Bericht van gemeente Huist sloeg in als een bom Sanering van kleine bedrijven nu voor groep jongere ondernemers OVERHEID EN INDUSTRIE MAKEN HET GRENSRESERVATEN MOEILIJK „BINNEN EEN JAAR HET HUIS UIT EN BREKEN Klachten over leidingen in ZLM-vergadering BIJNA 700 ONDERNEMINGEN IN ZEELAND AL VOOR OPHEFFING AANGEMELD! Gemeente Hier en daar een bui. Termijn hinderivcl- vergunning sluit morgen Tegen Péchiney duizend bezwaarschriften wam Blijvertjes Triest DINSDAG 8 DECEMBER 1970 (Van een onzer verslaggevers) GRAAUW De onver wachte gemeentelijke mede deling aan tien bewoners van vijf huizen aan de Liniedijk onder Zandberg in de voor malige gemeente Graauw, om voor december 1972 hun wo ningen te ontruimen en op eigen kosten te laten afbreken (zie ons bericht op pagina 1) is bij de oudjes ingeslagen als een bom. Ze hebben leren leven met de ongemakken van het pol derland en zijn tevreden met hun positie. De huisjes waarin ze wonen zijn klein en onge rieflijk, maar, voor een groot deel, goed bewoonbaar. Van een bejaardenhuis hebben de bejaarde eigenaars geen weet en wonen in de „stad" trekt hen al evenmin aan. De allereerste, die de aangetekende brief vorige week heeft ontvangen is kunstschilder 3. Deijaert uit Antwerpen. In juli van vorig jaar telde hij nog 25.000 gul den neer voor een oude woning aan de Liniedijk 13. Hij verbouwde het krot tot een riante weekendverblijf, waarin hij tevens zijn atelier onder bracht. Totale kosten: meer dan 30.000 gulden. Ook dit huis zal moe ten verdwijnen. Dat niet alleen: J. Deijaert zal zelf de sloopkosten moeten voldoen, evenals zijn bejaar de buren, waarvan P. Bernaerd (72) en E.F. Strobbe (85) niet zonder meer bereid zijn aan het gemeente lijke bevel te voldoen. Met hun echtgenotes wonen ze respectievelijk 40 en 58 jaar in hun huisjes aan de Polderweg. Ze zijn er geboren en getogen en nog best in staat zelf standig te blijven wonen. Een toe vallig aanwezige wijkverpleegster bevestigd dat. De heer Strobbe, die in zijn vrije tijd nog wat „boert", is voornemens de gemeentelijke aan zegging beslist in de wind te slaan: „Meneer, als ze me d'r uit wille hebbe: best. Maar dan zulle ze er me toch wel uit motte sleure", is zijn commentaar. De andere ouden van dagen weten niet goed wat met het gemeentelijk schrijven aan te vangen. Er is met hen nog niet gesproken over vervangende huis vesting. „Maar dat komt nog", vertelde maandag een gemeentelijk woord voerder die we om commentaar en toelichting vroegen. „Die woningen horen daar niet thuis, daarom moe ten ze weg", aldus zijn mededelin gen. Hij voegde eraan toe: „Het is een beleidszaak". Op de vraag waarom niet nog tien jaar gewacht, geeft hij als antwoord: „Als de huidige bewo ners eruit trekken worden die wo ningen verkocht als vakantiehuis jes". Op het stadhuis van Hulst is uitdrukkelijk bevestigd, dat Hulst van deze zaak „zeer zeker geen schandaal zal maken, maar zeker nog met de bewoners zal overleg gen". Tot nog toe is daarvan geen sprake. De 65-plussers aan de Linie dijk zitten met de handen in het haar. Naar verluidt, worden pogingen in het werk gesteld van de huizen „onbewoonbaar verklaarde" wonin gen te maken. Hoewel vast staat, dat de huizen moeten verdwijnen, is door de gemeente bevestigd, dat nog niet bekend is wat er gebeuren zal als de woningen zijn verdwenen. Vooruitzichten voor woensdag en donderdag, opgesteld door het K.N.M.I. op maandag om 18.00 uur: Slechts hier en daar een bui en ongeveer normale temperaturen voor de tijd van het jaar. Weersvooruitzichten in cijfers ge middeld over Nederland. Voor woensdag: aantal uren zon: 0 tot 2; min.-temp.: van ongeveer nor maal tot 3 graden boven normaal: max.-temp.: omstreeks normaal; kans op een diroge periode van minstens 12 uur: 80 procent; kans op een ge heel droog etmaal: 50 procent. Voor donderdag: aantal uren zon: 0 tot 3; min.-temp.: omstreeks normaal; max.-temp.: omstreeks normaal; kans op een droge periode van minstens 12 uur: 80 procent; kans op een gé- heel droog etmaal: 60 procent. (Van een onzer verslaggevers) VLISSINGEN Het college van b. en w. van Vlissingen heeft tot dusverre meer dan duizend bezwaarschriften ontvangen te gen het verlenen van een hinder wetvergunning aan het Franse aluminiumbedrijf Péchiney in het Sloegebied. De termijn bin nen welke bezwaren kunnen worden ingediend sluit morgen. Het werkelijk aantal bezwaarden is belangrijk groter dan duizend. Vele honderden mensen hebben namelijk door hun handtekening onder mand- festen, bezwaarschriften, protesten en dergelijke te plaatsen, laten we ten dat zij het met de vestiging van Péchiney in het Sloegebied niet eens zijn. Bij velen hebben de bezwaren een politieke achtergrond. Opvallend is, dat een zeer groot aantal be zwaarschriften tegen het verlenen van een hinderwetvergunning af komstig is van inwoners van Zuid- Beveland. Péchiney heeft voor de vestiging van haar aluminiumfabriek op 7 no vember j.l. een hinderwetvergunning bij b. en w. van Vlissingen aange vraagd. Zoals bekend zal het bedrijf in komende voorjaar al gaan produ ceren. Met het aantal van duizend bezwaarschriften heeft Péchiney het absolute record onder de Zeeuwse industrieën behaald. E.F. Strobbe (links) en P. Ber naerd met de gemeentelijk brief, waarin staat, dat ze voor december van 1972 de huizen waarin ze res pectievelijk 58 en 40 jaar wonen, afgebroken moeten hebben. Waar heen? Ze weten het zelf niet. (Van een onzer verslaggevers) GOES „De nutsbedrijven krijgen steeds meer dc overhand in Zeeland. Zij maken misbruik van de agrarische ondernemers", aldus klaagde een lid van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij gistermiddag tijdens de romdvraag op de algemene vergadering van zijn organisatie, de heer Van Nieuwen- huizen. Volgens deze spreker wordt Zeeland sterk geplaagd door de PZEM en de waterleidingmaatschappij bij het leggen van nieuwe leidingen en het onderhoud van oude. „Er is een provinciale begeleidingscommissie speciaal voor het aanleggen van nieuwe leidingen ingesteld, maar die heeft niets te vertellen. Wij moeten de rollen omdraaien. De commissie moet de nutsbedrijven op een gegeven moment kunnen zeggen: „Wij leggen u deze eisen voor", in plaats van omgekeerd. De begeleidingscommissie moet ook toezicht houden op de werkzaamheden", aldus de vraagsteller, die vroeg of daar nu door de ZLM niets aan kon worden gedaan. „De nutsbedrijven zijn bovendien zeer kleinerend bij onderhandelingen. Als de boeren meer op hun contract zouden letten, zouden zij veel meer schade kunnen claimen, maar de nutsbedrijven maken misbruik van hun onwetendheid. Als er nieuwe kabels gelegd moeten worden moet eerst de begeleidingscommissie komen en dan pas de vergunning", zo vond de heer Van Nieuwenhuizen. Ir. J. Prins, voorzitter van de ZLM, zegde de vraagsteller toe, de zaak in het dagelijks bestuur te laten onderzoeken. Hij zei, zich meer ongerust te maken over een ander soort leidingen, namelijk die in de leidingstraten. „Het gevaar dreigt, dat er een wet in de Tweede Kamer komt op grond waarvan de voor een leidingstraat benodigde grond gewoon onteigend kan worden. „Volgens de heer Prins zou de agrarische sector niet alleen monddood kun nen worden gemaakt over de tracering maar ook over het gebruik van de grond waar de leidingen lopen. „Wij zijn voorstanders van bundeling van leidingen maar niet van leidingstraten zoals die nu in de hoofden van Haagse heren zijn opgekomen", aldus de ZLM-voorzitter. Tijdens dezelfde vergadering werd de heer G. A. Knaap te Raamsdomk ge kozen tot lid van het hoofdbestuur. De heer G. P. A. van Nieuwenhuijzen te Heijningen werd gekozen tot plaatsvervangend lid. >x In de schorren van het Zwin. In de Karpaten, over de grenzen van Polen en Tsjechoslowakijke heen, ligt een groot natuurreser vaat. Ook in Duitsland en Neder land zijn bezig met het stichten van natuurreservaten over de gren zen heen. Net als in Nederland is men in Duitsland meer gebonden aan de bestemmingsregeling van een gebied dan aan de eigendom en dat betekent vaak: een verbod om te bouwen op bepaalde terrei nen. Tussen het Belgische Weelde en het Nederlandse Baarle-Nassau ligt een groot bosgebied. Aan de Belgi sche kant van de grens is men het aan het verkavelen voor industrie. Er staat al een organische mest- stoffenfabriek. De lucht van ver hitte kippenmest (om bij flauw te vallen) waait met de gebruikelij ke zuidwestenwind rechtstreeks Nederland binnen. Nederland was tot voor kort nog bezig de Belgi sche autoriteiten te bewegen, van het bosgebied een gezamenlijk na tuurreservaat te maken. Het was niet de eerste Nederlandse poging. Onder Reuzel bezat de Belgische prins Carel een landgoed. Aanvan kelijk had hij het verpacht aan de Belgische vereniging Natuur- en Vogelreservaten. Ook daar zat een prachtige samenwerkingsmogelij k- heid in voor een „grensreservaat". Maar het landgoed is al verkaveld voor industrie. Alleen in het ui terste westen is er sprake van gezamenlijk beheer van een na tuurgebied: het Zwin, tussen Cad- zand en Knofcke. We leggen het probleem voor aan de heer J. Noest, rentmeester van de stichting Het Brabantse Landschap. ,,We hoeven echt niet te beweren dat wij de Belgen zo nodig moeten opkrikken", zegt hij gedecideerd, „we zijn zelf nog nauwelijks aan natuurbescherming toe. Bij het aanleggen van wegen worden overal in het landschap willekeurig putten gegraven; ge meenten storten hun afval nog rus tig op de mooiste' stukken grond, maar het is waar: we zijn hier wel verder dan in België. Daar heerst vaak grote naijver tussen de vere nigingen voor natuurbescherming en van sommige moet je je trou wens afvragen of het natuurbe schermers of vogeltjesjagers, zijn. De Belgische regering geeft nau welijks geld uit voor het stichten van natuurreservaten. Toen een paar jaar- gelden enkele miljoenen franken werden uitgegeven voor de aankoop van water en bossen, vroegen de eigenaars er net zoveel voor al-s voor terreinen in de stad. Waarom ook niet? Heel België is bouwgrond. Vandaar ook die krankzinnige lintbebouwing, die elk landschap verpest en enorme problemen oplevert met waterlei ding, afval en riolering". De Belgische natuurbeschermers zitten heel moeilijk. Ze kunnen niet, zoals in Nederland via de staat terreinen aankopen. Alles moet met particuliere gelden ge beuren. Als er dan een stukje na tuurreservaat gekocht kan. worden, dan plaatst men er ook onmiddel lijk grote hekken omheen, er wor den grachten rondom gegraven en wordt er géld gevraagd aam wie er in wil. Iemand zal immers het onderhoud moeten betalen. Het is opvallend dat de naituur- beschermingsgrens samenvalt met de geloofsgrens. Boven de Moer dijk vindt men het heel gewoon om geld te geven voor natuurbe scherming. In zuidelijker streken denken er maar weinigen zo over. Nu door bevolkingstoename en in dustrialisatie, de natuur steeds ernstiger bedreigd wordt, begint er wel wat te vei'anderen. Een artikel dat schaars wordt wint aan kost baarheid. „De zaak is niet uitzichtloos", zegt rentmeester Noest. En dan doelt hij speciaal op de grensreser- vaten. Want als we nog natuurge bied willen behouden, dan zullen we het vooral langs de grenzen moeten zoeken. Een stad en een dorp breiden zich nu eenmaal uit vanuit de kom. Het grensgebied komit het laatste in aanmerking voor ontginning en bebouwing. Hetzelfde geldt voor de landsgren zen. Volgens de heer Noest zijn er nog mogelijkheden. „Wij in Neder land hebben aankoopwaardige ter reinen op het oog op de Belgisch- Nederlandse grens. Daarop aanslui tend liggen ook in België natuur gebieden van honderden hectaren, waar nog geen (industriële) be langstelling voor is. Vaak gaat het om Belgische eigenaren van Bel gisch én Nederlands gebied. Maar als die eigenaar zijn grond te koop aanbiedt, dan kunnen wij niet ver der gaan dan de grens. In België bestaan geen provinciale Land- schapsstichtingen, die van de over heid een natuurbeschermingstaaik hebben gekregen. De verenigingen hebben geen geld, wat overblijft is het rijk. Tussen België en Neder land moet het probleem van de grensreservaten uitgevochten wor den op ministerieel niveau en dat betekent een lange weg". Er zijn onderhandelingen gaan de, maar ze zijn nog in een pril stadium. Vandaar dat de rentmees ter van het Brabants Landschap maar liever niet zegt om welke terreinen het gaat. Er zijn gauw genoeg kapers op de kust en in dustrieën betalen goed. De moge lijkheid van Belgisch-Nederlandse grensreservaten hangt aan het zij den draadje van een ontoereikende wetgeving en van een kortzichtige mentaliteit, die luchthartig heen- wssideit over de levensnoodzaak voor een gemeenschap .aan frisse lucht, aan stilte en aan ruimte. Zo lang je op de Belgische radio nog recepten kunt horen over lekker klaar gemaakte merels, zien we de Belgische bouwwais nog niet voor een mooi boompje staan. Trou wens, hoeveel bomen laat Neder land nog staan? Jan Hüsken (Van een onzer verslaggevers) MIDDELBURG „Zelfstandigheid is een kostbaar goed, maar het wordt uiteindelijk duur betaald." Dat is de mening van de rijksmiddenstandsconsulent voor Zeeland, de heer A. Korstanje, als hij terugkijkt op de 694 gevallen van bedrijfs beëindiging, welke in Zeeland met hulp van de stichting „Sane ring en Ontwikkeling Midden- en Kleinbedrijf" hebben plaats gevonden. De periode voor bedrijfsbeëindiging, speciaal bedoeld voor ondernemers voor ouder dan 60 jaar, liep van het voorjaar 1967 tot eind van het vorige jaar. Vanaf 1 december jl. is nu een nieuwe saneringsregeling van kracht geworden, ditmaal vooral bedoeld voor de jongere ondernemers, 'al kunnen ook degenen die ouder dan 60 jaar zijn, er gebruik van maken. De regionale commissie, bestaande uit de voorzitters van de beide Ka mers van Koophandel in Zeeland, de directeur vam de Nederlandse Mid- denstandsbank te Middelburg en de voorzitter van de Goese midden- stamdscentrale, die zich in verband met de oude saneringsregeling door honderden dossiers heeft heemge- worsteld, zal onder de nieuwe rege ling met heel andere problemen te maken krijgen. Nu gaat het erom in eer en deugd te beoordelen wat er, voor jonge zelfstandigen die hun zaken sluiten, moet worden be schouwd als „passende" arbeid. De nieuwe regeling hangt namelijk nauw samen met een arbeidsmarkt politiek, welke via de Gewestelijke Arbeidsbureaus wordt gevoerd. Het doel is kleine zelfstandigen via een overbruggingstijd, waarin zij financiële hulp krijgen, hier of daar in het bedrijfsleven geplaatst te krijgen. Her- of omscholing, waarbij alle bemiddeling wordt ge boden, is daarvoor soms voorwaarde' Rij ksmiddenstandsconsulent Kor stanje heeft er geen idee van hoe veel zelfstandige ondernemers, nadat er reeds vele honderden oudere col lega's uit het zakenleven zijn ver dwenen, tot de blijvertjes gerekend moeten worden. Omdat onderne mers, die in hun bedrijf geen brood meer zien, zich voor bedrijfsbeëindi gingshulp voortaan moeten aanmel den bij de borgstellingsfondsen, ont gaat de heer Korstanje in eerste instantie het beeld op de markt der Zeeuwse neringdoenden. Over enige tijd zal hij uiteraard wel een inzicht hebben in de nieuw ontstane situa tie. Voor de nieuwe regeling komen die ondernemers in midden- en kleinbedrijf in aanmerking, die over het boekjaar 1968 een inkomen van minder dan 13.000 gulden hadden. Zij moeten verder tenminste vijf jaar achtereen him bedrijf hebben uitgeoefend. Als zij zich voor be- drijfsbeëindigingshuip aanmelden, krijgen zij gedurende twee jaar 75% van hun inkomen over 1968 met een minimum op basis van het wettelijk vastgestelde minimumloon, namelijk f 682,50 per maand- Deelname aan de regeling houdt in, dat de betrok kenen tegelijk worden ingeschreven op de Gewestelijke Arbeidsbureaus, waar getracht wordt passende ar beid voor hen te vinden. De regionale commissie-nieuwe- stijl treedt als een soort scheidsrech ter op, om te zien of het irn aange vochten gevallen werkelijk om „pas sende" arbeid ging, zo vertelt de heer Korstanje. De toestanden in het midden- en kleinbedrijf in Zeeland welke de heer Korstanje in verband met de nu beëindigde saneringsregeling heeft aangetroffen, noemt hij „triest zonder meer". In Zeeland werden 694 bedrijfjes voor opheffing aangemeld. Daaronder waren 33 binnen- scheepvaartbedrijven en 34 brand stoffen-handelaren, waarvoor aparte regelingen golden. De 625 overblijvende gevallen wa ren aar regio gespreid: Walcheren 117. Zuid- en Noord-Beveland 186 (waarvan zeer vele in „de zak"). Tholen en St.-Philipsland: 61. Schouwen-Duiveland: 34 (een ge ring aantal, dat wordt verklaard door de betekenis van dit gebied voor het toerisme). Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen, inclu sief Tem-euzen: 158. West-Zeeuwsch-Vlaanderen: De levensmiddelenbranche bleek in de slechtste hoek te zitten: 122 sa- neringgevallen. Er waren 33 aanne- mersbedrijfjes onder de gesaneerden en verder 3? ondernemers in de textielsector, 22 vlassers, 25 kappers en 7 horecaondernemers, waarvan er 4 in Zeeuwsch-Vlaanderen gevestigd waren. Het percentage gesaneerde middenstandsbed-rijven in Zeeland bedroeg 7% van het totaal, terwijl het landelijk gemiddelde op 4,5 lag. Het is vooral in d-e kleinere gemeen schappen duidelijk gebleken, dat de sanering structuurverbeterend op de middenstand in zijn geheel heeft gewerkt, waarmee de acht miljoen gulden, welke voor de sanering in Zeeland beschikbaar kwamen, roy aal verantwoord waren, aldus de heer Korstanje- Tenslotte heeft ook de consument bij de sanering goed garen gesponnen, omdat het overblij vende winkelapparaat aan hogere eisen is gaan voldoen als gevolg van de door de sanering bereikte omzet- vergroting van deze bedrijven. 4'

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 3