Kloof
is nog
groot
SCHENK: „ORGANISATIE
FAALDE JAMMERLIJK"
„Jan is een
waardig
kampioen"
GROOT KAMPIOEN
Bazen
titel
„Stien verdiende de titel...
Noch het
een, noch
het ander
Verrassing
Zonder omwegen
sport
DERDE SPORTPAGINA VAN MAANDAG II JANUARI 1971
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM Het gat dat
er gaapt tussen de toprijders uit
de kernploeg en de rest van Ne
derland is nog heel groot. Dat is
pioenschappen schaatsen kan
pioenschappen schaatsen kan
worden getrokken. En ook ge
trokken werd door de leden van
de jeugdkernploeg, de potentiële
opvolgers van de huidige kern
ploegleden. De opvolgers hadden
er heimelijk op gehoopt dit
weekend al een van de voor hen
gereserveerde plaatsen in te kun
nen nemen. Vooral Piet Kleine
leek zelfs vrij goede kansen te
hebben. Toen na de laatste rit
ten op de Jaap Edenbaan het
eindklassement kon worden op
gemaakt, bleek echter dat hij op
de achtste plaats stond met rui
me achterstand op de zeven top
rijders die Nederland kent.
De ainidere jeugdkernploegle-
dein volgden hem in de eindrang
schikking op, slechts één plaats
open laitend voor de weer goed
rijdende Hanm Kuipers. Zei hun
coach Egbert van 't Oever: „Wat
betreft de klasseringen van mijn
jongens ben ik wel tevreden.
Mijn ploeg heeft tenslotte ge
toomd dait zich tussen hen en de
kernploeg iin elk geval geen an
dere Nederlandse rijders bevin
den.
Wat dat betreft is het dus een
teken dat we op de goede weg
zijn met de instelling van een
jeugdkernploeg. Het is echter
misschien wel een wat teleur
stellend, maar toch duidelijk
aantoonbaar feit, dat de ver
schillen in tjjden, vooral op de
5000 en 1500 meter en toch ook
wel op de 10 km. eng groot zijn".
Het bevestigde de stelling van
Egbert van 't Oever, die zijn jon
gens altijd voorhoudt: „Jullie
tjjd komt pas na Sapporo, als de
huidige top met schaatsen is ge
stopt".
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM De kritiek op
de organisatie van de Nederlandse
schaatskampioenschappen kwam
niet alleen van de zijde van „om
standers". Ard Schenk, en niet om
dat hij excuses zocht of zijn teleur
stelling wilde afreageren, sprak een
vernietigend oordeel uit: ,Jk vind
deze organisatie jammerlijk. Op de
ze manier kan het niet". Het pu
bliek puilde van de overvolle tribu
nes en de schijn werd gewekt dat
meer kaarten waren verkocht dan
er plaatsen waren, want er was een
tribune voor genodigden en pers,
die geheel werd overrompeld door
stromen kijkers. Op en om de baan
was de cliaos compleet. Tientallen
„helpers" meenden dal zij zich al
leen van hun taak konden kwijten
door iedereen weg te jagen, ieder
een voor de voeten te lopen en
agenten met honden af te sturen
op fotografen die hun werk tracht
ten te doen.
De conclusie ligt heel duidelijk
voor de hand: de Amsterdamse
kunstijsbaan is ten enen male on
geschikt voor een dergelijk evene
ment. Men kan de zaak niet aan.
Maar tenslotte heeft Amsterdam
een baan en moet de koek verdeeld
worden, zodat de hoofdstad ook een
part krijgt toebedeeld. En die kans
laten ook de exploitanten van de
„eetgelegenheden" een zeer wijd-
se naam overigens zich niet ont
gaan, want er wordt voor slechte
kwaliteit een fancy-fairprijs bere
kend.
Ik kreeg er ook een op de tien
kilometer, na zo'n veertien, vijftien
ronden. Gelukkig aan mijn rechter-
schaats, want als het aan mijn lin
ker was geweest, zou ik er veel last
van gehad hebben. Ik heb er nu niet
veel van gemerkt".
De organisatie was derhalve van
de zijde van de belangrijkste deel
nemers aan dit toèrnooi finaal ge
kraakt. Een schande dat Nederlands
belangwekkendste schaatstoernooi
wordt toegewezen aan een kunstijs
baan, waarmee in het verleden ook
al minder goede ervaringen zijn op
gedaan. Een baan die ten enen male
ongeschikt is, omdat een redelijke
accommodatie ontbreekt rijen
voor de toiletten, rijen voor een
kopje slechte koffie, tribunes die
veel te vol waren, kijkers die zich
noodgedwongen bevonden op plaat
sen waar zij in het geheel niet thuis
hoorden, maar ze moesten wel om
dat op de uitpuilende tribunes geen
plekje meer was en bovendien de
organisatie faalde. Jammerlijk, zo
als Ard Schenk het nog niet eens
zo scherp formuleerde. Hij had ook
waardeloos kunnen zeggen en was
dan dichter bij de waarheid ge
weest.
Een teleurgestelde Kees Verkerk in de armen van coach Leen Pfrommer.
Een juichende Jan Bols in de bloemen
na het behalen van het Nederlands kam
pioenschap bij de heren. Bols, de sterke
sportman uit Hoogeveen sloeg zijn grote
slag vooral op de 10.000 meter, de af
stand waarop hij Schenk een verplette
rende nederlaag toebracht.
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM Jan Bazen nam
laconiek de felicitaties in ontvangst
nadat hij voor de tweede maal Ne
derlands kampioen sprinten was ge
worden. „Ik had me helemaal op
deze kampioenschappen geconcen
treerd, hier heb ik ook helemaal
voluit gereden", zei hij a la Kees
Verkerk. Wat dat betekende be
merkte vooral Marten Hoekstra, de
sprinter uit Heerenveen, die dit jaar
voor het eerst met de Pfrommer-
selectie mocht meetralnen. De man
ook, die Jan Bazen in Noorwegen
verscheidene gevoelige nederlagen
toebracht. Hoekstra moest op de
Jaap Edenbaan echter volmondig
toegeven, dat er naast Ard Schenk
maar èèn Nederlandse sprinter is,
en dat is Jan Bazen.
Drie maal stonden Bazen en
Hoekstra immers tegenover elkaar.
Drie maal ging Jan Bazen zegevie
rend over de finish. Twee maal op
de 500 meter en eenmaal op de
kilometer, steeds binnen de baanre
cords. Daarmee stelde de 23-jarige
automonteur zijn eerste plaats in het
eindklassement volkomen veilig. De
zege van Bazen voor Hoekstra (pre
cies dezelfde uitslag overigens als
vorig jaar) kenmerkte echter de ar
moede die Nederland in het sprint-
vlak nog kent. Bleeker, de zich in
Inzeil geprepareerde Demkes en de
jeugdtalenten Valentijn en Olof
kwamen er namelijk helemaal niet
aan te pas.
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM Op de windstil
le piste begaven Ard Schenk en Jan
Bols zich naar de startplaats. De
titelhouder, zaterdags al uitgekreten
tot (wederom) aanstaand kampioen
en na zijn zege op de 1500 meter
gisteren gepromoveerd tot zekere
kampioen, had in de derde rit van
het slotnummer, de tienduizend me
ier, een voorsprong in seconden van
22.3 op Jan Bols. En dan mag die
tien kilometer niet Schenks sterkste
nummer zijn, zulk een achterstand
zou Jan Bols toch niet kunnen weg
werken. De uitslag stond tevoren at
vast: Schenk zou zijn titel prolonge
ren. Toen volgde dat verbijsterende
slot, die onwaarschijnlijke apotheose
van twee dagen strijd om de lands
titel. Het gejuich verslapte op de
tribunes toen vijf ronden waren ge
reden. Jan Bols, gestart als een ka
nonskogel, nam eensklaps afstand
van zijn rivaal. Het gonsde over de
baan: Schenk heeft een braam in
zijn schaats en kan niet harder.
De microfonist gaf nog extra
voedsel aan dit gerucht met zijn
..Hij wil wel hardier maar kaai niet".
Mentaal oersterke Jan Bols die op
de 1500 meter in de ochtenduren in
een rechtstreeks duel met Schenk
2.6 sec. had moeten prijs geven op
de snelste tijd ooit in Nederland
gereden (2.04.4) die de kampioen
1970 had laten bijschrijven in de
annalen bovendien dezelfde tijd
die Schenk vorig jaar maakte in
Oslo tijdens zijn triomftocht naar de
wereldtitel mentaal oersterke Jan
Bols had zich die „les" niet aange
trokken. Op de tien kilometer raas
de hij met een verbazingwekkende
snelheid van Schenk weg en toen
zeventien van de vijfentwintig ron
den waren afgelegd, werd Ard
Schenk gelapt, op een ronde gezet.
Een afschuwelijke vernedering voor
de vaderlandse, Europese en wereld
kampioen. Met ontzetting zag men
hoe door Egbert van 't Oever geco
achte Bols Pfrommer was de
steun achter Schenk zijn tegen
stander opvrat. Niet minder dan 45.8
seconden was Bols uitgelopen, twee
maal zo veel als hij nodig had. Het
siert Ard Schenk dat hij de braam
niet als excuus aanvoerde. Uren na
dat hij zijn teleurstelling had ver-
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM Het mysterie
Stien Kaiser heeft een nieuwe de-
mensie gekregen door haar wonder
baarlijke vooruitgang op de sprint.
De herinnering aan het vorige sei
zoen, toen ze op alle belangrijke
toernooien - ondanks een grootse
vorm - tweede werd door het vroeg
tijdig oplopen van een grote achter
stand, bacht de 32-jarige Delftse aan
het verstand, dat ze vooral op de
korte afstanden vorderingen kon
boeken. En die veronderstelling
werd het afgelopen weekeinde op de
Jaap Edenbaan in de praktijk omge
zet. Op nagenoeg alle afstanden „o-
pende" ze sneller dan van haar
werd verwacht, wat de concurrentie
in de regel zo'n mentale opduvel
bezorgde, dat ze er daarna haast
geen last meer van ondervond.
Haar zesde titel, ongeveer zeven
jaar, nadat ze eigenlijk te oud was
bevonden door de KNSB, was dan
ook de mooiste uit haar glanzende
carrière. „Stien Kaiser heeft werke
lijk kei- en keihard naar dit hoogte
punt toegewerkt. Zij pakte haar zo
mer- en ij straining serieuzer dan
ooit aan", aldus een gelukkig la
chende damescoach Kees Broekman.
„Daarom ben ik door diit resultaat
helemaal niet verrast. Vooral op de
eerste honderd meter van de sprint
was haar vooruitgang duidelijk te
merken. Ik schat, dat ze op die
afstand zeker bijna een halve secon
de ten opzichte van vroeger won".
De tijd van Stien Kaiser op de 500
-meter was voor haar doen dan ook
zonder meer opzienbarend: 46.89.
Slecht één volle seconde achter
sprintspecialiste Atje Keulen-Deel
stra,. de kampioene van het vorige
seizoen.
Op dit enerverende kampioen
schap voor dames stonden de lef en
de bravoure op het ijs van de kers
verse kampioene Stien Kaiser op
praktisch alle afstanden centraal.
Het directe gevecht tegen de groot
ste rivale Atje Keulen-Deelstra, die
op het laatste nummer: de drie kilo
meter van beslissende betekenis was,
bracht haar ook alweer door een
sterk begin al snel in een gewonnen
positie. Wie had er immers ver
wacht, dat Stien de eerste 200 meter
zou afleggen in een snellere tijd dan
Atje, en nog niet eens met zo'n
gering verschil ook (21.1 en 21.7).
Niemand toch. Behalve Atje Keulen
zelf. „Stien Kaiser reed bewust zo
snel weg. Zij wilde indruk maken
en zonder risico's en onzekerheid
verder rijden. Het is haar maar
gedeeltelijk gelukt. Wat niet weg
neemt: dat ik van mening ben, dat ze
de enige is die dit kampioenschap
verdiende".
Oprechte bewondering van een
oud-kampioene voor een oud-kamipi-
oene. Maar dat was logisch. Wat de
grimmige Stien Kaiser ook op de
andere afstanden liet zien was zon
der meer indrukwekkend.
Coach Broekman prijst zich geluk
kig met twee sportvrouwen van 32
jaar. „Zij zijn in mijn ogen nog lang
niet versleten. Door dit succes staat
voor mij ook vast dat voor beiden
nog genoeg perspectief lonkt voor
de Olympische Spelen". De concur
rentie viel in dit opzicht door de
mand. Ans Schut, ambitieloos rij
dend, verkeert nu in een soort gelij
ke impasse als Kaiser in 1970 en de
vierde plaats, die er uiteindelijk op
de eindranglijst voor haar was weg
gelegd, was voor weinigen een ver
rassing. Dat was wel de „doorbraak"
van Trijntje Rep, een 20-jarige
Oostzaanse.
Deze pupil, van B-trainer Klaas
Visser bezat in haar jeugdige enthou
siasme de voortvarendheid van Stien
Kaiser, kwam daardoor in het eerste
voorname toernooi tot oogstrelende
resultaten, maar miste alleen nog
voldoende routine. „Lk had - om u
eerlijk de waarheid te zeggen - meer
verwacht dan de derde plaats. De
reden daarvan is een klein menings
verschil. Zij heeft de 1500 meter op
haar manier en de 1000 op de mijne
gereden. Dit is voor mij echter geen
halszaak. Dit optreden was in mijn
ogen belangrijk voor haar techniek.
Niet voor de prestatie. Daar heeft ze
nog tijd genoeg voor. De komen
de tien jaar komt het er wel uit".
Een hoopvol perspectief dus voor
Trijnie Rep, maar niet voor Klaas
Visser. Hij had haar dit seizoen uit
de kernploeg overgenomen om zijn
aandacht eraan te besteden. Nu het
zelfvertrouwen terug is moet hij haar
weer overgeven aan Kees Broek
man. Zij heeft zich immers bij de
„kwalificatie" voor de Europese en
de wereldkampioenschappen gere
den. Na Mje Keulen-Deelstra en
Akke Falkema is Trijnie Rep de
derde rijdster, die hij aflevert aan
Oranjes top. Een ondankbare taak,
waarmee de Friese sportzaakeige
naar verre van tevreden is. „Het is
moeilijk te aanvaarden, dat durf ik
wel te stellen.
Het kampioenschap van de verras
sing werd ook in de onderste regio
nen doorgetrokken. Meest belangrij
ke kandidaten voor de veelbesproken
vijfde en zesde plaats waren voor
alles begon, zonder twijfel Elly van
der Brom en Carry Geyssen. Tij
dens het toernooi ontwikkelde deze
situatie zich echter anders. Een aan
tal onzekerheden op de sprint en de
dreun op de 1500 meter van Kaiser
bracht het Amsterdamse meisje to
taal in verwarring.
Een licht herstel op de 1000 meter
gaf haar nog even hoop (1.35.4).
Maar niet lang. Haar tijd op de 3
km (5.15.3) was beduidend slechter
dan van concurrenten Geyssen
(5.14.1) en Rieneke Demming
(5.02.3). Van der Brom: „Dit is een
geweldige teleurstelling natuurlijk.
Wat ik nu moet doen weet ik nog
niet". Broekman: „Erg triest. Meest
opvallend was voor mij, dat ze tel
kens in de laatste ronde wat terug
viel. Je kan daaruit de conclusie
trekken, dat ze conditie te kort komt.
Men moet dan wel rekening houden
met het feit, dat ze eind november
een kaakoperatie ondergaan heeft!"
Nog was de spanning niet voorbij.
Rieneke Demming had zich door dit
resultaat geplaatst, maar Carry
Geyssen nog niet. Akke Falkema
ondernam als laatste kandidaat nog
een serieuze aanval. Carry Geyssen
- een brok nervositeit oip dat mo
ment - was er allerminst gerustge
steld op. „Het is glij-ijs en dan rijdt
ze altijd snel". Deze bange voorge
voelens kwamen uit. Zij had de
duizend meter nog niet afgelegd of
haar voorsprong bedroeg al drie se
conden. Aan een verschil van twee
in haar voordeel had ze al voldoen
de. Deze winst liet de soepel glij
dende Friezin niet meer glippen,
zodat ook Carry Geyssen zich dit
seizoen tevreden moet stellen met
een plaats in de B-ploeg.
Twee veranderingen, waarmee da-
mesocach Broekman zeer tevreden
is. „Ik voel me - in het algemeen -
prettiger dan het vorige seizoen. De
resultaten waren ongeveer overeen
komstig mijn verwachtingen. De
rust komt de komende weken weer
terug in de ploeg. En dat zal velen
goed doen".
Ard Schenk in actie cp de 1500 meter, die hij zou winnen in 2.04,4, de
snelste tijd die ooit in Nederland op deze afstand gemaakt is.
werkt zei hij: „laat ik dit eerst en
vooral zeggen het heeft niet al
leen aan die braam in mijn schaats
gelegen. De manier waarop Jan die
tien kilometer begon en afmaakte, is
een kampioen waardig. Hij heeft het
verdiend". Er klonk een waarderend
gemompel bij die eerlijke bekente
nis, er klonk zelfs „bravo". Ex-coach
Anton Huiskes had toch gelijk ge
kregen, toen hij, maar zijn mening
gevraagd over het falen van Schenk,
zei: „Die braam? Wie heeft hem
gezien. Bovendien, als ik zo slecht
ging door een braam, zou ik me
laten vallen, maar het kan best een
psychische kwestie zijn geweest. Of
dacht je dat iemand niet zo veel
achter kan raken door een psychi
sche klap. Reken maar, dat kan".
Zonder omwegen, recht-toe-recht
aan, ontleedde Ard Schenk zijn dra
ma. „Ik kreeg na vijf ronden een
braam aan mijn rechterscliaats, later
ook nog een aan mijn linker. Ik wist
dat Jan op 15.47.- wegging en daclit:
ik zal de eerste kilometers bij hem
blijven en dan mag er een gat
vallen want dat is dan te overzien
en kan nooit drie en twintig secon
den groot worden. Ik had op de 1500
meter ongeveer net zo geredeneerd.
Ik moet anderhalve seconde ten
minste voor blijven. Dat was gelukt,
ruimschoots zelfs. Ik meende voor
de tien kilometer de zaak volkomen
in hand te hebben en als het dan
niet lukt heb je dat aan jezelf te
wijten.
Na tien ronden zag ik al dat het
niet meer zou gaan. Dan komen de
psychische invloeden. Je- gaat den
ken: niet forceren want als je on
deruit gaat, word je vijfde of zoiets
en daar had ik geen zin in. Maar je
krijgt een tik en dan geef je het
misschien Onbewust wel op. Leen
Pfrommer riep nog: denk aan je
tweede plaats en toen heb ik ge
tracht die veilig te stellen. Iedereen
heeft toch kunnen zien dat Jan
vleugeltjes kreeg. Bovendien wist ik
dat Ed'dy Verheyen nog moest komen
en je weet wat voor vuurvreter die
is. Ik heb dus geen enkel risico
meer genomen. Maar het is niet
reëel om te zeggen dat het alleen
door die braam kwam".
Toch had Jan Bols, dolgelukkig,
het graag anders gezien. „Jammer
dat het zo is gegaan. Het had een
prachtige krachtmeting kunnen wor
den. Maar ik' ben er toch gelukkig
mee. Ik vond die drie en twintig
seconden erg veel en hield me hier
aan vast: als ik erg goed rijd en
Ard iets minder, kan het misschien.
Normaal open ik ook niet zo snel
maar ik heb gegokt: knallen, dacht
ik, en toen kwam die tijd eruit".
Een tijd van 15.29.4, de snelste ooit
in Nederland gereden en niet eens
in een pure confrontatie tussen de
twee giganten van dit toernooi.
Want dat ^waren zij. Ard Schenk
met zijn zege op de 500 m in de
knappe tijd van 41.4 zaterdag op
niet vlekkeloos ijs maar wel een
piste die voor iedereen gelijk was
omdat de omstandigheden niet wij
zigden en met zijn overwinning
op de 1500 m in 2.04.4. Maar hoger
nog stak Jan Bols boven de gehele
concurrentie uit met zijn zege op de
vijf kilometer in 7.38.4 en zijn ont
zagwekkende tien kilometer, het
drama van Ard Schenk naar de
glorie van Jan Bols die nimmer
verder had gereikt dan tweemaal
een tweede plaats in de vaderlandse
titelstrijd.
(Van onze sportredactie)
AMSTERDAM Het Nederlands
kampioenschap schaatsen bij de he
ren, had de strijd moeten worden
tussen het gigantenkwartet Schenk
Verkerk - Bols - Verheyen en die
tussen de anderen van de kernploeg
om de resterende twee plaatsen voor
het trainingskamp in Davos als
voorbereiding op de Europese kam
pioenschappen in Heerenveen. Het
werd noch het een noch het ander.
Kees Verkerk, altijd en eeuwig de
sfinx van het gezelschap, had tevo
ren voor zichzelf bepaald dat hij
zich niet bijster zou inspannen. Voor
hem gold de Europese en wereld-
strijd als hoogtepunt. Maar op de
sprint, zijn zwakke punt, kwam hij
toch met de vierde tijd te voorschijn
en dat opende perspectieven om zich
te mengen in de stille oorlog om de
topplaatsen. Toen kwam die vijf ki
lometer, waarop Verheyen als eerste
„grote" was gestart en een tijd had
afgeleverd waarop de anderen zich
konden richten. Ook dus Verkerk.
Moeizaam ging hij over het ijs en
zelfs als hij geen lust had gevoeld
zich bijster in te spannen tegen Jan
Werner Pol was zijn tijd van 8.00.2
ver beneden zijn standing. Het zat
er toen zelfs in dat Verkerk niet
eens meer bij de eerste zes zou
komen! Kees Verkerk zonderde zich
zaterdag stuurs af, beseffend dat hij
de dag daarna wel zóu moeten of
hij wilde of niet. Daarom legde hij
een 1500 meter in 2.06.5 op het ijs
en wist hij zich zeker van de vierde
plaats in de rangschikking na drie
afstanden, die hij zelfs kon handha
ven na een weinig briljante tien
kilometer in 16.04.4,
De „strijd om de twee plaatsen",
do verwachte verbitterde energie
verslindende duels, kreeg een snelle
ontknoping. Peter Nottet was er
verantwoordelijk voor met zijn
knappe vijf kilometer, die de sleutel
was waarmee hij de poort naar Da-
vos opende. Een weg die ook Eddie
Verheyen ging. Piet Vink en Jappie
van Dijk, lange tijd vol hoop, waren
de slachtoffers in die strijd om de
twee plaatsen.