<3
Neckermann
mikt op zeker 30.000
Nederlandse toeristen
Overbevolking
bedreigt
de mensheid
Oude
originele
boeken
raken ,in'
r
l -«m
IV
NECKERMANN
P. C. HOOF Ti:
PRINS WILLEM.!
,tyS/' M1ÊÊÊÊ
1
Markt
uitgepluisd
Niet bij oma
Gigantenstrijd
Verontrusting
De praktijk
Geen macht
Internationaal
Getallen
Verenigd
AAN SWT HOOGHKIT L
Spreiding
Export
J
Neckermann* general-manager
F. Aronson en het
Neckermann-
vliegreizen-embleem
door JAN SCHILS
„Wij zijn niet naar Neder
land gekomen om de Ne
derlandse touroperators
kapot te maken. Hun vrees
daarvoor is ongegrond.
Wel zal in de nabije toe
komst blijken, dat degene
die het betere produkt op
de toeristenmairkt brengt
overeind zal blijven".
Deze als geruststelling voor
zijn Nederlandse collega's
bedoelde uitspraak is afkom
stig van general-manager F.
Aronson van Neckermann
Vliegreizen N.V., zetelend
in de Amsterdamse Kalver-
straat, van waaruit hij nog
in het komende toeristensei
zoen met vliegtuigen van
Transavia via de luchtha
vens van Amsterdam en
Rotterdam minstens 30.000
Nederlanders naar vakantie
bestemmingen in het Mid
dellandse Zeegebied wil
brengen. Daartoe heeft Nec
kermann NV. („Wij zijn een
geheel Nederlandse Maat
schappij") de laatste maan
den ruim ÖOO.OOO Nederlan
ders een uitnodiging ge
stuurd, vergezeld gaande
van een „cheque" ter waar
de van 25 gulden bij twee
boekingen.
Neckermann NV, dochter
van de grote Duitse naamge
noot die vorig jaar ruim
400.000 toeristen „heraus und
hinein ins Mutterland"
bracht en dat volgens de op
de reisfolders aangegeven
bekende Duitse Gründüch-
keit, is de grootste Duitse
touroperator op de Neder
landse markt en daarom
wat in vakkringen genoemd
wordt de „gevaarlijkste".
Gevaarlijk in professionele
zin omdat de gehele organi
satie en voorbereiding zo uit
gekookt zakelijk in zijn werk
gaat, dat de toekomst er
voor de mindere goden in de
reiswereld bijzonder somber
uitziet. Neckermann NV is
van de Duitse touroperators
op de Nederlandse markt
ook de enige zelfstandige. De
andere organisaties zoals
Hummel, Schamow, Kaufhof
en Tourist Hotel Reservation
werken hier slechts met
agentschappen maar vliegen
via Duitsland.
Bij de komst naar Nederland
is Neckermann niet over
één nacht ijs gegaan. Terwijl
in Nederland nog nauwelijks
iemand over het bestaan van
Neckermann afwist verken
de deze tour-operator de Ne
derlandse markt en kwam na
een gedegen studie van drie
jaren tot de conclusie dat er
zeker plaats was voor een
grote touroperator. General-
manager Aronson zegt: „Wij
ontdekten nog meer. Neder
land was rijp voor een nieuw
reispakket met méér kwali
teit en een lagere prijs. Al
leen de folders reeds van de
bestaande reisbureaus in Ne
derland toonden voor ons dui
delijk aan, dat het publiek
zand in de ogen wordt ge
strooid, natuurlijk niet door
iedere organisatie. Maar als
je een reis aanbiedt voor bij
voorbeeld 475 gulden all-in
moet je niet in de kleine let
tertjes zetten dat een toeslag
verschuldigd is daarvoor en
daarvoor."
Doet Neckermann NV dat
niet? Aronson: „Wij geven
binnenkort een uitgebreid
reisprogramma voor 1971
uit. Daarin beloven we niet
meer dan we kunnen waar
maken. De klant wil een dui
delijke prospectus. De onze
is zeer uitvoerig. Als hij een
bad wil in die en die hotelka
mer op Mallorca, krijgt hij
precies die en die hotelkamer
met datzelfde bad, als n
voelt wat ik bedoel".
Als reden voor het feit dat
Neckermann met sterk con
currerende prijzen op de
Nederlandse markt opereert
noemt Aronson:
„Wij boeken rechtstreeks
zonder agenten, hetgeen
de consument 10 procent
scheelt."
„Wij kopen samen met
Neckermann in Duitsland
in zeer grote hoeveelhe
den in hetgeen kostenbe
sparend werkt zowel voor
ons als de consument."
„Wij bouwen zelf hotels
waar we onze gasten ont
vangen. Ook dat maakt de
winstmarges minder groot
waarvan de consument
meeprofiteert".
Voor de Nederlandse reisor
ganisatie heeft Neckermann
daarenboven ook nog 'n aan
tal minder prettige verras
singen te bieden, die overi
gens de consument wel ten
goede komen. Zo maakt Nec
kermann geen nachtvluchten
evenmin als enkele andere
via agentschappen werkende
Duitse reisbureaus.
Aronson: „Ook voor het jon
ge gezin dat op vakantie gaat
hebben we iets leuks. Voort
aan hoeft het de kleuter niet
meer bii oma achter te la
ten want per gezin reist een
kind tot dertien jaar geheel
gratis en wordt het bovendien
op de plaats van bestem
ming gratis verzorgd." En
als dat kind nu eens lastig
is? Aronson „Dan hebben we
nog altijd honderd Neder
landse hostesses in dienst,
uitsluiten'" ten behoeve van
de Nederlandse toeristen die
een handje kunnen helpen
want ze hebben daarvoor een
gedegen opleiding achter de
rug."
Als general - manager denkt
Aronson nog meer in super-
latte ™n: „We hebben ander
half miljoen gulden gestoken
in de publiciteit in Neder
land. Over een jaar of drie
hopen we ook in Nederland
de grootste touroperator te
zijn. Voor ons ligt hier een
rode loper uit, maar de toe
komst zal bewijzen dat dege
ne die het beste produkt
maakt ook de eerste zal zijn.
En daarbij: wij zijn toch de
billigste".
Commentaar van enkele gro
te Nederlandse concurrenten
„Neckermann is vrij om hier
zaken te doen. We zullen ook
naar kwaliteitsverbetering
moeten streven. Anders mis
sen we de boot. Concentratie
lijkt echter het meest af
doende wapen. Het wordt 'n
gevecht van giganten tegen
giganten. Neckermann heeft
het voordeel dat hij er al-
een is waar wij er nog een
moeten worden. Maar ook
die tijd komt".
door J. WILLEMS
„Ik begrijp werkelijk niet
hoe het mogelijk is dat
men niet ziet naar welk
een afschuwelijke catastro
fe we toelopen als we met
de aarde blijven omsprin
gen als we op het ogenblik
doen. De mensen praten
over de wereld alsof die
oneindig groot is en alsof
de natuurlijke rijkdommen
van onze aarde onuitput
telijk zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat
er geen uitweg is als we er
niet voor zorgen dat het aan
tal mensen minder snel toe
neemt. De vervuiling per in
dividu kan wel kleiner wor
den maar het aantal mensen
groeit zo hard dat deze ver
mindering per persoon ruim
schoots wordt opgevangen
door de bevolkingsgroei. De
aarde is niet oneindig, er is
een maximum aantal men
sen dat er op kan leven. Men
kan wel zeggen dat bijvoor
beeld de geologen, die voor
spellen dat de voorraad fos
siele brandstof opraakt, on
heilsprofeten zijn, maar die
olie raakt écht op. Ik heb
alle begrip voor de theolo
gische, ethische en andere
bezwaren die met het beper
ken van de bevolkingsgroei
samenhangen, maar het pro
bleem van de overbevolking
is klemmend genoeg om de
ze bezwaren te verdringen.
Er móet nu iets gebeuren,
de groei van de wereldbe
volking moet tot staan wor
den gebracht, anders is een
mondiale ramp niet te voor
komen. Ik weet niet wat er
gaat gebeuren als we zo
doorgaan, maar plezierig
wordt het zeker niet."
Prof. dr. D. Kuenen, buiten
gewoon hoogleraar in de mi
lieubiologie aan de Leidse
Universiteit en directeur van
het Rijksinstituut voor Na
tuurbeheer hoort bepaald
niet bij de optimisten die
verwachten dat het allemaal
zo'n vaart niet zal lopen. De
verontrusting die momenteel
onder brede lagen van de
bevolking bestaat acht prof.
Kuenen dan ook geen mode
verschijnsel, althans niet al
leen een mode-verschijnsel.
„De individuele mens wordt
zich in een steeds sneller
tempo bewust van allerlei
storingen in zijn omgeving.
Lawaai, stank en de irrita
tie van zwaveldioxide zijn
met name in de Rijnmond
tot het leven van alledag
gaan behoren en de mensen
zijn vertrouwd geraakt met
termen als smog." Samen
met de uitwassen als bijv. de
snelle vervuiling van het Ve-
luwe-randmeer hebben deze
verschijnselen een sfeer ge
schapen van onrust, van on
zekerheid en v;n een zekere
huiver voor de toekomst.
Als reactie op deze welbe
wuste verontrusting is de
Prof. Kuanon
laatste jaren een soort mi
lieu-mode gegroeid. Onpretti
ge zaken als de stank van
de AKU en van de kanalen
in de veenkoloniën die vroe
ger nauwelijks meer dan re
gionale aandacht kregen,
worden nu plotseling onder
ieders aandacht gebracht.
„Er zijn veel mensen die
mee willen doen zonder dat
ze er eigenlijk het fijne van
weten, maar persoonlijk
vind ik die mode niet on
prettig." De directeur van
het Rijksinstituut van na
tuurbeheer (in Arnhem en
Zeist) verwacht wel dat door
deze overvloedige aandacht
een periode van minder be
langstelling zal ontstaan,
maar een dergelijke pauze
is hem niet onwelgevallig.
„In die periode zal er meer
gelegenheid zijn voor weten
schappelijk onderzoek, meer
rust, alhoewel die periode
ook gekenmerkt zal kunnen
worden door een verhoogde
druk op de wetenschappelij
ke onderzoeker want T zal
steeds meer moeten worden
onderzocht."
De basis van alle drukte die
er op het ogenblik door al
lerlei groepen uit onze sa
menleving over o.a. de mi
lieuhygiëne wordt gemaakt,
moet namelijk goed gefun
deerd zijn. „En dat is nou
juist de moeilijkheid bij veel
acties, e.d., de algemene
principes zijn wel bekend,
maar het is nog erg moeilijk
om ze in de praktijk toe te
passen," aldus prof. Kue
nen. De oorzaak van deze on
zekerheid over veel biologi
sche achtergronden van het
milieubeheer is de ontstel
lende complexiteit van het
onderwerp. „We kennen een
aantal verschijnselen maar
doorzien vaak het mechanis
me achter dat verschijnsel
niet."
Zo is bijvoorbeeld bekend
dat een groot aantal ver
schillende soorten in een be
paald gebied een zekere sta
biliteit aan dat gebied geeft
en dat vermindering van het
aantal soorten (planten en
dieren; die stabiliteit ver
mindert en o.a. aanleiding
geeft tot (insecten-) plagen.
Waarom dat zo is weet men
maar in enkele gevallen pre
cies aan te geven. Er is
echter wel voldoende funda
mentele kennis om te zien
„dat de hele boel in de prak
draait als we zo doorgaan."
Deze fundamentele kennis is
verworven door wetenschap
pelijke onderzoekers van
verschillende discipline,
vaak zó verschillend dat men
wel eens de indruk heeft dat
het milieuonderzoek op een
onmogelijke wijze is versnip
perd.
Aan een betere coördinatie
wordt echter gewerkt. Eni
ge maanden geleden is een
TNO-commissie geïnstalleerd
die onder leiding van prof.
ir. E. Boon een documenta
tiecentrum gaat opzetten
waarin alle gegevens van dit
soort onderzoek worden ver
zameld en daarnaast zal deze
commissie een coördineren
de functie krijgen in die zin
dat ze zal moeten proberen
doublures en leemten in het
onderzoek op te sporen. De
TNO-commissie krijgt geen
strikte bevoegdheid en kan
dus geen verandering van
onderwerp voorschrijven.
Prof. Kuenen: „Het is niet
de bedoeling om de commis
sie enige macht te geven.
Haar coördinatietaak ligt
in het vestigen van de aan
dacht op mogelijke doublu
res en leemten.' Geen strik
te regeling dus door de TNO-
commissie waarin overigens
ook vertegenwoordigers van
de ministeries, 't bedrijfsle
ven, de natuurbescherming
en recreatie en de universi
teiten zitting hebben. Een
onmogelijke taak? Het werk
dat de commissie op zich ge
nomen heeft, is inderdaad
misschien wat pretentieus,
erkent prof. Ku oen, maar
de poging is toch uitermate
reëel, „zelfs als het maar
voor de helft zou lukken heb
ben we al een enorme voor-
uitgarg bereikt."
De Leidse hoogleraar heeft
geen enkel vertrouwen in 'n
werkelijke centralisatie van
dit onderzoek. „Een centraal
instituut voor onderzoek ten
dienste van het milieubeheer
dat in de plaats zou moeten
komen voor alles wat er mo
menteel al is, vind ik niet
wenselijk. Je kunt mensen
niet uit him werkomgeving
trekken en zo maar naar 'n
ander gebouw overplaatsen.
Dan scheur je ze los van hun
wetenschappelijke connec
ties, hun bronnen en omge
ving waarin ze gewend zijn
te werken."
Milieuproblemen zijn over 't
algemeen internationaal
(Noordzee, Rijn, luchtver
vuiling) en ook internationa
le coördinatie is derhalve
dringend gewenst. In Euro
pees verband is deze coördi
natie er wel maar ze is vol
gens prof. Kuenen nog hope
loos onvoldoende. „We héb
ben er ook nog geen tijd
voor; eerst moet het binnen
lands onderzoek op poten
staan voordat we aan inter
nationale organisatie kunnen
gaan denken."
Dat wil echter zeker niet zeg
gen dat er niets gebeurt.
Binnen de raad van Europa
zijn activiteiten ontplooid op
het gebied van de water- en
luchtverontreiniging. Er is
een organisatie die de geïn
tegreerde bestrijding van
plagen bestudeert en er zün
uiteraard talloze persoonlij
ke contacten over en weer.
Prof. Kuenen: „De aandacht
van de NAVO voor het mi
lieu vind ik onjuist. De NA
VO heeft er niets mee te'
maken, het is een militaire
organisatie die zelf mede
schuldig is aan het milieu
bederf en die zich daarom
niet met het bestrijden van
dat milieubederf moet bezig
houden."
Op mondiaal niveau zijn de
perspectieven bepaald gun
stig. Het internationaal bio
logisch programma van de
niet-gouvernementele Inter
nationale Biologische Unie
loopt af en zal worden over
genomen door de UNESCO,
die in 1971 met een Man and
Biosphere-programma van
start gaat.
Het volgend jaar begint de
UNESCO met de organisa
tie en in 1972 zal dan met
het eigenlijke programma
kunnen worden gestart dat
vooral zal liggen op het ter
rein van organisatie en sti
mulering van het milieuon
derzoek. Doordat UNESCO
geen particuliere, maar een
regeringsorganisatie is zal
er dan naar alle waarschijn
lijkheid ook voldoende geld
ter beschikking komen.
Erg belangrijk wordt volgens
prof. Kuenen ook de confe
rentie die de VN in 1972 te
Stockholm organiseert. Op
die conferentie zullen de be
stuurlijke consequenties van
de hele milieuproblematiek
worden besproken. „Deze
Stockholm-conferentie wordt
een politieke en geen weten
schappelijke conferentie en
van die conferentie zal daar
om in belangrijke mate de
toekomst van onze wereld af
hangen."
Paginafragment uit
de reprint „Deez
Vermaarde Man"
van Plater
Corneliszoon Hooft.
door HENK EGBERS
„Ik heb in ons land een
Rus op studiereis ontmoet,
lie 17e eeuws Nederlands
sprak. Dat had hij in Rus
land geleerd uit daar aan
wezige oud-Nederlandse
wetenschappelijke uitga
ven", vertelt N. Israël.
In de hele wereld blijkt er
nog steeds een behoefte te
bestaan aan eeuwenoude Ne
derlandse boeken, die voor
al een wetenschappelijke
waarde hebben. Daarom wor
den zeldzame exemplaren nu
herdrukt (gecopieërd) en als
reprint weer op de markt ge
bracht.
„Het hele reprintwezen ligt
eigenlijk in handen van anti
quaren: zij houden zich van
oudsher bezig met oude en
zeldzame boeken. Op een ge
geven moment raken die op
en zijn niet meer te leveren.
Zo is vijftien jaar geleden
door het ontstaan van ver
fijnde druktechnieken het
reprinten begonnen. Het is 'n
internationaal verschijnsel
geworden, in toenemende
mate.
In Amsterdam hebben 14
reprinters uit de antiquaren-
hoek zich verenigd in de As
sociated Publishers. ,Onze
teksten moeten van belang
zijn voor de wetenschap of
zinvol oud materiaal weer tot
leven brengen', aldus direc
teur Israël (34-antiquair in 't
derde geslacht Israël) op zijn
kantoor aan de Keizers
gracht. ,Het is niet gewoon
een boekje maken of enkel
reproduceren. Wat bv. Sijt-
hoff en Kruseman op dit ge
bied doen, noem ik geen re
prints meer. Het rijk pro
beerde tot een Hooft-uitgave
te komen. Gestaakt: niet te
betalen (miljoenen). Waar
om geen gebruik maken van
de oude Hooft-edities? Zij
verschijnen nu bij ons voor
f 1400,- (oplage 650 exempla
ren). Geen lucratief bedrijf.
Het is een bepaalde gedre
venheid in ons om dit te doen.
Cats heb ik zo gedaan. Ben
bezig met Coornhert en voor
Huygens bestaan plannen.
Van Hooft zijn er 180 weg,
over de hele wereld. Maar
Spanje waar een leerschool
Nederlands is (historische
banden), naar Japan (de he
le oude medische school in
Japan steunt op de Neder
landse literatuur), naar pure
verzamelaars, etc.
De grote dictionnaire van
Larousse, die op de meeste
universiteitsbibliotheken op
instorten staat, heb ik gere-
print: zeventien delen voor
f 5.000,-, 300 exemplaren. Die
gaan druppelsgewijs weg.
Van ons vind je geen boeken
bij De Slechte, Van Kruse
man c.s. wel. Voor de gewo
ne lezer, verzeild in de con
sumptie-literatuur nauwe
'ijks interessant. In Amerika
zijn ze trouwens al druk met
Dockets aan het reprinten
Die vergaan snel tot stof en
daarin zijn nog niet zo
lang geleden waardevolle
verschenen, waarvoor nog
belangstelling bestaat".
John Haselaar mikt wel op
een groter publiek. Maar ook
op wetenschappelijke 'nstitu-
ten, al komt hij niet uit het
antiquariaat. Zo staan op
tRIDDER vas~S1NTMIOBlFI -
D» >AAKT V4H Muvpïw, PAtJV* VOO GovtAX6t»
?"Jtf da» <k Kik Ihxxk nkb rewn it-
bet 1
it vii: In»
ï&i iz-t'K fa* tl
In Detroit ontmoette ik op
een congres 269 reprinters,
waarvan er maar 65 vóór
1966 waren ontstaan. Voor
mij en de echte reprinters,
die voortkomen uit de anti
quaren is reprinten echter
meer dan reprodukties ma
ken. De professionele uitge
vers slagen dan ook niet erg
op dit terrein, zij denken in
andere getallen. Onze gemid
delde oplage Kgt tussen de
300 en 500 exemplaren. Dui
zend exemplaren is een best
seller.
Professionele uitgever
John Haselaar (Forel n.v.)
vertelt het niet anders:
„West-Europa had een gou
den eeuw. Amerika heeft
geen geschiedenis achter
zich. De oud-Europese we
tenschappelijke uitgaven zijn
zeldzaam geworden. De
markt is groter dan het aan
bod. Wat de Nederlander
Van Leeuwenhoek in de 17e
eeuw bijvoorbeeld over de
mikro-wereld op papier zet
te, wordt nu gereprint en
gaat naar belangstellende
universiteiten in Californië,
Tsjechoslowakijë etc. Een
Blaeu-atlas gaat zo voor
80.000,- naar de Amerika
nen. Natuurlijk richten wij
ons ook met goedkopere uit
gaven tot hobbyisten en
verzamelaars en zoek je een
grotere markt. Dat doet ie
dere uitgever. Behalve de au
teur heeft niemand om een
nieuw boek gevraagd".
rlejt
.-<t te
r "t Utrïriï ÏSW'feik VorfL MO. )-„ii v;kiA
V .'act 1 helt gefeott -- - -
'JU# wordt tic fth s *orj«r> tWxtém m fe*. «fesaégew Lij
chyJkcn ai de» f liAg du ffoUK*. .W;
het. Mtndcrflsx.uaaador ,vï# -s 1
om kixr i&r *t fccf.- coKis»
M fewr bwgrn- reet :'t Huw te' «ofr s* ML
1 fcfcuf o«i de éröevv r,ja je» {tijdlet* ar be-fci-x
Er verschijnen steeds meer boeken uit vervlogen eeuwen.
In de etalages liggen „echte" boeken uit de zeventiende
en achttiende eeuw. De uitgevers sturen in toenemende
mate aanbiedingen van nauwkeurig gecopieerde her
drukken van boeken, die nog nauwelijks bekend zijn en
waarvan zeldzame exemplaren in bibliotheken onder het
stof staan. Zowel bij de uitgevers als het lezende en ver
zamelende publiek is een groeiende belangstelling te
constateren voor deze zogenaamde reprints-facsimile-
herdrukken van oorspronkelijke boeken uit voorbije tij
den. Waaruit is die belangstelling af te leiden? Heeft het
iets te maken met de algemene belangstelling voor „an
tiek"? Heeft het wetenschappelijke waarde? Zien de uit
gevers er een nieuw belegde boterham in? Deze en an
dere vragen kwamen aan de orde in ons gesprek met
twee uitgevers van reprints: N. Israël, directeur van de
Associated Publishers Amsterdam en J. Haselaar, direc
teur uitgeverij De Forel N.V. Nieuwendijk (N.-Br.).
stapel: „Het leven en bedrijf
van den heere Michiel de
Ruyter" van Geeraert
Brandt (1098 pg. reprint van
de originele uitgave uit 1687)
De maritieme belangstelling
in ons land is nog vrij
groot". Het gaat 145 (int.
115) kosten. Hij mikt op de
groeiende heemkundige be
langstelling met boekjes over
Enkhuizen van Geeraert
Brandt (1747), Venlo van L.
Keuller (uit 1843) e.a. met
reprints van de bekende
Heemschutserie (o.a. over
dorpen in Zeeland, Leiden,
Maastricht, Haarlem, Gooise
dorpen), die voor 12,50
weggaan.
Voor een heruitgave van
„Het Cruydenboek" van Do-
doneus uit 1554 wordt bij we
tenschappelijke internationa
le kringen en bij het groei
end gekruide doorsnee-pu
bliek belangstelling ver
wacht. „Een knap boek uit
de begintijd der boekdruk
kunst" 145,- -int, daarna
f. 175,-).
(authentieke vonnissen zon
der commentaren uit de
bronnen bijeen).
„De grote uitgevers begin
nen daar niet aan. Ze hebben
gelijk. Het is fout om daarin
brood te zien. Het is een hele
andere sport".
Met behulp van adviseurs
worden universiteits-, kloos
ter- en particuliere boeken
verzamelingen steeds meer
uitgevlooid naar kandidaten
voor reprints. Er zijn zelfs
antiquariaten die oude Ne
derlandse boeken in Amerika
daarvoor terugkopen. Er is
dikwijls sprake van een goe
de samenwerking met deze
bibliotheken. Afspraken wor
den gemaakt over het al of
niet uit elkaar mogen van
boeken („Kan dit niet, dan
vertonen de regels van de re
prints vaak krommingen"),
over leengelden worden over
eenkomsten gemaakt. Moei
lijkheid is vaak te weten:
wié met wat bezig is.
Israël: „Er is sprake van
spreiding der culturen door
internationalisering en deko-
lonialisering. De broedse bi
bliotheken zijn er schuld
aan, dat ons boekenbezit
vervreemd is. De bronnen
der wetenschap zitten in Eu
ropa. De ontwikkelingslan
den krijgen er behoefte aan.
We zijn contacten aan het
leggen in Afrika. De Neder
landers hebben bijvoorbeeld
vroeger in Indonesië de we
tenschap vertegenwoordigd.
Het grootste deel van de In
dische fauna ligt o.a. in onze
handen. Ben nu bezig 500
tijdschriftartikelen over vis
sen in de Indische Archipel
uit antiquarisch materiaal
bijeen te zoeken. Naar een
dergelijke uitgave bestaat
vraag. We zijn bezig
met een boek over de
bomen van Vietnam,
Over tien jaar is daar geen
boom meer: toen Vietnam
nog een Franse kolonie was,
heeft een Fransman daar-
over een zeldzaam boek ge
schreven. Belangrijk om te
behouden. Dus reprinten
„Een neveneffect dat ons
kleine jongens op de been
houdt", noemt Israël de uit
gaven die vanuit de reprint-
benadering ontstaan: bij
voorbeeld het verzamelen en
uitgeven van originele docu
menten en artikelen in een
of meerdere banden. Zo
staan op stapel 21 delen van
„Justiz und NS.-Verbrechen"
Israël: „Het is een gentle
men's agreement, dat zodra
een andere uitgever een boek
aankondigt, je het zelf niet
gaat doen, want auteursrech
ten op de boeken zijn verval
len". Jan Haselaar: „Wij
wilden het tijdschrift „Wen
dingen" reprinten, maar
toen bleek de Amerikaan
Hacket (hele grote jongen op
dit gebied) al enige jaren een
optie op dit Nederlandse tijd
schrift te hebben". Beide uit
gevers spreken over het pro
bleem der Marketing. Israël
heeft er zelfs een IBM-plan
voor uitgebroed („gekraakt
door de Consumentengids")
Maar de catalogi groeien
met de dag en Nederland
doet het internationaal (bij
na alle landen kennen dit
verschijnsel in toenemende
maté) niet slecht. De export
(anderhalf miljoen) is groter
dan de import. „Het is een
goed export-artikel", aldus
Israël, „maar de regering
houdt geen rekening met de
eisen van het bedrijfsleven
daarbij. Wanneer ik bv. aan
Indonesië verkoop, staat zij
niet garant voor de Roepia's,
dit in tegenstelling met de
U.S.A." maar: „De kwali
teit van het Nederlandse
werk met goede naam
gaat de laatste jaren sterk
achteruit. We prijzen ons
ons zelf uit de markt. Dat is
een typisch rechts verhaal,
maar dat kan me niet sche
len".