OVERTUIGD MAAR BEKROMPEN MARXIST
Ulbricht: boekhouder
van
de
revo
lutie
'n Onthulling
over
"De kleine waarheid"
libelle
COCO" LEEFDE TWEE KEER
>9
Ontwikkelingshulp
ontmoet
veel wanbegrip
Joden in Antwerpen
met lege zakke
't Staat als vervolgverhaal in
binnenland
buitenland
Marionet
Stelligheid
Zuidmolukkers
aangehouden
voor rel bij huis
van bewaring
papier
/oor uw pen
Dr. Simonis XIX
Dr. Simonis XX
Simonis XXI
Simonis XXII
DINDAG 12 JANUARI 1971
(Van een onzer redacteuren) WALTER ULBRICHT geen bezieler
jjlbricht is niet iemand om
tegenover je in de trein te
hebben zitten. Zijn ogen zijn
koud, zijn lippen dun tussen
baard en snor. Zijn glimlach is
een grimas, niets anders. Zijn
schouders hangen af en zijn
grootste omvang ligt duidelijk
ter hoogte van maag en heupen.
In de ogen van Per Sjogren,
de Duitse correspondent van
het Zweedse daghlad Dagens
Nyheter, komt de machtigste
man van Oost-Duitsland er in
derdaad slecht af. Bij hem valt
geen greintje sympathie te be
speuren, alleen wat bewonde
ring voor de Oostduitse leider.
Walter Ulbricht neemt een unie
ke plaats in onder de communisti
sche leiders enigzins vergelijkbaar
net die van Tito in Joegoslavië.
'Aj positie is onaantastbaar, gezien
ijn hoge leeftijd lijkt de tijd niet
rer meer dat deze markante figuur
Van het politieke toneel gaat ver-
Iwijnen. Hij wordt dit jaar 78.
Par Sjöngen wijiclde aan hern een
uitvoerige studie, dlie behalve de
schijnwerper op Ulbricht gericht
houdt ook een scherp beeld heeft
van het ontstaan van de Duitse
Democratische Republiek (DDR)
en het huidige leven achter het
IJzeren Gordijn
Oost Duitsland kwam na de ca
pitulatie van Hitier onder Russisch
militair bewind. Ulbricht die uit
nazi-Duitsland naar Moskou was
gevlucht, keerde toen naar Oost-
Berlijn terug, om de communisti
sche partij nieuw leven in te bla
zen. Zij moest geleidelijk de plaats
in gian nemen van het militaire
bewind. Het werk is grondig ge
daan Oost-Berlijn is nu het cen
trum van een nieuwe staat volgens
LeronisMseh-Marxisitisch (Russisch)
motel en nog steeds staat Ulbricht
op te brug van het schip.
Jijn leiderschap hing vele keren
aai een zijden draadje. Soms lekte
he naar het Westen uit, maar wat
ziih precies allemaal achter de
pirtijschermen heeft .afgespeeld,
lat zich slechts raden.
Dat Ulbriehts positie uiterst wain-
lel is geweest kwam duidelijk tot
■iting tijdens de volksopstand in
uni 1953. Ontevreden over het
oonbeleid trokken de bouwvak
kers in graten getale door die Stalin-
ïlee in Oost-Berlijn. Overal in
het land braken onlusten uit. In
partij kringen staken geruchten de
kop op dat Ulbriehts functie van
secretaris-generaal van de Oost
duitse communistische partij op
het spel stond en dat in de Sovjet
Unie beraadslaagd werd over een
nieuwe richting in de Oostduitse
politiek. Twee mensen werden met
name genoemd als eventuele op
volgers: de chef van de veilig
heidsdienst Wilhelm Zaisser en de
hoofdredacteur van het partij-or
gaan Neues Deuitscbland, Rudolf
Herrnstadt. Toch kwamen Russi
sche tanks Ulbricht helpen. De op
stand werd onderdrukt en Ulbricht
wrong zich voor de zoveelste maal
in allerlei bochten om de dreigen
de scheuring te bezweren. Voor
het oog van de Oostduitsers en de
wereld was de eenheid van de
partij weer hersteld. Zaisser en
Hernnstadt ondergingen het lot dat
nog steeds voor iedereen te wach
ten staat die het niet met de par
tijleiding eens is. In juli 1953 wer-
dien beidien uilt huin ambt ontslagen
en onmondig gemaakt door uitsto
ting uit de partij.
Ulbricht is een man die geen
twijfel kent. Voor hem is het com
munisme alleenzaligmakend. Dat
was het van het begin af. Zijn
onvoorwaardelijke loyaliteit met de
machthebbers in Moskou vloeit re
gelrecht voort uit zijn totalitaire
denken. De vele jaren die hij als
banneling in Moskou verbleef, ver
stevigden de band.
De Russen hadden precies zo'n
man nodig. Het is niet toevallig
dat Oost-Duitsland van de Sovjet-
satallieten het meest een Russische
provincie is gebleven. De west
flank van het Oostblok moest vei
lig worden gesteld. Moskou eiste
van Oost-Duitsland onverbiddelij
ke gehoorzaamheid. De rol van
marionet speelde Ulbricht met gro
te ijver en een slaafse volgzaam
heid.
„Zijn enorme ijver, zijn organi
satievermogen en zijn voortreffe
lijk geheugen voor details werden
gedurende de eerste moeilijke ja
ren in de Sovjet-zone bewezen.
Men kan Ulbricht beslist geen in
tellectueel noemen. Zijn grote re-
redevoaritnigen zoekt men teveir-
maar hij wil deze wel van te
voren inzien.
Zijn dialectisch taaleigen is, hoe
dan ook, moeilijk te verteren voor
een niet ingewijde en in Ulbriehts
redevoeringen ziekt men tever
geefs naar een levendige noot zoals
men die bij Kroesjtsjew vond. Ul
bricht is altijd even droog; of hij
nu van papier spreekt of voor de
vuist weg. Het is de moeite waard
de geschriften van Rosa Luxem
burg (grote Duitse communiste
van voor de laatste wereldoorlog)
en Ulbricht te vergelijken. De hare
trillen van warmte en levenslust,
de zijne zijn prozaïsch, doods en
kleurloos. Zijn hele leven lang
heeft Ulbricht zich in zovele boch
ten gewrongen- en nog wel schrif
telijk vastgelegd ook- dat een een
voudige toeschouwer zich ail gauw
afvraagt of hij soms alleen maar
een cynische machtsaanbidder is,
een opportunist zonder overtui
ging. Zijn cynisme en onbuigzaam
heid zijn vermoedelijk het onver
mijdelijke gevolg van zijn werk na
zoveel jaren in de voorste gelede
ren, waar voortdurend een strijd
om de macht is gaande geweest en
tegenstanders op de loer lagen om
hem ten val te brengen.
Het ligt voor de hand Ulbricht te
beschouwen als een overtuigend
maar bekrompen Marxist.
Als eerzuchtige, maar kwetsbare
jongeman mét een praktisch ver
stand ging een wereld voor hem
open - het kleermakersgezin Ul
bricht leefde in nazi-Duitsland in
armoede - die op bijna alle vragen
antwoord gaf. Dat was het commu
nisme
Hij miste echter het vermogen
om de problemen britisoh te be
zien en zijn stelligheid in de leer
gaf hem een zeker overwicht over
de zwakke broeders Sjogren die
Ulbricht bij diverse gelegenheden
van nabij meemaakte noemt Ul
bricht ten slotte eerder de trieste
boekhouder van de Oostduitse re
volutie, dan de bezieler ervan.
Werkelijk bezielde, kritisch den
kende Oostduitse communisten die
een grotere openheid voorstonden
werden dan ook Ulbriehts vijan
den.
Hij hoefde alleen maar zichzelf
te zijn om dit streven naar een
menselijker maatschappij te abor
teren.
Er kon voor de starre, plichtma
tige en onverbiddelijke Ulbricht
geen toepasselijker monument
worden opgericht dan de aartslelij-
ke betonnen Berlijnse muur.
Vele intellectuelen namen in de
vijftiger jaren de vlucht naar
West-Duitsland. Anderen bleven.
Een van hen is Wolfgang Harich.
Hij werd veroordeeld en later
weer vrijgelaten. „Hij woont in
Oost-Berlijn en is een gebroken
man", zo meldt Sjogren. Harich
was redacteur van het „Deutsche
Zeitschrifit für Philosophie", toneel
criticus en docent in de filosofie
aan die Humbolditundversiteit in
Oost-Berlijn. Hij verzamelde in
het midden van de vijftiger jaren
een groep intellectuelen om zich
heen die een totale vernieuwing
wilde van de communistische par
tij in Oost-Duitsland. Wat de dogma
ticus Ulbricht verprutst heeft valt
af te lezen uit de nieuwe lijn die
deze intellectuelen uitstippelden.
Tot hen behoorde o.a. toneelschrij
ver Berthold Brecht. In hun mani
fest dat nimmer het Oostduitse
volk bereikte stond: „Een politiek
en economisch vernieuwd Oost-Eu
ropa kan invloed hebben op West-
Europa, maarEvenzo kan het
Westen het Oosten beinvloeden en
met zijn ideeën en opvattingen
over democratie en vrijheid het
Oosten stap voor stap dwingen dit
totalitaire en despotische sys
teem los te laten. Bij deze invloed
naar beide zijden zien we de ver
wezenlijking van een werkelijke
eenheid, die het Oosten politieke
vrijheid en democratie biedt en
het Westen een economische struc
tuur die in ieder geval als gezonde
basis voor de industriële ontwik
keling dienst kan doen. We willen
in Oost-DuiitsJamid dit proces ver
haast".
Ulbricht werd er noch koud
noch warm van. De wals van zijn
uitstekend georganiseerde partij
apparaat maaide onder het goed
keurend oog van Moskou de prille
Oostduitse „lente" weg. Harichs
programma is nog steeds brandend
actueel. Het houdt de geesten be
zig die bouwen aan een minder
riskant Europa. In dat perspectief
is Ulbricht zeker ook geen groot
man.
JAN WILLEMEN
(Per Sjogren, WALTER ULBRICHT
Profetenserie, Uitgeversmaatschap
pij INTERLAND - AALTEN)
C\an onze Parijse correspondent)
'ARIJS Zondagavond om 9 uur
i- in alle stilte op haar hotelkamer
v n Ritz in Parijs Coco Chanel over-
1 ïen. Precies 15 dagen voor de
pfesentatie van haar laatste mode-
ckllictie. Zij heeft de leeftijd van 87
jjai bereikt, maar had nog dezelfde
t afe wil en nog dezelfde vlammen
de ogen als toen zij 17 was Toen
eei van de kamermeisjes van het
Paijse hotel haar vond en de fami
lieeden had gewaarschuwd, was het
alte laat. Coco moet zeer kalm het
tiielijke met het eeuwige hebben
vfwisseld.
Met Coco Chanel is een van de
bcoemdste mode-ontwerpsters van
Fankrijk heengegaan. Zij was de
dchter van een wijnkoopman en
vn een boerin, maar haar vader
•erdween met de noorderzon en
!aar moeder stierf toen Gabrielle 6
aar oud was. Zij werd opgevoed
oor twee oude tantes waar zij het
aiserabel heeft gehad. Het getij
;eerde pas toen zij naar Parijs
:wam en op 17-jarige leeftijd een
ijke man leerde kennen die in de
vandeling Rico werd genoemd. Bei-
ten heebtenij bij aite vrienden voort-
tan Coco-Rico. Maar toen Rico uit
iet gezichtsveld verdween hield Ga-
orielle haar bijnaam en bleef zich
Coco noemen. Zo heeft zij tot haar
d<?od geheten.
Voor haar betekende liefde warm
te en toegenegenheid. Maar het.
vbord passie kwam in haar woor-
dnboek niet voor. Passie placht zij
t zeggen bezielt alleen maar men-
si die zogenaamd uit liefde uit bet
ram springen.
Aan de vooravond van de Eerste
tiereldoorlog 1914 kwam zij in ken-
is met een schatrijke Engelsman,
jjrthur Capel, eigenaar van steenko-
COCO CHANEL
lenmijinen die haar in de gelegen
heid stelde een boutique in Parijs te
openen. Maar de tijden waren
slecht. Het werd oorlog en Coco
moest zich behelpen met zeer een
voudige middelen. Toch schiep zij
met diezelfde eenvoudige middelen
het silhouet van de moderne vrouw.
Met zichzelf als mannequin werd
haar boutique van het eerste ogen
blik af een groot succes. Pas na de
oorlog kon het grote leven voor haar
beginnen. In de oorlog was veel geld
verdiend dat na de oorlog gemakke
lijk werd uitgegeven Coco kreeg
miljonairs als klanten onder meer
de prins van Wales, lord Beaver-
brook, Winston Churchill, die tevens
al hun vrienden meebrachten naar
Parijs en naar Coco Chanel. In 1922
ontmoette zij de hertog van West
minster, neef van de koning van
Engeland met een fabelachtig ver
mogen. Hij stelde haar voor te trou
wen op voorwaarde dat zij haar
boutique in de steek zou laten.
Waarom zou ik dat doen, zei Coco,
wij hebben het samen goed. Ieder
een kent onze verhouding en geen
sterveling neemt er aanstoot aan.
Coco had toen voor haar zaken niet
minder dan 2400 man personeel in
dienst. Haar omzet in diverse soor
ten parfums en 32.000 japonnen per
jaair bedroeg 700 miljoen fradk.
In 1938 trok zij zich in Zwitser
land en Amerika terug. Haar isole
ment heeft 14 jaar geduurd. Maar
daarna verscheen zij andermaal in
Parijs om een tweede leven te be
ginnen, niet minder fantastisch dan
haar vorige periode. Zij was toen 71
jaar en kon het zich permitteren in
haar hotel vlak boven haar modesa
lons iedereen buitenshuis te houden
op wiens gezelschap zij niet gesteld
was. Zij kreeg nieuwe klanten als
Marlène Dietrich, Sophia Loren en
Jeanne Moreau. Toen mevrouw
Pompidou in oktober naar Moskou
ging in gezelschap van haar man
droeg zij robes van Coco.
Niet alleen de groten der aarde
hebben haar gekend maar ook het
gewone publiek in Frankrijk kent
haar, want meermalen verscheen zij
onder de schijnwerpers van de tele
visie. Zij was gelijk een ongekroon
de vorstin als mode-ontwerpster be
roemd iin die gehete wereld, ofschopin
zij geen naald kon hanteren.
DEN HAAG (ANP) Na een uit
gebreid en intensief onderzoek in sa
menwerking 'tussen de Haagse ge
meentepolitie en de rijksrecherche
zijn in het afgelopen weekeinde acht
Zuidmolukkers aagehouden, die be
trokken zijn geweest bij de ongere
geldheden bij het huis van bewaring
te Scheveningen op 26 september vo
rig jaar.
Toen raakte een grote groep Zuid
molukkers slaags met de politie. Bij
de gevechten werden 21 politieman
nen en, voorzover bij de politie be
kend, vier Zuidmolukkers gewond.
De Zuidmolukse vechtersbazen be
hoorden tot de ongeveer 3.000 deel
nemers aan een protestdemonstratie
van het Haagse Malieveld naar het
huis van bewaring aan de Van Alke-
madelaan in Scheveningen, die op
zichzelf rustig was verlopen en be
oogde de in het huis van bewaring
opgesloten 33 Zuidmolukkers van
„Wassenaar" een hart onder de riem
te steken.
In verband met de ongeregeldhe
den werden tot dusver reeds zes ver
dachten gehoord, die al uit andere
hoofde waren ingesloten, o.a, in Rot
terdam en Dordrecht. Van de acht,
die nu zijn aangehouden, zijn er vier
afkomstig uit Krimpen aan de IJssel
en vier uit Kapelie.
Het onderzoek wordt voortgezet en
volgens de Haagse politie zullen nog
meer aanhoudingen volgen.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Volgens secretaris
L. P. J. Mazairac (37) van de stich
ting Nederlandse vrijwilligers moeten
de Nederlanders beter luisteren naar
hun landgenoten, die een tijd ont
wikkelingswerk hebben verricht in
verre landen. „Die terugkerende vrij
willigers hebben", klaagt hij, „de
grootste moeite anderen ervan te
overtuigen hoe complex de proble
matiek in de ontwikkelingslanden is.
Als de Nederlanders die vrijwil
ligers nu eens de kans zouden geven
hun verhaal kwijt te raken, dan zijn
we een heel eind verder".
De heer Mazairac kent vrijwilligers
dde zichzelf een slot op de mond heb
ben gezet. Zij willen er niet meer
over praten, omdat de reacties van
anderen hen diep teleurgesteld heb
ben.
„Aan onze vrijwilligers worden al
tijd de geijkte vragen gesteld. De
mensen willen weten of de bevolking
in zo'n land naakt loopt of een broek
draagt en ook vragen ze of er apen
te zien waren. En dan zijn er altijd
nog mensen die beweren dat het nut
teloos is te proberen anderen naar een
hoger bestaansniveau te leiden. Zij
vinden dat de mensen in de ontwik
kelingslanden gelukkig zijn en dat
wij Nederlanders ons nergens mee
moeten bemoeien. Een verhaal dat je
ook siteeds moet aanhoren is dat van
de vorsten die voor ontwikkelingsgeld
gouden bedden kopen. Er zijn vrij
willigers die daardoor wanhopig wor
den".
Aan de andere kant kan SNV-se-
cretaris Mazairac ook optimistisch
zijn. Juist in deze tijd blijkt dat de
Nederlandse vrijwilligers zich een
uitstekende naam hebben opgebouwd
in de derde wereld. Na de start in
1963, toen de eerste 24 het veld in
gingen, bouwden zij zich een reputa
tie op die klinkt als een klok. Van
daar dat er vanuit de ontwikkelings
landen steeds meer aanvragen kO'
men. „We kunnen ze niet verwerken",
zegt de heer Mazairac, „daarom heb
ben we een tactiek uitgestippeld. We
gaan niet overal verspreid op de we
reld zitten. We kiezen bepaalde ge
bieden uit, waar we veel willen doen.
Als we een aantal dingen hebben ge
daan, stappen we eruit. Als het goed
is, zet de bevolking dan ons werk
voort".
Nog steeds ziet de bevolking van
de ontwikkelingslanden in Nederlan
ders bij uitstek geschikte mensen om
te helpen bij agrarische projecten.
„Ze willen graag landbouw- en vee
teeltvoorlichting. Maar we bespeuren
zo langzamerhand toch ook een an
dere tendens. Er wordt nu en dan om
technici gevraagd van het HTS- en
MTS-type, voor weg- en waterbouw
en ook woningnood. Als deze trend
doorzet, moeten we als stichting Ne
derlandse vrijwilligers een hele nieu
we beroepsgroep aanboren".
Secretaris Mazairac verwacht in dat
geval dat het aantal Nederlandse vrij
willigers in ontwikkelingslanden
flink zal stijgen. Hij becijferde het
gemiddelde aantal van het vorige
jaar op 385. Dit jaar zal het oplopen
tot ongeveer 500 en het volgende jaar
tot 600. Bij de SNV werkt men op het
ogenblik aan de voorbereidingen
voor een vierjarenplan, dat in ieder
geval voorziet in een forse stijging
van het aantal vrijwilligers.
Volgens de heer Mazairac is de
SNV bezig een nieuwe generatie op
te bouwen, die weet wat de ontwik
kelingsproblematiek betekent. Als de
vrijwilligers zich aanmelden worden
ze zorgvuldig geselecteerd en daarna
opgeleid. Eenmaal in het veld worden
ze duizend-en-een ervaringen rijker.
Daarom wil de heer Mazairac met
nadruk aan het overgrote deel van
de Nederlanders vragen die idealisti
sche jongeren geen koude douche te
bezorgen, als zij in hun vaderland te
rugkomen.
(Van onze correspondent)
ANTWERPEN De orthodoxe joodse gemeente „Makhsike Hadass" in
Antwerpen heeft haar leden laten weten dat zij op sabbath niet mogen
buitenkomen met ook maar iets in hun zakken. Dit, omdat een oude joodse
wet voorschrijft dat alleen steden die omringd zijn met een wal van tenminste
80 cm hoog of met een gracht van tenminste 80 cm diep, joden wat in
hun zakken mogen hebben op sabbath.
Tot voor kort was Antwerpen voor de joodse wet nog een omwalde stad.
Zij wordt omringd door de Schelde, het Albert-kanaal, forten, spoorweg
bermen, terwijl op enkele plaatsen een telefoonleiding als wal werd beschouwd.
Toen enkele maanden geleden op de weg tussen Brussel en Antwerpen
een nieuw viaduct werd geopend, waardoor de telefoondraden op die plaats
verdwenen, kocht de joodse gemeente twee palen, en spande een draad over
de weg: de wal was daardoor weer gesloten en men mocht de zakken
op sabbath weer volproppen.
Iedere week gaat een controleur heel de stad rond, om te zien of alle
afsluitingen ook bestaan. Donderdag merkte echter de controleur dat men
langs een ongebruikte spoorlijn, ten zuiden van Antwerpen, de telefoon
draden had weggenomen: daardoor stond de wal open, en er werd onmid
dellijk alarm geslagen.
Via radio en t.v. en in de kranten werden alle leden van de gemeente
verwittigd: sinds gisteravond hebben zij op sabbath niets meer op zak wan
neer zij op straat komen, zelfs geen huissleutel of zakdoek meer.
Intussen onderzoekt men hoe men het probleem voor de toekomst kan
oplossen. „Samen met Amsterdam en Straatsburg was Antwerpen de laatste
Westeuropese stad die nog als volledig omwald kon worden beschouwd".
(ADVERTENTIE)
Brieven «ooi üezt rubriek moeten met vol
ledige naam en adres worden ondertekend. Bif
publicatie zullen deze vermeld worden. Slechts
bij hoge uitzoi.oering zal van deze regel wor
den afgeweken Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publicatie van brieven
(verkort of onverkort) betekent niet dat de
redactie het in alle gevallen eens is met in
houd, c.q. strekking.
Gaarne zou ik ook mijn adhesie
willen betuigen met de benoeming
van dr. Simonis tot bisschop van.
Rotterdam. Hebben wij niet in deze
tijd een herder nodig, die voor ons
een goed voorbeeld kan zijn? Is het
niet bedroevend dat juiist de pries
ters in opstand komen tegen die
benoeming? Zij spreken niet namens
het kerkvolk wiant dan mag nie
mand vergeten werdén. Iedere stem
moet meetellen ook die van de een-
voudigen. Kan en zou kardinaal Al-
frimk niet moeten spreken? Of is hdj
de gevangene van de Nederlandse
curie? Nu wordt gesuggereerd dat
de brief die de Nederlandse bis
schoppen over het abortusvraagstuk
wilden voorlezen, nier meer kan?
Waarom hebben de bisschoppen al
zo lang gezwegen? Ze hebben toch
het recht om te spreken, het kerk
volk erop te wijzen wat het inhoudt
om r.-ik. te zijn?
MEVR. M. KIEBOOM-NOSCHKA
SAS VAN GENT
Naar aanleiding van het bericht in
„De Stem" betreffende het verwijt
van het Bredase kapittel aan de pro-
niuntius mgr. Felici, moge ik als
mijn bescheiden oordeel hierover
stellen: mgr. Felici zal van dit Bre
dase verwijt koud noch warm wor
den, omdat mgr. Felici, naar mijn
stellige overtuiging, onvoldoende op
de hoogte is met het feit, dat die
Bredase heren al lang bij zeer veel
katholieken in het eigen bisdom
veel van dait „verdiende" vertrou
wen hebben verloren.
BREDA H.A. JANSEN.
Het was niet mijn plan om een
ingezonden stuk te schrijven in ver
band met de benoeming van bis
schop Simonis, maar nu pater Van
de Weijer de euvele moed heeft
gehad om de epiloog daaraan op te
offeren wil ik ook mijn steun laten
horen. Wat bedoelen die mensen al
lemaal, kunnen ze niet eens één
keer in zichzelf treden en denken
dat dit G.ods wil is, of is het zo
moeilijk hierin de hand van God te
zien. Ze hollen maar door en onder
het lopen gooien ze de ballast over
boord. Geen biecht meer. Dat kun je
van een moderne geestelijke niet
meer verlangen. U zult het niet
geloven maar door deze benoeming
voel ik me voor het eerst na lange
tijd weer een beetje thuis in onze
eigen kerk. En als de tekenen niet
bedriegen sta ik daarin niet alleen.
Het zijn niet alleen ouderwetse
mensen, maar ook jeugd. Als die
benoeming doorging zou de bisschop
een teken van tegenspraak zijn. Dat
is nou net wat hij zijn moet. De
leerling isniet beter dan de Mees
ter. Jezus was ook een teken van
tegenspraak in zijn tijd. Dit was
wat ik even kwijt moest.
MEVROUW E. LOMAN
KLOOSTERZANDE
In uw blad van 9 dezer stond 03
die voorpagina een merkwaardig ar
tikel. De Diocesane Pastorale Raad
van het bisdom Breda heeft met
grote meerderheid(?) een resolutie
tegen de benoeming van Simonis tot
bisschop van Rotterdam aangeno
men. Wat is nu de waarde van die
meerderheid die de resolutie heeft
aanvaard. Die diocesane pastorale
raad bestaat uit 82 afgevaardigden.
Indien dezen de inzichten van alle
gelovigen in de zes dekenaten voor
100 procent zouden vertegenwoordi
gen da nzouden 74 voorstemmers
inderdaad met 74 procent een grote
meerderheid hebben. Maar voor ie
dere procent dat zij die inzichten
niet dekt, gaat dat ene procent van
die 74 procent af. Indien die 82
afgevaardigden slechts 75 procent
van de gelovigen dekten (d.i. één-
vierde minder) heeft die genoemde
74 procent slechts een werkelijke
waarde van 49 procent. En dit is
dam geen meerderheid. Om met zul
ke methoden het „gelijk hebben" te
bevechten is dus bedenkelijk.
Bedenkelijker worden de metho
den die verder in het artikel worden
aangegeven. Indien hier De Stem
letterlijk heeft geciteerd dan wordt
de mentaliteit die daaruit spreekt
afkeurenswaardig! Immers de facul
teitsraad van de theologische facul
teit in Nijmegen zegt: „Iemand met
controversiële standpunten over ker
kelijke problemen mag geen deel
uitmaken van het Nederlands epis
copaat. Men wrijft zich wel even
de ogen uit. Wie is hier „controver
sieel" tegenover de benoeming van
uit het hoogste kerkelijke gezag?
Een omkering van alle waarden
om eigenzinnig door te zetten.
Maar nog afkeurenswaardiger
worden de methoden van de hoge-
schoolraad van de Katholieke Theo
logische School in Amsterdam. Deze
vraagt om een constructieve op
lossing door liquidering van Simo
nis. Staat men daar zo zwak in de
schoenen dat men een afwijkend
standpunt niet durft te benaderen.
DRS. C. J. N. DE GRAAFF
ULVENHOUT