Omvang My Lai-drama 20 maanden verzwegen Burgos Het gezicht van de inquisitie Rel dreigt rond dood van operatiepatiënt „Fotograferen in het weekend? In het donker zeker!" VERKEERD BLOED TOEGEDIEND Leerling verpleegster aangeklaagd GOED GEDOCUMENTEERD, ONTHUTSEND BOEK OVER MASSASLACHTING BANG VRAAG LIJKEN GEEN REACTIE Identiteit Niet onpartijdig Maak in't weekend géén foto's... U mocht er eens plezier in krijgen. VRIJDAG 11 DECEMBER 1970 Toen een verslaggever in de nazomer van 1967 een rondreis maakte door de Zuidvietnamese provincie Quang Ngai, keerde de soldaat die hem in een jeep rondreed, zich plotseling naar hem om en zei „Het is gewoon niet te geloven, de dingen die er in deze oorlog gebeuren". „Wat voor dingen?" „U zou het niet geloven." „Maar wat voor dingen dan?" „U gelooft hef toch niet, dus vertel ik het u niet," zei de soldaat hoofdschuddend. „Niemand zal ooit iets van sommige dingen te horen krijgen, en als deze oorlog voorbij is en wij allemaal weer thuis zijn, zal niemand het ooit weten." Vóór zijn proces is William Cailey nog teruggeweest op de plaats van de massaslachting, waarvan hij beschuldigd wordt. (Van onze redactie buitenland) Toen die soldaat dat zei, was My Lai 4 nog een gewoon Zuid- vietnamees dorpje, zoals er zovele in de rimboe liggen. Een half jaar later was het een massagraf. Drie en een half uur had een compagnie Amerikaanse soldaten ervoor nodig op die ochtend van 16 maart 1968 om nagenoeg alle vrouwen, kinderen en oude mannen bij elkaar zo'n 500 mensen dood te schieten. En het had weinig gescheeld of ook hiervan had niemand ooit iets gehoord. Hoe het er bij de massamoord in My Lai door de Charlie-compagnie aan toe moet zijn gegaan en wat er volgde, voordat bijna twee jaar later het eerste bericht over de slachting in de wereldpers verscheen, heeft de Amerikaan M. Hersh beschreven in een onthutsend en zeer goed ge documenteerd verslag (My Lai, ver slag van een massamoord, Anthos- boek. Uitg. In den Toren, Baarn, 3,90.). De laatste dagen zijn de beschul digingen aan het adres van luite nant William Cailey tijdens het My- Laiproces in de Amerikaanse leger plaats Fort Benning niet van de lucnt geweest. „Cailey bleef maar vuren „Cailey schoot tot iedereen dood was "Zo rege nen de beschuldigingen neer op de, toen 24-jarige, luitenant, die nu te rechtstaat wegens moord op 102 weerloze Zuidvietnamese burgers. Maar hiremee is de zaak niet af gedaan. Calley's directe superieur, kapitein Medina, wordt niet ver volgd, maar in het boek van Hersh komt hij er bepaald niet genadig van af Met name bij zijn rol in de vraag hoe een compagnie zover kon komen, alsmede bij de dubbelzin nige opdracht waarmee de soldaten op My Lai waren losgelaten, zou menig vraagteken geplaatst kunnen worden. dental in drie massagraven en een greppel vol lijken. Tot die conclusie was een dag na de slachting ook al het dorpshoofd van Song My (waaronder My Lai ressorteerde) gekomen. Zowel uit de dodenlijst, die het dorpshoofd in leverde, als uit de rapporten van de Zuidvietnamese inlichtingendienst heeft de regering in Saigon geweten dat het om zo'n 500 doden ging. Maar deze meldingen zijn in bu reaula's terechtgekomen, evenals de hele rapportage in het Amerikaanse leger zelf over het bloedbad. Het is opmerkelijk hoe direct vanaf de eer ste uren na de slachtpartij iedereen die er mee te maken kreeg, van hoog (zeer hoog) tot laag, om de hete brij heendraaide, de zaak baga telliseerde tot een routine-operatie waarbij uiteraard een paar burgers per ongeluk gedood waren, terwijl officieel iedereen elkaar, tot en met opperbevelhebber Westmo reland wijsmaakte dat de vijand een zware slag was toegebracht. En er was geen enkel vijandelijk schot ge lost, al die uren niet! likopters boven het operatiegebied cirkelden en ongeveer zestig mili tairen in 12 helikopters eveneens boven My Lai rondvlogen (om de aanval te begeleiden, maar er viel mets aan te vallen, alleen maar toe te kijken in die helikopters slechts één helikopterpiloot is ge land en heeft een groep burgers te gen Cailey in bescherming geno men. Zijn latere melding van het gebeuren is ook in een bureaula blijven zitten.). Verder heeft een van de twee mi litairen van de inlichtingendienst foto's gemaakt. Hij heeft er maar een paar van ontwikkeld en naar het hooldkwartier gestuurd. Hij maakte ook een serie kleurenfoto's, die hij later thuis in Ohio op dia avondjes heeft vertoond, zonder dat ook maar iemand op het idee kwam er meer achter te zoeken. Zo zijn er uit het boek van Hersh nog meer verklaringen te halen, die het alsmaar onbegrijpelijker maken, dat „My Lai" zolang geheim kon blijven. Onbegrijpelijk? Er lijkt maar één verklaring voor dit mas saal zwijgen te vinden te zijn: men wilde het niet weten, en wie ervan hoorde, wilde het niet geloven. Maar zelfs dan, behalve Cailey en Medina hebben er die ochtend in My Lai volgens de getuigenverkla ringen in het boek van Hersh heel wat meer soldaten met een heet ge weer rondgelopen. De algemene in druk is dat het aantal doden 450 tot 500 heeft bedragen. Tot die conclu sie kwam een legercommissie, die in november 1969 i.vm. het My-Lai- proces de platgebrande plek bezocht en een schatting maakte van het do- De tonelen op die ochtend in My Lai zijn in dit korte bestek in welk bestek trouwens wel? niet te beschrijven. Zo mogelijk nog in- trig'erender dan de vraag hoe dit kon gebeuren, is deze: hoe is het mogelijk geweest dat dit alles zo lang geheim is kunnen blijven? Ter wijl er zoals steeds verplichte rapporten hadden moeten zijn (er waren 2 man van de militaire in lichtingendienst bijterwijl de .aan val' op My Lai door ongeveer vijf enzeventig man werd uitgevoerd; terwijl soldaten van andere compag nieën er na een paar dagen alles van wisten (en hen er tot hun er gernis nog vaak mee pestten); ter wijl minstens twee generaals in he- Op één man na. Ongeveer een jaar na de massamoord zette Ronald Ridenhour (22) in Phoenix, Arizo na, ziel aan het schrijven van een brief, die de stoot zou geven tot een onderzoek van de legerleiding naar het gebeurde in My Lai en uitein delijk tot de openbaarmaking. Hij had tot december 1968 dienst ge daan in Vietnam als o.m. helikopter- deurschutter. Hij was niet bij de slachting ge weest, ook niet in de lucht, maar had een paar dagen daarna boven het uitgebrande My Lai rondgevlo gen en gezien hoe troosteloos het er beneden uitzag. Toen hij weer later van vijf ooggetuigen verhalen hoor de over de toedracht, werd hij er door gegrepen. Ridenhour was geen held noch een anti-oorlogsdemon- strsntentype, hij was een gewone plichtsgetrouwe soldaat, maar dit zat hem dwars. In de maanden dat hij nog in Vietnam was, heeft hij iedere soldaat die hem iets over My Lai kon vertellen uitgevraagd. Hij was zelfs zo bang voor zijn eigen po sitie dat hij geen enkele aanteke ning maakte. Thuisgekomen kreeg hij van ieder een aan wie hij het vertelde, te ho ren: hou er mee op. maak er geen zaak van. Alleen een vroegere le raar die hij raadpleegde, gaf hem de raad weliswaar niet de pers, maar het congres (de volks vertegen woor- digmg) in te schakelen. Ridenhour stuurde begin april '69 dertig af schriften van een brief, waarin hij vertelde wat hij in Vietnam over My Lai had gehoord. Behalve naar het Witte Huis (Nixon) gingen er brie ven naar senatoren (o.a. Edward Kennedy en Fullbright) en congres leden, alsmede naar het ministerie van defensie en dat van buitenland se zaker. en naar de hoogste leger leiding Slechts twee van de dertig brieven bleken iets uit te halen, op de andere werd niet gereageerd. Drie dagen later (7 april) was er een verzoek van een congreslid on derweg naar het ministerie van de fensie om de zaak uit te zoeken. Dat onderzoek kwam inderdaad op gang, maar traag en met het verzoek aan Ridenhour om er verder geen rucht baarheid aan te geven. Pas op 4 sep tember werd de officiële aanklacht tegen luitenant William Cailey in gediend, waarvan hij ervan werd beschuldigd in totaal 109 burgers met eer geweer te hebben doodge schoten. Dat stond echter niet in het persbericht dat werd verstrekt, zo dat de pers niet of nauwelijks reageerde. Pas toen raakte Ridenhour ervan overtuigd dat de legerleiding pro beerde de zaak in de doofpot te hou den, Cailey als zondebok te gebrui ken, waarmee voor alle anderen, vooral hogere officieren de kwestie afgedaan zou zijn. Hij nam contact op met journalisten en eindelijk medio november 1969, dus twintig maanden na die 16e maart 1968, kreeg de pers in de VS en in de heie wereld lucht van de ware om vang van de „aanval" op My Lai. S. L. (Van onze redactie buitenland) BUKGOS De eerste hoofdstad van het Franco-regiem in de Spaanse burgeroorlog, Burgos, toont zich dezer dagen opnieuw een bastion van het Spaanse traditionalisme, vol tweeslachtigheid en af tandsheid. Het proces in die stad toont duidelijk aan dat het regiem er na eenendertig jaar niet in is geslaagd het onverenigbare te verenigen en zijn vijanden te vernietigen. Integendeel, de oppositie is de laatste jaren weer toegenomen. De strijd tussen enerzijds de krachten die vernieuwing of afscheiding voor staan en anderzijds de krachten van het behoud, is tot een nieuw hoogtepunt gekomen. Het buitenland en ook het liberaai denkende gedeelte van Spanje toont zich nu geschokt, niet alleen om het hoge aantal beschuldigden, dat thans, met de handboeien om, in de beklaagdenbank zit, en_ evenmin om de zwaarte van de geëiste straffen. Weliswaar is zesmaal de doodstraf geëist, terwijl het merendeel van de beklaagden al zijn veroordeeld tot te zamen vele tientallen jaren gevan genisstraf, maar sedert het einde van de burgeroorlog is Spanje ge wend geraakt aan extreem zware straffen. De talrijke opposanten van het Franco-regiem, communisten en niet-communisten, hebben dat tot hun schade ondervonden. Zo heeft de dichter Marcos Ana een kwart eeuw van zijn leven in de gevange nis doorgebracht. Thans lijkt een nieuwe climax bereikt in het aantal veroordelingen dat de bijzondere rechtbanken de laatste jaren met toenemende onver schilligheid hebben uitgesproken. Alleen al in Baskenland heeft de onderdrukking de laatste twee jaar de volgende ontstellende vormen aangenomen: een terdoodveroordeel- de Arrizabalaga, wiens straf later werd omgezet in levenslang, drieën vijftig personen veroordeeld door militaire rechtbanken, tot gezamen lijk ongeveer vijfhonderd jaar, een honderdtal anderen, die door recht banken van openbare orde meer dan tweehonderd jaar kregen toege meten, en meer dan tweeduizend ar restanten nog zonder vonnis. Sedert twee jaar is Baskenland het toneel van een tamelijk actieve separistische beweging. Het land dat in de burgeroorlog fel weerstand bood tegen de Falamge van Franco, voert opnieuw een strijd om het behoud van zijn identiteit. De eerste schok in die strijd was de moord op politiecommissaris Mazanas in 1968. Vorig jaar werden b(j botsingen met de politie zes mensen gedood en 1800 gevangen genomen, waaronder 160 vrouwen en 30 priesters. Honderden vluchtten over de nabije Franse grens. Van hun kant strijden steeds meer Basken in gewapende groepen, die zich in de bergen oefenen in het schieten en het gooien van bommen. Een deel van de geestelijkheid heeft zich bij het verzet aangesloten met de boodschap: „Wij zijn de arme kerk en we leven bij de arbeiders, waar de officiële kerk afwezig is of als vijand wordt beschouwd". Nu, tijdens het proces in Burgos, vindt het probleem van de Basken binnen en buiten Spanje weer enige weerklank. Het proces zou zich ach ter gesloten deuren afspelen, omdat twee geestelijken zich onder de be klaagden bevinden. Door de tussen komst van het Vatieaan, dat sedert 1953 een concordaat met Spanje on derhoudt, waarin het recht van be noeming van bisschoppen door Spanje wordt betaald met de sala rissen voor de geestelijkheid, is het proces toch (gedeeltelijk) openbaar geworden. Ook buitenlanders, jour nalisten en advocaten, kwamen in de gelegenheid het proces bij te wonen. Het viel hun op, dat de beklaagden gedurende het proces geboeid bleven, en niet met elkaar konden spreken. Zij hoorden over de folteringen door de politie, die de beklaagden tot bekentenissen heb ben gedwongen, welke zij tijdens het proces hebben ingetrokken, en zij hoorden hoe de president van het hof weigerde in te gaan op de ver klaringen omtrent de doorstane fol teringen. Het gezicht dat Burgos in deze dagen toont, is dat van de Spaanse inquisitie. De president van het mi litaire hof, kolonel Manuel Ordovas, is door een van zijn ondergeschikten beschreven als een man die nooit nagelaten heeft de Baskische rekru ten van zijn regiment te sarren. Het argument van de verdediging dat de kolonel niet onpartijdig is, heeft dus ongetwijfeld enige zin. De kolonel behoort in ieder geval tot het oude Spanje, het Spanje van de Cruzada, dat nog geen van zijn angsten uit de tijd van de burgeroorlog heeft verlo ren. De tweeslachtigheid van Spanje komt tot uiting in de nieuwe Spaan se regering die sedert vorig jaar de touwtjes in handen heeft, een rege ring van technocraten, die het ge zicht gericht houden op Europa, en die willen afrekenen met veel wat de oude Falange heilig was aan sociale ongelijkheid. Exponent van deze richting in de Spaanse ontwik keling is de minister van buiten landse zaken Lopez Bravo, nauwe lijks twintig jaar oud bij het einde van de burgeroorlog, een man die zioh beweegt in internationale krin gen en weet dat de kansen van Spanje afhankelijk zijn van een in tegratie binnen het liberale West- Europa. Met de mensen van Opus Dei is hij ervan overtuigd dat de economische boom die Spanje thans beleeft, zal leiden tot een afzwak king van de sociale tegenstellingen en hogere inkomsten per hoofd van de bevolking. Hij staat ver af van de spookbeelden van de inquisistie. Maar wie weet of hij en zijn vrien den werkelijk Spanje kunnen voor- FRANCO gaan op de moeilijke weg naar de liberalisatie, of dat zij alleen dienen als het liberale masker van een regiem dat ernaar streeft voort te bestaan zonder werkelijk verande ringen toe te laten. Het proces in Burgos openbaart in ieder geval duidelijk de enorme te genstelling die binnen het Franco regiem gegroeid is, een regiem dat niet gelijktijdig zijn wezenlijke doel stellingen kan volhouden en toch vrijelijk een democratisch spel spe len, zoals door de buren in het Westen wordt gewenst. Nu, bij het proces, blijken de concessies die de liberalen in het regiem hebben afge dwongen, zich tegen het oude basti on te keren. De zaak is nog meer gecompli ceerd door de ontvoering van de Duitse consul in San Sebastian, een gebeurtenis waarop Madrid nauwe lijks heeft gereageerd. De uitzonde ringstoestand is geproclameerd in de provincie Guipuzcoa, maar de bur gerlijke gouverneur heeft aangekon digd de vervelende gevolgen van deze maatregel tot een minimum te willen beperken, dit in tegenstelling tot een dergelijke situatie, begin vo rig jaar, toen drie Baskische provin cies daarvan te lijden hadden. Soms lijkt het erop of het regiem de klappen met fluwelen handschoenen wil uitdelen. Het proces heeft Spanje in zijn greep gekregen. Er zijn Spanjaarden die zich bedreigd voelen door een in ternationaal komplot, wanneer zij de protesten uit het buitenland horen. En lang vergeten organisaties lijken hun kop op te steken „voor de verdediging van Spanje". Maar ver geten (óf zij zijn doof voor) de betogingen in Barcelo'- to honger stakingen in Spaanse ngenissen, de uitlatingen van all zeer ver schillende stromingen binnen de Spaanse maatschappij, de groeiende onrust binnen de rijen van hen, die altijd beschouwd werden als steun pilaren van het regiem: kerk en leger. In meerderheid, en onder aanvoe ring van hun conservatieve collega van Madrid, is het Spaanse episco paat op de hand van het regiem. Maar enkele bisschoppen hebben, voor het eerst, het proces in Burgos „onwettig" genoemd. En de lagere geestelijkheid staat voor een belang rijk deel te dringen van ongeduld om veranderingen door te zetten. In het leger is de tegenstelling minder openlijk, maar het is opvallend dat de commandant van de sector Bur gos, kapitein-generaal Rebull, een van de belangrijkste militaire lei ders van Spanje, zelf aan Franco heeft laten weten dat hij persoonlijk afwijzend staat tegen eventuele doodstraffen door het militaire hof. Hoe Burgos ook uitpakt, het pro ces heeft enkele zaken van Spanje openbaar gemaakt, die voorheen slechts door ingewijden werden ge zien. Het Spanje van 1940 probeert vergeefs het Spanje van 1970 te beheersen. Maar het kan niet meer, terwijl heel de wereld toeziet, zes doodstraffen uitspreken en zeven honderd achtentwintig jaar gevan genisstraf. De lange arm van de in quisitie lijkt in Spanje zijn langste tijd te hebben gehad. (Van onze correspondent) ROTTERDAM. Rond de dood van oen operatiepatiënt dit jaar in het St.-Franciscusgasthuis in Rotterdam, dreigt een rel te ontstaan. Oorzaak hiervan is het „simpele" feit dat de leiding van het zieken huis de doodsoorzaak verzweeg en de nabestaanden slechts meedeel de dat de patiënt was overleden ten gevolge van natuurlijke compli caties tijdens en na de operatie. Wat zijn nu de feiten? Een 19-jarige leerling-verpleegster diende de patiënt verkeerd bloed toe. Bloedgroep A, in plaats van bloed groep O. Anderhalfuur na de foutieve transfusie overleed de patiënt als ge volg van een hemolitische shock en bloedingen in het operatiegebied. Ge tracht werd de zaak in de spreek woordelijke doofpot te stoppen Uit blijven van publikatie is echter vrij wel onmogelijk als tegen de leerling- verpleegster een aanklacht wordt in gediend, gezien het feit dat de recht spraak in Nederland openbaar is. De officier van justitie legt het meisje dood door schuld ten laste en eist een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden tegen haar. Tijdens de zitting dringen zowel het O.M. als de president van de rechtbank er bij de persvertegenwoordigers op aan de zaak zo te behandelen dat de nabe staanden uit de verslagen niet zou den kunnen opmaken dat hun fami lielid in het ziekenhuis overleed als gevolg van een fout van iemand van het verplegend personeel. Niets is menselijke! dan het maken van een fout. Ernstiger wordt het, als hogere in stanties, in dit geval de leiding van het ziekenhuis, deze fout met alle mogelijke middelen trachten te ver bergen voor mensen, die er direct bij betroKken zijn. Bovendien wordt een begrijpelijke verontwaardiging opge roepen ais diezelfde instanties een strafkweatie afwentelen op de schou ders van de weliswaar verantwoor delijke jonge vrouw, die echter niet meec aansprakelijkheid heeft dan een hoger geplaatste. Vooral als blijkt dat juist deze hogere geplaatste, eveneens ten gevolge van de drukte op de af deling, ten eerste niet controleert en ten tweede bij de controle een half uur na het toedienen van het ver keerde bloed niets merkt. In de sfeei van di' „schulddelict" betrekt men ogenblikkelijk de kwestie van de con trole, die er onbetwist moet zijn. Van twee menser op een zaal met 13 zwa re operattepatiënten kan men echtei moeilijk verwachten, dat zij voortdu rend controleren. Komt daar nog bij, dat de leerling-verpleegster hier pas anderhalve dag werkzaam was. Een gebrek aan verplegend perso neel kan men moeilijk een excuus noemen omdat hier mensenlevens op het spel staan. Zeker op een operatie- afdeling. De hoogste verantwoorde lijkheid ligt bij de leiding van het zie kenhuis: te voorkomen dat een zo zware zorg voor dertien patiënten op de schouders rust van slechts twee verpleegsters, hoe bekwaam die ook mogen zijn Juist dit personeelsgebrek kan de oorzaak zijn van vermoeidheid door ce lang werken, waardoor een betreurenswaardige vergissing des te begrijpelijker wordt. Rijst de vraag, waarom de leiding van net ziekenhuis, ondanks het feit, dat alle mogelijke moeite werd ge daan de zaak in de doofpot te stoppen een aanklacht indient tegen het meis je. .'s zij zo zeker van de medewer king van politie en justitie? Een kwa lijke zaak Eén ding schijnt in dit ge val over het hoofd te zijn gezien: een dablad trok zich niets aan van het dringende verzoek van de justitie en publiceerde namen van slachtoffer en verpleegster. Dat deze mogelijkheid over het hoofd is gezien, is duidelijk. De nabestaanden worden echter juist hierdoor harder getroffen, dan wan neer het ziekenhuis zelf de juiste toe dracht bekend had gemaakt. Van daar dat momenteel een eis tot smar- tegela wordt overwogen tegen het ziekenhuis Op zijr. zachtst uitgedrukt, vreemd is het ook als men hoort dat zelfs de ouders van de leerling-verpleegster niet op de hoogte waren van het feit, dat het meisje voor de rechtbank moest verschijnen. Op aandringen van het ziekenhuis en haar raadsman, die ook de juridisch adviseur van het ziekenhuis is, vertelde zij haar ouders niets, vooral ook omdat haar vader hartpatiënt is. Ook in dit geval komt de klap dus harder aan dan wanneer er van begin af aan open kaart was gespeeld. Blijf: nog de vraag of de schuld, zo men althans in dit geval van schuld mag spreken, hier is afgewenteld op de schouders van een jong meisje met medewerking van de justitie. (ADVERTENTIE) Bent u ook zo iemand die alleen in de vakantie foto's maakt? En dan nog alleen vóór zonsondergang. Zo is dat, roept u enthousiast, kijk maar. En daar zijn ze weer. De zonover goten vakantiekiekjes. Aardig hoor. Maar als uw kinderen later naar „vroeger"informeren, krijgen ze wel 'n erg eenzijdig beeld van hun verleden. Altijd vakantie. En altijd overdag. Zo'n moeite is het toch niet om ook in uw mini-vakantietje uw camera paraat te houden. Of wilde u soms tegenwerpen dat er in uw weekends nooit iets gebeurde? Als u eventjes nadenkt, weet u wel beter. Zorg het hele jaar voor een schietklare camera. Kompleet met filmpje. Kompleet met flits. Trekt u nu niet meteen een afwijzend gezicht. Uw gezin heeft recht op een fotografisch nachtleven. Waarbij nog komt: flitsen is heus geen heksentoer. Ieder fototoestel kan het. Te inspannend? Kom kom, er staai heel wat tegenover. Want voortaan legt u alle mooie en malle gebeurtenissen van het hele jaar voor eeuwig vast. Overdag en 's avonds. Buiten en thuis. Zorg dus het hele weekend voor 'n geladen fototoestel. Want eigenlijk is filmen uw enige excuus om in 't weekend geen foto's te maken. Ga stel uw licht opsteken bij de vakman, uw fbtohandelaar. v

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 11