Omvang My Lai-drama
20 maanden verzwegen
Burgos
Het gezicht van
de inquisitie
Rel dreigt rond dood
van operatiepatiënt
„Fotograferen in het weekend?
In het donker zeker!"
VERKEERD BLOED TOEGEDIEND
Leerling
verpleegster
aangeklaagd
GOED GEDOCUMENTEERD, ONTHUTSEND BOEK OVER MASSASLACHTING
BANG
VRAAG
LIJKEN
GEEN REACTIE
Identiteit
Niet onpartijdig
Maak in't weekend géén foto's...
U mocht er eens plezier in krijgen.
VRIJDAG 11 DECEMBER 1970
Toen een verslaggever in de nazomer van 1967 een rondreis maakte
door de Zuidvietnamese provincie Quang Ngai, keerde de soldaat die
hem in een jeep rondreed, zich plotseling naar hem om en zei „Het is
gewoon niet te geloven, de dingen die er in deze oorlog gebeuren".
„Wat voor dingen?" „U zou het niet geloven." „Maar wat voor dingen
dan?" „U gelooft hef toch niet, dus vertel ik het u niet," zei de soldaat
hoofdschuddend. „Niemand zal ooit iets van sommige dingen te horen
krijgen, en als deze oorlog voorbij is en wij allemaal weer thuis zijn,
zal niemand het ooit weten."
Vóór zijn proces is William Cailey nog teruggeweest op de plaats
van de massaslachting, waarvan hij beschuldigd wordt.
(Van onze redactie buitenland)
Toen die soldaat dat zei, was My Lai 4 nog een gewoon Zuid-
vietnamees dorpje, zoals er zovele in de rimboe liggen. Een half
jaar later was het een massagraf. Drie en een half uur had een
compagnie Amerikaanse soldaten ervoor nodig op die ochtend
van 16 maart 1968 om nagenoeg alle vrouwen, kinderen en oude
mannen bij elkaar zo'n 500 mensen dood te schieten. En het
had weinig gescheeld of ook hiervan had niemand ooit iets gehoord.
Hoe het er bij de massamoord in
My Lai door de Charlie-compagnie
aan toe moet zijn gegaan en wat er
volgde, voordat bijna twee jaar later
het eerste bericht over de slachting
in de wereldpers verscheen, heeft
de Amerikaan M. Hersh beschreven
in een onthutsend en zeer goed ge
documenteerd verslag (My Lai, ver
slag van een massamoord, Anthos-
boek. Uitg. In den Toren, Baarn,
3,90.).
De laatste dagen zijn de beschul
digingen aan het adres van luite
nant William Cailey tijdens het My-
Laiproces in de Amerikaanse leger
plaats Fort Benning niet van de
lucnt geweest. „Cailey bleef maar
vuren „Cailey schoot tot
iedereen dood was "Zo rege
nen de beschuldigingen neer op de,
toen 24-jarige, luitenant, die nu te
rechtstaat wegens moord op 102
weerloze Zuidvietnamese burgers.
Maar hiremee is de zaak niet af
gedaan. Calley's directe superieur,
kapitein Medina, wordt niet ver
volgd, maar in het boek van Hersh
komt hij er bepaald niet genadig
van af Met name bij zijn rol in de
vraag hoe een compagnie zover kon
komen, alsmede bij de dubbelzin
nige opdracht waarmee de soldaten
op My Lai waren losgelaten, zou
menig vraagteken geplaatst kunnen
worden.
dental in drie massagraven en een
greppel vol lijken.
Tot die conclusie was een dag na
de slachting ook al het dorpshoofd
van Song My (waaronder My Lai
ressorteerde) gekomen. Zowel uit
de dodenlijst, die het dorpshoofd in
leverde, als uit de rapporten van de
Zuidvietnamese inlichtingendienst
heeft de regering in Saigon geweten
dat het om zo'n 500 doden ging.
Maar deze meldingen zijn in bu
reaula's terechtgekomen, evenals de
hele rapportage in het Amerikaanse
leger zelf over het bloedbad. Het is
opmerkelijk hoe direct vanaf de eer
ste uren na de slachtpartij iedereen
die er mee te maken kreeg, van
hoog (zeer hoog) tot laag, om de
hete brij heendraaide, de zaak baga
telliseerde tot een routine-operatie
waarbij uiteraard een paar
burgers per ongeluk gedood waren,
terwijl officieel iedereen elkaar, tot
en met opperbevelhebber Westmo
reland wijsmaakte dat de vijand een
zware slag was toegebracht. En er
was geen enkel vijandelijk schot ge
lost, al die uren niet!
likopters boven het operatiegebied
cirkelden en ongeveer zestig mili
tairen in 12 helikopters eveneens
boven My Lai rondvlogen (om de
aanval te begeleiden, maar er viel
mets aan te vallen, alleen maar toe
te kijken in die helikopters
slechts één helikopterpiloot is ge
land en heeft een groep burgers te
gen Cailey in bescherming geno
men. Zijn latere melding van het
gebeuren is ook in een bureaula
blijven zitten.).
Verder heeft een van de twee mi
litairen van de inlichtingendienst
foto's gemaakt. Hij heeft er maar
een paar van ontwikkeld en naar
het hooldkwartier gestuurd. Hij
maakte ook een serie kleurenfoto's,
die hij later thuis in Ohio op dia
avondjes heeft vertoond, zonder dat
ook maar iemand op het idee kwam
er meer achter te zoeken.
Zo zijn er uit het boek van Hersh
nog meer verklaringen te halen, die
het alsmaar onbegrijpelijker maken,
dat „My Lai" zolang geheim kon
blijven. Onbegrijpelijk? Er lijkt
maar één verklaring voor dit mas
saal zwijgen te vinden te zijn: men
wilde het niet weten, en wie ervan
hoorde, wilde het niet geloven.
Maar zelfs dan, behalve Cailey en
Medina hebben er die ochtend in
My Lai volgens de getuigenverkla
ringen in het boek van Hersh heel
wat meer soldaten met een heet ge
weer rondgelopen. De algemene in
druk is dat het aantal doden 450 tot
500 heeft bedragen. Tot die conclu
sie kwam een legercommissie, die in
november 1969 i.vm. het My-Lai-
proces de platgebrande plek bezocht
en een schatting maakte van het do-
De tonelen op die ochtend in My
Lai zijn in dit korte bestek in
welk bestek trouwens wel? niet
te beschrijven. Zo mogelijk nog in-
trig'erender dan de vraag hoe dit
kon gebeuren, is deze: hoe is het
mogelijk geweest dat dit alles zo
lang geheim is kunnen blijven? Ter
wijl er zoals steeds verplichte
rapporten hadden moeten zijn (er
waren 2 man van de militaire in
lichtingendienst bijterwijl de .aan
val' op My Lai door ongeveer vijf
enzeventig man werd uitgevoerd;
terwijl soldaten van andere compag
nieën er na een paar dagen alles
van wisten (en hen er tot hun er
gernis nog vaak mee pestten); ter
wijl minstens twee generaals in he-
Op één man na. Ongeveer een
jaar na de massamoord zette Ronald
Ridenhour (22) in Phoenix, Arizo
na, ziel aan het schrijven van een
brief, die de stoot zou geven tot een
onderzoek van de legerleiding naar
het gebeurde in My Lai en uitein
delijk tot de openbaarmaking. Hij
had tot december 1968 dienst ge
daan in Vietnam als o.m. helikopter-
deurschutter.
Hij was niet bij de slachting ge
weest, ook niet in de lucht, maar
had een paar dagen daarna boven
het uitgebrande My Lai rondgevlo
gen en gezien hoe troosteloos het er
beneden uitzag. Toen hij weer later
van vijf ooggetuigen verhalen hoor
de over de toedracht, werd hij er
door gegrepen. Ridenhour was geen
held noch een anti-oorlogsdemon-
strsntentype, hij was een gewone
plichtsgetrouwe soldaat, maar dit
zat hem dwars. In de maanden dat
hij nog in Vietnam was, heeft hij
iedere soldaat die hem iets over My
Lai kon vertellen uitgevraagd. Hij
was zelfs zo bang voor zijn eigen po
sitie dat hij geen enkele aanteke
ning maakte.
Thuisgekomen kreeg hij van ieder
een aan wie hij het vertelde, te ho
ren: hou er mee op. maak er geen
zaak van. Alleen een vroegere le
raar die hij raadpleegde, gaf hem de
raad weliswaar niet de pers, maar
het congres (de volks vertegen woor-
digmg) in te schakelen. Ridenhour
stuurde begin april '69 dertig af
schriften van een brief, waarin hij
vertelde wat hij in Vietnam over My
Lai had gehoord. Behalve naar het
Witte Huis (Nixon) gingen er brie
ven naar senatoren (o.a. Edward
Kennedy en Fullbright) en congres
leden, alsmede naar het ministerie
van defensie en dat van buitenland
se zaker. en naar de hoogste leger
leiding Slechts twee van de dertig
brieven bleken iets uit te halen, op
de andere werd niet gereageerd.
Drie dagen later (7 april) was er
een verzoek van een congreslid on
derweg naar het ministerie van de
fensie om de zaak uit te zoeken. Dat
onderzoek kwam inderdaad op gang,
maar traag en met het verzoek aan
Ridenhour om er verder geen rucht
baarheid aan te geven. Pas op 4 sep
tember werd de officiële aanklacht
tegen luitenant William Cailey in
gediend, waarvan hij ervan werd
beschuldigd in totaal 109 burgers
met eer geweer te hebben doodge
schoten. Dat stond echter niet in het
persbericht dat werd verstrekt, zo
dat de pers niet of nauwelijks
reageerde.
Pas toen raakte Ridenhour ervan
overtuigd dat de legerleiding pro
beerde de zaak in de doofpot te hou
den, Cailey als zondebok te gebrui
ken, waarmee voor alle anderen,
vooral hogere officieren de kwestie
afgedaan zou zijn. Hij nam contact
op met journalisten en eindelijk
medio november 1969, dus twintig
maanden na die 16e maart 1968,
kreeg de pers in de VS en in de
heie wereld lucht van de ware om
vang van de „aanval" op My Lai.
S. L.
(Van onze redactie buitenland)
BUKGOS De eerste hoofdstad van het Franco-regiem in de
Spaanse burgeroorlog, Burgos, toont zich dezer dagen opnieuw een
bastion van het Spaanse traditionalisme, vol tweeslachtigheid en af
tandsheid.
Het proces in die stad toont duidelijk aan dat het regiem er na eenendertig
jaar niet in is geslaagd het onverenigbare te verenigen en zijn vijanden te
vernietigen. Integendeel, de oppositie is de laatste jaren weer toegenomen.
De strijd tussen enerzijds de krachten die vernieuwing of afscheiding voor
staan en anderzijds de krachten van het behoud, is tot een nieuw hoogtepunt
gekomen.
Het buitenland en ook het liberaai
denkende gedeelte van Spanje toont
zich nu geschokt, niet alleen om het
hoge aantal beschuldigden, dat
thans, met de handboeien om, in de
beklaagdenbank zit, en_ evenmin om
de zwaarte van de geëiste straffen.
Weliswaar is zesmaal de doodstraf
geëist, terwijl het merendeel van de
beklaagden al zijn veroordeeld tot
te zamen vele tientallen jaren gevan
genisstraf, maar sedert het einde
van de burgeroorlog is Spanje ge
wend geraakt aan extreem zware
straffen. De talrijke opposanten van
het Franco-regiem, communisten en
niet-communisten, hebben dat tot
hun schade ondervonden. Zo heeft
de dichter Marcos Ana een kwart
eeuw van zijn leven in de gevange
nis doorgebracht.
Thans lijkt een nieuwe climax
bereikt in het aantal veroordelingen
dat de bijzondere rechtbanken de
laatste jaren met toenemende onver
schilligheid hebben uitgesproken.
Alleen al in Baskenland heeft de
onderdrukking de laatste twee jaar
de volgende ontstellende vormen
aangenomen: een terdoodveroordeel-
de Arrizabalaga, wiens straf later
werd omgezet in levenslang, drieën
vijftig personen veroordeeld door
militaire rechtbanken, tot gezamen
lijk ongeveer vijfhonderd jaar, een
honderdtal anderen, die door recht
banken van openbare orde meer
dan tweehonderd jaar kregen toege
meten, en meer dan tweeduizend ar
restanten nog zonder vonnis.
Sedert twee jaar is Baskenland
het toneel van een tamelijk actieve
separistische beweging. Het land dat
in de burgeroorlog fel weerstand
bood tegen de Falamge van Franco,
voert opnieuw een strijd om het
behoud van zijn identiteit. De eerste
schok in die strijd was de moord op
politiecommissaris Mazanas in 1968.
Vorig jaar werden b(j botsingen met
de politie zes mensen gedood en 1800
gevangen genomen, waaronder 160
vrouwen en 30 priesters. Honderden
vluchtten over de nabije Franse
grens. Van hun kant strijden steeds
meer Basken in gewapende groepen,
die zich in de bergen oefenen in het
schieten en het gooien van bommen.
Een deel van de geestelijkheid heeft
zich bij het verzet aangesloten met
de boodschap: „Wij zijn de arme
kerk en we leven bij de arbeiders,
waar de officiële kerk afwezig is of
als vijand wordt beschouwd".
Nu, tijdens het proces in Burgos,
vindt het probleem van de Basken
binnen en buiten Spanje weer enige
weerklank. Het proces zou zich ach
ter gesloten deuren afspelen, omdat
twee geestelijken zich onder de be
klaagden bevinden. Door de tussen
komst van het Vatieaan, dat sedert
1953 een concordaat met Spanje on
derhoudt, waarin het recht van be
noeming van bisschoppen door
Spanje wordt betaald met de sala
rissen voor de geestelijkheid, is het
proces toch (gedeeltelijk) openbaar
geworden. Ook buitenlanders, jour
nalisten en advocaten, kwamen in
de gelegenheid het proces bij te
wonen. Het viel hun op, dat de
beklaagden gedurende het proces
geboeid bleven, en niet met elkaar
konden spreken. Zij hoorden over
de folteringen door de politie, die de
beklaagden tot bekentenissen heb
ben gedwongen, welke zij tijdens
het proces hebben ingetrokken, en
zij hoorden hoe de president van het
hof weigerde in te gaan op de ver
klaringen omtrent de doorstane fol
teringen.
Het gezicht dat Burgos in deze
dagen toont, is dat van de Spaanse
inquisitie. De president van het mi
litaire hof, kolonel Manuel Ordovas,
is door een van zijn ondergeschikten
beschreven als een man die nooit
nagelaten heeft de Baskische rekru
ten van zijn regiment te sarren. Het
argument van de verdediging dat de
kolonel niet onpartijdig is, heeft dus
ongetwijfeld enige zin. De kolonel
behoort in ieder geval tot het oude
Spanje, het Spanje van de Cruzada,
dat nog geen van zijn angsten uit de
tijd van de burgeroorlog heeft verlo
ren.
De tweeslachtigheid van Spanje
komt tot uiting in de nieuwe Spaan
se regering die sedert vorig jaar de
touwtjes in handen heeft, een rege
ring van technocraten, die het ge
zicht gericht houden op Europa, en
die willen afrekenen met veel wat
de oude Falange heilig was aan
sociale ongelijkheid. Exponent van
deze richting in de Spaanse ontwik
keling is de minister van buiten
landse zaken Lopez Bravo, nauwe
lijks twintig jaar oud bij het einde
van de burgeroorlog, een man die
zioh beweegt in internationale krin
gen en weet dat de kansen van
Spanje afhankelijk zijn van een in
tegratie binnen het liberale West-
Europa. Met de mensen van Opus
Dei is hij ervan overtuigd dat de
economische boom die Spanje thans
beleeft, zal leiden tot een afzwak
king van de sociale tegenstellingen
en hogere inkomsten per hoofd van
de bevolking. Hij staat ver af van de
spookbeelden van de inquisistie.
Maar wie weet of hij en zijn vrien
den werkelijk Spanje kunnen voor-
FRANCO
gaan op de moeilijke weg naar de
liberalisatie, of dat zij alleen dienen
als het liberale masker van een
regiem dat ernaar streeft voort te
bestaan zonder werkelijk verande
ringen toe te laten.
Het proces in Burgos openbaart in
ieder geval duidelijk de enorme te
genstelling die binnen het Franco
regiem gegroeid is, een regiem dat
niet gelijktijdig zijn wezenlijke doel
stellingen kan volhouden en toch
vrijelijk een democratisch spel spe
len, zoals door de buren in het
Westen wordt gewenst. Nu, bij het
proces, blijken de concessies die de
liberalen in het regiem hebben afge
dwongen, zich tegen het oude basti
on te keren.
De zaak is nog meer gecompli
ceerd door de ontvoering van de
Duitse consul in San Sebastian, een
gebeurtenis waarop Madrid nauwe
lijks heeft gereageerd. De uitzonde
ringstoestand is geproclameerd in de
provincie Guipuzcoa, maar de bur
gerlijke gouverneur heeft aangekon
digd de vervelende gevolgen van
deze maatregel tot een minimum te
willen beperken, dit in tegenstelling
tot een dergelijke situatie, begin vo
rig jaar, toen drie Baskische provin
cies daarvan te lijden hadden. Soms
lijkt het erop of het regiem de
klappen met fluwelen handschoenen
wil uitdelen.
Het proces heeft Spanje in zijn
greep gekregen. Er zijn Spanjaarden
die zich bedreigd voelen door een in
ternationaal komplot, wanneer zij de
protesten uit het buitenland horen.
En lang vergeten organisaties lijken
hun kop op te steken „voor de
verdediging van Spanje". Maar ver
geten (óf zij zijn doof voor) de
betogingen in Barcelo'- to honger
stakingen in Spaanse ngenissen,
de uitlatingen van all zeer ver
schillende stromingen binnen de
Spaanse maatschappij, de groeiende
onrust binnen de rijen van hen, die
altijd beschouwd werden als steun
pilaren van het regiem: kerk en
leger.
In meerderheid, en onder aanvoe
ring van hun conservatieve collega
van Madrid, is het Spaanse episco
paat op de hand van het regiem.
Maar enkele bisschoppen hebben,
voor het eerst, het proces in Burgos
„onwettig" genoemd. En de lagere
geestelijkheid staat voor een belang
rijk deel te dringen van ongeduld
om veranderingen door te zetten. In
het leger is de tegenstelling minder
openlijk, maar het is opvallend dat
de commandant van de sector Bur
gos, kapitein-generaal Rebull, een
van de belangrijkste militaire lei
ders van Spanje, zelf aan Franco
heeft laten weten dat hij persoonlijk
afwijzend staat tegen eventuele
doodstraffen door het militaire hof.
Hoe Burgos ook uitpakt, het pro
ces heeft enkele zaken van Spanje
openbaar gemaakt, die voorheen
slechts door ingewijden werden ge
zien. Het Spanje van 1940 probeert
vergeefs het Spanje van 1970 te
beheersen. Maar het kan niet meer,
terwijl heel de wereld toeziet, zes
doodstraffen uitspreken en zeven
honderd achtentwintig jaar gevan
genisstraf. De lange arm van de in
quisitie lijkt in Spanje zijn langste
tijd te hebben gehad.
(Van onze correspondent)
ROTTERDAM. Rond de dood van oen operatiepatiënt dit jaar in
het St.-Franciscusgasthuis in Rotterdam, dreigt een rel te ontstaan.
Oorzaak hiervan is het „simpele" feit dat de leiding van het zieken
huis de doodsoorzaak verzweeg en de nabestaanden slechts meedeel
de dat de patiënt was overleden ten gevolge van natuurlijke compli
caties tijdens en na de operatie.
Wat zijn nu de feiten?
Een 19-jarige leerling-verpleegster
diende de patiënt verkeerd bloed toe.
Bloedgroep A, in plaats van bloed
groep O. Anderhalfuur na de foutieve
transfusie overleed de patiënt als ge
volg van een hemolitische shock en
bloedingen in het operatiegebied. Ge
tracht werd de zaak in de spreek
woordelijke doofpot te stoppen Uit
blijven van publikatie is echter vrij
wel onmogelijk als tegen de leerling-
verpleegster een aanklacht wordt in
gediend, gezien het feit dat de recht
spraak in Nederland openbaar is. De
officier van justitie legt het meisje
dood door schuld ten laste en eist een
voorwaardelijke gevangenisstraf van
drie maanden tegen haar. Tijdens de
zitting dringen zowel het O.M. als de
president van de rechtbank er bij de
persvertegenwoordigers op aan de
zaak zo te behandelen dat de nabe
staanden uit de verslagen niet zou
den kunnen opmaken dat hun fami
lielid in het ziekenhuis overleed als
gevolg van een fout van iemand van
het verplegend personeel. Niets is
menselijke! dan het maken van een
fout.
Ernstiger wordt het, als hogere in
stanties, in dit geval de leiding van
het ziekenhuis, deze fout met alle
mogelijke middelen trachten te ver
bergen voor mensen, die er direct bij
betroKken zijn. Bovendien wordt een
begrijpelijke verontwaardiging opge
roepen ais diezelfde instanties een
strafkweatie afwentelen op de schou
ders van de weliswaar verantwoor
delijke jonge vrouw, die echter niet
meec aansprakelijkheid heeft dan een
hoger geplaatste. Vooral als blijkt dat
juist deze hogere geplaatste, eveneens
ten gevolge van de drukte op de af
deling, ten eerste niet controleert en
ten tweede bij de controle een half
uur na het toedienen van het ver
keerde bloed niets merkt. In de sfeei
van di' „schulddelict" betrekt men
ogenblikkelijk de kwestie van de con
trole, die er onbetwist moet zijn. Van
twee menser op een zaal met 13 zwa
re operattepatiënten kan men echtei
moeilijk verwachten, dat zij voortdu
rend controleren. Komt daar nog bij,
dat de leerling-verpleegster hier pas
anderhalve dag werkzaam was.
Een gebrek aan verplegend perso
neel kan men moeilijk een excuus
noemen omdat hier mensenlevens op
het spel staan. Zeker op een operatie-
afdeling. De hoogste verantwoorde
lijkheid ligt bij de leiding van het zie
kenhuis: te voorkomen dat een zo
zware zorg voor dertien patiënten op
de schouders rust van slechts twee
verpleegsters, hoe bekwaam die ook
mogen zijn Juist dit personeelsgebrek
kan de oorzaak zijn van vermoeidheid
door ce lang werken, waardoor een
betreurenswaardige vergissing des te
begrijpelijker wordt.
Rijst de vraag, waarom de leiding
van net ziekenhuis, ondanks het feit,
dat alle mogelijke moeite werd ge
daan de zaak in de doofpot te stoppen
een aanklacht indient tegen het meis
je. .'s zij zo zeker van de medewer
king van politie en justitie? Een kwa
lijke zaak Eén ding schijnt in dit ge
val over het hoofd te zijn gezien: een
dablad trok zich niets aan van het
dringende verzoek van de justitie en
publiceerde namen van slachtoffer en
verpleegster. Dat deze mogelijkheid
over het hoofd is gezien, is duidelijk.
De nabestaanden worden echter juist
hierdoor harder getroffen, dan wan
neer het ziekenhuis zelf de juiste toe
dracht bekend had gemaakt. Van
daar dat momenteel een eis tot smar-
tegela wordt overwogen tegen het
ziekenhuis
Op zijr. zachtst uitgedrukt, vreemd
is het ook als men hoort dat zelfs de
ouders van de leerling-verpleegster
niet op de hoogte waren van het feit,
dat het meisje voor de rechtbank
moest verschijnen. Op aandringen
van het ziekenhuis en haar raadsman,
die ook de juridisch adviseur van het
ziekenhuis is, vertelde zij haar ouders
niets, vooral ook omdat haar vader
hartpatiënt is. Ook in dit geval komt
de klap dus harder aan dan wanneer
er van begin af aan open kaart was
gespeeld.
Blijf: nog de vraag of de schuld, zo
men althans in dit geval van schuld
mag spreken, hier is afgewenteld op
de schouders van een jong meisje met
medewerking van de justitie.
(ADVERTENTIE)
Bent u ook zo iemand die alleen in
de vakantie foto's maakt? En dan nog
alleen vóór zonsondergang.
Zo is dat, roept u enthousiast, kijk
maar. En daar zijn ze weer. De zonover
goten vakantiekiekjes.
Aardig hoor. Maar als uw kinderen
later naar „vroeger"informeren, krijgen
ze wel 'n erg eenzijdig beeld van hun
verleden. Altijd vakantie. En altijd
overdag. Zo'n moeite is het toch
niet om ook in
uw mini-vakantietje uw camera paraat
te houden. Of wilde u soms tegenwerpen
dat er in uw weekends nooit iets
gebeurde?
Als u eventjes nadenkt, weet u wel
beter. Zorg het hele jaar voor een
schietklare camera. Kompleet met filmpje.
Kompleet met flits.
Trekt u nu niet meteen een afwijzend
gezicht. Uw gezin heeft recht op een
fotografisch nachtleven.
Waarbij nog komt: flitsen
is heus geen heksentoer. Ieder
fototoestel kan het.
Te inspannend? Kom kom, er staai
heel wat tegenover. Want voortaan legt u
alle mooie en malle gebeurtenissen van
het hele jaar voor eeuwig vast. Overdag
en 's avonds. Buiten en thuis.
Zorg dus het hele weekend voor 'n
geladen fototoestel. Want eigenlijk is
filmen uw enige excuus
om in 't weekend geen
foto's te maken.
Ga stel uw licht opsteken bij de vakman, uw fbtohandelaar.
v