AMERIKANEN VERFILMEN
JAN
DE HARTOGS THE LITTLE ARC
Gooise Meer was
negen weken lang
watersnoodgebied
BETER BEGRIP
OPBREKEN
lftiüiiÉi5:
BIJ DE FOTO'S
Foto boven: De Koninklijke
Luchtmacht stelde een helicop
ter beschikbaar voor de verfil
ming van het boek „The little
arc" van Jan de Hartog.
Foto midden: Theodore Bikel
als de Urker visser en de kin
deren Genevieve Ambas en
Philip Frame spelen de hoofd
rollen in de film.
Foto linksonder: Regisseur
James B. Clark (met het grijze
haar) volgt met zijn staf ge
spannen de reddingsoperaties.
Foto rechtsonder: Zo krijgen
de bioscoopbezoekers de red
dingsacties te zien in „The little
arc", naar het gelijknamige
boek van Jan de Hartog.
(Van een onzer verslaggevers)
LELYSTAD. De Muider-
bocht tussen Muiden en Lelystad
is negen weken lang een van de
meest gevaarlijke weggedeelten
van Nederland geweest. Argelo
ze automobilisten, die het Gooise
Meer naderden, zagen tot hun
verbazing plotseling enkele da
ken van boerenwoningen boven
de waterspiegel uitsteken en als
zij iets te lang hun ogen uitwre
ven over dit „natuurverschijnsel"
liepen zij de kans op een even
verbaasde tegenligger te botsen.
Wie de moeite nam om even aan
de kant van de smalle weg te
gaan staan en dat waren er
velen kon constateren dat het
hier geen zinsbegoocheling be
trof a la 't monster van Loch
Ness, maar het decor voor de op
namen van de verfilming van
Jan de Hartogs „The little arc"
'n Amerikaanse produktie van
Robert B. Radnitz voor Cinema
Center films.
Wie zich door het woud van tran
sportbusjes wrong en zich niiet door
het bord „Verboden toegang" liet
afschrikken, kon een eindje verder
op een kleine vloot platte sleepboten
voor anker zien liggen, waarop een
legertje bont geklede figurerubedrij-
vig heen en weer liep. Een wankele
honderden meters lange steiger
voerde naar de filmploeg, die daar
een eind uit de kust zijn hoofd
kwartier had opgeslagen. Geen en
kele filmequipe houdt van „potten
kijkers", maar omdat een beetje pu
bliciteit altijd welkom is, werd ons
toegestaan letterlijk een kijkje ach
ter de schermen te nemen. Vooraf
gegaan door een stevig gebouwd in
blauw windjack gestoken heer, die
over betere zeebenen beschikte,
volgde een lange wandeling op het
smalle plankier over het donker
groene, zacht kabbelende water.
„Het is hier zo ondiep, dat de
boten voortdurend zouden vastlo
pen", stelde de man ons gerust en
onze vraag of er nou nooit eens
iemand in het water viel, werd bij
aankomst op 't boteneiland onmid
dellijk visueel beantwoord. Door
niemand minder dan producent Ro
bert B. Radnitz zelf. Een merk
waardige vogel onder de Ameri
kaanse producenten, deze Robert B.
Radnitz met vijf films in elf jaar op
zijn naam, alle in hetzelfde genre.
„The little arc" wordt zijn zesde
„Het is het enige soort films, dat
ik maak", verzekert hij ons. „Verfil
mingen van boeken uit de wereldli
teratuur over kinderen. Jullie ken
nen toch ook heit woord microkos
mos. Welnu, „The little arc" is het
verhaal van twee kinderen en hun
belevenissen tijdens de watersnood
ramp in Zeeland in 1953. Het is een
typisch Nederlands gegeven en ie
dereen zal er duidelijk jullie land in
herkennen Maar als nu bijvoorbeeld
in Japan de kinderen bij het zien
van „The little arc" iets van zichzelf
herkennen in de avonturen en de
reacties van de hoofdfiguren daarop,
dan zullen zij tot de ontdekking
komen, dat eigenlijk alle mensen
overal ter wereld gelijk zijn".
„Als ik op deze wijze maar zo'n
klein beetje" en Radnitz houdt
duim en wijsvinger twee centimeter
van elkaar „kan bijdragen tot een
beter begrip tussen de volkeren on
derling, ben ik allang tevreden met
het resultaat".
Sedert zijn debuut als producent
met „De hond van Vlaanderen",
waarin Alans zoon David Ladd de
hoofdrol vervulde, heeft Radnitz al
tijd het plan gekoesterd nog eens in
Nederland een film te maken- Jan
de Hartogs „The little arc" leek hem
daar bij uitstek voor geschikt en
naar een scenario van Radnitz' echt
genote Joanna Crawford zijn de op
namen nu vrijwel voltooid.
James B. Clark, die de regie van
al Radnitz' films voerde, was na
tuurlijk ook dit keer van de partij,
evenals de in Wenen geboren Holly-
wood-acteur Theodore Bikel, die ook
al in „De hond van Vlaanderen"
speelde en de Nederlandse Max en
Jules Croiset, Heieen van Meurs, Lo
van Hensbergen en John Soer, die
Radnitz tijdens de opnamen van „De
hond van Vlaanderen" reeds leerde
kennen als bruikbare Nederlandse
krachten. De rollen van de weeskin
deren Jan Brink en Adinda de la
Maison Rouge worden gespeeld door
de twaalfjarige Philip Frame en de
tien jaar oude Philippijnse Genevie
ve Ambas, die op haar zesde jaar
alleen nog maar Togalog sprak,
maar nu het Engels volmaakt be
heerst.
Theodore Bikel is de enige Ame
rikaan met filmervaring voor de ca
mera Velen zullen hem nog herin
neren als de sheriff in „The defiant,
ones", maar vooral als de Russische
kapitein in Norman Jewisons „The
Russians are coming". Bikel speelt
in „The little arc" de rol van (Jrker
visser, die zich over de kinderen
onfermt met de bekende ruwe-bol-
ster-blanke-pitalure.
Max Croiset komt alleen aan het
begin en het eind voor in de rol van
stiefvader Grijpma. de doodgewaan
de opvoeder van de kinderen. De
overigen van de verder geheel Ne
derlandse rolbezetting spelen de
bonte verzameling mensen, die de
kinderen op hun zwerftocht die
hen onder andere naar de Walletjes
voert ontmoeten. Maar de dieren
zijn weer puur Hollywoodimport.
Frank Weatherwax, die onder an
dere ook Lassie „zijn" kunstjes voor
de- camera aanleerde, leverde een
keurig getrainde hond Bussy af met
een stand-in: Noisette is de eerste
kat die ooit door Weatherwax on
derhanden genomen werd en de die-
rentrainer stond versteld van de in
telligentie van het dier, dat al spoe
dig de beste maatjes was met het
konijn Ko. Meer moeite had Wea
therwax met. de haian Prince, die
aanvankelijk zo van streek was door
't tijdsverschil van acht uur tussen
Amerika en Europa, dat hij om het
uur kraaide.
De opnamen van „The little arc"
werden gemaakt in Broek in Water
land dat volgens de makers een
typisch „slaperig boerendorp" is, in
Kockengen, in Amsterdam achter 't
Centraal Station, de Walletjes en de
bloemenmarkt en voor de overstro
mingsscènes op het Gooise Meer.
Waarom niet in Zeeland zelf? „We
hebben nu alles in de buurt. Soms
zijn er wel honderd vijftig mensein
tegelijk aan het werk en het ver
voer naar Zeeland met al het zware
materiaal schijnwerpers, camera's
enz. zou te veel problemen ople
veren, Evenals de hotelaccommoda-
Terwijl enkele timmerlieden nog
met wat planken sjouwen, zitten de
meeste medewerkers of lui in de
zon of achter een bak koffie in de
tot kantine omgebouwde plezierboot.
Alles wijst erop, dat de opnamen
bijna achter de rug zijn en men
eigenlijk al druk doende is de zaak
op te breken. Er zal in de studio
nog wat geluid moeten worden op
genomen en dan is „The little arc"
rijp voor de montagekamer. De Mui-
derbocht zal dan weer veilig zijn.
De première van de film kan onge
veer in het voorjaar 1971 verwacht
worden. Of dat in Hollywood dan
wel in Nederland zal zijn, is nog
niet bekend. Cinema Centerfilms
worden in ons land uitgebracht door
Twentieth Century Fox.
Robert B. Radnitz heeft er dan
zijn zesde „film voor het hele gezin"
opzitten. Spottend heeft men hem
wel eens de tweede Disney ge
noemd. Het doet hem weinig. Hij
maakt geen films voor kinderen,
maar films oim ook door kinderen
begrepen te worden. Het hele gezin
kan er dan thuis over meepraten.
Met zijn Gouden Leeuw in San
Marco op het festival voor kinder
films in Venetië voor „De hond van
Vlaanderen" in 1960, voor „Island of
the blue dolphins" in 1964 en een
zilveren medaille in Venetië voor
„My side of the mountain" en tal
van onderscheidingen van educatie
ve organisaties heeft hij voorlopig in
dit genre niet slecht geboerd.
tie". Daarom werd in het Gooise
Meer. een watersnoodramp gerecon
strueerd, die er echt genoeg uitziet,
al is er te veel groen voor de maand
februari 1953.
„De daken in de verte staan op
palen", vertelt men mij. „De andere
daken drijven op lege olieblikken
en kunnen per motorbootje naar el
ke gewenste plek versleept wor
den".
Veel actie is er niet meer op het
filmeiland- James B. Clark zet nog
eventjes de puntjes op de i met een
aanvullende scène in het binnenste
van 'n woonschip Grote schijnwer
pers helpen van buitena<f het zon
licht een beetje, want daarvoor is
naast de Panavisioncamera in de
kajuit geen plaats.
-