Engeland werd een beetje anders door onze
schüders van de Gouden Eeuw
Hollanders
„Dean hobbima"
Gezichten op Dordrecht
boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - bo
Spionnen
Detective
Dramatisch
Ontspanning
Drugs
Speeltje
Bloedraad
Voedsel
Varen
Doler
Vissen
Planten
Katten
Pony's
Autosport
Stei
ner
boeken - boeken - boeken boeken - boeken boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - bo
DE SCHOK DER HERKENNING
DEN HAAG Iedereen die wel eens in Londen was en daar de musea bezocht moet twee
dingen in het bijzonder zijn opgevallen. Op de eerste plaats het ongelooflijk rijke bezit aan
schilderijen van onze eigen Gouden Eeuw werk van Ruysdael, Cuyp en vooral Hobbema
kan men er veelal beter zien dan in eigen land. Op de tweede plaats ervaart men dat Engeland
zelf in de romantiek een serie belangwekkende landschapsschilders heeft gehad, die, doordat
huil werk vrijwel nooit over de grens ging, buiten Engeland nimmer de verdiende erken
ning heeft verworven.
Er bestaat een nauwe samenhang tussen die twee dingen. De Brit
ten zijn altijd rusteloze kunstverzamelaars geweest. In musea, en ook
in veel particuliere collecties zijn er behalve onze Gouden-Eeuwers,
ook bijvoorbeeld belangrijke verzamelingen van de Franse rococo en
de Venetiaanse vedutekunst. Maar in de achttiende eeuw veranderde
er veel in Engeland. De verstedelijking greep om zich heen en de eer
ste industriële revolutie tastte het landschap aan.
Er kwam een verlangen om „terug
naar de natuur" te gaan. De schil
ders gingen voorop. Ze vonden hun
voorbeelden in de Hollandse kunst
van een eeuw geleden, die in hun
land zo ruim voorhanden was en zij
gingen die kunst met enthousiasme
kopiëren en navolgen. Het was zelfs
zo dat schilders die een goed be
staan hadden als portrettist, elk vrij
ogenblik gingen gebruiken om land
schappen te schilderen.
Zo Gainsborough, die voor een
portret zestig guineas rekende
een klein vermogen in die tijd en
die het portretschilderen haatte. Hij
schreef aan zijn vriend Jackson:
„Ik ben misselijk van portretten
en ik zou dolgraag mijn viola da
gamba nemen en weg willen trek
ken naar een of ander lief dorpje,
waar ik landschappen kan schilde
ren en in rust en vrede van het
leven genieten...."
Gainsborough moet Hobbema heb
ben gekend en Ruysdael. Hij heeft,
zoals uit zijn brieven blijkt, Hollan
ders gekopieerd en hij leerde enorm
veel van hen. Hoezeer dat het geval
was. kan men zien op de tentoon
stelling „de schok der herkenning"
die tot 10 januari in het Haagse
Mauritshuis wordt gehouden ter ge
legenheid van het vijftigjarig be
staan van het genootschap Nederland-
Engeland. Ze toont in een voorna
me selectie het werk van de Engelse
landschapschilders uit de achttien
de eeuw met daarnaast Hollandse
meesters die hem inspireerden.
Gainsborough is er met een reeks
kenmerkende werken. Het merk
waardige by deze schilder was dat
hij een typische studio-artiest bleef,
ook als hij een landschap schilderde.
Vaak arrangeerde hij op een tafel
met stukjes schors, mos, takjes en
gemodelleerde koetjes een stukje
landschap in Hollandse trant dat hij
dan ging naschilderen als was het
een portret, zich daarbij uitputtend
om de techniek te bereiken van zijn
Hollandse voorbeelden.
Toch zou het Turner zijn die ten
slotte geheel eigen wegen ging. Wel
het tegenovergestelde van Gainsbo
rough trok hij er steeds op uit om te
voelen hoe het buiten echt was. Hij
zat soms uren voor een open coupé
raam in de train om te ondergaan
wat rook, regen en wolken echt
deden in een landschap. Of hij trot
seerde, vastgebonden aan een mast,
de stormen op zee om met eigen
ogen het woeste spel van water en
wolken te kunnen zien. In zijn laat
ste doeken, bijvoorbeeld in „Tromp
overstag bij slecht weer", komt hij
in de weergave van dat stormge
weld verder dan de Hollanders
durfden gaan.
Behalve de grote vier zijn er in
het Mauritshuis ook andere Britten
te bewonderen. Een charmante ma
rine a la Van der Velden van
Brooking; een typisch doek van Sa
muel Scott en een tweetal opmerke
lijke doeken van Richard Wilson. En
men moet speciaal letten op een
heel mooi aquarel van John Sell
Cotman, dat een hoogoven afbeeldt
die er rokend en met veel vuur in
het landschap staat. Ze is kenmer
kend voor datgene waartegen de
Britse landschapsschilders zich af
zetten.
Joseph Mallord William Turner Tromp overstag bij slecht weer (ca. 1844).
John Constable de kathedraal van Salisbury met de regenboog (1831).
John Crome trok naar buiten. Hij
nam zijn leerlingen mee naar de
oevers van de Yare en riep met
opgeheven penseel uit: „Dit is onze
academie". Zijn trant is losser, meer
direct van de natuur afgeleid. De
inspiratie door de Hollanders is er
steeds onmiskenbaar. Zijn schets
„de oude eik" stamt regelrecht van
Van Goyen. Zijn laatste woorden
waren: „Hobbima, my dear Hobbi
ma, how I have loved you...."
John Constable was een reus on
der de Britse landschapschilders.
Ruysdael was zijn grootste voor
beeld. Hij was verrukt van de luch
ten bij de Hollanders die hem inspi
reerden tot tal van wolkenstudies.
Toen het hem ihaar niet gelukte om
toegelaten te worden tot de Royal
Academy ging hij landschappen
schilderen van steeds gedurfder con
ceptie en op steeds groter formaat.
Een van zijn voornaamste werken is
wel „de kathedraal van Salisbury
met de regenboog". Korte tijd nadat
hij dit doek voltooide zag Constable
Cuyps „onweer boven Dordrecht".
Hij schreef een vriend „Ik wou dat
ik deze Cuyp gezien had voor ik
mijn Salisbury inzond. In het Mau
ritshuis hangen beide doeken naast
elkaar en kan men zien waarom
Constable dit schreef.
De laatste van de „grote vier" der
Britse landschapschilders is Turner.
Ook bij hem is er sprake van een
grote bewondering voor de Hollan
ders. Hij reisde zelfs naar Holland
en schilderde ter plaatse een „ge
zicht op Dordrecht" om helemaal de
atmosfeer te kunnen ondergaan die
Cuyp bezielde toen deze een gelijk
soortig schilderij maakte. Het is cu
rieus om beide doeken in het Mau
ritshuis te vergelijken. Cuyp prefe
rend kan men toch niet anders doen
dan Turner bewonderen.
Over die Hollanders moeten we
helaas kort zijn. Hun aandeel maakt
ongeveer de helft van de tentoon
stelling uit en het is de beste helft
ervan, omdat de Britten er niet in
slaagden hun voorbeelden te over
treffen. We noemden al Cuyp en
Ruysdael. Er zijn tal van anderen,
vaak uit het buitenland en hier nog
nimmer tentoongesteld. Toppunten:
Hobbema met vier doeken (een
zelfde aantal menen we als het ge
hele Nederlandse bezit) waaronder
een absoluut topstuk „pad op de
dijk". Voorts een voortreffelijke
Philips Koninck en een voortreffe
lijk bosgezicht van Jacob van Ruys
dael. Marineschilder Van de Velde
is er mooi te zien en eigenlijk alle,
inclusief Rembrandt, grote land
schapschilders uit onze Gouden
Eeuw.
Het begrip „schok der herken
ning" stamt uit de Britse roman
tiek. De Britten herkenden in on
ze Gouden-Eeuwers de waarde
van het landschap. Het is 'n merk
waardige ervaring om in die Brit
ten onze Gouden Eeuw te herken
nen. Fijn, dat „Nederland - Enge
land" met deze tentoonstelling
iedereen in staat wil stellen zijn
jubileum mee te vieren. Het idee
ervoor is van bestuurslid prof. dr.
A. H. G. Bachrach, hoogleraar te
Leiden, die ook de fraaie catalo
gus van een lucide voorwoord en
voortreffelijke toelichtingen voor
zag. Het bijeenbrengen van de
stukken was bij dr. A. B. de Vries,
oud-directeur van het Maurits
huis, in meer dan vertrouwde han
den.
Meindert Hobbema Pad op de dijk (1663).
SPIONNEN, AGENTEN, SOLDA
TEN. Janusz Piekalkiewicz, Uitge
verij Bosch en Keunig n.v. Baarn
In 27 afzonderlijke verhalen wordt
iin dit omvangrijke en prachtig uit
gegeven boek een algemene indruk
gegeven van het werk van geheime
diensten tijdens de Tweede Wereld
oorlog. Het boek is de verwoording
van een serie televisiedocumaentai-
res, die in 1969 bij het internationa
le televisie-festival in Monte Carlo
de hoogste, prijs kreeg. In objectie
ve stijl behandelt Piekalkiewicz be
langrijke spionage activiteiten van
de verschillende partijen in het
tweede wereldconflict. De werke
lijkheid overtreft vaak de stoutste
fantasieverhalen, die nog steeds over
diverse oorlogsgebeurtenissen de
ronde doen. Het boek is geïllus
treerd met honderden foto's, teke
ningen en situatieschetsen.
SINISTERE GELIJKENIS. Patri
cia McGerr; en VOOR MOORDE
NAARS GEEN GRATIE. Robert
Kait Twee Prisma detectives van
de gekende soort: met een beetje
spanning en een enkel verrassinkje.
Typisch ontspanningslectuur. In het
eerste boek de belevenissen van een
gescheiden vrouw. En in het twee
de: wederwaardigheden van een
vrijgelaten moordenaar, die niet zo
veel kansen krijgt in de oprechte
maatschappij.
Uitgeverij: Het Spectrum N.V.
Utrecht.
DE MAN UIT LONDEN. Simenon.
A. W. Bruna en Zoon Ook in zijn
boeken waarin Maigret niet de
hoofdrol moet dragen weet Simenon
vaak de beklemende sfeer van klei
ne levensgemeenschappen op een
meesterlijke wijze naar voren te
brengen. Vaak ook plaatst de schrij
ver al in de eerste bladzijden een
onverwachte gebeurtenis of soms
laat hij alleen maar zijn hoofdfiguur
ervan getuige zijn. Dat laatste is het
geval bij de seinhuiswachter in
Dieppe, die 's nachts een levensgro
te misdaad ziet vanuit zijn eenzame
post. Voor hij het weet is hij van
toeschouwer medespeler geworden
van een dramatische reeks gebeurte
nissen. Weer een echte Simenon.
RABBI OMNIBUS Drie inmid
dels bekende romans, met als hoofd
figuur rabbi Ben Small, in één band.
Voor degenen die al niet uit een van
de afzonderlijke boeken weten wat
de rabbi deed op vrijdag (lang sla
pen). Op zaterdag (honger krijgen)
en op zondag (thuis blijven) een
aantrekkelijk boek. Om die boeien
de manier waarop auteur Harry Ke
melmans niet alleen een speurders-
verhaal schrijft in de wat huis-,
tuin- en keukenachtige stijl die aan
Christie doet denken maar ook
een kijkje geeft in de heel eigen
leefsfeer van een ioodse samenle
ving.
Harry Kemelman: Rabbi Omnibus,
Westfriesland Hoorn, vertaling A.J.
Richel f 11.90.
SPUITEN IS MOORD. William
Burroughs jr. Meulenhoff Nederland
n.v. Met een klinisch gevoel voor
het scherpe detail beschrijft Bur
roughs jr. de wereld van de mede-
drine. Een verslag in romanvorm van
de omzwervingen van een heden
daagse Amerikaanse jongen, zoals
wij die in Europa de laatste tijd ook
maar al te goed kennen. De halluci
nerende werking van de mete-
drine komt in SPUITEN scherp naar
voren. Het boek vertoont overeen
komsten met het werk van Bur
roughs sr. JUNKIE. Dat werd ge
schreven in de periode van de hard
drugs. Vader en zoon gaan beide
zonder omwegen op hun illusieloze
doel af.
SPEELTJE De weinig boeien
de, hier en daar zelfs infantiele
„memoires" van een meisje dat van
heel veel dingen houdt, maar zeker
niet van alleen in bed liggen.
Patricia Clapton: Speeltje, Bruna
Zwart Beertje, vertaling Jeanne E.
van Tol f 2.95.
Noah Gordon graaft diep in de,
harten van drie briljante jongeman
nen, die gedurende een jaar samen
leven in een ziekenhuis. Zij leven in
de schaduw van de bloedraad, een
rechtbank waar artsen elkaar beoor
delen en vaststellen wiens schuld
het is wanneer een sterfgeval voor
komen had kunnen worden.
De Bloedraad, Noali Gordon. Else
vier f 15.90.
kerlijkwijs de mogelijkheid om eet
bare kunstprodukten op de markt te
brengen. Want: het maakt immers
niet zo veel uit of de mens chemisch
reageert op kunst dan wel op na
tuurlijke chemische acties, indien
beide dezelfde werking hebben.
Voor wie zich in het onderwerp
„food and men" wil verdiepen, be
staat een boekje in de serie wereld
akademie. Het heet Voedsel voor
miljarden. De behandelde vraag
stukken zijn voedingsmiddelen, ont
wikkelingen in de voedingsweten
schap, levensmiddelentechnologie nu
en in de toekomst.
Voedsel voor miljarden, Magnus
Pyke. De Haan-Meulenhoff f 14.90
Schrijfster Ruth Wolf heeft de
diepste eenzaamheid van de mens
od haar manier doorweven in de
figuur Diognetus, de door vele lan
den dolende uit het boek Oponthoud
van een vreemdeling. Diognetus is
een vent zonder zinvol leven. Zo
ervaart hij het zelf, doordat zijn
werkelijke contacten van hem wor
den losgesneden. De diepgang van
dit werk hangt af van de betrokken
heid van de lezer. Zo zal het elk
individu naar gelang de wil tot
begrijpen od een andere manier
boeien.
Oponthoud van een vreemdeling,
Ruth Wolf. Leopold f 13.90
De mens en het voedsel. Of moe
ten we zeggen: chemische acties
veroorzaken chemische reacties. Het
is in elk geval duidelijk, dat de
mens niet buiten voedsel kan. Hoe
meer mensen er komen, des te meer
voedsel dient er te zijn. Hoe kan de
produktie aan de hoeveelheid men
sen worden aangepast? Een pro
bleem, waarmee voedseldeskundigen
over de hele wereld zich bezighou
den. Zij bestuderen daarbij noodza-
DE MOTORBOOT. Jaap Kramer,
Elsevier De motorboot, varen op
de binnenwateren, varen op zee,
wedstrijdsport. Een heel verhaal als
titel, maar dit is nu werkelijk een
boek, waarin niet veel over het
verschijnsel motorboot onvermeld is
gelaten. Zoals de titel al aangeeft,
komen in deze uitgave grote en
kleine exemplaren van alle soorten
schuiten met een motor aan de orde.
De verteltrant van schrijver Jaap
Kramer is duidelijk en direct. Zonder
omhaal wordt het de lezer duidelijk,
dat het varen meer inhoudt dan het
vasthouden van bijvoorbeeld een
stuurrad. Aan de orde komen onder
andere: het vaarreglement, het on
derhoud, voorzorgen en veiligheid,
eenvoudige kustnavigaitie, elektroni
sche navigatie-instrumenten.
Een brok opvoedkunde steekt er
zeker ook in. En dat laatste is mis
schien nog wel het belangrijkste.
Nog te vaak komt het voor, dat een
nieuwe booteigenaar met het kopen
van een schipperspet denkt daarmee
tevens een schipper te zijn. Een
verschijnsel, dat heel gemakkelijk
op de welvaart kan worden afge
schoven. Voor dat soort lieden zou
maar een advies kunnen dienen:
lees eerst dit boek, bestudeer het.
En koop dan een boot. Als de lust
daartoe dan nog bestaat. Overigens:
de echte waterrot hoeft zich voor
het bezit van een exemplaar niet te
schamen.
Een waardevol naslagwerk over
vissen is verschenen van de hand
van Earl Herald. Een allesomvattend
deel in de serie dierenencyclopedie
van uitgeverij Elsevier. De tekst,
gaat vergezeld van zeer vele kleu
ren- en zwartwitfoto's.
Wereld der dieren vissen
Earl Herald. Elsevier
PLANTEN EN HUN NAAM. H.
Kleijn, Meulenhoff Amsterdam
De blaartrekkende boterbloem is
een hun of Jnear officiële naam voor
jeukkruid, een op Walcheren voor
komende betiteling voor Ranunculus
Sceleratus. En op Walcheren zegt
men er ook wel kikfeerhloempje te
gen.
We hebben het overigens aldoor
over hetzelfde plantje .gehad. In de
buurt van Zutphen zegt men er
jichtkruid tegen. Zo heeft één plant
je vele namen. Over veie planten is
een lijvige lexicen te schrijven. Wan
neer daar dan tevens door bevol
kingsgroepen toegemeten krachten
bij beschreven worden, ontstaat een
zeer lezenswaardig boek. H. Kleijn
heeft het geschreven. Het heet:
Planten en hun naam. (f 32.50).
een pony kunt doen. Thelwell be
reikt dat met puntige teksten onder
speelse, humoristische tekeningen.
Men leest en kijkt dit boekje in één
ruk uit, waarbij de mondhoeken
voortdurend een glimlach aangeven.
Een boekje om ook steeds naar te
rug te pakken, (f 3,50).
In de serie „Beeld in Kleur" van
uitgeverij Standaard is deel 2, ge
wijd aan katten, verschenen. Een
compacte samenvatting door Adriano
Torregrossa is goed voor een globale
kennismaking' met karaktereigen
schappen, raskenmerken, eetgewoon
ten en ziekteverschiinselen van de
kat.
Voor het overige is deze uitgave
vooral een kijk-boek. Dat is in deze
serie trouwens duidelijk de bedoe
ling. Het boek bevat meer dan 120
foto's, verreweg de meeste in kleur
en praktisch allemaal van goede tot
uitstekende kwaliteit.
De prijs van deze stevige uitgave
is f 10.50.
Ferruccio Bernardo: RACEWA
GENS, deel 3 van BEELD IN
KLEUR. Uitgave Standaard Uitgeve
rij Antwerpen-Utrecht De lief
hebbers van auto's en vooral de
autosport zal het verschijnen van
Racewagens in de Standaard-serie
„Beeld in kleur" zeker erg welkom
zijn. Want de uitgave biedt zij
het in kort bestek een grote
hoeveelheid informatie en documen
tatie over alles wat met de autosport
in het algemeen, renwagens en hun
coureurs te maken heeft. Vele tien
tallen voortreffelijke kleurenfoto's
afkomstig uit de archieven van be
roemde automerken, zijn erin opge
nomen. (f 10,50).
Bij Elsevier is een pocket ver
schenen, die pony-liefhebbers maar
liever meteen moeten gaan kopen.
Voor anderen is Norman Thelwell's
„En op elke hoek een been" een
hoogst plezierige kennismaking met
de steeds populairder wordende po
ny en diens nog betrekkelijk jonge
relatie tot de mens.
Het boekje geeft een rake hand
leiding voor wat je wel en niet met
Rudolf Steiner was een begeester
de. De grondlegger van de antropo
sofie, die zijn leven lang verkeerd
begrepen en na zijn dood vergeten
werd, is best een boek en het over
denken waard. Dat boek is geschre
ven door Johannes Hemleben. Het is
natuurlijk niet de eerste biografie,
maar, het is wel een goede. De
schrijver probeert in het denken en
werken van Steiner bouwstenen aan
te dragen voor een hedendaags ant
woord op de toekomst. Een lofwaar
dige poging.
Johannes Hemleben: RUDOLF
STEINER, Lemniscaat Rotterdam f
9,50.