Politic-inspecteur wijst publiek verzekeringsweg Moderne mens nooit meer te oud om te leren Uwordwakm met Barwick-. ÏARWICKIimRlESnAPUl NOG ONENIGHEID OVER UITDELEN FORMULIER Ontslag directeur school voor de journalistiek PERMANENTE EDUCATIE W oonwagenbewoners ongelukkig met nieuwe wet T Civiel partij Andere „school" Uw leven met Barwick. Wyers staat er achter BIJEENKOMST IN HELVOIRT Onvoldoende GRIEVEN 19 DONDERDAG 1 OKTOBER 1970 19 BREDA/ ZEIST De 29-jarige inspecteur C. A. Bakker, chef verkeer van de gemeentepolitie te Zeist heeft de verze- kerings-kat de hel aangebonden. Mensen die een aanrijding hebben gehad, krijgen in Zeist een schadeformulier van de politie, waarop naast de ruimte voor de formaliteiten voor de verzekering adviezen worden gegeven over civiel rechtelijke zaken, zoals het instellen van een vordering tot smartegeld. Tot voor kort was het regel dat de politie zich verre hield van de civiel-rechtelijke kant van een aanrijding. Daar was de politie niet voor. Maar de tijden en omstandigheden zijn veranderd, zo vindt inspecteur Bakker. „Wij treden repressief op en dan lijkt het mij niet meer dan billijk dat we ook de andere aanwijzingen die in de wet staan aan het publiek meedelen. Ik dacht dat de loze kreet: „Iedereen wordt geacht de wet te kennen" achterhaald was". Automobilisten, betrokken bij een aanrijding, krijgen onder an dere in Zeist een grotere „service" van de politie. Zij krijgen een formulier waarop hun het een en ander duidelijk wordt gemaakt over verzekeringszaken. Het idee is afkomstig van een inspecteur van politie. De verzekeringsmaatschappijen staan er (uiteraard) wat gereserveerd tegenover. „Het is inderdaad iets nieuws", zegt de heer Bakker. „Ik kan me voorstellen dat men er in sommige kringen wat huiverig tegenover staat. Maar er staat zoveel te veranderen in de politiewereld. We gaan naar meer serviceverlening aan het publiek". Dezer dagen heeft de Centrale Politie Verkeers Commissie (CPVC) - een adviescommissie van de ministers die de samenwer king en uniformiteit op verkeers gebied tussen politiekorpsen regelt - zich met dit eigentijdse service- betoon aan het publiek bezigge houden. Moet in heel Nederland iedereen die bij een aanrijding be trokken raakt, deze informaties krijgen? Inspecteur Bakker heeft „overweldigend" veel belangstel ling voor zijn formulier ontmoet („zoveel heb ik nooit kunnen voor zien") en wat belangrijker is bij hem waren de reacties onverdeeld gunstig. Maar in de CPVC is het niet met een onverdeeld hoera ontvangen. Incidenteel reiken tal van politie korpsen in den lande kaarten uit aan betrokkenen bij een verkeers ongeval. Op dat formuliertje wor den de voor de verzekering belang rijke informaties als datum, tijd, plaats, schade, getuigen enz. geno teerd en daarna uitgewisseld. Tot zover is er geen verschil met het Zeister formulier. Achterop het formulier-Bakker worden echter adviezen op civiel rechtelijk gebied gegeven. Onder meer dat de tegenpartij per aan getekende brief aansprakelijk kan worden gesteld voor de opgelopen schade; als proces verbaal wordt opgemaakt men zich bij een straf zaak civiel partij kan stellen. („Bij de kantonrechter, waar de meeste verkeerszaken worden behandeld, kan men dat doen voor opgelopen schade, mits die niet meer dan 500 gulden bedraagt. Hiermee kan soms worden voorkomen dat een afzonderlijke civiele procedure moet worden ingesteld voor het krijgen van vergoeding van de ge leden schade"); indien de toege brachte schade niet te verhalen is, een beroep op het Waarborgfonds Motorverkeer kan worden gedaan; als in der minne geen regeling mo gelijk blijkt, men door middel van een civielrechtelijke procedure (advocaat inschakelen) voor het opgelopen letsel - indien dat ern stig is of langdurige of blijvende onaangename gevolgen heeft een vordering tot vergoeding van de immateriële schade kan instellen (smartegeld) enz. Een woordvoerder van de CPVC stelde gedecideerd: „Dit is in eer ste instantie geen zaak van de politie". Inspecteur Bakker: „Dat punt van het smartegeld is voor mij juist de aanzet tot het geheel geweest. Het grote publiek blijkt niet op de hoogte te zijn van de mogelijkheid civiele vorderingen in te stellen. Het is inderdaad niet direct een taak van de politie, maar meer een dienstverlenende geste, die zijn basis vindt op een strafrechtelijke affaire. Civiel recht steunt vaak op strafrecht", aldus inspecteur Bakker. Politiekorpsen alom in den lande hebben inmiddels om zijn formu lier gevraagd: Haarlem, Amster dam, Rotterdam, Den Haag, Til burg, rijkspolitiedistricten, maar ook autodealers, particulieren, ad viesbureaus, de Koninklijke Land macht en verzekerings- en assu rantiemaatschappijen. „Uit die hoek had ik zeker ande re reacties verwacht. Maar ze wa ren helemaal niet negatief. Ze mo tiveren hun aanvragen met de op merking dat ze hun cliënten op de hoogte van de civielrechtelijke kant willen brengen", aldus in specteur Bakker. Een vooraanstaand politiever- keersdeskundige, die in verband met zijn functie in de CPVC opge noemd wil blijven, stelde tegeno ver ons: „De vraag is gewoon: moet dit bij de politie vandaan komen? Daar is geen overeenstem ming over. De nodige helderheid is er nog niet. Als we het formulier gaan gebruiken moet het landelijk zijn". De moeilijkheden en bezwaren vloeien het meest voort uit het feit dat sommige politieautoriteiten er bezwaar tegen hebben dat de poli tie zich zou proberen te bevrijden van de moeilijkheden rond het verschaffen van inlichtingen aan derden. Maar inspecteur Bakker had al opgemerkt: „Met het formulier kunnen we meer pressie uitoefe nen op de verzekeringsmaatschap pijen". En daar blijkt de aap uit de mouw te komen. Onze zegsman: „Het euvel is dat de verzekerde te weinig objectief wordt voorgelicht over wat hij kan doen. Er is bij de verzekeringsbedrijven een duide lijk onvolledige voorlichting op dit punt. Dat merken de politiekorp sen herhaaldelijk in de praktijk. De politie wil nu op deze manier proberen een beetje recht te laten gelden". De politiefunctionaris zegt wat verbolgen: „Het is in feite waanzin dat de politie dit ter harte moet nemen. De assurantiemaatschappij en behoren dit zelf te doen. Bij de zware gevallen wordt wel een ad vocaat ingeschakeld, maar het gaat ons om de elementaire punten. De eenvoudiger zaken. De assurantie- bedrijven maken zich zo lichtvaar dig mogelijk van deze zaken af. Ze houden hun klanten dom". Het is een feit dat het smarte geld in Nederland lang niet zo'n ontwikkeld instituut is als in vele ons omringende landen (België, Frankrijk, enz.). We hebben bij de assurantie- maatschappijen om reactie ge vraagd op de niet geringe beschul diging van verkeerspolitie-autoritei- ten. Een woordvoerder van het Bu reau Voorlichting Schadeverzeke ringen ziet al de kritiek niet zo zitten, integendeel: „Die smarte- geld-business is geen kwestie van het publiek. Dat regelen de verze keringen onderling wel. De hele zaak wordt op zijn kop gezet. Ik begrijp niet wat de civielrechtelij ke kant gelijk met aanrijdingen te maken heeft. Moet je nu al vooraf gaan zeggen: je moet je in die en die situatie civiel partij stellen? De mensen weten dat ze geen toe zeggingen moeten doen en dat ze de rest aan de verzekering moeten overlaten", aldus de zegsman van het Bureau Voorlichting Schade verzekeringen. Over het formulier-Bakker: „Dacht u dat weggebruikers daar iets aan hebben? Dat is toch veel te ingewikkeld. Laten ze eerst maar eens aan de feitelijke gege vens denken. Wie de tegenpartij is en kentekens noteren, zolang dat onvoldoende is, zijn we aan civiele zaken nog niet toe. Men moet het grote publiek niet met zulke inge wikkelde dingen inzepen". Wie zoiets hoort, gaat de leuze „goed dat er politie is" met andere ogen bekijken. PIM GAANDERSE (Van onze redactie binnenland) AMSTERDAM Het curatorium van de Stichting Journalistieke Vak opleiding heeft dr. M. Schneider eervol ontslag verleend uit zijn functie van directeur van de school voor de journalistiek te Utrecht. Dr. Schneider, aan wie reeds ziektever lof was verleend, is voorgedragen voor opwachtgeldstelling. Grond voor dit ontslag is volgens een communiqué de vaststelling door het curatorium dat tussen de directeur en de schoolgemeenschap zo'n verschil van opvattingen over de interne bestuursinrichting van de school, het nieuwe onderwijspro gramma en de uitvoering daarvan is gebleken, dat aan een vruchtbare samenwerking de basis is komen te ontvallen. Het curatorium heeft mede over wogen, dat dr. Schneider ernstige bedenkingen koestert tegen de door het curatorium genomen besluiten om alsnog eerstejaars leerlingen tot het cursusjaar 19701971 toe te la ten en om het door een werkgroep opgestelde nieuwe leerplan voor dit cursusjaar te aanvaarden. Uit het ontslagbesluit mag niet worden afgeleid, dat er bij het cura torium een gebrek aan erkentelijk heid zou bestaan voor de wijze, waarop dr. Schneider de school tot leven heeft gebracht en waarop hij leiding aan het onderwijs heeft ge geven. TILBURG De moderne mens moet voortdurend openstaan voor nieuwe ontwikkelingen op vele ge bieden. Nieuwe eisen die de voort gang van wetenschap en technologie aan hem stellen, zijn aan de orde van de dag. Nieuwe denkbeelden worden vrijwel zonder onderbreking geboren en aangeboden. Kennis en kennisverwerving zijn dynamische noodzakelijkheden geworden. Nim mer tevoren in de menselijke ge schiedenis is het gezegde zó waar geweest dat stelt dat een mens nooit te oud is om te leren. Men leert in de jeugdjaren niet meer voor het hele leven. Dat geldt zowel voor het basisonderwijs, als voor het beroepsonderwijs. In West- Duitsland heeft een onderzoek dat wel heel duidelijk gemaakt. Daar oefent meer dan de helft van alle werkenden een beroep uit dat an ders is dan het aangeleerde. Men neemt aan dat in de medische we tenschappen de kennis tussen 1950 en nu dus in 20 jaar verdub beld is. Anders gezegd: degene die in 1950 arts is geworden, beschikt vandaag de dag nog slechts over de helft van de beschikbare medische kennis. In het licht van die situatie is langzaam maar zeker de gedachte van de „permanente educatie" (on onderbroken vorming) gegroeid. Een moeilijk te omschrijven begrip. Een begrip ook dat aanleiding heeft ge geven en nog geeft tot heel wat misverstanden. De tijd is voorbij, zo zeggen de voorstanders van de permanente educatie, dat men de gebruikelijke strikte scheiding tussen de school de fase van de funderende educatie en het leven de fase van de voortbouwende educatie nog kan handhaven. Het is duidelijk, vinden zij, dat de tijd van „de school" die enorme hoeveelheden feiten leert, voorbij is. Feiten verouderen met grote snelheid. De school zal in haar traditionele vorm en inhoud ver dwijnen. Er zullen „werkplaatsen" ontstaan die gericht zijn op het ont wikkelen bij de pupillen van denk methoden, studiehoudingen, kriti sche zin en disciplines die leren, hoe er „geleerd" moet worden. Het is in de tijd van de opkomst van de indringende massa-communicatie- middelen onbegonnen werk voor „de school" de leerlingen te informeren over feiten. Die informatie krijgen ze volop in de vrije tijd Daarom zijn de dagen van de passieve school voorbij. De schooltijd zal een perio de van actieve participatie en per- •soonlijtoe verantwoordelij kheidsont wikkeling moeten worden. De tijd van leren en de tijd van werken kaïn men niet meer scheiden. De school staat in toenemende mate aan het begin van een leerproces dat zich over het gehele leven uitstrekt. Dat proces dient gericht te zijn op de persoonlijkheidsontwikkeling van ieder individu afzonderlijk en dient elk individu bewust te maken van zijn verantwoordelijkheid tegenover en in de samenleving. De school die werkplaats is geworden voor kinde ren én volwassenen zal tevens infor matie- en ontmoetingscentrum moe ten zijn. In de jonge jaren moet men hebben geleerd veranderingen te verwerken. Dat geldt zowel voor het persoonlijke leven als voor sociaal- culturele omwentelingen die de mo derne mens in zijn leven meemaakt. Die veranderingen vereisen een voortdurende bezinning en revisie van het hele stelsel van opvoeding en onderwijs. Ook een kritische be nadering van het maatschappelijke systeem. Permanente educatie is in die zin (ADVERTENTIE) 3gl Hmmm, zomaar zacht, warm tapijt aan je voeten als je opstaat? Oh,jawel! Barwick tapijt voor de slaapkamer. Helemaal ingespeeld op warme voetjes die warm willen blijven. Natüürlijk heeft Barwick ook tapijt voor de woonkamer, voor de badkamer en, jawel, voor de keuken... Barwick, daar kunt u mee léven. Overal in uw huis! En... Barwick tapijt bezit schoonheid die blijft. Wilt u het bewijs? Een eerlijk bewijs! Vijf jaar Intertest slijtage-garantie! Er is vlakbij u vast wel één van de 4000 winkels in Nederland, waar uw Barwick-tapijt verkrijgbaar is. Vandaag, morgen en zaterdag wordt in de „Guldenberg" te Helvoirt een bijeenkomst ge houden die is gewijd aa het begii.sel van de permanente educatie en de betekenis ervan voor het onderwijs. Dat gebeurt onder leiding van de Unesco, die dit jaar tot onderwijsjaar heeft uitgeroepen. Minister dr. G. H. Veringa (Onderwijs en Wetenschappen) opent de be sprekingen, die worden geleid door professor dr. B. C. J. Lie- vegoed (studie over de positie van de werkende jongeren). In leiders zijn: dr. H. H. Frese, lector vormingswerk Leidse universiteit, de heer J. A. Pe- droli, directeur Roncalli College Bergen op Zoom, drs. H. J. Jacobs, directeur Onderwijskun dig Studiecentrum Amsterdam, de heer D. Lemson, Ned. Ped. Instituut voor het Bedrijfsleven, de heer E. Steenbergen, voorzit ter Algemene Bond Onderwij zend Personeel. Zaterdag komt staatssecretaris van O. en W., mr. J. H. Grosheide, de confe rentie sluiten. Een beknopte be schouwing over het begrip „permanente educatie" ont leend aan de uitvoerige confe- rentiedocumentatie schreef onze onderwijsredacteur voor u. Hij voegde er enkele praktische suggesties aan toe, die de inlei ders in hun adviezen voor de discussie hebben neergelegd. een voortdurend proces dat veel meer is dan overdracht van kennis en vaardigheden. Omdat het onver brekelijk is verbonden aan de de mocratisering van de samenleving, omdat het een wapen is mis schien wel het enige doelmatige wa pen tegen de dreigende technolo gische overheersing en consumenten mentaliteit. Omdat het, mits goed georganiseerd en gecontroleerd door de gemeenschap, de samenleving kan behoeden voor het kweken van onderdanen en haar burgers kan ge ven. Permanente educatie is geen bij-, her- of omscholing, geen levenslang studeren, geen volksontwikkeling, geen sociale actie. Het is dat alles, en veel meer. Het doelt op integra tie, in ruimte en tijd, van vormings processen, educatieve voorzieningen en sociaal-culturele veranderingen. De permanente educatie kan men zien als een logisch gevolg van de versnelde verandering van de sa menleving. Zij moet erop zijn ge richt leergewoonten en leerbereid- heid bij te brengen. Zij moet de weetgierigheid en de verbeeldings kracht prikkelen. Zij moet de basis vormen voor de individuele burger om actief de veranderingen in de maatschappij te beinvloeden en te begeleiden- De organisatie van de permanente educatie zal een volledi ge omwenteling vragen van de theo rie en de praktijk van onze syste men van opvoeding en onderwijs. Waarborgen tegen manipulatie en indoctrinatie moeten in het gekozen systeem duidelijk worden inge bouwd. Het is niet onmogelijk dat heel wat, tamelijk ongrijpbare, be- laingeinstrommgen zuilen pogen de permanente educatie voor haar kar retje te spannen. „De industrie" voelt ervoor, omdat kennis en vaar digheid snel verouderen door de technologische stroomversnelling waarin we zijn geraakt. „De econo men" willen het, omdat zij geloven dat het zal meehelpen de economi sche groei te bevorderen. „De han del" is er glad voor, omdat vrije tijd geld verdienen kan betekenen „Po litieke groeperingen" zullen pogen hun speciale doctrines via de perma nente educatie te propageren. Maar de permanente educatie is er juist op gericht de mensen te leren zich uiterst kritisch en met kennis van zaken op te stellen tegenover aller lei belangengroepen, stromingen en sociale dogma's. Goede permanente educatie kweekt juist het tegendeel van ja-broers, van conformisten. Voor het onderwijs betekent de groei naar de permanente educatie bezinning op doelstellingen en her ziening ervan. Die school zal moeten begeleiden bij de zelfontplooiing van de jonge mens, die reeds op jeugdige leeftijd moet leren dat hij, als individu, deel is van de gemeen schap. De ouders zullen bij het on derwijs en het leerproces moeten worden betrokken. De mogelijkhe den van radio en televisie en andere moderne hulpmiddelen op het ge bied van de massa-communicatie, worden onvoldoende of niet benut. Er moet een derde televisienet ko men, of vaste zendurenblokken op de bestaande netten, met inschake ling van radio, schriftelijk materiaal en een netwerk van studiegroepen en begeleiders. Daartoe zal een spe ciale stichting in het leven moeten worden geroepen die geheel los staat vamde NOS. Gedacht kaïn wor den aan de oprichting van een „open universiteit", zoals in Groot-Brittan- nië, waarbij raidio en televisie schriftelijke cursussen aanvullen. Toelating tot zulk een universiteit zal niet aam voorwaarden vam voor opleiding gebonden moeten zijn. Het Britse systeem dat via een stelsel van „punten" de weg opent naar het behalen van 2 graden zou in Neder land als uitgangspunt voor zulk een open universiteit kunnen worden genomen. JACQUES LEVIJ. (ADVERTENTIE) (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG. Vandaag treedt de nieuwe woonwagenwet in werking. Deze wet kwam in 1968 tot stand. Kern van de wet is dat de plaatse lijke, kleine standplaatsen voor woon wagens geleidelijk worden gesloten en vervangen door grote, regionale kampen. Opzet van de wet is, hoewel niet steeds volmondig door de overheid erkend, het wonen in woonwagens tot een noodzakelijk minimum te be perken. Door de nieuwe wet zou het grootste deel van de ruim 8000 woon wagens moeten worden vervangen door vaste woonvormen. De regio nale grotere kampen zouden een tus senstadium kunnen worden voor een verdergaande integratie in de nor male samenleving. In tegenstelling tot de kleine standplaatsen hebben de regionale kampen een ideale omvang voor so ciaal-culturele activiteiten onder de woonwagenbewoners. De kampen krijgen een eigen school, een eigen kerkje, eigen maatschappelijk wer kers enz. Volgens een mededeling van het ministerie van CRM heeft de nieuwe woonwagenwet dam ook tot doel „be vordering van het maatschappelijk welzijn van de woonwagenbevolking, terwijl de trekvrijheid niet wordt aangetast. Veel woonwagenbewoners denken echter anders over de regionale kam pen. Zij zien in de regionale concen tratie vaak een bedreiging van hun broodwinning. Veel woonwagenbe woners verdienen de kost in de han del of in de sloop en handel van ge bruikte auto's. Wanneer zij echter met 60 of nog meer wagens op de zelfde plaats staan, wordt de spoe ling van hun afzetmarkt wel erg dun. Eind juli van dit jaar kwam het tot openlijk protest tegen het woonwa- genbeleid van de overheid. In Den Haag spraken woonwagenbewoners met minister Klompé (CRM). Kort tevoren was de aandacht van de pu bliciteit sterk gericht geweest op een kleine groep onder de woonwagen bewoners, die zich schuldig maakte aan terrorisatie van kleine gemeen ten, meestal met de bedoeling bij- stamdsgelden los te maken bij angsti ge gemeentebestuurderen. De pirotesterende woonwagenbewo ners hadden ook grieven tegen de grote geïsoleerdheid van de regionale kampen. Deze kampen liggen meest al aan de rand van de grotere plaat sen ol de stad van de regio, vaak niet in een villawijk maar tussen spoorl.men, kanalen, industrieterrei nen of opslagplaatsen. Binnen de woonwagenbevolking bestaan ver schillende groepen die vaak zo weinig mogelijk met elkaar te maken willen hebben De protesterende woonwa genbewoners klaagden bij minister Klompé over het isolement van de regionale kampen. Ze spraken zelfs over getto s en zeiden dot ze som* het gevoel hadden in een concents&~ tiekamp te zitten.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 17