1 vh S Huisschilder wordt wandbekleder DRS. BROCKERHOF WSBïtl Processen Abortus Koppen tellen Weerstand Bougie Niet alles goud X Ü3 :&m - siilll W andbekledino; Onbegrensd Verplicht „Agent" in nieuwe structuren door Wim Koek Iedereen weet dat alles aan het veranderen is. Maar lang niet iedereen weet hoe hij zich daar aan moet aan passen en de gedachten dat wij in het vervolg altijd zul len leven in een toestand van niet aflatende verande ringen, jaagt menigeen schrik aan. Hoe moeilijk wij ons aanpassen aan verande ringen waarvan we het ge voel hebben dat ze ons van buitenaf worden opgedron gen, blijkt als we de openba re discussie over een aantal, door sommigen gewenste veranderingen, volgen. Abortus, drugs, pornogra- 'ie, democratisering van het onderwijs, de vernieuwingen in de kerk, en het celibaat: het zijn scherpe kanten van het topje van de ijsberg. De scherpe kanten waaraan men zich snijdt. De discussie lijkt democratisch, want die is openbaar. Maar er wordt niet geluisterd, alleen maar gepraat. Intolerant vaak en in elk geval onvolwaardig. Maar, zoals dat bij alle ijs bergen het geval is: hel grootste deel bevindt zich on der water. Daar spelen de processen der veranderingen zich af zonder dat de aan dacht van het grote publiek erop wordt gericht. Alleen de betrokkenen hebben ermee te maken en zonder hen vol trekt zich in het klein hetzelfde beeld: verandering is onzekerheid. Onzekerheid leidt tot frustratie en angst en tenslotte tot verzet. Toch zijn de veranderingen nodig tn door velen, die zich zul len verzetten, waarschijnlijk ook gewenst. Hoe verande ren we iets zonder dat we er allemaal doodongelukkig on der worden? Het ligt voor de hand dat sr druk gedokterd wordt aan een antwoord op die vraag. Een kwestie als abortus loopt op een goede (voor an deren kwade) dag uit op kop pentellen in het parlement. Zijn de meeste koppen voor: dan hebben we een nieuwe abortuswetgeving. Maar een waarschijnlijk niet zo geringe minderheid zal er zich ongelukkig bij voelen. Ook dat zal echter nog slechts diegenen opvallen, die regelmatig de bladen van deze minderheid lezen. Dit koppen tellen, deze wij ze van regering bij meerder heidsvolmacht is echter in een bedrijf bijvoorbeeld al even verwerpelijk, als een autoritaire bedrijfsleiding kan zijn. Immers: daar kan men zich geen mokkende minderheden permitteren, omdat die een optimaal re sultaat van de onderneming of van de organisatie in de weg zouden staan. Het is dus geen wonder, dat juist in het bedrijfsleven dat van de andere kant ook stevig ge confronteerd wordt met in grijpende veranderingen naarstig wordt gereorgani seerd, geherstructureerd en gehergroepeerd. Maar al te vaak komen daarbij dan mensen in de knel. Daarte genover staat echter dat er ook gereorganiseerd wordt, zonder dat dit ten koste van de mensen gaat. Integen deel: waarbij de betrokke nen van hoog tot laag mede hun rol spelen. Dat dit soort bedrijfsreorganisaties min der geruchtmakend zijn, neemt niet weg, dat ze be langrijker zijn, want ze to nen aan hoe het ongeveer moet. Een man, die continu in dit soort zaken is verwikkeld en die men een „agent in nieuwe structuren" zou kun nen noemen, is drs. W. Bro kerhof. In een bosrijke hoek van de vliegbasis Gilze-Rijen confronteert hij momenteel op een nogal pittige ma nier personeelsofficieren van de luchtmacht met aller lei maatschappelijke veran deringen, die van invloed zijn op hun aandeel in het luchtmacht personeelsbe leid. Drs. Brokerhof wordt door sommigen „change agent" genoemd. Zelf echter ge bruikt hij die naam niet. „Ik oefende dit beroep al uit, voordat die titel was uitge vonden", zegt hij. De chan ge agent adviseert organisa ties of mensen in organisa ties wanneer er veranderin gen in de organisatie moe ten worden aangebracht. „Vroeger", zei hij, „keek zo'n adviseur eens goed rond. Hij maakte een analy se van zijn bevindingen en legde zijn adviezen in een rapport neer. De geadviseer de kon er dan mee doen wat hij wilde. Dat was meestal weinig, niets of het pakte verkeerd uit!". Drs. W. Brokerhof is een „change-agent" met internationale ervaring. Hij was destijds betrok ken bij de opzet van het Nederlands Pedagogisch Instituut waar hij samen werkte met professor dr. B. C. Lievegoed. Daarna woonde en werkte hij ze ven jaar in en vanuit Zwitserland. Na zijn Zwit serse jaren werkte hij een jaar aan het opleidingsin stituut de Baak van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen, totdat hij er de voorkeur aan gaf zich opnieuw „te velde" te begeven en zich zelf standig te vestigen. (Foto Chris Heil). „Verandering", zegt hij, „kun je niet invoeren zonder meer. Je kunt zelfs niet op een autoritaire manier de democratie opleggen. Voer je veranderingen zonder meer in, dan wek je altijd weerstand op het moment dat men er van hoort. Men dient het veranderingsproces dan ook zó te laten verlopen dat het autoritaire karakter verdwijnt. Dit is een niet nieuw woord! Al voor 1940 formuleerde een Amerikaan se vier stelregels die nog al tijd van kracht zijn: direkt contact, dat wil zeggen, al len, die ermee te maken hebben er direct bij te be trekken; vroeg contact, dus reeds als het probleem ont staat en niet pas als er ie mand al een oplossing heeft bedacht; alle faktoren in aanmerking nemen. Het pro bleem dus niet te eng en te geïsoleerd zien en tenslotte komt een nieuwe tijd, het geen betekent, dat, als je na ie eerste drie stelregels ge handeld hebt, dat je dan in een permanente overlegsi tuatie terecht komt". „Ik geloof dat we nooit meer onder veranderingen zullen uitkomen. Maar "die hoeven niet afschrikwekkend te zijn. Als we maar in het oog houden, dat veranderin gen altijd menselijke conse quenties met zich meebren gen; als de veranderin gen maar geleid worden door alle mensen die er zelf het meest bij betrokken zijn". De „change-agent" neemt in de beginfase van een ver andering zelf deel aan een groepsgesprek, als dat nodig is zelfs in steeds wisselende rollen. Hij is, als het ware, de bougie die voor de ontste- kingsvonk in de motor zorgt. Dat groepswerk is niet altijd even gemakkelijk. Het komt soms tot botsingen, tussen personen. „Ik heb het voorbeeld daarvan. Men was in een fa miliebedrijf al geruime tijd aan het praten over verande ringen die nodig waren met het oog op hogere kapitaalin vesteringen. Op een bepaald moment werd ik erbij ge haald. We gingen met de groep aan tafel zitten en toen bleek al gauw dat er onderlinge persoonlijke ver houdingen een veel groter struikelblok vormden dan de problemen waarmee men dacht te zitten. Doordat een van de partners, die haast had, grote druk begon uit te oefenen met de bedoeling de zaak snel af te handelen, ont stond bijna een fatale crisis binnen de groep. Uiteindelijk echter en na een dramatisch gesprek, vond men elkaar en toen waren de andere proble men binnen drie uur opge lost". Lopen Nederland en Euro pa achter op het gebied van het moderniseren en aanpas sen van bedrijfsstructuren? „Ik heb geen Amerikaanse ervaring, maar ik weet wel dat daar ook niet alles goud is wat er blinkt. Nederland neemt in Europa beslist een vooraanstaande positie in op dit gebied. Groepsprocessen bijvoorbeeld worden hier al, sinds het begin van de vijfti ger jaren, bestudeerd. In Duitsland en Zwitserland is men daar veel later mee be gonnen. Nederland staat in Europese verhoudingen gezien tamelijk open voor veranderingen". De filosofie van drs. Bro kerhof aanhorend kom je tot de conclusie, dat change- agent een beroep met een lange toekomst is. Drs. Bro kerhof: „Die dingen bereik je ook niet van de ene dag op de andere. Het vraagt ook veel van de betrokken mensen. Het doet vooral een zwaar beroep op hun vaar digheid in samenwerken". sactA'. 'i:- w -TT z - - - V door Hans Veldhuis I-— EN piano in een ken- neüjk vrijwel lege kamer. De bekende J zangeres Caroline van Hemert achter het grotendeels met een wit laken bedekte kla vier. Enkele akkoorden en met diepe stem en uit volle borst klinkt dan „De schil ders zijn weer gekomen." Op de achtergrond een koortje ran meezingende behangers. Moraal van dit al: het scheelt 15 per dag. Ziedaar een momenteel be kende reclamespot op onze tv-schermen. Een schilder, die behangt. Niet zo gek mis schien, gebeurde toch ai vaak. Om precies te zijn: S3 procent van de schilders (we hebben er 30.000 waarvan S500 patroons) deed er al of niet geregeld behangwerk bij. Toch is mevrouw Van Hemert een onderdeel van 'n grootse campagne om van de oude schilder een nieuw we zen te maken: de interieur verzorger. Achter de schermen wordt met vaart gewerkt aan zijn imageverandering. Die was hard nodig. Uit een vorig jaar gehouden enquête bleek dat de schilder veel te weinig tijd heeft voor zijn werk. Hij moet zoveel mogelijk verven om een boterham te verdie nen. Ook de nieuwbouw be tekent een schraler wordend inkomen: de grote hoeveel heid schilderwerk van na de oorlog neemt door het toene mend gebruik van kunststof fen en het toepassen van sy steembouw steeds verder af. Daarnaast is het doe-het-zel- ven een concurrent, hoewel daar in schilderskringen an ders over wordt gedacht. 59 procent van de gezinnen schildert het huis weliswaar geregeld zelf van binnen op en is ook het aantal buiten werk-schilders aanzienlijk, maar „doe het zeivers spe len bij ons geen rol. Hoe meer hoe beter eigenlijk, want des te eerder is het er weer af," zo zeggen ze. En dan valt het woord „er over heen teren", wat wel iets an ders is dan onderhoud. als gevolg veel werkloosheid. Zoals een praktijkman het zegt: ,,'s Zomers schilder den we ons rot. We hadden geen tijd om aan binnenwerk te denken. Hooguit een be hangetje in het voorjaar" (wat door de bejiangindustrie wordt onderstreept: 50 pet. van de omzet viel tot voor kort tussen het vroege voor jaar en Eerste Pinksterdag). Maar 's winters als hij wel tijd had, dan was de vakman te duur. En veel werd enige jaren geleden nog niet uitge geven aan wanden en hout werk. Tot de grote opkomst van de wandbekleding, direct ge volg van de groeiende koop kracht van het publiek. Be halve de stoffering kregen nu ook de wanden meer aan werknemers, een reclame campagne (Caroline van Hemert), advertenties, Haak- in-acties, enz. Uiteindelijke doel is van de schilder een wandafwerker te maken, die het hele jaar door werk heeft. En daarnaast is er het verplichte diploma, dat 'ko mend voorjaar voor 't eerst wordt afgenomen. Voor ge zellen te behalen na een 2- jarige opleiding, waarbij zij alle geheimen van het ver ven en het wanden bekleden leren en voor hen die al in de praktijk zitten een schrif telijke cursus van 25 lessen met een studieweek. En die cursus (eerst door één, nu zelfs al door vijf mensen geleid en momenteel gevolgd door zo'n 400 leerlin gen) behelst onder meer: materiaal- en vakkennis, stijlleer met kunstgeschiede nis, kleurleer, kleuradvies en calculatie. Heeft men het pa- begin af aan in het bouw team mee te laten praten. Hij wordt dan ook de vak man. Voor hout maar ook voor wandafwerking. Niet voor niets valt de kreet „Mu ren worden wanden" steeds vaker te beluisteren. Hij moet de adviserende functie krij gen, de man naar wie de klant kan toestappen met al zijn vragen. Ook en vooral op het gebied van de wand- bekleding. Want het terrein is, sinds de fabrikanten hier een nieuwe en vrijwel onbegrensde markt hebben ontdekt (elke woning heeft gemiddeld 150 m2 wand en er is voor elk vertrek wel iets te krijgen) bijna niet meer te overzien. Volgens de laatst bekende ge- Maar hoe het ook zij: van schilderen alleen is nauwe lijks meer te leven. Vandaar het verzoek aan de regering de gegroeide praktijk van schilder-behanger wettig te maken. Tot dan toe hing het muur verzorgen er maar wat bij. In 1969 werd daarop de wijziging van de vestigings wet van kracht, die het schil derspatroons verplicht stel de zich ook in de opkomende wandbekleding te bekwamen waardoor zij in deze tak een compensatie konden vinden voor de veranderende situa tie. En minder afhankelijk zou den worden van het seizoen. Want het schildersvak is ui terst seizoen-gevoelig met dacht. Die markt werd de laatste tien jaa. ontdekt en is sindsdien overstroomd met allerlei soorten binnen-, maar vooral ook buitenland se materialen, met name sinds 1968. De grote hoeveel heid werkte echter weer als een rem: noch de klant noch de schilder wist tussen de bo men het bos te vinden met als gevolg dikwijls teleur stelling bij de klant en bij de schilder, die dan ook veel al niet uit zichzelf met iets anders dan het traditionele behangetje bij de klant op de proppen kwam. Die imageverandering hangt hiermee dan ook ten nauwste samen. Overheid, bedrijf schap en Stichting Vakoplei ding Schilders werken sa men met activiteiten als voorlichting over wandafwer king aan werkgevers met een serie tentoonstellingen met veel toe te passen soorten, lezingen, zaterdagen voor piertje niet, dan is het de schilder niet langer toege staan zich met wandbekle ding (dus ook niet met be hangen) bezig te houden. De interesse in het schilders- vak-nieuwe-stijl is enorm. Er is een duidelijke toename te constateren van het aantal leerlingen. Insiders vermoe den dat dit te maken heeft met het feit dat schilderen (en straks dus interieur ver zorgen) een esthetisch vak is; men kan met kleuren spelen, wat velen aantrekt. Alleen in de praktijk krijgt de jonge schilder weer een domper te verwerken. De bouw bijv., daar is de schilder niet meer dan een sluitpost. Het huis is kant en klaar, <^.e schilder brengt nog even een verfje aan en klaar is Kees. Van daar dan ook, dat er stem men opgaan —die hier en daar al in de praktijk zijn ge bracht om de schilder van gevens zijn er momenteel on geveer 400 verschillende merken verkrijgbaar. Be halve allerlei papiersoorten gaat het om vinyl op papier en op textiel, schuimvinyl, vinyl op polystryeen, op kurk, op schuimplastie, op rubber, gecapitonneerde vi nyl, vinylschrootjes, -platen, -tegels en natuurprodukten als grasweefsels, hout (zo wel fineer, platen, gevloch ten als geweven), houtwol platen, kurk, textiel (jute, linnen, katoen) en allerlei combinaties. „Het eind - er van is zoek," verzuchtte een schilder, „we weten nauwe lijks meer waar we alles kunnen krijgen." En het aantal soorten wand bekleding wordt nog steeds groter. Niemand weet echter om hoeveel geld het gaat, omdat er geen overkoepelend orgaan is. Het betreft name lijk een aantal industrievor- men dat geen binding met Het beeld van de schilder, zoals we die nu kennen, is aan het verdwijnen. Ook in het behang zit de klad. De toekomst is aan de schilder-wandbekleder. En het eind is nog niet in zicht. Laatste loot aan de kennelijk oneindige stam van de wandbekleding is een vinyl tegelsoort. Als de schilders hiervoor toe stemming krijgen voor hun handel, dan zal dat een ge duchte concurrentie van de tegelzetter gaan wor den. En tenslotte zal ook de stoffeerder te maken krijgen met de veranderen de image: als 't strakt tot één detaildiploma komt (een plan van staatssecre taris Van Son) dan hopen de schilders ook de stoffe ring erbij te gaan pikken. Maar voor het zover is, zullen zij het wel zo druk hebben, dat ze misschien al weer aan afstoten den ken elkaar heeft: papier-, textiel- plastic-rubber en houtindus trie terwijl ook isolatiebedrij ven (kurk) mee zijn gaan doen. Ook de bedrijven zelf zijn erg gesloten als het om cijfers gaat. Maar om een idee te krijgen: tot nu toe werden jaarlijks 29 miljoen rollen a 10.05 meter behang geplakt tegen gemiddeld 1,50 per m2. Alleen Com mercial Plastics in Weesp, een bedrijf dat ook in een aantal andere Europese lan den werkt en binnenkort met een velours op vinylbekleding op de markt komt, liet een cijfers los: in Nederland stijgt de omzet jaarlijks met 20 pet. Kennelijk heeft de Neder landse huisvrouw steeds meer over voor haar muren. En terecht, Want vloeren en wanden zorgen voor de sfeer in huis en niet de duren meu belen. En dat ondanks 't feit dat de kosten aanmerkelijk hoger liggen dan behangen (dat evenwel ook weer min der lang meegaat). Voor kurkbehang gaat het om zo'n f 110.- per m2, bij vinyl om 5,- en vinyl op textiel om 6.50, alles gemiddeld per m2. En de bedoeling is dat de nieuwe schilder - be hanger - interieurverzorger hierin van wanten weet. En de bekleding ook aanbrengt. Want voor pakweg f 12,- per uur wil niemand graag het risico lopen dat een betrek kelijk dure wandbekleding er door het doe-het-zelven slecht opzit of, erger nog, er zelfs af komt zetten. Want de voorschriften van de fabri kant zijn niet altijd even dui delijk. En ook uit de plak middelen (zo'n 850 soorten!) is het moeilijk een keus ma ken.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 17