ONDERSCHEIDING VOOR EEN REVOLUTIONAIR
Bel voor laatste
ronde van
kabinet De Jong
„W itteveenNEEN
HEKKEN MAKEN
IS HERASWERKl
Wij vinden dat praten over
geldzaken best met een
vriendelijk woord kan gebeuren.
Boerenleenbank
ROOD POTLOOD
Nasser hield lijden tot
laatste dag verborgen
DEFENSIE-WOORDVOERDERS
P.v.dAstaat militaire
carrière niet in de weg
Felle aanval
Werkkamp
,Diclillibbing"
DR. CORN. VERHOEVEN
ZATERDAG 10 OKTOBER 1970
mm I mBh
(fan een onzer redacteuren)
DIN HAAG In 1968 schreef
ie lefaamde Russische natuurkun-
ligre Andreji Sacharow in zijn
boet „Pleidooi voor een mens-
vairdig bestaan": „Dozijnen bril-
irte geschriften mogen het dag-
jpht niet aanschouwen. Hieronder
enkele van Solzjenitsyns bes-
werken, geschreven met een
jrote artistieke en morele kracht
met diepgaande artistieke en
filosofische algemene waarheden
als belangrijkste inhoud. Is dit niet
'schandalig?
Na vijf jaar was dit het ant
woord op de felle Russische kri
tiek waaronder de donderdag j.l.
met de Nobelprijs voor de litera
tuur bekroonde 52-jarige Russische
schrijver Alexander Solzjenitsyn
4P jarenlang geleden had. Nog in 1963
schreef Kotsjetow, hoofdredacteur
van het conservatieve communisti
sche tijdschrift „Oktober" Solzje
nitsyn is een zeer middelmatig ta
lent. Zijn taal is armoedig, vol
vulgaire Russische uitdrukkingen.
Rusland heeft voor de revolutie
veel schrijvers als Solzjenitsyn ge
had. Niemand kent hen thans ech
ter nog.
Kotsjetow deed deze felle aan
val, nadat in 1962 door persoonlij
ke tussenkomst van de toenmalige
Russische leider Kroestjev het
boek van de thans bekroonde
schrijver: „Een dag in het leven
van Iwan Denisowitsj" verschenen
was. Hetzelfde boek, dat mede
heeft bijgedragen tot het oordeel
van de jury die hem de Nobelprijs
1970 voor literatuur toegekend
heeft.
Deze erkenning is tevens een
eresaluut aan al die Russische
kunstenaars, die ondanks het dood
zwijgen van officiële kant, vervól
ging, concentratiekamp en psychia
trische inrichtingen, hun stem blij
ven verheffen tegen de Russische
cultuurdictatuur en censuur.
Drie jaar geleden 16 mei 1967,
verscheen Solzjenitsyns befaamde
brief aan de unie van schrijvers in
de Sovjet-Unie.
..Meer dan 600 schrijvers", aldus
Alexander Solzjenitsyn, „zijn zon
der vorm van protest van de
schrijversunie naar stalinistische
kampen gedeporteerd en voor een
deel omgekomen". De unie van
Sovjetschrijvers deed toen op haar
congres dit pleidooi af met hevige
aanvallen op Solzjenitsyn zelf,
waarbij deze beschuldigd werd
van verraad, krankzinnigheid,
egoïsme en vervolgingswaanzin.
Solsjenitsyn wist echter wat hij
zei. Belangrijke romans, toneel
stukken, filmscenario's en korte
verhalen van zijn hand mochten in
Rusland niet gepubliceerd worden.
Zij zijn gelukkig wel (zonder offi
ciële toestemming van de schrijver
zelf) in het Westen verschenen. De
geheime Russische politie heeft het
huis van de schrijver in Moskou
bij herhaling doorzocht en meer
malen manuscripten en particuliere
correspondentie in beslag genomen.
In 1969 werd hij uit de schrijvers
unie gestoten. Voor Rusland is hij
dus officieel geen schrijver meer.
Solzjenitsyn werd in 1945 voor
acht jaar naar een werkkamp ge
stuurd. Van 1953 tot 1956 moest
hij als een balling in de afgelegen
Russische provincie Kasakstan le
ven en overleefde daar een ernsti
ge kankerziekte. Nadien mocht hij
tenslotte naar Moskou terugkeren.
Hij leeft thans zeer teruggetrokken
en naar men zegt onder zeer be
hoeftige omstandigheden. Zijn be
langrijkste publikaties zijn: „Een
dag uit het leven van Iwan Deni
sowitsj" en „Het huis van Matrjo-
na" welke boeken met de drie
andere verhalen nog in Rusland
mochten verschijnen. Een van zijn
laatste werken is „Het kankerpa
viljoen" (n.a.v. zijn kankerziekte).
De thans door de gehele wereld ge
ëerde schrijver geldt als een van de
belangrijkste oudere woordvoer
ders van de kritische Russische
geleerden en kunstenaars.
Men vraagt zich thans in het
westen af, of Solzjenitsyn een
tweede Boris Pasternak zal wor
den, de inmiddels overleden schrij
ver van onder meer dokter Zjiva-
go. Boris Pasternak moest in 1958
dezelfde Nobelprijs onder dwang
van de Russische autoriteiten wei
geren.
Mocht Solzjenitsyn hetzelfde
overkomen dan ngl obijft xzzz
overkomen dan nog blijft de ge
loofsbelijdenis van zijn opvattin
gen gehandhaafd: „Literatuur, die
niet op tijd tegen dreigende en
sociale gevaren durft te waarschu
wen, deze literatuur is de naam
niet waard. Zij verdient het ver
trouwen van haar eigen volk en
wordt als scheurpapier gebruikt in
plaats van te worden gelezen", al
dus de thans bekroonde Russische
schrijver Solzjenitsyn.
(Van onze parlementaire redactie)
Volgende wfek storten regering en parlement zich in de alge
mene politiekeheschouwingen.
Voor KVP-Jacticleider drs. Schmelzer is het de laatste maal,
dat hy by de Jgemene politieke beschouwingen in de Tweede Ka
mer in het kjijt treedt. Dat zou trouwens voor alle fractieleiders
van de regerhgspartyen wel eens het geval kunnen zijn. CHU-
fractievoorziter Mellema zal volgens algemene verwachting ook
niet als zodaiig terugkeren, waarschijnlijk wel als gewoon fractie
lid. De fractiileiders Biesheuvel (AR) en Geertsema (VVD) wor
den nu al mandenlang gedoodverfd als leden van het volgende
kabinet en tel resp. als premier en minister van binnenlandse
zaken.
De politiek toekomst van drs.
Schmelzer is onzeker, zijn naam
valt vaak al^de volgende minister
van Buitenledse Zaken, maar er
zijn familieomstandigheden die
hiervoor 'n ta-in-de-weg kunnen
zijn. Ministr Luns gaat vrijwel
zeker weg. Jij doet erg zijn best
om volgendaar de Italiaan Manlio
Brosio op t volgen als secretaris
generaal v( de NAVO, een func
tie die naa'men zegt gehonoreerd
wordt met 100.000 gulden per jaar
belastingvr.
De heeifSchmelzer zal zo voor
spelt menln de wandelgangen van
de kamd in zijn laatste (af-
scheids-ree als fractievoorzitter
vooral ainten leggen op het te-
kortschien van de huidige maat-
schappelïe strukturen, tot uiting
komend i allerlei protest- en bui-
ten-paritfentaire acties. Hij zal
op de jsitieve betekenis daarvan
wijze, Jaar bezorgdheid tonen
over a inbreuk op de men
selijke Irijheid, die daar in som
mige gjallen mee gepaard gaat.
In dl gevallen is het nodig vol
ledig jpter een noodzakelijk poli-
tie-opjfden te staan. Dat betekent
niet, «t men benauwd moet zijn
om opal van terreinen veel expe-
rimertn toe te staan. Dat kan
echte/weer alleen indien het lukt
de diverse bestuurlijke ni
veau! een mentaliteitsverandering
te keken. Die verandering moet
eropgericht zijn de „dichtslib-
bing in de communicatiekanalen
op b heffen. Verder zal drs.
ScWelzer, naar verluidt, een frac-
tieïndpunt vertolken over zaken
als pornografie en abortus, t.a.v.
waarvan men zich bepaald gere
serveerder opsteld dan een V.V.D.
Ook zal drs. Schmelzer in war
me bewoordingen de steeds nau
were samenwerking van KVP, AR
en CHU aan de verdeelde oppositie
ten toonbeeld stellen.
De oppositie zal in het debat
ongetwijfeld munt trachten te
slaan uit de onderlinge verdeeld
heid van sommige onder-ministers,
ook wel staatssecretarissen gehe
ten. Een man als PVDA-fractielei-
der drs. Den Uyl zal bijv. wel
willen weten, hoe het nu zit met
die ruzie tussen staatssecretaris
Haex (landmacht) die meer geld
voor Defensie nodig acht en staats
secretaris Duynstee (luchtmacht)
die vindt dat er geld genoeg be
schikbaar is. Voorts is het opgeval
len dat dezelfde staatssecretaris
Haex en diens CHU-geestverwant
minister Udink (ontwikkelings
hulp) nogal heftig reageerden op
de kwestie van „Sabotage in de
krijgsmacht", terwijl defensie-mi-
nister Den Toom (WD) sussend
optreedt door te zeggen, dat sabo
tage vaak niet te bewijzen valt.
Dit soort tegenstellingen zijn na
tuurlijk „gefundenes fressen" voor
de oppositie. Tenslotte zijn er de
ferme uitspraken van minister
Udink over gezag en orde bij zijn
Utrechtse rede ter aanvaarding van
het CHU-lijsttrekkerschap. De
heer Udink heeft nadien bij diver
se gelegenheden een minder scher
pe uitleg aan zijn woorden trach
ten te geven.
Enfin, premier De Jong mag vol
gende week proberen deze zaken
SCHMELZER
samenwerking
terug als fractielid?
MELLEMA
LUNS
900.000 per jaar?
weer glad te strijken. De indruk
bestaat intussen, dat met name de
CHU-bewindslieden in een wat al
te vroeg stadium zich al enigszins
op het glibberige verkiezingspad
begeven hebben. In het kabinet is
juist nadrukkelijk afgesproken dat
men zich pas zes weken voor de
verkiezingen van 28 april in de
verkiezingsstrijd zou werpen.
Als minister Witteveen zijn zin krijgt is Nederland strak3 het duurste
autoland in de EEG, zo zegt de Stichting voor Economische Automobielclubs
in Deventer. Zij heeft zoals gemeld een actie ontketend als protest tegen de
steeds zwaarder wordende lasten van het autorijden. De stichting liet een
sticker (zie boven) ontwerpen. Het is de bedoeling dat de deelnemers-auto
mobilisten aan de grote protesttocht op zaterdag 24 oktober, zo'n sticker op
hun auto plakken. De afbeelding op de sticker spreekt voor zich.
(ADVERTENTIE)
HERAS HEKWERK OIRSCHOT TEL 04997-1968* rt r t *3Utr\
CAIRO (AP) Wijlen president
Nasser leed de laatste drie jaar van
zijn leven verschrikkelijke pijnen
en negeerde herhaalde malen het
advies van Egyptische en Russische
dokters om te rusten en zich te
laten behandelen, zo heeft de minis
ter van voorlichting Hassanein Hei-
kal onthuld in zijn wekelijkse arti
kel in het semi-officiële dagblad Al
Achram.
Volgens Heikal heeft Nasser twee
maal overwogen af te treden, in
1968 en in 1969. Hij besloot echter
door te gaan omdat hij vreesde dat
het Egyptische volk zijn heengaan
zou beschouwen als een symbool
van de nederlaag.
Heikal, die een van Nassers bes
te vrienden was, schreef het 5.000
woorden tellende artikel onder de
kop „Odyssee van pijn". Het artikel
bevat geen enkele zinspeling op de
politieke en militaire problemen,
waarmee Egypte door de dood van
Nasser wordt geconfronteerd, maar
het zegt alleen dat Nasser in feite
van zich zelf een martelaar voor de
Arabische zaak maakte omdat hij
besefte dat niemand anders zijn
stappen zou kunnen drukken.
De president begon ln 1958 te
lijden aan suikerziekte. Door com
plicaties kreeg hij in 1967 een ern
stige arteriosclerose in beide benen,
die hem verschrikkelijke, onafge'
broken pijn veroorzaakte, aldus Hei
kal. „Tijdens een bezoek aan Mos
kou in 1968 zei Nasser tegen Heikal:
„Hoe kan ik mijn werk voortzetten
als er geen einde komt aan die
pijn".
Door een speciale behandeling van
Russische specialisten en een mine
raalwaterkuur in Russisch Georgia
werd de pijn begin 1969 wat min
der, maar doordat het conflict met
Israël weer scherper vormen aan
nam moest hij de behandeling on
derbreken en doordat hij dagelijks
15 tot 18 uur werkte was zijn toe
stand al spoedig weer even erg als
voor de behandeling in Rusland-
Geconfronteerd met Nassers wei
gering om te rusten deden de artsen
onder wie de cardioloog professor
Shyziov rechtstreeks beroep op par
tijleider Brezjnev om druk op Nas
ser uit te oefenen om zijn leven niet
langer op het spel te zetten. Maar
Nasser sloeg opnieuw het medische
advies af.
(ADVERTENTIE)
De Boerenleenbank is de bank-van-nüvoor Gewoon
vriendelijke bank. Waar bijvoorbeeld praten-over-sparen
méér is dan alleen maar hel noemen van cijfers. Logisch, want het
gaat erom dat u-en-wij-samen de beste manier van sparen
vinden. En daarbij kunnen we kiezen uit vele spaarvormen. Met^
rente vanaf 4% als u steeds direkt over uw spaargeld wilt
beschikken, tot 8% als u op langere termijn wilt sparenStap eens
binnen bij de Boerenleenbankook voor een Pri vérekening,
voordeontvangstvanuwsalarisofhet boekenvanuwvakantiereis.
HBO vestigingen
da bank voor iedereen
5?
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG/SOESTERBERG Defensie-woordvoerders in Den Haag heb
ben met klem de suggestie tegengesproken van de voorzitter/secretaris, P. C.
Pieren, van de opgeheven afdeling Soesterberg van de P.v.d.A., als zouden
vele (beroeps)militairen in hun werk en carrière schade ondervinden van hun
lidmaatschap en daarom voor de P.v.d-A. hebben bedankt. De woordvoerders
van minister Den Toom (defensie) en diens staatssecretaris Duynstee (lucht
macht) zeiden dat iedere militair volkomen vrij is lid en actief te zijn voor
een bonafide politieke partij zoals de P.v.d.A.
„Er bevinden zich in militaire
dienst talloze mensen die lid zijn
van gemeenteraden. Een luchtmacht
woordvoerder wees er op, dat er in
de luchtmacht verschillende gene
raals zijn die er in het geheel geen
geheim van maken lid van de
P.v.d-A. te zijn. Een der vroegere
chefs- luchtmachtstaf, de hoogste fi
guur bij de luchtmacht, was even
eens lid van de VmAA.
De heer Pieren heeft verklaard,
dat hij zo vaak geconfronteerd is
geweest met bedankjes voor de
P.v.d.A. om de hierboven vermelde
redenen, dat de afdeling Soesterberg
eraan ter ziele is gegaan. De krijgs
macht is bang voor „links". Die
angst heeft soms paranoïde trekjes.
De heer Pieren in het dagelijks
bestaan afdelingschef bij de be
drijfsvereniging Detam wil niet
beweren dat er gediscrimineerd
wordt, maar hij heeft wel gemerkt
dat beroepsmilitairen er doodsbe
nauwd voor zijn- „Soesterberg leeft
nu eenmaal van het militaire appa
raat en er zijn veel beroepsmilitai
ren".
„Opmerkelijk is ook dat niet al
leen de carrière-militairen een
angstvallig oog gericht houden op
hun beoordelingsstaat, maar dat ook
de „gewone corveeër, de roestkrab-
ber en de kok" zich aan de heersen
de sfeer in de legerplaats aanpas
sen".
„Te bewijzen valt er natuurlijk
nooit iets, maar een feit is dat ook
de lageren in rang niet openlijk
durven zeggen dat zij P.v.dA. stem
men. Laat staan dat zij toe zouden
geven lid te zijn van een plaatselij
ke afdeling. Zij weten overigens wel
of hun directe commandant lid is
van de WD of KVP. Dat is dat
meestal voldoende om dicht te klap
pen", aldus de heer Pieren.
Omdat ik mij enkele weken
geleden,, naar aanleiding van een
interview, al enigszins heb inge
laten met „het rode boekje voor
scholleren" wil ik daar, nu ik het
boekje gelezen heb, graag nog
eens op terugkomen. Er zijn in
middels al tienduizenden exem
plaren van verspreid; een verde
re introductie kan dus wel ach
terwege blijven. Het bezwaar dat
ik had tegen bepaalde uitlatingen
in het interview, b.v. de wat
schampere opmerking dat „orde
houden" zo gemakkelijk is, maar
dat de democratische manier van
optreden zo'n verdienstelijke
psychische druk op de leraar
legt, is door het boekje maar zeer
gedeeltelijk weggenomen.
Ik vind, dat de drie auteurs op
zijn zachtst gezegd nogal padvin
derachtig te werk gaan. Daarmee
bedoel ik dat zij de oude flink-
heidsmoraal waarin het „genie
ten" van onderwijs werd ver
stikt, dreigen te vervangen door
een nieuwe: alweer gaat het niet
om de elementaire lust in kennis,
maar om iets anders, in dit geval
niet minder dan wereldverbete
ring. Alweer moet de kennis, nog
voor ze verworven is, dienstbaar
gemaakt worden aan een groot,
verslindend doel, ingebouwd
worden in een Project, etc. Voor
beelden hoe dit kan gebeuren
worden in het boekje gegeven:
woningnood en luchtvervuiling
kunnen als kernthema voor stu
die en actie gekozen worden en
de auteurs schijnen in ernst te
persoon" danig moet bekomme
ren. Met andere woorden: het
onderwijs wordt verpletterd on
der een nogal bedillerige totale
opvoeding en ook in dit opzicht
weer dienstbaar gemaakt.
Dit is wat mij het meest tegen
staat en waarin ik het boekje
ouderwets bemoeizuchtig vind en
op een lelijke manier anti-intel
lectualistisch om niet te zeggen
anti-rationeel. Ik zie dan ook niet
in waarom in zo'n klein boekje
over het schoolleven nog eens
een keer seksuele voorlichting ge
geven moet worden. Voor de au
teurs is dat duidelijk: sex hoort
gewoon op school en daar horen,
zeggen deze opvoeders, ook con
doomautomaten te zijn en aparte
lokalen om te vrijen, omdat de
school immers de totale mens
moet bereiken. En waar blijft die
totale mens als hij het tussen
negen en twee zonder sex moet
stellen? Ik geloof niet in de on
derwijsfilosofie die aan dit boek
je ten grondslag ligt; ik verwerp
hartgrondig deze poging om de
„hele mens" in te spinnen, of dat
nu gebeurt in dienst van het
bedrijfsleven of in dienst van de
betere wereld. Zelfs idealisme- 's
geen excuus, integendeel: het is
te dikwijls gebruikt om jonge
mensen té misleiden.
Het is een groot woord voor
zo'n klein boekje, maar ik vind
dat het hier past: dit is een
misleidend geschrift. Het misleidt
alleen al hierdoor dat het de
jeugd voorstelt als een aparte
menen, dat allerlei vakken op die
manier interessant worden. Ik
denk dat een vak interessant is
door de charme van zijn samen
hang, door de perspectieven die
het opent, ook zonder actie. De
auteurs zullen dit wel intellectua
listisch vinden, en misschien is
dat ook zo. Zij hebben iets tegen
de suprematie van de intellectue
le vakken op school. Ook dat kan
terecht zijn. Maar ik zie niet
goed in, waarom zij dan ineens
met betrekking tot vakken als
muziek en tekenen weer met het
ontzettende en nooit toegelichte
cliché van „de hele persoon" aan
komen. Mij dunkt dat tekenen
niet minder intellectueel is dan
een ander vak. Maar zelfs al zou
men het als minder intellectueel
beschouwen, waarom moet het,
samen met de andere „expressie
vakken", dan gediscrimineerd
worden met de dubieuze troost
prijs dat zij zo goed zijn voor die
„hele persoon"? Ik denk dat die
„hele persoon" een flauw verzin
sel is; en als het geen verzinsel
is, komt hij in de vanouds als
intellectueel bestempelde vakken
ook aan zijn trekken.
Ik zeur hier wat langer over
door, omdat het mij opvalt, dat in
dit boekje nauwelijks over intel
lectuele zaken gesproken wordt
en maar als vanzelfsprekend
wordt aangenomen dat die ten
eerste binnen de conceptie van
die „hele mens" weinig te bete
kenen hebben en ten tweede dat
de school zich ook om die „totale
groep en de schoolleiding als een
„tegenpartij". Het doet op een
bijna niet te weerstane manier
een beroep op de illusie dat „de"
jeugd anders en beter is, dat het
haar roeping is de wereld te
veranderen en dat die verande
ring ook vrijwel zeker komt als
de jeugd maar één lijn trekt en
doorgaat met haar actie. „Steun
elkaar door dik en dun" (bl. 87).
Waar blijft dan de eigen, kriti
sche mening? Ik vind het bijna
zielig te zien hoe deze dogmati
sche zeloten van „de jeugd" één
front willen maken, dat vervol
gens volkomen door hen gemani
puleerd wordt. „Als ze weigeren,
ben je waar je wezen moet",
stellen zij tevreden vast (bl. 85).
Dat betekent: dan zit je in ons
straatje. „Daarom moet jij degene
zijn die uitmaakt wat en hoe er
gespeeld wordt", zeggen ze (bl.
8) en vervolgens zijn zij het zelf
die de regels voorschrijven.
Het is een vervelend boekje,
waar min of meer per ongeluk
een paar goede dingen in staan,
te weinig om op te noemen. De
stijl is beneden elk peil, gedeel
telijk Joop ter Heul op zijn be-
labberdst, gedeeltelijk in een
wilskrachtig nep-staccato vol re
torische herhalingen het idiote
proza van bezielde leiders ge
deeltelijk diep op de didactische
hurken Het is beledigend, men
sen die men zegt als gelijken te
beschouwen, zo toe te spreken.
Maar de schooljeugd wordt in dit
boekje niet toegesproken: zij
wordt ingesponnen en bedrogen