Astronauten
maar
doodgewone
zijn
mensen
ook
LUCHTMACHT
GEBRUIKT
ELEKTRONICA
ALS
„WAAKHOND"
Amerikaanse dollars
stromen
in pittoresk Bangkok
O'LEARY - BOEKJE OPEN OVER HOUSTON
Na veel research positief resultaat
ONENIGHEID
TRAGEDIES
UITDAGING
POSITIEF
WAAKZAAM
Dankzijoorlog in Vietnam
h
(Van een onzer redacteuren)
Een beroep dat vele jon
gens tussen de acht en twaalf
jaar graag tot het hunne zou
den willen maken, is dat van
astronaut. Zoals vroeger zee
helden, onderzeebootkapiteins
en piloten werden vereerd in
allerlei roemruchte verhalen,
zo is thans het aureool van
moed en heldendom gehangen
boven de hoofden van hen die
in vreemdsoortige voertuigen
de ruimte „bevaren" en op de
maan landen, daarbij ogen
schijnlijk de grootst mogelijke
doodsverachting ten toon
spreidend.
Is dit, zo kan men zich af
vragen, nu allemaal wel zo? Zijn
de astronauten werkelijk van die
doldrieste helden? Of ziin het
veeleer doodgewone mensen? De
waarheid ligt inderdaad het
dichtst bij dat laatste.
Natuurlijk, het staat buiten kijf
dat de bemande ruimtevaart een be
paald gevaar met zich meebrengt
voor de erbij betrokken -personen
Er zijn risico's aan verbonden Maar
de astronauten aanvaarden allen de,
wat zij noemen „ingecalculeerde ri
sico's", hetgeen wil zeggen dat ze
bereid zijn met noodsituaties gecon
fronteerd te worden, zolang er een
veilige oplossing voor bestaat. En
dan nog eisen ze een bepaalde vei
ligheidsmarge, waarvan de aanwe
zigheid duidelijk bewezen werd tij
dens de jongste Apollo 13-vlucht. De
toen plaatsvindende explosie van
een zuurstoftank en het volledig uit
vallen van de elektrische installatie
stond niet in het z.g. noodgevallen-
boekje. Toch brachten Lovell, Swi-
gert en Haise het er levend af, dank
zij de veiligheidsmarge die hoofd
zakelijk bestond uit eigen vakman
schap en dat van de mensen in het
vluchtleidingseentrum.
Een ander voorbeeld van het „in
gecalculeerde risico" was de eerste
maanlanding, vorig jaar juli. Arm
strong en Aldrin hadden strikte op
dracht bij grote onregelmatigheden
de landingspoging af te breken. Wel
nu, de boordcomputer van het lan
dingsvaartuig raakte overbelast en
op het laatste moment werd het
tweetal geconfronteerd met een met
grote steenklompen gevulde krater.
Niemand zou het Armstrong ooit
kwalijk hebben genomen indien hij
onmiddellijk naar veiliger hoogten
was teruggekeerd- Maar hij was op
dat moment de commandant en hij
oordeelde de omstandigheden ver
antwoord voor een uitwijkmanoeu
vre en toch nog een landing op
vlakker terrein achter de krater
Armstrong nam dus een zeker risico,
maar hij wist wat hij deed, iets dat
van veel automobilisten bijvoorbeeld
niet gezegd kan worden. Zij nemen
vaak risico's, waarvan zij het be
staan niet kennen.
Vaak valt de opmerking dat astro
nauten wel een kostelijk jaarsalaris
zullen genieten; een veronderstel
ling, die echter op een misvatting
berust. Van de 4 9 ruimte v-arders
die de NASA nog in dienst heeft,
zijn er 31 militair Deze door df
krij gsmachtonderdelen uitgeleend!
piloten genieten hun normale mili
taire wedde overeenkomstig hun
rang, plus een vliegtoelage waarvooi
ze per maand altijd nog 20-30 uur in
supersonische straaljagers moeter
oefenen.
De burger-astronauten worden ge
woon ingeschaald in de regeling
voor regeringsambtenaren, hetgeen
in Amerika al evenmin een vetpot
is. Tot hij twee maanden geleder
een andere baan kreeg binnen de
NASA, was Neil Armstrong (de eer
ste mens op de maan) met 3.580
dollar per maand de best betaalde
astronaut. Dit bedrag kan men nog
riant noemen, maar hij kreeg het
ook alleen dankzij een al 17 jaar
oude dienstbetrekking (eerst als
testpiloot, later als astronaut) bij de
ruimtevaartorganisatie.
Een man als Alan Bean daarente
gen, kreeg aan het eind van de
maand november van het vorige
jaar (hij had er toen net een maan
landing opzitten) slechts 1.100 dol
lar Hij draagt de rang van kapitein
ter zee. En een nieuw binnenkomen
de astronaut krijgt, als hij niet mili
tair is, ook ongeveer 1.100 dollar
Deze bedragen zijn overigens alle
maal nog bruto.
Vandaar dat de astronauten al se
dert het beroep in 1959 werd ge
creëerd, een bijverdienste hebben
gezocht en gevonden in de vorm van
een bedrag van 200.000 dollar per
jaar van het TIME-LIFE-concern in
ruil voor de exclusieve rechten van
hun levensbeschrijvingen en vlucht
verhalen. Aanvankeliik hoefde dit
bedrag slechts onder zeven man ver
deeld lt worden Thans zijn er 49
gegadigden, plus acht weduwen van
nmiddels omgekomen ruimtevas-
iers.
Onder het motto „ze komen vot
ons, dus waarom zouden we er dar,
niets aan verdienen?" kochten dt
eerste zeven in 1959 geselecteerde
NASA astronauten (Carpenter
Cooper, Glenn, Grissom, Schirra,
Shepard en Slayton) in 1960 een
motel nabij de lanceerbasis Cape
Canaveral Ze betaalden er 21-780
dollar voor. In 1962 stak echter een
golf van kritiek op over deze ma
nier van zaken doen. Het zevental
werd gedwongen het motel weer te
verkopen. De opbrengst was, hoe
kon het ook anders, 45.000 dollar.
Alan Shepard, in 1961 Amerika's
eerste man in de ruimte en in janu
ari 1971 commandant van de Apollo
14. heeft ook nog een eigen bijver
dienste. Hij is vice-president en me
de-eigenaar van de Baytown Natio
nal Bank te Houston. En Walter
Schirra bekleedde, toen hij nog
astronaut was. allerlei commissaria
ten.
Astronauten zijn mensen. En waar
mensen zijn, zijn twisten. Zo ook
dus in Houston.
Iemand die ai jaren overhoop lag
met zijn directe chefs was de inmid
dels naar elders vertrokken Gordon
Cooper Aanleiding daartoe was
vooral zijn voorliefde voor autora
cen, hetgeen men voor zo'n peper
duur opgeleide werknemer een wat
al te riskante sport vond Astronau
tenchef Slayton haalde Cooper zelfs
»ens persoonlijk uit dp racepits wee
Deze steeds weer terugkerende con
flicten hadden tot gevolg dat Cooper
sedert zijn (tweede) ruimtevlucht in
augustus 1965 buitenspel stond. In
mei 1969 maakte hij nog wel deel
uit van de reservebemanning van de
Apollo 10, maar een logische uitver-
kezing voor de Apollo 13 of 14 bleef
uit. Cooper dreigde met ontslag. De
zaak werd weer gesust door hem
aen belangrijke opdracht voor 1972
aan te bieden. Het was tevergeefs.
Op 31 juli j .1- verliet Cooper de
NASA en de luchtmacht om presi
dent te worden van de National
Exhibits Inc. t» Washington.
Een zeer belangrijk punt voor me
ningsverschillen is de laatste jaren de
indeling van bemanningen. Vroeger
bestond het astronautenkorps volle
dig uit testpiloten. Maar enkele ja
ren geleden zijn daar ook geleerden
bijgekomen, die bij hun aansteling
geen vlieger waren.
Na de eerste twee experimentele
maanlandingen leek het logisch dat
ook deze geleerden voor wetenschap
pelijk maanonderzoek aan de beurt
zouden komen voor een vlucht. De
praktijk was anders. Zowel voor de
Apollo-13, de Apollo-14 als de Apol-
lo-15 wees Slayton testpiloten aan,
hetgeen hij argumenteerde met de
opmerking dat het te r iskant zou
zijn nu al onervaren piloten, als de
geleerde-astronauten zijn, mee te
nemen naar de maan. De bijna fata
le Apollo-13 vlucht stelde hem in
het gelijk.
Toch had de „begunstiging" van
de testpiloten tot gevolg dat een van
de geleerde-astronauten, dr. Michel,
ontslag nam. Twee anderen, dr. Lle
wellyn en dr. O'Leary, gingen hem
reeds voor. Zij zagen geen brood in
de verplichte vliegopleiding die zij
moesten volgen. Voor laatstgenoemde
bleken de druiven zelfs zo zuur te
zijn dat hij onlangs een boek publi
ceerde waarin hij „een boekje open
deed" over Houston en haar astro
nauten.
Sedert april 1959 nam de NASA
in het totaal 73 astronauten in
dienst; zeven piloten in 1959. 9 pilo
ten in 1962, 14 piloten in 1963. 6
geleerden in 1965, 19 piloten in
1966, 11 geleerden in 1967 en 7 pilo
ten in 1969 Het verloop was echter
groot, vooral de laatste jaren. In het
totaal verloren acht het even: Gris
som, White en Chaffe bij de ver
schrikkelijke Apollo-brand in 1967,
Freeman, See, Bassett en Williams
bij drie verschillende vliegongeval
len en Givens bij een auto-ongeluk
Twee werden om medische rede
nen afgekeurd en 14 namen ontslag
waaronder John Glenn, Neil Arm
strong, Frank Borman, Walter Schir
ra, Scott Carpenter en Michael Co-
lins, om maar een paar bekende te
noemen.
Van de 49 overgeblevenen zijn er 14
die al een of- meer ruimtevluchten
hebben gemaakt. De overige 35 moe
ten nog aan de beurt komen en voor
hen wordt de spoeling nu wel erg
dun. Tot en met 1974 zijn er n.l.
maximaal nog maar negen vluchten
voor elk drie man te verdelen, de
Apollo-14 tot en met -19 en Skylab-
1, -2 en -3. 27 astronauten komen
dus nog aan de beurt, waarvan
maximaal 18 nieuwelingen, want
steeds zal er per vlucht één gerouti
neerde ruimtevaarder meereizen. De
komende vier jaar zullen dus 17 man
„buiten de prijzen" vallen en daar
bij zullen er zijn die reeds vanaf
1965 of 1966 astronaut zijn.
Ook tragedies zijn er te over ge
weest onder de astronauten. De erg
ste waren natuurlijk de ongelukken,
waarbij acht man de dood vonden.
Tragisch ook was het afscheid van
John Glenn van de ruimtevaart. In
februari 1962 was hij Amerika's
meest bejubelde held. Een jaar later
werd hij uitgeschakeld door een
ernstige val in de badkamer. Toen
hij weer genezen was nam hij te-
leurgeteld ontslag. Hij had zich zo
impopulair gemaakt hij zijn colle
ga's dat deze hem nauwelijks meer
wilden zien. De naam van John
Glenn wordt in het Manned Space
craft Center dan ook niet meer ge
noemd.
Terwijl vorig jaar juli de Apollo-
U-bemanning triomfen vierde
maakte astronaut Donn Eisele een
moeilijke tijd door. Zijn vrouw vroeg
en kreeg echtscheiding en verliet
hem samen met hun vier kinderen.
Want de astronautenhuwelijken lij
ken sterk, ze zijn het niet. De man
nen zijn soms weken lang van huis
om zich ergens in Amerika, op Cape
Kennedy, in New York of Los An
geles, voor te bereiden op een
vlucht. Dat dit leidt tot soms hoog
lopende echtelijke twisten is begrijpe
lijk. Ook daarvan blijven de astro
nauten niet gespaard.
De ontploffing van een zuurstof
tank, waardoor, zoals men hier ziet,
de Apollo-13 zwaar beschadigd werd,
was een „niet-ingecalculeerd risico".
Flexibiliteit en vakmanschap brach
ten toch redding in deze noodsitua
tie.
(Van een medewerker)
DEN HELDER. Wanneer de
proefnemingen met succes worden
afgesloten, zal de koninklijke
luchtmacht de beschikking krij
gen over een uniek beveiligings
alarmeringssysteem. Met dit sys
teem, genaamd „ASOE" kunne)
vliegbases, radarstations, munitie
opslagplaatsen, raketbases en an
dere belangrijke objecten effec
tiever en optimaler worden be
veiligd tegen ongewenste mdrin
gers. Dan zullen met aanzienlijk
minder bewakingspersoneel de
verschillende onderdelen van de
krijgsmachten continu bewaak)
worden, in weer-en-wind, bij hitte
of vrieskou en zonder dat een be
roep moet worden gedaan O]
dienstplichtig personeel.
Het „ASOE"-systeem (afgekor
van „Alarmeringssysteem voor Ob
jecten door middel van Elektronica)
berust op de verstoring van een
stationair elektromagnetisch veld er
heeft reeds voor een aantal hooge-
plaatste militaire autoriteiten zijn
dienst als „waakhond" met succes
verricht. Heel toepasselijk noemt
men de „ASOE" dan ook elektroni
sche waakhond, die zijn ontstaan
dankt aan het doorzettingsvermogen
van enkele luchtmachtmilitairen van
het navigatiestation „Noord" uit
Den Helder. Sergeant eerste klasse
R.G.P. de Vet wordt „de vader" van
ASOE" genoemd.
Het idee voor een onderzoek naai
de mogelijkheid van een elektroni
sche beveiliging is afkomstig van de
onlangs overgeplaatste commandant
van het NS „N", de kolonel F.G.B.
Droste Hij kwam op die gedachte
naar het voorbeeld van het luchtver
dedigingssysteem doormiddel van
radar Zoals bekend registreert ra
dar vrijwel alles wat binnen zijn
bereik komt, hetgeen in de lucht
betekent: het opsporen en onder
schepper van vijandelijke vliegtui
gen.
De technische dienst werd ver
mcht de realiseerbaarheid van eer
dergelijk beveiligingssyysteem voot
gebouwen te onderzoeken De toen
malige commandant technische
dienst majoor ir. A.J.A. Verweij
toonde zich enthousiast over het
idee en verzocht de kapitein J. Po
lak en de sergeant der eerste klasse
R.GP le Vet zich hiermee te wil
len belasten Men knutselde wat met
verschillende onderdelen echter zon-
'er resultaat
Ondanks het negatieve begin
vormde deze speciale opdracht voor
beide militairen een elektronische
uitdaging van de bovenste plank.
Dagen en dagein lang werd in de
radarwerkplaats over niets anders
gepraat en gedacht dan een „A-
SOE"
De eerste tekenen van succes wer
den min of meer bij toeval ontdekt.
Tijdens een van de vele experimen
ten reageerde een der instrumenten
precies zoals men dat wilde, hoewel
dat effect volgens berekening anders
zou moeten uitkomen. Toen gingen
kapitein Polak en sergeant De Vet
met nog meer energie aan de ont
wikkeling verder. Door overplaat
sing moest kapitein Polak zijn
werkzaamheden overgeven aan zijn
collega de eerste luitenant P.C.J
Blaquière. Onder supervisie van de
CTD werden toen doelgerichte proe
ven genomen en begon er enige
tekening in de elektronische waak
hond te komen
0 Mens en dier zullen niet worden
vervangen wanneer de elektronische
„waakhond" zijn intrede bij de
luchtmacht heeft gedaan Als onge
wenste gasten het op militaire doe
len hebben gemunt en het vernufti
ge apparaat alarm „blaft", zal het
bewakingspersoneel al dan niet met
een afgerichte hond in actie moeten
komen. Hier J.H. van der Veen,
hondengeleider hij de koninklijke
luchtmacht, die zich vrolijk in de
beschermde benen laat bijten.
Langzaam maar zeker kreeg „A-
SOE" meer bekendheid binnen de
luchtmacht Toen de proeven en de
monstraties zo positief uitvielen
werd in het najaar van 1968 door
het commando luchtverdediging (in
Zeist) geld voor onderzoek en ver
dere ontwikkeling beschikbaar ge
steld.
Met dit geld kon beter materi
aal voor het instrument worden ge
kocht en werd sergeant De Vet van
zijn normale diensttaak ontheven
om zich geheel aan net project te
kunnen wijden. Met de regelmaat
van de klok kon men de electrische
waakhond in fasen zien „groeien".
Voor sergeant De Vet stond op dat
moment maar één doel voor ogen:
„ASOE" Een moeilijkheid was ook
nog dat het elektronische gedeelte
tegen alle weersomstandigheden be
stand moest zijn. Dit probleem gaf
veel hoofdbrekens, maar vormde op
den duur toch geen onoverkomelijk
bezwaar.
De toenmalige bevelhebber dei
luchtstrijdkrachten luitenant-gene
raal A.B. Wolff bleek na een aantal
demonstraties zo onder de indruk
van „ASOE", dat sergeant De Vet in
de gelegenheid werd gesteld de hele
ontwikkeling professioneler aan te
pakken. Vanaf begin december 1969
kreeg hij de beschikking over de
faciliteiten van Luchtmacht Elektro
nische Ontwikkelingen te Oegst-
geest. Met de fijngevoelige en vol
maaktere apparatuur op dat labora
torium werd de verdere ontwikke
ling vergemakkelijkt.
Het resultaat werd steeds beter.
In juni van dit jaar kon sergeant De
Vet samen met „zijn" elektronische
waakhond de thuisreis naar het na
vigatiestation aanvaarden. Nu rest
nog de verdere afwerking en proef
neming met „ASOE". Er zullen ze
ker nog 'n aantal demonstraties wor
den gegeven, alvorens het apparaat
zijn carrière bij de luchtmacht kan
beginnen.
Welke consequenties de uitvin
ding van sergeant der eerste klasse
R.G.P. de Vet voor de afdeling
L(uchtmacht B(ewakingskorps) is
niet moeilijk te raden. Momenteel
worden de verschillende objecten
door mankracht beveiligd, daarbij
geholpen door waakhonden. De L.B.
krijgt er nu een „waakhond" bij die
geen kilo vlees per dag nodig heeft,
nooit van een hondengeleider afhan
kelijk is en altijd waakzaam.
Het grootste probleem van de al
jaren in gebruik zijnde beveiliging
door wachtpersoneel is de signale
ring bij onraad. Een ervaren indrin
ger die binnen een militair object
iets wil bereiken, kan na enige stu
die zeker met een grote kans zijn
slag slaan
Dit geldt zowel voor vliegbases,
schepen of andere inrichtingen. De
meeste waarde wordt momenteel
nog gehecht aan de preventieve be
waking doormiddel van veelvuldige
patrouilles en een groot aantal
wachtposten rond een bepaald ob
ject. Dit vereist echter een grote
hoeveelheid personeel en dan valt
nog te bezien-of er ooit een water
dicht systeem voor gevonden kan
worden.
Hoewel de elektronische waak
hond veelzijdiger is dan zijn vier
voeter van vlees en bloed, hij kan
hem niet vervangen. Wanneer via
„ASOE" alarm wordt geslagen, zal
de mens er aan te pas komen al
dan niet met een bewakingshond
om de ongewenste indringer te pak
ken.
Het LB-personeel ziet dan ook
reikhalzend uit naar de komst van
zijn nieuwe hulp, die een groot deel
van het werk zal overnemen. De per-
soneels-situatie binnen de krijgsmacht
kan in hoge mate verbeterd worden
met behulp van de elektronica. Boven
dien wordt de landsveiligheid er
mee gediend!.
(Van onze correspondent)
Thailands -hoofdstad mag er trots op gaan de mooiste verkeers
opstopping ter wereld te bieden. Niet te land, maar te water.
Te land, dus in de stad met drie en een half miljoen inwoners, is
het vanwege het geringe aantal voor verkeer begaanbare wegen
op de meeste uren schuiven en stilstaan. Het wagenpark, waarbij
alleen al tienduizend taxi's op vier en drie wielen, is sinds „de
boom" door de oorlog in Vietnam, tot een torenhoog aantal
pk's gegroeid.
Menige „klong", de kanaaltjes,
waardoor Bangkok vroeger aan
een aardig Venetiaans schilderij
tje deed denken, werd geofferd
aan het verkeer, maar dit stimu
leerde dan weer zoveel autoloze
Thai's hun vele hebben en hou
den aan een wagen te geven, dat
het daar constant de Place de la
Concorde bij een metrostaking is.
Een heel andere stijl dan dit
overigens niet zo ongewone mo
derne stadsbeeld heeft de ver
keersopstopping te water in Bang
kok ronduit de mooiste en meest
pittoreske kluwen, dat men zich
ter wereld bij een verkeers
stroom kan voorstellen
Ook het delta-labyrint is één
grote, drijvende markt Het zal
daar altijd wel druk zijn ge
weest, maar sinds „Tommie's
Tourist Agency" er z'n machtige
toeristenstroom heen stuwt, ziet
men tegen de uitlopers van de
jungle als achtergrond, verkeers
agenten bezig met het ontrafelen
van verkeersknopen.
De genoemde „Tommie" is be
gonnen met het leveren van „Gay
Bangkok" dag en nacht sinds de
ze kleurige, bezienswaardige stad
door de krijgers van Vietnam
werd uitverkoren om op adem te
komen van de strijd tegen de
„roden" De veertigduizend Ame
ribanen, die daar alvast gestatio
neerd waren, want Thailand is
immers een reusachtig „vliegdek
schep" voor de zware bombarde
menten op Laos, Cambodja en
Vietnam, hadden al bij het buiten
zetten van de bekende bloemetjes
de grondslag gelegd voor een ste
vige amusementsindustrie.
De stad had de geijkte infra-
struktuur voor het ontvangen van
de stromen verlofgangers uit
Vietnam:, „Nitespots", „massage
parlours", naast de floorshows,
bars, restaurants, en zevendui
zend hotelkamers in dikwijls su
per-luxe opgeving.
Merkwaardig, om niet te zeggen
pittoresk, is nu wel dat dit war
me onthaal van de vermoeide
krijgers, uiteraard tegen een bil
lijke vergoeding in dollars, op
hoog niveau is georganiseerd. De
bewuste „Tommie" is namelijk
Tommy Clift, de vroegere bevel
hebber van de Thailandse lucht
macht, en zijn vennote de echtge
note van de vice-luchtmaarschalk
Sriskadi. Het heet dat deze on
derneming maandenlijks een
winst van 150 000 dollar maakt,
zodat het voor hen en in Thai
land niet alleen voor hen, een
ramp moet zijn als de vrede uit
breekt.
„Tommie" is nu niet zo laag bij
de grond om. alleen herinneringen
aan „de nachten van Bangkok"
mee te geven, oischoon dat vier
en twintig uur per dag doorgaat.
Hij heeft ook een vloot van vijf
honderd bootjes voor een drij
vende markt En dat is z'n prijs
ten voile waard. De vaart tussen
de donkere paalwoningen van
teakhout, met hier en daar zelfs
uitlopers van de woekerende
iu'ngie met bamboe, palmen en
varens, is een belevenis, die dan
culimineert in de schilderachtige
marktplaats.
Zoveel kleur van fruit, groen
en en vis, opgestapeld in ranke
bootjes, voortbewogen door boe
rinnetjes, die overal elders
schoonheidskoninginnen zouden
zijn, doet je beseffen dat dit toch
even anders is dan anders.
IJ