400 Jaar geleden begon
in België de atlaskunst
Expositie
in Utrecht
Omstreden
figuur
met veel
verdiensten
voor de
kunst
wereld
Nederlandse
zeevaarders
hebben veel
bijgedragen
Harde jeugd
Het geld
Nederiandsrs
Zwendel
ZA"..- VAN DE STEM/17 OKTOBER 1970
door HENK EGBERS
Binnenkort haalt museum
Boymans - Van Beuningen
te Rotterdam het roem
ruchte schilderij De Em
maüsgangers van Han van
Meegeren weer uit de kel
der, op het op te hangen
in het museum. De ge
schiedenis van deze gewel
dige vervalsing spreekt
nog steeds tot de verbeel
ding van jong en oud. Het
lijkt een geschiedenis zon
der eind. Ook al zijn
hoofdrolspelers als Hans
van Meegeren zelf, dr. A..
Bredius en prof. M. Core-
mans inmiddels gestorven,
regelmatig blijven de Ver
meer- en de Van Meege-
ren-„partijen" elkaar in de
haren zitten.
Er verschijnen nog steeds
boeken, die „een monument
voor Van Meegeren" willen
oprichten; anderen zoals
de Brusselse restaurateur
Jean Decoen blijven tot op
de dag van vandaag het doek
aan Vermeer toeschrijven.
Om dit unieke vervalsings-
produkt (wat is er allemaal
mogelijk!) en om de zekere
eigen waarde van het doek
(het is geen kopie, maar een
eigen creatie geïnspireerd
door de stijl van Vermeer)
is het zinvol dit schilderij
weer te tonen. Waarschijnlijk
zal dan weer blijken, dat het
hierbij inderdaad om een ge
schiedenis zonder einde gaat.
Han van Meegeren had,
zacht gezegd, een harde
jeugd. Het feit, dat hü daar
door als.kind ai een dubbelrol
opgedrongen kreeg 1 ver
klaart veel. Zijn daaruit
voortvloeiende schizofrene
en hallucinerende psychische
geaardheid zou in deze tijd
waarschijnlijk meer als ver
klarende en verzachtende
omstandigheid meegespeeld
hebben dan dit tijdens het ge
rechtelijk proces in '46 - '47
het geval is geweest. Hij was
een man van uitersten. Ook
zijn schilderijen, „vals" of
echt zijn van zeer wisse
lende waarden. Voor de
meeste mensen is Han van
Meegeren de man van de ge
tekende hertjes, die met dui
zenden onze huiskamers
sier (d) en en waarvan ik in
dertijd de originele zag han
gen rond het ziekbed van zijn
zuster in Veenendaal.
De meeste van zijn schilde
rijen gaan op dit moment,
voor vrij banale prijzen on
gemerkt van de hand op de
geijkte verkooppunten in de
meeste Europese landen. Er
zijn ook uitzonderingen:
schilderijen waarop Van
Meegeren authentiek tot vrij
grote hoogten kwam. Een
van zijn beste schilderijen is
Christus geneest de zieken,
dat in bezit is van Max Lips
te Drunen. Er zijn ook ver
valsingen in omloop, die als
zodanig wèl èn niet gekwali
ficeerd zijn. Zo werd 'n vier
tal jaren geleden nog een
„Van Eyck" verkocht met 't
certificaat dat dit een Van
Meegeren is. Van zijn beken
de Laatste Avondmaal (als
Vermeer gesigneerd) zijn
twee exemplaren, waarvan
één doek in handen is van
de Van Beuningens en 'n an
der zich ook in Nederlands
particulier bezit bevindt.
Nog niet zo lang geleden
stonden in de kelders van
museum Boymans-Van Beu
ningen nog enkele (slechte)
vervalsingen, die in de oor
log voor Goering werden
aangekocht.
De directie van het museum
ontkent nu, dat er nog meer
Van Meegerens in huis zou
den zijn en is'hiet bereid te
zeggen waar deze dan wel
gebleven zijn. Een aantal
doeken wordt nog bewaard
door de weduwe van Han
van Meegeren, die in het
Gooi leeft.
Han van Meegeren voelde
zich een miskende kunste
naar (mens). Na afbrekende
kritiek op zijn tentoonstellin
gen wilde hij zich wreken op
de „kunstwereld". Hij zou
bewijzen, dat hij tot iets in
staat was. Zes maanden
zwoegde hij in een kasteeltje
in de Franse Rivièra op een
doek, dat later bekend zou
worden als De Emmaüsgan
gers van Vermeer. Hij zat
daarbij vol uitslag door de
gebruikte chemicaliën, die
mede het effect opriepen dat
deze kunstwereld een enor
me loer draaide. Hij had
daarbij veel mee. Vermeer
was bijvoorbeeld anatomisch
zwak; Van Meegeren ook.
Maar het zou hem nooit ge
lukt zijn als hij ook niet veel
in zijn mars had gehad.
De grote Rembrandtkenner
dr. A. Bredius „ontdekt" de
ze „Vermeer" en publiceert
dat in het En.-else blad The
Ëurlington Magazine. De
Vereniging Rembrandt koopt
het doek voor 540.000 en
draagt het over aan museum
Boymans. De Nederlandse
kunstkritiek ligt in adoratie,
al zijn er natuurlijk achteraf
maar ook vooraf men
sen die gezegd hebben dat ze
vol twijfels zaten. Hoewel
ook „kenners" zich kunnen
vergissen is het toch wel
pijnlijk vermakelijk om nu
de kritieken nog eens te le
zen van binnen- en buiten
landse critici, waaronder na
men als Jan Engelman, A.
Hammacher, Huib Luns,
Corn. Veth, dr. A. de Vries,
dr. G. Knuttel e.a.
Het is begrijpelijk, dat Han
van Meegeren volledig ge
slaagd in zijn opzet het
zoet van het geld proefde en
doorging. Niet zijn vervalsin
gen, maar zijn houding in de
oorlog bracht hem in contact
met de justitie (beschuldi
ging: verkoop van een „Ver
meer" De overspelige
vrouw aan Goering). Toen
kwam de bal aan het rollen.
Han van Meegeren stierf op
30 december 1947.
Een van de diensten, die Van
Meegeren deze kunstwereld
bewezen heeft is dat het we
tenschappelijk onderzoek op
schilderijen door zijn verval
singen enorm snel is ontwik
keld. Het vervalsen zit de
mens al sinds de klassieke
oudheid in 't bloed. Door de
nieuwste technieken om vals
en echt van elkaar te onder
scheiden wordt nu door veel
schone schijn heengeprikt.
Met de stille trom worden te
genwoordig nogal wat schil
derijen uit onze musea afge
voerd. Uit het Frans Hals
Museum te Haarlem verdwe
nen op deze manier bijvoor
beeld de laatste jaren heel
wat „Frans Halsen". Het is
een enigszins bittere consta
tering dat Han van Mee
geren met zijn Vermeer, De
Hooghs e.a. vervalsingen het
opgepotte musea-kapitaal
mede aan het wankelen heeft
gebracht.
kaarten niet langer mochten
worden verkocht voor ,,met
goud gehoogde" kaarten. U
vindt die verordening in een
vitrine.
De kartografie, aanvankelijk
een internationaal bedrijf, is
riiet ontkomen aan de op
komst van het nationalisme.
Tot het einde van de 17de
eeuw bleef Amsterdam het
wereldcentrum van de atlas-
senproduktie. Toen kwam
er een einde aan de inter
nationale gedachte in het at-
lassenbedrijf. Het Frans
moest gaan domineren. Na
ties en nationaliteits-bewust-
zijn kregen de overhand. De
internationale samenwer
king verdween, ook uit de
kartografie. Engeland,
Duitsland, Frankrijk en la
ter Italië, gingen hun eigen
atlassen maken. Pas in de
20ste eeuw is daarin weer
verandering gekomen. De
Sovjet-Unie, Kozeim in Oos
tenrijk, Bertelsmann in
Duitsland en - in '69 - Rand
McNally geven weer in
ternationale atlassen uit.
De spectaculaire kaartboe
ken uit de 16de en 17de
eeuw ze kosten omgere
kend naar de huidige waar
de van het geld zo'n 5000 tot
50.000 gulden zullen ech
ter niet meer worden ver
vaardigd. Kartografen krij
gen de kans niet meer hun
fantasie in ware schilderijen
rond de kaarten uit te leven.
Het kaartenbedrijf maakt ge
bruik van vele opzienbaren
de grafische technieken. En
misschien komt de tijd nog
dat er geen kaarten meer
van Meegeren
weer m
daglicht
worden gemaakt, omdat wij
hebben geleerd geografische
aanduidingen te verstaan die
.door middel van computerco.
des worden overgebracht.
Dan zal er opnieuw een stuk
je romantiek zijn verdwenen.
De kartografie heeft in vier
eeuwen een lange en boeien
de weg afgelegd. U kunt, in
kort bestek, die weg zelf
bewandelen door in de
Utrechtse Uithof de tweede
verdieping van het transisto-
rium te bezoeken. U kunt er
tot 27 november elke mid
dag van 13 tot 17 uur te
recht.
0 In 1662 verscheen de
nu beroemde ll-delige
Atlas Major van dr. Joan
Biaeu, met Latijnse tekst De
Franse uitgave telt 12 de
len. De atlas omvat 593 kaar
ten. Een kunstwerk van gro
te nauwkeurigheid.
Ban van Meegeren
bezig met een
„Vermeer"
Dit schilderij
„De Emmaüs
gangers" werd
in '37 aan
gekocht door
het museum
Boymans.
Maar onder
zoekingen
toonden aan
dat het hier
een „modern
schilderij
betrof, en
géén echte
Vermeer...
Door: JACQUES LEVIJ
UTRECHT Steeds is de
mens geboeid door de verte,
't onbekende. Van het ogen
blik af dat hü ging reizen,
van het ene dorp naar het
andere, had hij behoefte aan
plaatsbepaling. Op steen of
in het zand tekende hij een
beeld van zijn omgeving. Zo
ontstonden de eerste geogra
fische kaarten, heel primi
tief en heel vergankelijk.
Later, toen het beeld van de
wereld steeds ingewikkelder
werd, waren er mensen die
de gegevens waar ontdek
kingsreizigers mee terug
kwamen in kaart brachten.
Nauwkeurig waren die eer
ste, vaak prachtige kaarten
nauwelijks. Ze konden dat
ook niet zijn. Wat dicht bij
huis was kenden de kunste
naars die de kaarten maak
ten vaak uit eigen waarne
ming. Maar zodra van hen
werd verlangd dat zij ook 'n
abstract en voor ieder be
grijpelijk beeld tekenden van
streken die nauwelijks of
niet bekend waren, lieten
zij hun rijke en vruchtbare
fantasie de vrije loop.
Naarmate de wereld meep
bekend werd, ontstonden ook
kaarten die steeds nauwkeu
rig aangaven hoe die wereld
eruit zag. Maar de artistie
ke vormgeving bleef. Zo'n
400 jaar geleden verscheen
de eerste atlas," een adem
benemend produkt van
Abraham Ortelius, een Ant
werpenaar, die opgeleid was
om kaarten in te kleuren.
Hij had in de sinjeurenstad
een goed lopende zaak in an
tiek en kaarten. Pas in 1560
ging hij de kartografie beoe
fenen. Een van zijn eerste
scheppingen is 'n verrukke
lijke wandkaart van Azië.
Die kaart hangt op de ten
toonstelling die het geogra
fisch instituut van de
Utrechtse universiteit aan de
atlas heeft gewijd. Een rijke
expositie, door studenten als
project opgezet, die een
boeiend beeld geeft van de
met grote precisie nieuwe
geografische ontdekkingen
verwerkten. Dat alles maakt
hun werk tot een indrukwek
kend getuigenis van kennis
en rijke fantasie. Zij lieten
het niet bij koele wat wereld
vreemde zakelijkheid. Elke
kaart die zij maakten kreeg
iets mee van hun eigen we
reld. Toen Hondius in 1606
zijn Atlas uitbracht, gedrukt
op koperen platen van Mer
cator in Amsterdam, gaf hij
er een titelblad bij uit dat
een waar kunststuk is.
Mercator zelf, ook al een
Nederlandse kartograaf,
was van huis uit calligraaf.
Hij publiceerde in 1546 de
eerste Nederlandse schrijf
methode over de „italica".
In een van de vitrines in de
zaal vindt u enkele proeven
van zijn schrijfkunst. Ze ma
ken u stil van bewondering
en doen u plotseling besef
fen, hoever wij, mensen van
1970, af staan van die we
reld. En niet in ons voordeel
op dit gebied.
kartografie als kunst en re
gistratie van de ontdekking
van de wereld.
Aan die ontdekking hebben
Nederlandse zeevaarders
meer dan het hunne bijge
dragen. Het is dan ook niet
zo'n wonder dat onder die
vaak geleerden heel wat
landgenoten te vinden zijn.
Ze dragen meestal fraaie La
tijnse namen.
Ortelius produceerde in 1570
(je eerste atlas, het „Thea-
trum Orbis Terrarum". Een
boek dat 53 kaarten telde.
Ortelius bewerkte voor zijn
O Een bijzonder staaltje van
atlaskunst is deze kaart van
Denemarken, gegraveerd
door P. Kaerius en versche
nen in 1630. De rand-versie-
ringen zijn stuk voor stuk
kunstwerkjes.
atlas de kaarten van ande
ren en bracht ze op één en
hetzelfde formaat over. Hij
was een eerlijk man en ver
telde heel precies wie de,ont
werpers van de kaarten' die
hij gebruikte waren.
Men kan stellen dat het
werk in die tijd een sensa
tie veroorzaakte onder de
intellectuelen. Op- en aan
merkingen die hout sneden,
gebruikte Ortelius om bij el
ke nieuwe druk er ver
schenen er tot 1612 33 in 7
talen zijn atlas te verbete
ren.
De kartografie die in de zaal
van het transistorium is bij
eengebracht, vertelt ook hoe
de kunstenaars die de kaar
ten tekenden en kleurden
Wandelt u rustig langs de
vitrines, de tafels, de wand
borden, en ongetwijfeld staat
u keer op keer stil om het
allemaal goed in u op te ne
men. Die prachtige kaart,
bijvoorbeeld, uit 1634 met 'n
gebeurtenis uit onze 80-jari-
ge oorlog. Of de kleurige ui
terst nauwkeurige cartou
ches op vele kaarten. Een
van de grootste kunstenaars
op dit' gebied, de Nederlan
der J. Blaeu, verrijkte de
wereld in 1517 met een „At
las Sinensis", waarin hij 17
kaarten van China bijeen
bracht. Elke kaart is een
kunstwerk op zichzelf. Van
deze Blaeu is op de exposi
tie in facsimile aanwezig 't
beroemdste produkt van die
eerste kartografie, de 12-de-
lige grote atlas uit 1663.
Natuurlijk waren er knoei
ers. Mensen die produkten
aanboden die niet voldeden
aan de kwaliteitseisen. In
1663 verordende het Ant-
werpense stadsbestuur dat
„met koper gehoogde"