.er is hier een geland iu^H brandende parachute I l mem. 1 ■Bil IBIrTT U ^fjË^JP IPfS» Het uitzicht is grandioos, maar er is weinig tijd ervan te genieten. „Ballonvaarders hebben altijd de wind mee" BAARLE-NASSAU/SEPPE Montgolfier, Pilatre de Rozier en markies d'Arlandes. Namen uit de allervroegste dagen van de geschiedenis van de luchtvaart. Montgolfier kreeg een sensatio neel idee toen hij peinzend naar zijn haardvuur zat te staren en de hete lucht trillend zag opstij gen. De hete luchtballon was nog slechts een kwestie van knippen en plakken. Een schaap, een eend en een haan waren de eerste luchtreizigers. Het schaap hield er een comfortabel plaatsje in de Franse koninklijke stallen aan over. Twee misdadigers zouden vervolgens de eerste mensen moeten worden die de lucht in zou den gaan. Als ze veilig op aarde terug keerden, zou hun de straf worden kwijtgescholden. Maar dat namen twee jonge ede len Pilatre de Rozier en de mar kies van Arlandes niet: stel je voor de eer, allicht de éér als eerste menselijke wezens het lucht ruim te kiezen, zou een paar misda digers te beurt moeten vallen? Nee! Franse edelen zouden het eerste hoofdstuk in de geschiedenis van de vliegende mens schrijven. Op 21 no vember 1783 steeg de hete luchtbal lon, rook en vlammen spuwend op van La Muette bij Parijs. Met spon sen moesten De Rozier en d'Arlan des het omhulsel nat houden om brand te voorkomen. Inmiddels was ook de „ontvlamba re lucht" ontdekt. Waterstof noemen we dat nu en de hete luchtballon, onpraktisch als hij was, werd ge schiedenis. Maar niet voorgoed. Want nu, bijna 200 jaar na Montgol fier, is de hete luchtballon opnieuw in opmars. Als een enerverende ma nier om de ballon-sport te bedrij ven. Redelijk vuurbestendig nylon en propaangas hebben het oude idee van Montgolfier nieuwe kansen ge boden. In de afgelopen weken heeft een hele luchtballon dagenlang boven West-Brabant gevlogen. Op Seppe regende het telefoontjes in de trant van: „Er is hier een brandende pa rachute neergestort!" Met zijn kleurige, oranje-wit ge streepte omhulsel en de steekvlam die herhaaldelijk vanuit de gondel opstijgt, biedt de ballon, door de Brit D. A. Cameron ontworpen en gebouwd, een spectaculair en hoogst ongewoon schouwspel. De hete luchtballon is veel groter dan zijn soortgenoten die het met gas moeten doen. Ongeveer drie keer zo groot zelfs. Van onder is de ballon open. Hij wordt gevuld met lucht door eenvoudig met de hand golvende bewegingen met het nylon doek te maken. Vervolgens wordt de lucht verwarmd zodat de b'alïon mooi strak komt te staan. Mannen houden de gondel vast, wachtend op het vertreksein. Als dat komt klinkt het gebrul van de steekvlam en onwaarschijnlijk snel stijgt de enor me ballon op. Al naar gelang de verhitting van de lucht kan men hoog of laag varen. De ballon is uiterst manoeu- vreerbaar. Men kan bij wijze van spreken afdalen naar een boomtop, een blaadje of takje plukken uit de kruin en vervolgens weer opstijgen. De Nederlandse ballonvaarders Jan en Mimi Boesman hebben het „vak" kort geleden geleerd van Cameron- himself. Jan Boesman: „Van romantiek is geen sprake meer. Je hebt geen tijd om van de ballonvaart te genieten. Ook de actieradius is beperkt. Bo vendien is hij minder geschikt voor vluchten bij harde wind. Het zal dan ook wel een typische avoni- ballon worden". Mimi Boesman: „De vlam boven je hoofd is geen pretje. Ik vind de hete luchtballon niets voor een vrouw". Op een open plek in de bossen van het Baarlese buiten „De Kievit" staat een ballon startklaar. Jan Boesman hanteert de gasbrander. In structeur Cameron („altijd nerveus voor de start") geeft de laatste aan wijzingen. Boven de bomen staat een stevige bries. De ballon schiet een beetje omhoog. Wordt dan naar een grote berkenboom gezogen. „Burn!" horen de achterblijvers Ca meron gespannen roepen. „Burnü". Boesman geeft een spuit vuur. Dan is de ballon vrij van de boom en krijgt de hogere, niet meer werve lende windstroom vat op hem. Ca meron schijnt zich nu ontspannen te hebben hij wuift naar de mensen op de snel onder hem wegglijdende open plek. „Ballonvaarders", had Jan Boesman gezegd, „hebben altijd de wind meel'. teksl Wim Koek foto'sChris Heil Even rusten. In het midden (tegen de gondel gezeten) de bouwer Cameron. Naast hem (rechts) Jan Boesman. Hat v-.n» r ri...-., - iiif-y- M. - A Een fotografisch grapje Met een spuit gasvuur verhit Jan Boesman de lucht in de nog op de grondliggende ballon. Zijn echtgenote kijkt kritisch toe. Ballonbouwer Cameron inspecteert het inwendige van de nog maar half met lucht gevulde ballon.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1970 | | pagina 9