<3 Neckermann mikt op zeker 30.000 Nederlandse toeristen Overbevolking bedreigt de mensheid Oude originele boeken raken ,in' r l -«m IV NECKERMANN P. C. HOOF Ti: PRINS WILLEM.! ,tyS/' M1ÊÊÊÊ 1 Markt uitgepluisd Niet bij oma Gigantenstrijd Verontrusting De praktijk Geen macht Internationaal Getallen Verenigd AAN SWT HOOGHKIT L Spreiding Export J Neckermann* general-manager F. Aronson en het Neckermann- vliegreizen-embleem door JAN SCHILS „Wij zijn niet naar Neder land gekomen om de Ne derlandse touroperators kapot te maken. Hun vrees daarvoor is ongegrond. Wel zal in de nabije toe komst blijken, dat degene die het betere produkt op de toeristenmairkt brengt overeind zal blijven". Deze als geruststelling voor zijn Nederlandse collega's bedoelde uitspraak is afkom stig van general-manager F. Aronson van Neckermann Vliegreizen N.V., zetelend in de Amsterdamse Kalver- straat, van waaruit hij nog in het komende toeristensei zoen met vliegtuigen van Transavia via de luchtha vens van Amsterdam en Rotterdam minstens 30.000 Nederlanders naar vakantie bestemmingen in het Mid dellandse Zeegebied wil brengen. Daartoe heeft Nec kermann NV. („Wij zijn een geheel Nederlandse Maat schappij") de laatste maan den ruim ÖOO.OOO Nederlan ders een uitnodiging ge stuurd, vergezeld gaande van een „cheque" ter waar de van 25 gulden bij twee boekingen. Neckermann NV, dochter van de grote Duitse naamge noot die vorig jaar ruim 400.000 toeristen „heraus und hinein ins Mutterland" bracht en dat volgens de op de reisfolders aangegeven bekende Duitse Gründüch- keit, is de grootste Duitse touroperator op de Neder landse markt en daarom wat in vakkringen genoemd wordt de „gevaarlijkste". Gevaarlijk in professionele zin omdat de gehele organi satie en voorbereiding zo uit gekookt zakelijk in zijn werk gaat, dat de toekomst er voor de mindere goden in de reiswereld bijzonder somber uitziet. Neckermann NV is van de Duitse touroperators op de Nederlandse markt ook de enige zelfstandige. De andere organisaties zoals Hummel, Schamow, Kaufhof en Tourist Hotel Reservation werken hier slechts met agentschappen maar vliegen via Duitsland. Bij de komst naar Nederland is Neckermann niet over één nacht ijs gegaan. Terwijl in Nederland nog nauwelijks iemand over het bestaan van Neckermann afwist verken de deze tour-operator de Ne derlandse markt en kwam na een gedegen studie van drie jaren tot de conclusie dat er zeker plaats was voor een grote touroperator. General- manager Aronson zegt: „Wij ontdekten nog meer. Neder land was rijp voor een nieuw reispakket met méér kwali teit en een lagere prijs. Al leen de folders reeds van de bestaande reisbureaus in Ne derland toonden voor ons dui delijk aan, dat het publiek zand in de ogen wordt ge strooid, natuurlijk niet door iedere organisatie. Maar als je een reis aanbiedt voor bij voorbeeld 475 gulden all-in moet je niet in de kleine let tertjes zetten dat een toeslag verschuldigd is daarvoor en daarvoor." Doet Neckermann NV dat niet? Aronson: „Wij geven binnenkort een uitgebreid reisprogramma voor 1971 uit. Daarin beloven we niet meer dan we kunnen waar maken. De klant wil een dui delijke prospectus. De onze is zeer uitvoerig. Als hij een bad wil in die en die hotelka mer op Mallorca, krijgt hij precies die en die hotelkamer met datzelfde bad, als n voelt wat ik bedoel". Als reden voor het feit dat Neckermann met sterk con currerende prijzen op de Nederlandse markt opereert noemt Aronson: „Wij boeken rechtstreeks zonder agenten, hetgeen de consument 10 procent scheelt." „Wij kopen samen met Neckermann in Duitsland in zeer grote hoeveelhe den in hetgeen kostenbe sparend werkt zowel voor ons als de consument." „Wij bouwen zelf hotels waar we onze gasten ont vangen. Ook dat maakt de winstmarges minder groot waarvan de consument meeprofiteert". Voor de Nederlandse reisor ganisatie heeft Neckermann daarenboven ook nog 'n aan tal minder prettige verras singen te bieden, die overi gens de consument wel ten goede komen. Zo maakt Nec kermann geen nachtvluchten evenmin als enkele andere via agentschappen werkende Duitse reisbureaus. Aronson: „Ook voor het jon ge gezin dat op vakantie gaat hebben we iets leuks. Voort aan hoeft het de kleuter niet meer bii oma achter te la ten want per gezin reist een kind tot dertien jaar geheel gratis en wordt het bovendien op de plaats van bestem ming gratis verzorgd." En als dat kind nu eens lastig is? Aronson „Dan hebben we nog altijd honderd Neder landse hostesses in dienst, uitsluiten'" ten behoeve van de Nederlandse toeristen die een handje kunnen helpen want ze hebben daarvoor een gedegen opleiding achter de rug." Als general - manager denkt Aronson nog meer in super- latte ™n: „We hebben ander half miljoen gulden gestoken in de publiciteit in Neder land. Over een jaar of drie hopen we ook in Nederland de grootste touroperator te zijn. Voor ons ligt hier een rode loper uit, maar de toe komst zal bewijzen dat dege ne die het beste produkt maakt ook de eerste zal zijn. En daarbij: wij zijn toch de billigste". Commentaar van enkele gro te Nederlandse concurrenten „Neckermann is vrij om hier zaken te doen. We zullen ook naar kwaliteitsverbetering moeten streven. Anders mis sen we de boot. Concentratie lijkt echter het meest af doende wapen. Het wordt 'n gevecht van giganten tegen giganten. Neckermann heeft het voordeel dat hij er al- een is waar wij er nog een moeten worden. Maar ook die tijd komt". door J. WILLEMS „Ik begrijp werkelijk niet hoe het mogelijk is dat men niet ziet naar welk een afschuwelijke catastro fe we toelopen als we met de aarde blijven omsprin gen als we op het ogenblik doen. De mensen praten over de wereld alsof die oneindig groot is en alsof de natuurlijke rijkdommen van onze aarde onuitput telijk zijn. Ik ben ervan overtuigd dat er geen uitweg is als we er niet voor zorgen dat het aan tal mensen minder snel toe neemt. De vervuiling per in dividu kan wel kleiner wor den maar het aantal mensen groeit zo hard dat deze ver mindering per persoon ruim schoots wordt opgevangen door de bevolkingsgroei. De aarde is niet oneindig, er is een maximum aantal men sen dat er op kan leven. Men kan wel zeggen dat bijvoor beeld de geologen, die voor spellen dat de voorraad fos siele brandstof opraakt, on heilsprofeten zijn, maar die olie raakt écht op. Ik heb alle begrip voor de theolo gische, ethische en andere bezwaren die met het beper ken van de bevolkingsgroei samenhangen, maar het pro bleem van de overbevolking is klemmend genoeg om de ze bezwaren te verdringen. Er móet nu iets gebeuren, de groei van de wereldbe volking moet tot staan wor den gebracht, anders is een mondiale ramp niet te voor komen. Ik weet niet wat er gaat gebeuren als we zo doorgaan, maar plezierig wordt het zeker niet." Prof. dr. D. Kuenen, buiten gewoon hoogleraar in de mi lieubiologie aan de Leidse Universiteit en directeur van het Rijksinstituut voor Na tuurbeheer hoort bepaald niet bij de optimisten die verwachten dat het allemaal zo'n vaart niet zal lopen. De verontrusting die momenteel onder brede lagen van de bevolking bestaat acht prof. Kuenen dan ook geen mode verschijnsel, althans niet al leen een mode-verschijnsel. „De individuele mens wordt zich in een steeds sneller tempo bewust van allerlei storingen in zijn omgeving. Lawaai, stank en de irrita tie van zwaveldioxide zijn met name in de Rijnmond tot het leven van alledag gaan behoren en de mensen zijn vertrouwd geraakt met termen als smog." Samen met de uitwassen als bijv. de snelle vervuiling van het Ve- luwe-randmeer hebben deze verschijnselen een sfeer ge schapen van onrust, van on zekerheid en v;n een zekere huiver voor de toekomst. Als reactie op deze welbe wuste verontrusting is de Prof. Kuanon laatste jaren een soort mi lieu-mode gegroeid. Onpretti ge zaken als de stank van de AKU en van de kanalen in de veenkoloniën die vroe ger nauwelijks meer dan re gionale aandacht kregen, worden nu plotseling onder ieders aandacht gebracht. „Er zijn veel mensen die mee willen doen zonder dat ze er eigenlijk het fijne van weten, maar persoonlijk vind ik die mode niet on prettig." De directeur van het Rijksinstituut van na tuurbeheer (in Arnhem en Zeist) verwacht wel dat door deze overvloedige aandacht een periode van minder be langstelling zal ontstaan, maar een dergelijke pauze is hem niet onwelgevallig. „In die periode zal er meer gelegenheid zijn voor weten schappelijk onderzoek, meer rust, alhoewel die periode ook gekenmerkt zal kunnen worden door een verhoogde druk op de wetenschappelij ke onderzoeker want T zal steeds meer moeten worden onderzocht." De basis van alle drukte die er op het ogenblik door al lerlei groepen uit onze sa menleving over o.a. de mi lieuhygiëne wordt gemaakt, moet namelijk goed gefun deerd zijn. „En dat is nou juist de moeilijkheid bij veel acties, e.d., de algemene principes zijn wel bekend, maar het is nog erg moeilijk om ze in de praktijk toe te passen," aldus prof. Kue nen. De oorzaak van deze on zekerheid over veel biologi sche achtergronden van het milieubeheer is de ontstel lende complexiteit van het onderwerp. „We kennen een aantal verschijnselen maar doorzien vaak het mechanis me achter dat verschijnsel niet." Zo is bijvoorbeeld bekend dat een groot aantal ver schillende soorten in een be paald gebied een zekere sta biliteit aan dat gebied geeft en dat vermindering van het aantal soorten (planten en dieren; die stabiliteit ver mindert en o.a. aanleiding geeft tot (insecten-) plagen. Waarom dat zo is weet men maar in enkele gevallen pre cies aan te geven. Er is echter wel voldoende funda mentele kennis om te zien „dat de hele boel in de prak draait als we zo doorgaan." Deze fundamentele kennis is verworven door wetenschap pelijke onderzoekers van verschillende discipline, vaak zó verschillend dat men wel eens de indruk heeft dat het milieuonderzoek op een onmogelijke wijze is versnip perd. Aan een betere coördinatie wordt echter gewerkt. Eni ge maanden geleden is een TNO-commissie geïnstalleerd die onder leiding van prof. ir. E. Boon een documenta tiecentrum gaat opzetten waarin alle gegevens van dit soort onderzoek worden ver zameld en daarnaast zal deze commissie een coördineren de functie krijgen in die zin dat ze zal moeten proberen doublures en leemten in het onderzoek op te sporen. De TNO-commissie krijgt geen strikte bevoegdheid en kan dus geen verandering van onderwerp voorschrijven. Prof. Kuenen: „Het is niet de bedoeling om de commis sie enige macht te geven. Haar coördinatietaak ligt in het vestigen van de aan dacht op mogelijke doublu res en leemten.' Geen strik te regeling dus door de TNO- commissie waarin overigens ook vertegenwoordigers van de ministeries, 't bedrijfsle ven, de natuurbescherming en recreatie en de universi teiten zitting hebben. Een onmogelijke taak? Het werk dat de commissie op zich ge nomen heeft, is inderdaad misschien wat pretentieus, erkent prof. Ku oen, maar de poging is toch uitermate reëel, „zelfs als het maar voor de helft zou lukken heb ben we al een enorme voor- uitgarg bereikt." De Leidse hoogleraar heeft geen enkel vertrouwen in 'n werkelijke centralisatie van dit onderzoek. „Een centraal instituut voor onderzoek ten dienste van het milieubeheer dat in de plaats zou moeten komen voor alles wat er mo menteel al is, vind ik niet wenselijk. Je kunt mensen niet uit him werkomgeving trekken en zo maar naar 'n ander gebouw overplaatsen. Dan scheur je ze los van hun wetenschappelijke connec ties, hun bronnen en omge ving waarin ze gewend zijn te werken." Milieuproblemen zijn over 't algemeen internationaal (Noordzee, Rijn, luchtver vuiling) en ook internationa le coördinatie is derhalve dringend gewenst. In Euro pees verband is deze coördi natie er wel maar ze is vol gens prof. Kuenen nog hope loos onvoldoende. „We héb ben er ook nog geen tijd voor; eerst moet het binnen lands onderzoek op poten staan voordat we aan inter nationale organisatie kunnen gaan denken." Dat wil echter zeker niet zeg gen dat er niets gebeurt. Binnen de raad van Europa zijn activiteiten ontplooid op het gebied van de water- en luchtverontreiniging. Er is een organisatie die de geïn tegreerde bestrijding van plagen bestudeert en er zün uiteraard talloze persoonlij ke contacten over en weer. Prof. Kuenen: „De aandacht van de NAVO voor het mi lieu vind ik onjuist. De NA VO heeft er niets mee te' maken, het is een militaire organisatie die zelf mede schuldig is aan het milieu bederf en die zich daarom niet met het bestrijden van dat milieubederf moet bezig houden." Op mondiaal niveau zijn de perspectieven bepaald gun stig. Het internationaal bio logisch programma van de niet-gouvernementele Inter nationale Biologische Unie loopt af en zal worden over genomen door de UNESCO, die in 1971 met een Man and Biosphere-programma van start gaat. Het volgend jaar begint de UNESCO met de organisa tie en in 1972 zal dan met het eigenlijke programma kunnen worden gestart dat vooral zal liggen op het ter rein van organisatie en sti mulering van het milieuon derzoek. Doordat UNESCO geen particuliere, maar een regeringsorganisatie is zal er dan naar alle waarschijn lijkheid ook voldoende geld ter beschikking komen. Erg belangrijk wordt volgens prof. Kuenen ook de confe rentie die de VN in 1972 te Stockholm organiseert. Op die conferentie zullen de be stuurlijke consequenties van de hele milieuproblematiek worden besproken. „Deze Stockholm-conferentie wordt een politieke en geen weten schappelijke conferentie en van die conferentie zal daar om in belangrijke mate de toekomst van onze wereld af hangen." Paginafragment uit de reprint „Deez Vermaarde Man" van Plater Corneliszoon Hooft. door HENK EGBERS „Ik heb in ons land een Rus op studiereis ontmoet, lie 17e eeuws Nederlands sprak. Dat had hij in Rus land geleerd uit daar aan wezige oud-Nederlandse wetenschappelijke uitga ven", vertelt N. Israël. In de hele wereld blijkt er nog steeds een behoefte te bestaan aan eeuwenoude Ne derlandse boeken, die voor al een wetenschappelijke waarde hebben. Daarom wor den zeldzame exemplaren nu herdrukt (gecopieërd) en als reprint weer op de markt ge bracht. „Het hele reprintwezen ligt eigenlijk in handen van anti quaren: zij houden zich van oudsher bezig met oude en zeldzame boeken. Op een ge geven moment raken die op en zijn niet meer te leveren. Zo is vijftien jaar geleden door het ontstaan van ver fijnde druktechnieken het reprinten begonnen. Het is 'n internationaal verschijnsel geworden, in toenemende mate. In Amsterdam hebben 14 reprinters uit de antiquaren- hoek zich verenigd in de As sociated Publishers. ,Onze teksten moeten van belang zijn voor de wetenschap of zinvol oud materiaal weer tot leven brengen', aldus direc teur Israël (34-antiquair in 't derde geslacht Israël) op zijn kantoor aan de Keizers gracht. ,Het is niet gewoon een boekje maken of enkel reproduceren. Wat bv. Sijt- hoff en Kruseman op dit ge bied doen, noem ik geen re prints meer. Het rijk pro beerde tot een Hooft-uitgave te komen. Gestaakt: niet te betalen (miljoenen). Waar om geen gebruik maken van de oude Hooft-edities? Zij verschijnen nu bij ons voor f 1400,- (oplage 650 exempla ren). Geen lucratief bedrijf. Het is een bepaalde gedre venheid in ons om dit te doen. Cats heb ik zo gedaan. Ben bezig met Coornhert en voor Huygens bestaan plannen. Van Hooft zijn er 180 weg, over de hele wereld. Maar Spanje waar een leerschool Nederlands is (historische banden), naar Japan (de he le oude medische school in Japan steunt op de Neder landse literatuur), naar pure verzamelaars, etc. De grote dictionnaire van Larousse, die op de meeste universiteitsbibliotheken op instorten staat, heb ik gere- print: zeventien delen voor f 5.000,-, 300 exemplaren. Die gaan druppelsgewijs weg. Van ons vind je geen boeken bij De Slechte, Van Kruse man c.s. wel. Voor de gewo ne lezer, verzeild in de con sumptie-literatuur nauwe 'ijks interessant. In Amerika zijn ze trouwens al druk met Dockets aan het reprinten Die vergaan snel tot stof en daarin zijn nog niet zo lang geleden waardevolle verschenen, waarvoor nog belangstelling bestaat". John Haselaar mikt wel op een groter publiek. Maar ook op wetenschappelijke 'nstitu- ten, al komt hij niet uit het antiquariaat. Zo staan op tRIDDER vas~S1NTMIOBlFI - D» >AAKT V4H Muvpïw, PAtJV* VOO GovtAX6t» ?"Jtf da» <k Kik Ihxxk nkb rewn it- bet 1 it vii: In» ï&i iz-t'K fa* tl In Detroit ontmoette ik op een congres 269 reprinters, waarvan er maar 65 vóór 1966 waren ontstaan. Voor mij en de echte reprinters, die voortkomen uit de anti quaren is reprinten echter meer dan reprodukties ma ken. De professionele uitge vers slagen dan ook niet erg op dit terrein, zij denken in andere getallen. Onze gemid delde oplage Kgt tussen de 300 en 500 exemplaren. Dui zend exemplaren is een best seller. Professionele uitgever John Haselaar (Forel n.v.) vertelt het niet anders: „West-Europa had een gou den eeuw. Amerika heeft geen geschiedenis achter zich. De oud-Europese we tenschappelijke uitgaven zijn zeldzaam geworden. De markt is groter dan het aan bod. Wat de Nederlander Van Leeuwenhoek in de 17e eeuw bijvoorbeeld over de mikro-wereld op papier zet te, wordt nu gereprint en gaat naar belangstellende universiteiten in Californië, Tsjechoslowakijë etc. Een Blaeu-atlas gaat zo voor 80.000,- naar de Amerika nen. Natuurlijk richten wij ons ook met goedkopere uit gaven tot hobbyisten en verzamelaars en zoek je een grotere markt. Dat doet ie dere uitgever. Behalve de au teur heeft niemand om een nieuw boek gevraagd". rlejt .-<t te r "t Utrïriï ÏSW'feik VorfL MO. )-„ii v;kiA V .'act 1 helt gefeott -- - - 'JU# wordt tic fth s *orj«r> tWxtém m fe*. «fesaégew Lij chyJkcn ai de» f liAg du ffoUK*. .W; het. Mtndcrflsx.uaaador ,vï# -s 1 om kixr i&r *t fccf.- coKis» M fewr bwgrn- reet :'t Huw te' «ofr s* ML 1 fcfcuf o«i de éröevv r,ja je» {tijdlet* ar be-fci-x Er verschijnen steeds meer boeken uit vervlogen eeuwen. In de etalages liggen „echte" boeken uit de zeventiende en achttiende eeuw. De uitgevers sturen in toenemende mate aanbiedingen van nauwkeurig gecopieerde her drukken van boeken, die nog nauwelijks bekend zijn en waarvan zeldzame exemplaren in bibliotheken onder het stof staan. Zowel bij de uitgevers als het lezende en ver zamelende publiek is een groeiende belangstelling te constateren voor deze zogenaamde reprints-facsimile- herdrukken van oorspronkelijke boeken uit voorbije tij den. Waaruit is die belangstelling af te leiden? Heeft het iets te maken met de algemene belangstelling voor „an tiek"? Heeft het wetenschappelijke waarde? Zien de uit gevers er een nieuw belegde boterham in? Deze en an dere vragen kwamen aan de orde in ons gesprek met twee uitgevers van reprints: N. Israël, directeur van de Associated Publishers Amsterdam en J. Haselaar, direc teur uitgeverij De Forel N.V. Nieuwendijk (N.-Br.). stapel: „Het leven en bedrijf van den heere Michiel de Ruyter" van Geeraert Brandt (1098 pg. reprint van de originele uitgave uit 1687) De maritieme belangstelling in ons land is nog vrij groot". Het gaat 145 (int. 115) kosten. Hij mikt op de groeiende heemkundige be langstelling met boekjes over Enkhuizen van Geeraert Brandt (1747), Venlo van L. Keuller (uit 1843) e.a. met reprints van de bekende Heemschutserie (o.a. over dorpen in Zeeland, Leiden, Maastricht, Haarlem, Gooise dorpen), die voor 12,50 weggaan. Voor een heruitgave van „Het Cruydenboek" van Do- doneus uit 1554 wordt bij we tenschappelijke internationa le kringen en bij het groei end gekruide doorsnee-pu bliek belangstelling ver wacht. „Een knap boek uit de begintijd der boekdruk kunst" 145,- -int, daarna f. 175,-). (authentieke vonnissen zon der commentaren uit de bronnen bijeen). „De grote uitgevers begin nen daar niet aan. Ze hebben gelijk. Het is fout om daarin brood te zien. Het is een hele andere sport". Met behulp van adviseurs worden universiteits-, kloos ter- en particuliere boeken verzamelingen steeds meer uitgevlooid naar kandidaten voor reprints. Er zijn zelfs antiquariaten die oude Ne derlandse boeken in Amerika daarvoor terugkopen. Er is dikwijls sprake van een goe de samenwerking met deze bibliotheken. Afspraken wor den gemaakt over het al of niet uit elkaar mogen van boeken („Kan dit niet, dan vertonen de regels van de re prints vaak krommingen"), over leengelden worden over eenkomsten gemaakt. Moei lijkheid is vaak te weten: wié met wat bezig is. Israël: „Er is sprake van spreiding der culturen door internationalisering en deko- lonialisering. De broedse bi bliotheken zijn er schuld aan, dat ons boekenbezit vervreemd is. De bronnen der wetenschap zitten in Eu ropa. De ontwikkelingslan den krijgen er behoefte aan. We zijn contacten aan het leggen in Afrika. De Neder landers hebben bijvoorbeeld vroeger in Indonesië de we tenschap vertegenwoordigd. Het grootste deel van de In dische fauna ligt o.a. in onze handen. Ben nu bezig 500 tijdschriftartikelen over vis sen in de Indische Archipel uit antiquarisch materiaal bijeen te zoeken. Naar een dergelijke uitgave bestaat vraag. We zijn bezig met een boek over de bomen van Vietnam, Over tien jaar is daar geen boom meer: toen Vietnam nog een Franse kolonie was, heeft een Fransman daar- over een zeldzaam boek ge schreven. Belangrijk om te behouden. Dus reprinten „Een neveneffect dat ons kleine jongens op de been houdt", noemt Israël de uit gaven die vanuit de reprint- benadering ontstaan: bij voorbeeld het verzamelen en uitgeven van originele docu menten en artikelen in een of meerdere banden. Zo staan op stapel 21 delen van „Justiz und NS.-Verbrechen" Israël: „Het is een gentle men's agreement, dat zodra een andere uitgever een boek aankondigt, je het zelf niet gaat doen, want auteursrech ten op de boeken zijn verval len". Jan Haselaar: „Wij wilden het tijdschrift „Wen dingen" reprinten, maar toen bleek de Amerikaan Hacket (hele grote jongen op dit gebied) al enige jaren een optie op dit Nederlandse tijd schrift te hebben". Beide uit gevers spreken over het pro bleem der Marketing. Israël heeft er zelfs een IBM-plan voor uitgebroed („gekraakt door de Consumentengids") Maar de catalogi groeien met de dag en Nederland doet het internationaal (bij na alle landen kennen dit verschijnsel in toenemende maté) niet slecht. De export (anderhalf miljoen) is groter dan de import. „Het is een goed export-artikel", aldus Israël, „maar de regering houdt geen rekening met de eisen van het bedrijfsleven daarbij. Wanneer ik bv. aan Indonesië verkoop, staat zij niet garant voor de Roepia's, dit in tegenstelling met de U.S.A." maar: „De kwali teit van het Nederlandse werk met goede naam gaat de laatste jaren sterk achteruit. We prijzen ons ons zelf uit de markt. Dat is een typisch rechts verhaal, maar dat kan me niet sche len".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 12