Ook overige Nederlandse diergaarden klagen hun nood Bureau Berenschot „doet" in organisatie buitenland V erscheidenheid Fusies LEZINGEN NOODKLOK ONBILLIJK ZEER BEEN SCHOOLPLATEN NIET ALLEEN ARTIS MOET BLIJVEN! (Van een onzer verslaggeefsters) DEN HAAG Problemen, waarmee bedrijven van elke soort en elke aard te kampen krijgen, zal men in de eerste plaats in de eigen kring trachten op te lossen. Tenslotte is de Nederlander over het algemeen niet iemand, die on middellijk met zijn moeilijkheden naar een ander loopt. De moge lijkheid blijft echter bestaan, dat binnen het bedrijf geen bevredi gende oplossing gevonden kan worden. Dan is de kans groot, dat raad wordt gevraagd aan een ad- viesbureau-voor-organisatie-en- beleidsvorming, zoals dat heet. Bijna even groot is de kans dat het bedrijf dan terecht komt bij het grootste bureau op het vasteland va nEuropa: het Raadgevend Bu reau Ir. B. W. Berenschot N.V., kortweg Bureau Berenschot. Het bedrijfsadviesbureau werd in 1938 opgericht door ir. B/W. Beren schot, die zes jaar geleden overleed. Ir. Berenschot krreg zelf zijn oplei ding bij de ingenieurs E. Hij mans en V.W. van Gogh, die in 1920 het eerste raadgevend bureau in Neder land stichtten. Bureau Berenschot richt zich op alle problemen die met organisatie te maken hebben, zowel produktie als marketing, personeel, financiën, informatieverwerking en topmanagement. Men is er dus van alle markten thuis. Niet alleen particuliere bedrijven roepen de hulp in van het bureau met zeven vestigingen in Nederland en één in Amerika. Ook de overheid laat zich graag door de organisaties voorlichten over het zo effectief mo gelijk benutten van wat dan ook. Het rijk is zelfs op bet ogenblik de belangrijkste opdrachtgever. Het adviesbureau zelf is een voor beeld van organisatie. Er werken meer dan vierhonderd personen. Daarvan zijn er 250 werkzaam als adviseurs- De overige personeelsle den houden zich bezig met alles wat bij de „binnendienst" hoort; van personeels- en administratieafdeling tot researchbureau. De kunst van het adviseren, zo geeft men zelf toe, is voor het grootste deel afgekeken van Ameri ka. Niet voor niets is daar een vestiging. Bovendien zijn de bedrij ven daar over het algemeen veel verder -dan hier. „Wij kunnen dus beschikken over een voortdurende stroom van gegevens, waarmee al in een verder stadium gewerkt is". „Een adviesbureau moet zichzelf steeds blijven ontwikkelen", zegt de huidige directeur, drs. D.J. da Silva. „Dat kan alleen maar als er vol doende geld beschikbaar is. Dat is dan ook één van de redenen waarom een consult behoorlijk duur is. Een andere reden is, dat de experts, voor zij werkelijk specialisten zijn, eerst binnen het bedrijf nog een opleiding van negen maanden krijgen. De kos ten van een advies kunnen wel hoog zijn, maar meestal wordt daardoor de omzet zoveel verhoogd, dat het bedrijf, of dit nu de overheid, een ziekenhuis, een confectiebedrijf of een recreatieproject betreft, de kos ten er binnen een jaar weer uit heeft. Van het begin af heeft ir. Beren schot de noodzaak gezien van een groot bureau met een zo groot mo gelijke verscheidenheid aan experts op alle gebieden. Zestig procent van de adviseurs is acafemisch ge schoold. Gelukkig heeft Nederland nu ook een goede opleiding tot be drijfskundig ingenieur aan de tech nische hogescholen van Eindhoven en Enschede. Het bureau beperkt zich niet tot advies geven alleen. Het strekt zijn werkterrein ook uit tot het opzetten van een nieuwe organisatievorm. Bij het vooronderzoek, dat verricht wordt om te komen tot een rapport met aanbevelingen voor verbeter ingen en raadgevingen, wordt toch alles grondig doorgelicht,ook al gaat 't eigenlijk maar om 'n klein onder deel van het bedrijf. Meestal blijft het bedrijf de raad van het advies bureau verschillende keren inwin nen. Zeker niet alleen bedrijven en instellingen waar het erg slecht mee Ouwehands dierenpark behoort tot de modernste dierentuinen, waar de dieren zo weinig mogelijk achter de tralies zitten. heer Ouwehand toch geen zoden aan de dijk. In de steden zijn de mensen trou wens het meest „dierentuinminded". In Zuid-Nederland het minst. Dat is gebleken uit een enquête onder het publiek, die de vereniging dit jaar gehouden heeft. Daar bleek ook uit. dat men over het algemeen goed tevreden is over onze dierentuinen, maar wel is er de wens naar meer vrijheid voor de dieren. In die rich ting gaat de ontwikkeling trouwens al sinds geruime tijd. Maar dan stuit je op het probleem van het geld, dat voor die vernieuwingen nodig is. is. mee een dierentuin zit. Wij in Arn hem betalen gelukkig geen verma kelijkheidsbelasting, maar dat is voor wie het wel moet doen ook een onbillijke zaak. En wat is vermake lijk? Het zou logisch zijn dat je de kosten betaalt, die de .overheid moet maken voor incidentele gebeurtenis sen zoals een voetbalwedstrijd. Je zou volgens mij naar een bijstands- belasting moeten. Het zijn van een oulturete instelling of het geven van goede voorlichting is in elk geval niet het voorrecht van een gesubsi dieerde zaak. Het dolfinarium in Harderwijk, dat zoveel onderwijs in zijn shows doet, werkt particulier, zonder een cent subsidie". Maar subsidie is volgens de heer van Hooff ook niet nodig. De oplos sing zit in het geven van facilitei ten: Afschaffing van btw en verma kelijkheidsbelasting, fiscale tege moetkoming voor investeringen. Daarnaast pleit de directeur van Burgers-dierenpark voor overheids steun aan bepaalde projecten, met name het educatieve deel van het dierentuinwerk. „Hier in Arnhem bijvoorbeeld zouden we een centrum voor biologie-onderwijs kunnen ma ken, zoals Amerika en Duitsland die kennen en zoals ook Enschede er een heeft, zij het aan een natuurmu seum en niet aan een dierentuin verbonden. De dierentuin is voor dit doel ideaal, omdat je er ook lavende dieren kunt tonen. Je kunt dan on derwijs geven met het practicum vlak naast de deur". gaat kloppen aan. Die laatste zijn alleen de gevallen, die in de open baarheid komen- In de 32 jaar van het bestaan zijn al ruim 15.000 ge vallen behandeld. In het oprichten van een nieuwe onderneming heeft het bureau uiter aard veel meer ervaring dan de doorsnee-ondernemer. De vestiging in Amerika houdt zich uitsluitend bezig met „nieuw-komers". In dat land is men er erg op gesteld zo snel mogelijk met de produktie te kunnen beginnen. In tegenstelling tot veel Amerikaanse bureaus helpt Berenschot ook bij de verwezenlij king van de ideeën. „Dat wordt daar zo gewaardeerd", verklaart drs. Da Silva, „dat de Amerikanen ook ad viezen vragen voor hun vestigingen in Europa. Zodoende heeft het bu reau een aanzienlijke Amerikaanse klantenkring kunnen opbouwen". Overigens roept het bedrijfsleven niet alleen bij normale organisatie problemen de hulp van het bureau in. Ook bij het steeds meer voorko mende onderwerp „fusies" heeft bu reau Berenschot vaak een grote vin ger in de pap. Drs. Da Silva zegt daarover: „Voorwaarde nummer één voor het welslagen van een fusie is, dat de directies goed met elkaar overweg kunnen. Zij moeten als een hecht team te werk gaan en eikaars zwakke plekken kunnen aanvaar den". En wanneer het tussen die directies wel loopt, blijft er toch een grote groep over die zich misschien wat eerder zal verzetten of wat minder snel in de nieuwe pas mee loopt; namelijk het personeel. Via een langzaam plan van gewenning moet daar ook aan worden gewerkt. De organisatieadviseur heeft daarin een bemiddelende functie en moet zich vaak als een tactvolle diplo maat tussen beide soms sterk tegen overgestelde, partijen opstellen. „Vervelende zaken" blijven niet beperkt tot fusies alleen. Bij reorga nisatie kan het gebeuren, dat be paalde mensen overbodig worden of 't niet meer alleen afkunnen. Lang niet iedereen zal zich er gemakke lijk bij kunnen neerleggen iemand naast zich te krijgen of nog erger, te worden ontslagen. Je moet zoveel mogelijk egards betrachten", zegt drs. Da Silva- Overal vindt men een veelheid van bedrijfstakken. Dat is dan ook de reden waarom bij het bureau een veelheid van specialisten werkzaam is. Tenslotte wordt een adviseur ge acht verstand te hebben en volledig op de hoogte te zijn van werkelijke alle kanten die aan zijn gebied zit ten. Drs. Da Silva vindt, dat de grootste kunst van een adviesbureau is, als katalysatorop te treden; al leen duidelijke adviezen geven bij het verwezenlijken van veranderin gen en verbeteringen. Iedere werk nemer en werkgever moet er zelf mee bezig zijn. Daarmee krijgen zij ook oen - - - -grip voor de zaak waar het omgaat. Behalve Artis, heeft ook Burgers dierenpark in Arnhem de noodklok geluid. Directeur A. van Hooff ver telt ons: „In 1967 hebben we een urgentielij st opgesteld. Zonder iets bijzonders, dus alleen van wat nodig hersteld moet worden, kwamen we toen op een bedrag van 3,6 miljoen. Inmiddels is er wel iets gebeurd. Uit de inkomsten van ons leeuwen park (dat nu tot een safaripark uitgegroeid is) hebben we o.a. de vogelafdeling van nieuwe buitenvo lières kunnen voorzien. Maar je kunt niet gewoon het lijstje van voor naar achter afwerken. Er zijn altijd wel urgente gevallen, die geld vragen, zoals een dak, dat dreigt in te vallen. Niet voor niets heeft dr. Jacobi, de directeur van Artis, ge zegd, dat zijn tuin niet gesloten wordt, maar dat Artis zichzelf wel sluit, als er niets gebeurt. Je kunt niet doormodderen met bijvoorbeeld slechte berenhokken zoals Artis heeft, dat wordt gewoon te riskant". De dierentuinen hebben bepaald niet over belangstelling te klagen. Het bezoekersaantal stijgt gemid deld met vijf procent per jaar. Al leen op grond daarvan al hoeft er aan het bestaansrecht van deze in stellingen niet getwijfeld te worden. Eigenlijk zou je, zegt de heer van Hooff, in de pas moeten blijven met de entrées, maar hij vindt het een beetje zuur om direct zo hoog te gaan zitten als doorgaans in het buitenland het geval is. Bovendien hebben de buitenlandse dierentuinen meestal nog heel wat andere inkom stenbronnen. Het probleem is inderdaad speci fiek Nederlands, omdat de meeste Nederlandse dierentuinen particulie re instellingen zijn. In Duitsland worden de zoo's van Hannover en Gclsenkirchen ook particulier gedre ven, maar toch wel met grote ver schillen in vergelijking met Neder land. De grond, de gebouwen en diverse voorzieningen krijgt men er van de stad in gebruik. Dit wil zeggen, dat ook nieuwbouw en on derhoud voor overheidsrekening zijn. De dierentuin moet daar tegen over stellen, dat park en collectie in goede staat gehouden worden, dat is alles. En hoe zit het in België? Daar is maar één tuin, van formaat. De zoo van Antwerpen. Een particuliere stichting, die je gerust rijk kunt noemen. Het is daar een statussym bool om er lid van te zijn en boven dien is de entrée twee keer zo hoog als de hoogste in Nederland. Het probleem van de Nederlandse dierentuinen is volgens de heer van Hooff met dat ze niet zouden kun nen draaien, maar dat op de lange duur de exploitatie onmogelijk dreigt te worden. „Oude gebouwen moeten eenmaal vervangen worden en dat lukt bijna niet. Als je moet bezuinigen, dan komt het onderhoud het eerst aan de orde en zo wordt de post achterstallige onderhoud steeds groter. Natuurlijk knelt dit het meest bij de qua bouw. oudste dierentuinen, dus bij Artis en Bur gers. Als instelling is Blijdorp ouder dan Burgers, dat uit 1913 stamt, maar het is na de oorlog helemaal nieuw opgebouwd. Ook de heer Van Hooff is tegen subsidie, al zegt hij wel, dat als Artis door Den Haag geholpen wordt, de andere tuinen ook recht op regeringshulp hebben. „Ze moe ten zelf beslissen wat de vorm van subsidie zou moeten zijn. In elk geval zijn er bijzondere voorzienin gen nodig." Burgers probeert nu al op dit gebied te doen wat binnen de mogelijkheden ligt. De heer van Hooff verzorgt tal van rondleidingen en gaat ook md lezingen de scholen in. Dit zou vol gens hem echter door een aparte dienst gedaan moeten worden. Burgers is een jaar of wat geleden met zijn leeuwenpark begonnen. Waarom? „Het levert geld op," zegt de heer van Hooff eerlijk. „Zolang je met je leeuwen werkt, apelleer je natuurlijk aan de sensatielust. Maar een serieus dierenpark blijft daar niet bij stilstaan en dan gaat het weer geld kosten. Het Arnhemse leeuwenpark is nu uitgegroeid tot een safaripark, waar al 22 soorten dieren in de Veluwse „Savanne" rondlopen. In Frankrijk heb je ook zo'n safaripark en in Engeland zijn er een paar. „Dierentuinen hebben zo'n 150 jaar in vrijwel dezelfde vorm be staan. Er doet zich nu een ontwik keling voor, die niet de pas afgesne den mag worden. We groeien naar grotere eenheden. Inplaats van af zonderlijke dieren, tonen we totale populaties, zoveel mogelijk in hun natuurlijke staat. Veel collega's wil len in deze richting gaan en het publiek vraagt er ook om". Dierentuinen, al zijn ze letterlijk zo oud als de weg naar Rome, kun nen dus springlevende, moderne in stellingen zijn. Mits er maar niet die narigheid met het geld was. Van daar het pleiten voor rijkssteun. Liever niet als subsidie, zeggen de meeste particuliere eigenaren. Maar natuurlijk willen ze ook niet alleen rijkssubsidie voor Artis, „met geld dat nota bene door ons via de btw op tafel wordt gelegd". Wat ze niet willen: faciliteiten op fiscaal g6bied. De heer van Hooff ziet een van de grootste moeilijkheden in 't huidige fiscale systeem, waarbij je het geld voor ver of nieuwbouw moet over houden op de exploitatie, terwijl van de winst eerst de helft naar de belastingen gaat. „Je moet dus jaren sparen, voordat je kunt investeren, de banken geven geen krediet. Ze zien je al komen met een giraffe of een neushoorn als zekerheid..— De b.t.w dat is ook een heel zure hap, gezien de grote loonpost, waar „En bij al die problemen komt dan ergens een wildvreemde met een p'an voor een apenpark of wat dan ook, waarvoor wel financiën op tafel komen, terwijl de anderen dit al lang wilden maar niet in staat waren om het te doen). Zoals in Tilburg, daar gaat een semi-over- heidsinstelling met een leeuwenpark het vlakbij gelegen dierenpark be concurreren. Kijk, zoiets schopt mij tegen het zere been". Collega Ouwehand is het daar vol mondig mee eens. Namens alle twaalf bij zijn vereniging aangeslo ten dierentuinen (alleen enkele kleintjes zijn geen lid) vraagt be grip van de overheid voor de pro blemen. vooral die op lange termijn, waar deze instellingen mee zitten. Zijn vader is inderdaad heel klein begonnen. Nu voeren hij en zijn zwager de directie van een der po pulairste dierentuinen, die tot een groot familiebedrijf is uitgegroeid. Of het dan zo slecht gaat? „Alles is maar betrekkelijk. De gemeente Rhenen wil wel over afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting praten, als we de boeken zouden open gooien. Als het echter om de laatste tienduizend gulden gaat, kunnen we beter direct de zaak sluiten. Je kunt in dit vak een behoorlijke hap geld voor jezelf mee- dienen, maar dan moet je zelf mee sappelen en dan is het nog zo, dat je vrouw meewerkt in het bedrijf. Als de che. vrij is, dan moet je zorgen dat je er bent. Wij kunnen zomers aooit met vakantie gaan en naar Afrika reizen om de dieren in het wild te bekijken, dat is er helemaal niet bij. Subsidie? Liever niet. Al zou het misschien wel mooi zijn om ook eens niet langer dan 40 uur per week te werken. Je weet natuurlijk niet, wat de junioren op de duur doen.. als die meer personeel aanne men en hun vrouwen ook een auto willen, ja dan zal het wel in de richting van de overheidsdierentuin gaan". Enorme voorraden winterbieten heeft een dierentuin nodig. Er wordt door de dieren voor kapitalen opgegeten. In het kleine kantoortje, waar het vol opgezette beesten, schilderijen en sculpturen van dieren staat en hangt, van griezelige serpenten tot een charmant zebraveulentje, vertelt de lieer Ouwehand ons over de zor gen van de dierentuindirecteuren, want zijn zorgen zijn ook die van zijn collega's. De Nederlandse dierentuinen zijn overwegend particuliere instellingen, al bestaat er een lichte tendens om de zaak naar de overheid door te spelen. In Emmen bijvoorbeeld is het Noorder dierenpark nu voor de helft in gemeentehanden. Maar - gemeentelijk of niet - al deze die rentuinen zitten met hetzelfde pro bleem: er is te weinig geld voor vernieuwingen. Vaak zelfs te weinig geld voor het normale onderhoud. De heer Ouwehand: „Kijk, Artis is een gemeentelijke instelling, maar de directeur is gewoon een collega van ons. Natuurlijk moet Artis blij ven, maar door die aktie moet je niet vergeten, dat niet alleen Artis in moeilijkheden zit. Met het beetje geld, dat ze daardoor krijgen, zijn ze trouwens niet geholpen. En als het rijk over de brug komt, dan zeg ik: waarom wij dan niet?" Rijkssubsidie voor Ouwehands en de andere particuliere dierentuinen? O nee, dat is beslist niet de bedoe ling. „We hoeven niet direct geld van de overheid te hebben. Het gaat om faciliteiten. Artis en Blijdorp betalen geen btw, omdat het weten schappelijke instellingen zijn. Wij als vereniging willen de btw voor alle dierentuinen afgeschaft, of op z'n minst tot het oude tarief van 4 procent teruggebracht zien. Nee, we houden geen optocht met olifanten naar het Binnenhof, we hopen het met onderhandelingen te kunnen be reiken". Heel onredelijk vindt de heer Ou wehand het, dat zijn instelling, evenals de dierentuin van Wasse naar, vermakelijkheidsbelasting moet betalen. „In de vakantietij d biedt de dierentuin natuurlijk een stuk verstrooiing, maar in hoofdzaak hebben wij toch een algemeen op voedende taak. We krijgen hier on noemelijk veel schoolreisjes en daarnaast komen er elke dag wel een stuk of vier aanvragen om les materiaal binnen". Ouwehand geeft schoolplaten cadeau met afbeeldin gen van flamingo's, leeuwen en ze bra's en daarnaast worden ontelbare schoolklassen voorzien van afbeel dingen en beschrijvingen van die ren, die de kinderen in hun opstellen verwerken. Behalve Emmen. dat 1 november dicht ging, zijn de dieren parken ook 's winters open. Je ziet er misschien wat minder dieren dan in de zomer, maar je kunt er runstig wandelen. Er komen door de week maar een paar bezoekers per dag, maar waarom zou je sluiten? De kosten gaan toch door". De stedelij ke tuinen hebben wat meer winter- bezoek, maar dat zet volgens de (Van een onzer verslaggevers) De gemeenteraad van Rhenen heeft het gevaar bezworen, dat Ouwehands dierenpark zou gaan verhuizen. Er zijn se rieuze plannen daartoe geweest, maar de onderhandelingen (o.a. met Hellendoorn) werden afgebroken, toen de raad het bestemmingsplan wijzigde, waardoor het dierenpark met zes hectare kan worden uitgebreid. Voor de heer A. Ouwehand, oudste directeur en tevens voorzitter van de Nederlandse vereniging van dierentuinen, is dat één zorg minder- Maar zijn voornaamste zorg blijft be staan. Hoe moet hij in deze tijd het geld verdienen, om die uitbreiding en de vernieuwing van het bestaande park te be kostigen? In 1932 is zijn vader het park begonnen. „De lonen waren toen matig en de algemene kosten ook. Bovendien keek nie mand zo precies naar de arbeidstijden. Je had sporadisch een zondag vrij, terwijl de mensen nu twee dagen in de week niet werken". Directeur A. Ouwehand: „Eigenlijk zou het wei mooi zijn ook 40 uur per week te werken".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 5