan de Van Alke- madelaan in Scheveningen, die op zichzelf rustig was verlopen en be oogde de in het huis van bewaring opgesloten 33 Zuidmolukkers van „Wassenaar" een hart onder de riem te steken. In verband met de ongeregeldhe den werden tot dusver reeds zes ver dachten gehoord, die al uit andere hoofde waren ingesloten, o.a, in Rot terdam en Dordrecht. Van de acht, die nu zijn aangehouden, zijn er vier afkomstig uit Krimpen aan de IJssel en vier uit Kapelie. Het onderzoek wordt voortgezet en volgens de Haagse politie zullen nog meer aanhoudingen volgen. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Volgens secretaris L. P. J. Mazairac (37) van de stich ting Nederlandse vrijwilligers moeten de Nederlanders beter luisteren naar hun landgenoten, die een tijd ont wikkelingswerk hebben verricht in verre landen. „Die terugkerende vrij willigers hebben", klaagt hij, „de grootste moeite anderen ervan te overtuigen hoe complex de proble matiek in de ontwikkelingslanden is. Als de Nederlanders die vrijwil ligers nu eens de kans zouden geven hun verhaal kwijt te raken, dan zijn we een heel eind verder". De heer Mazairac kent vrijwilligers dde zichzelf een slot op de mond heb ben gezet. Zij willen er niet meer over praten, omdat de reacties van anderen hen diep teleurgesteld heb ben. „Aan onze vrijwilligers worden al tijd de geijkte vragen gesteld. De mensen willen weten of de bevolking in zo'n land naakt loopt of een broek draagt en ook vragen ze of er apen te zien waren. En dan zijn er altijd nog mensen die beweren dat het nut teloos is te proberen anderen naar een hoger bestaansniveau te leiden. Zij vinden dat de mensen in de ontwik kelingslanden gelukkig zijn en dat wij Nederlanders ons nergens mee moeten bemoeien. Een verhaal dat je ook siteeds moet aanhoren is dat van de vorsten die voor ontwikkelingsgeld gouden bedden kopen. Er zijn vrij willigers die daardoor wanhopig wor den". Aan de andere kant kan SNV-se- cretaris Mazairac ook optimistisch zijn. Juist in deze tijd blijkt dat de Nederlandse vrijwilligers zich een uitstekende naam hebben opgebouwd in de derde wereld. Na de start in 1963, toen de eerste 24 het veld in gingen, bouwden zij zich een reputa tie op die klinkt als een klok. Van daar dat er vanuit de ontwikkelings landen steeds meer aanvragen kO' men. „We kunnen ze niet verwerken", zegt de heer Mazairac, „daarom heb ben we een tactiek uitgestippeld. We gaan niet overal verspreid op de we reld zitten. We kiezen bepaalde ge bieden uit, waar we veel willen doen. Als we een aantal dingen hebben ge daan, stappen we eruit. Als het goed is, zet de bevolking dan ons werk voort". Nog steeds ziet de bevolking van de ontwikkelingslanden in Nederlan ders bij uitstek geschikte mensen om te helpen bij agrarische projecten. „Ze willen graag landbouw- en vee teeltvoorlichting. Maar we bespeuren zo langzamerhand toch ook een an dere tendens. Er wordt nu en dan om technici gevraagd van het HTS- en MTS-type, voor weg- en waterbouw en ook woningnood. Als deze trend doorzet, moeten we als stichting Ne derlandse vrijwilligers een hele nieu we beroepsgroep aanboren". Secretaris Mazairac verwacht in dat geval dat het aantal Nederlandse vrij willigers in ontwikkelingslanden flink zal stijgen. Hij becijferde het gemiddelde aantal van het vorige jaar op 385. Dit jaar zal het oplopen tot ongeveer 500 en het volgende jaar tot 600. Bij de SNV werkt men op het ogenblik aan de voorbereidingen voor een vierjarenplan, dat in ieder geval voorziet in een forse stijging van het aantal vrijwilligers. Volgens de heer Mazairac is de SNV bezig een nieuwe generatie op te bouwen, die weet wat de ontwik kelingsproblematiek betekent. Als de vrijwilligers zich aanmelden worden ze zorgvuldig geselecteerd en daarna opgeleid. Eenmaal in het veld worden ze duizend-en-een ervaringen rijker. Daarom wil de heer Mazairac met nadruk aan het overgrote deel van de Nederlanders vragen die idealisti sche jongeren geen koude douche te bezorgen, als zij in hun vaderland te rugkomen. (Van onze correspondent) ANTWERPEN De orthodoxe joodse gemeente „Makhsike Hadass" in Antwerpen heeft haar leden laten weten dat zij op sabbath niet mogen buitenkomen met ook maar iets in hun zakken. Dit, omdat een oude joodse wet voorschrijft dat alleen steden die omringd zijn met een wal van tenminste 80 cm hoog of met een gracht van tenminste 80 cm diep, joden wat in hun zakken mogen hebben op sabbath. Tot voor kort was Antwerpen voor de joodse wet nog een omwalde stad. Zij wordt omringd door de Schelde, het Albert-kanaal, forten, spoorweg bermen, terwijl op enkele plaatsen een telefoonleiding als wal werd beschouwd. Toen enkele maanden geleden op de weg tussen Brussel en Antwerpen een nieuw viaduct werd geopend, waardoor de telefoondraden op die plaats verdwenen, kocht de joodse gemeente twee palen, en spande een draad over de weg: de wal was daardoor weer gesloten en men mocht de zakken op sabbath weer volproppen. Iedere week gaat een controleur heel de stad rond, om te zien of alle afsluitingen ook bestaan. Donderdag merkte echter de controleur dat men langs een ongebruikte spoorlijn, ten zuiden van Antwerpen, de telefoon draden had weggenomen: daardoor stond de wal open, en er werd onmid dellijk alarm geslagen. Via radio en t.v. en in de kranten werden alle leden van de gemeente verwittigd: sinds gisteravond hebben zij op sabbath niets meer op zak wan neer zij op straat komen, zelfs geen huissleutel of zakdoek meer. Intussen onderzoekt men hoe men het probleem voor de toekomst kan oplossen. „Samen met Amsterdam en Straatsburg was Antwerpen de laatste Westeuropese stad die nog als volledig omwald kon worden beschouwd". (ADVERTENTIE) Brieven «ooi üezt rubriek moeten met vol ledige naam en adres worden ondertekend. Bif publicatie zullen deze vermeld worden. Slechts bij hoge uitzoi.oering zal van deze regel wor den afgeweken Naam en adres zijn dan bij de redactie bekend. Publicatie van brieven (verkort of onverkort) betekent niet dat de redactie het in alle gevallen eens is met in houd, c.q. strekking. Gaarne zou ik ook mijn adhesie willen betuigen met de benoeming van dr. Simonis tot bisschop van. Rotterdam. Hebben wij niet in deze tijd een herder nodig, die voor ons een goed voorbeeld kan zijn? Is het niet bedroevend dat juiist de pries ters in opstand komen tegen die benoeming? Zij spreken niet namens het kerkvolk wiant dan mag nie mand vergeten werdén. Iedere stem moet meetellen ook die van de een- voudigen. Kan en zou kardinaal Al- frimk niet moeten spreken? Of is hdj de gevangene van de Nederlandse curie? Nu wordt gesuggereerd dat de brief die de Nederlandse bis schoppen over het abortusvraagstuk wilden voorlezen, nier meer kan? Waarom hebben de bisschoppen al zo lang gezwegen? Ze hebben toch het recht om te spreken, het kerk volk erop te wijzen wat het inhoudt om r.-ik. te zijn? MEVR. M. KIEBOOM-NOSCHKA SAS VAN GENT Naar aanleiding van het bericht in „De Stem" betreffende het verwijt van het Bredase kapittel aan de pro- niuntius mgr. Felici, moge ik als mijn bescheiden oordeel hierover stellen: mgr. Felici zal van dit Bre dase verwijt koud noch warm wor den, omdat mgr. Felici, naar mijn stellige overtuiging, onvoldoende op de hoogte is met het feit, dat die Bredase heren al lang bij zeer veel katholieken in het eigen bisdom veel van dait „verdiende" vertrou wen hebben verloren. BREDA H.A. JANSEN. Het was niet mijn plan om een ingezonden stuk te schrijven in ver band met de benoeming van bis schop Simonis, maar nu pater Van de Weijer de euvele moed heeft gehad om de epiloog daaraan op te offeren wil ik ook mijn steun laten horen. Wat bedoelen die mensen al lemaal, kunnen ze niet eens één keer in zichzelf treden en denken dat dit G.ods wil is, of is het zo moeilijk hierin de hand van God te zien. Ze hollen maar door en onder het lopen gooien ze de ballast over boord. Geen biecht meer. Dat kun je van een moderne geestelijke niet meer verlangen. U zult het niet geloven maar door deze benoeming voel ik me voor het eerst na lange tijd weer een beetje thuis in onze eigen kerk. En als de tekenen niet bedriegen sta ik daarin niet alleen. Het zijn niet alleen ouderwetse mensen, maar ook jeugd. Als die benoeming doorging zou de bisschop een teken van tegenspraak zijn. Dat is nou net wat hij zijn moet. De leerling isniet beter dan de Mees ter. Jezus was ook een teken van tegenspraak in zijn tijd. Dit was wat ik even kwijt moest. MEVROUW E. LOMAN KLOOSTERZANDE In uw blad van 9 dezer stond 03 die voorpagina een merkwaardig ar tikel. De Diocesane Pastorale Raad van het bisdom Breda heeft met grote meerderheid(?) een resolutie tegen de benoeming van Simonis tot bisschop van Rotterdam aangeno men. Wat is nu de waarde van die meerderheid die de resolutie heeft aanvaard. Die diocesane pastorale raad bestaat uit 82 afgevaardigden. Indien dezen de inzichten van alle gelovigen in de zes dekenaten voor 100 procent zouden vertegenwoordi gen da nzouden 74 voorstemmers inderdaad met 74 procent een grote meerderheid hebben. Maar voor ie dere procent dat zij die inzichten niet dekt, gaat dat ene procent van die 74 procent af. Indien die 82 afgevaardigden slechts 75 procent van de gelovigen dekten (d.i. één- vierde minder) heeft die genoemde 74 procent slechts een werkelijke waarde van 49 procent. En dit is dam geen meerderheid. Om met zul ke methoden het „gelijk hebben" te bevechten is dus bedenkelijk. Bedenkelijker worden de metho den die verder in het artikel worden aangegeven. Indien hier De Stem letterlijk heeft geciteerd dan wordt de mentaliteit die daaruit spreekt afkeurenswaardig! Immers de facul teitsraad van de theologische facul teit in Nijmegen zegt: „Iemand met controversiële standpunten over ker kelijke problemen mag geen deel uitmaken van het Nederlands epis copaat. Men wrijft zich wel even de ogen uit. Wie is hier „controver sieel" tegenover de benoeming van uit het hoogste kerkelijke gezag? Een omkering van alle waarden om eigenzinnig door te zetten. Maar nog afkeurenswaardiger worden de methoden van de hoge- schoolraad van de Katholieke Theo logische School in Amsterdam. Deze vraagt om een constructieve op lossing door liquidering van Simo nis. Staat men daar zo zwak in de schoenen dat men een afwijkend standpunt niet durft te benaderen. DRS. C. J. N. DE GRAAFF ULVENHOUT

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1971 | | pagina 7